Beleidsregels bestuurlijke boeten S&O-afdrachtvermindering

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken, van 5 oktober 2007, nr. WJZ 7105478, houdende vaststelling van de beleidsregels bestuurlijke boeten S&O-afdrachtvermindering

Artikel 3. (Verwijtbaarheid)

Bij het vaststellen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 26, eerste lid, van de wet, wordt betrokken in hoeverre de overtreding licht verwijtbaar, verwijtbaar of ernstig verwijtbaar is.

Artikel 4. (Boeten)

Bestuurlijke boeten worden afgerond op hele bedragen van € 100, met een minimumbedrag van € 100.

Artikel 6. (Mededeling art. 24, tweede, derde en vierde lid)

  • 1 Na het verlopen van de termijn, bedoeld in artikel 24, derde en vierde lid, van de wet, volgt een rappel waarin wordt aangegeven dat indien de mededeling niet wordt gedaan binnen de gestelde termijn, aannemelijk wordt bevonden dat het aantal bestede S&O-uren 0 is en, ingeval aan de S&O-inhoudingsplichtige een S&O-verklaring is afgegeven die ook een bedrag aan kosten en uitgaven bevat, tevens aannemelijk wordt bevonden dat het bedrag aan kosten en uitgaven 0 is.

  • 2 De hoogte van de op grond van artikel 26, tweede lid, van de wet op te leggen bestuurlijke boete bedraagt voor de volgende categorieën:

    • a. geen mededeling: € 300;

    • b. niet tijdige mededeling, waarbij de realisatie van het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering lager is dan het bedrag dat op de S&O-verklaring is vermeld als bedrag aan S&O-afdrachtvermindering: € 200;

    • c. niet tijdige mededeling, waarbij de realisatie van het bedrag aan S&O-afdrachtvermindering tenminste gelijk is aan het bedrag dat op de S&O-verklaring is vermeld als bedrag aan S&O-afdrachtvermindering: € 100;

    • d. niet tijdige mededeling na beëindig inhoudingsplicht als bedoeld in artikel 24, vierde lid, van de wet: € 100.

  • 3 In geval van een herhaalde overtreding wordt de laatst opgelegde boete vermenigvuldigd met factor 2 totdat het wettelijk maximum, genoemd in artikel 26, tweede lid, van de wet is bereikt.

Artikel 7. (Onjuiste opgave art. 25, tweede lid, onderdeel a)

Indien bij het vaststellen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van artikel 25, tweede lid, onder a, van de wet, blijkt dat de S&O-inhoudingsplichtige ten tijde van die aanvraag niet voornemens was S&O-werk uit te voeren wordt deze overtreding verondersteld ernstig verwijtbaarheid te zijn.

Artikel 8. (Inwerkingtreding)

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Artikel 9. (Citeertitel)

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke boeten S&O-afdrachtvermindering.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 oktober 2007

De

Minister

van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven