Wijzigingswet Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Wet van 18 oktober 2007 tot wijziging van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat naar aanleiding van de in 2005 gehouden evaluatie van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 en het functioneren van de kamers enige wijzigingen nodig zijn ten aanzien van de taken van, het toezicht op, de besturen van en de wijze van samenwerking van de kamers;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 1 De ingevolge de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 geldende bepalingen ten aanzien van begroting, activiteitenplan, jaarrekening en jaarverslag van een kamer en ten aanzien van door een kamer in rekening te brengen vergoedingen en bijdragen, zoals die luiden na inwerkingtreding van deze wet, worden voor de eerste maal in acht genomen indien de genoemde documenten, vergoedingen en bijdragen betrekking hebben op kalenderjaar 2008.

  • 2 Indien een jaarrekening of jaarverslag van een kamer betrekking heeft op kalenderjaar 2007, gelden de op die documenten betrekking hebbende bepalingen van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 en de Handelsregisterwet 2007.]

Artikel VII

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet zijn de personeelsleden van een kamer van koophandel en fabrieken in dienst van de desbetreffende kamer van koophandel en fabrieken aangesteld. De met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet op grond van artikel 14 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 voor de personeelsleden van een kamer van koophandel en fabrieken van toepassing zijnde rechtspositie is als geheel tenminste gelijkwaardig aan de rechtspositie die voor elk van hen gold op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het in dit artikel bepaalde.

Artikel X

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 oktober 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Uitgegeven de zevenentwintigste november 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven