Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2007

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 09-06-2007 t/m 31-12-2014

Verordening van het Productschap Vis van 12 oktober 2006, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van onderwijs voor de aanvoersector voor het jaar 2007 (Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2007)

Het bestuur van het Productschap Vis;

Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);

Gehoord de Commissie aanvoeraangelegenheden, de Onderwijscommissie, de Garnalenadviescommissie en de Mosseladviescommissie;

Besluit;

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a.

    Instellingsbesluit Productschap Vis

    Besluit van 3 juni 2003, houdende instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de visserij, be- en verwerking van vis en de handel in vis en visproducten (Stb. 2003, 253);

    b.

    Productschap

    Het Productschap Vis, als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Productschap Vis;

    c.

    Bestuur

    Het bestuur van Productschap;

    d.

    Voorzitter

    De voorzitter van het Productschap;

    e.

    Secretaris

    De secretaris van het Productschap;

    f.

    Commissie aanvoeraangelegenheden

    De commissie ingesteld door het bestuur voor het adviseren over aangelegenheden

    g.

    Ondernemer

    Degene, die een onderneming drijft, waarvoor het Productschap is ingesteld;

    h.

    Vis

    Vissen, schaal- en schelpdieren, delen van vissen alsmede van schaal- en schelpdieren en puf en nest, een en ander met uitzondering van sier- en aquariumdieren, garnalen, mosselen en oesters en alle door uitoefening van de binnenvisserij – niet zijnde de IJsselmeervisserij –, in de zin van artikel 1, vierde lid onder d, van de Visserijwet 1963 verkregen soorten vis;

    i.

    Garnalen

    Garnalen van de soorten Crangon crangon;

    j.

    Mosselen

    Schelpdieren van de soorten Mytilus Spp. of de soorten Perna Spp.;

    k.

    Platte oesters

    Schelpdieren van de soorten Ostrea Spp.;

    l.

    Creuses

    Schelpdieren van de soorten Crassostrea Spp.;

    m.

    Oesters

    Platte oesters en creuses;

    n.

    Aanvoeren

    Het als eerste eigenaar voor de eerste keer of het met behulp van de spanvisserij aan land brengen van vis of mosselen of garnalen;

    o.

    Aanvoerder

    De ondernemer, die met een in Nederland geregistreerd visserstuig of op andere wijze vis of mosselen of garnalen aanvoert

    p.

    Trawler

    Vaartuig waarvan de lengte over alles 60 meter of meer bedraagt of een vaartuig met een brutotonnage van meer 1.200 BT waarmee de pelagische visserij wordt uitgeoefend, waarbij de gevangen vis en visproducten aan boord wordt ingevroren;

    q.

    Kotter

    Vaartuig waarvan de lengte over alles minder dan 60 meter bedraagt;

    r.

    Afslag

    Een veiling van vis of mosselen;

    s.

    Onderwijsfonds aanvoersector

    Het fonds ingesteld krachtens artikel 1, eerse lid, van de Verordening instelling van een onderwijsfonds aanvoersector11;

    t.

    Ton

    Een inhoudsmaat van 1/7 m3.

  • 2 Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.

  • 3 Indien een vaartuig mosselen, niet zijnde ingevoerde mosselen, op een verwaterplaats stort voordat het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen, vindt het aanvoeren van mosselen, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid, plaats op het tijdstip waarop de mosselen worden gestort op een verwaterplaats.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Een aanvoerder is aan het Productschap ten behoeve van het onderwijsfonds voor de aanvoersector een heffing verschuldigd van 0,4 promille van de waarde van de door hem aangevoerde vis.

  • 2 Een aanvoerder is aan het Productschap ten behoeve van het onderwijsfonds voor de aanvoersector een heffing verschuldigd van € 0,02 per elke door de aanvoerder aangevoerde ton mosselen.

  • 3 De waarde van de aangevoerde vis wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3.

  • 4 Een aanvoerder is aan het Productschap ten behoeve van het onderwijsfonds voor de aanvoersector een heffing verschuldigd van € 0,0012 per kilogram garnalen.

  • 5 Indien de garnalen in gepelde toestand worden aangevoerd, al dan niet door tussenkomst van een afslag, wordt het aantal aangevoerde kilogrammen ter bepaling van de verschuldigde heffing(en) vermenigvuldigd met een factor 3.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de aangevoerde vis door tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2, eerste lid, bedoelde waarde verstaan, de bruto besomming van de aangevoerde vis op de afslag.

  • 2 Indien de door een kotter aangevoerde vis zonder tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2, eerste lid, bedoelde waarde verstaan, de door de koper van de aangevoerde vis betaalde koopsom.

  • 3 Indien de door een trawler aangevoerde vis zonder tussenkomst van een afslag wordt verhandeld, wordt onder de in artikel 2, eerste lid, bedoelde waarde verstaan, 70% van de door de koper van de aangevoerde vis betaalde koopsom.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2006, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van de dag na uitgifte van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt deze terug tot en met 1 januari 2007.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening onderwijsfonds aanvoersector 2007.

Rijswijk, 12 oktober 2006

B.J. Odink

voorzitter

W.G. van de Fliert

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 7 december 2006 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 24 mei 2007, nr. TRCJZ/2006/3602.

  1. Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (thans geheten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) op 13-05-2003 en door de Sociaal-Economische Raad op 22-05-2003; gepubliceerd in Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie d.d. 01-08-2003, nr. 47 VIS 19. ^ [1]
Naar boven