Instellingsbesluit commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 20-05-2021 t/m 31-08-2022

Instellingsbesluit commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 12a, derde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie

  • b. Ministerie: het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • c. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 3

  • 1 De commissie is paritair samengesteld en bestaat uit drie leden. Een vertegenwoordiger op voordracht van de Minister, een vertegenwoordiger op voordracht van de centrales toegelaten tot de CGOP en een onafhankelijk voorzitter op voordracht van zowel de Minister als de centrales toegelaten tot de CGOP.

  • 2 De Minister en de centrales toegelaten tot de CGOP zijn ieder bevoegd tot aanwijzing van vier plaatsvervangende leden van de commissie.

Artikel 4

  • 1 De Minister benoemt een secretaris van de commissie.

  • 2 De secretaris is uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 3 De secretaris maakt geen deel uit van de commissie.

Artikel 5

De commissie stelt een reglement omtrent haar werkwijze vast en brengt dit ter kennis van de Minister.

Artikel 6

  • 2 Gelijktijdig met het uitbrengen van haar schriftelijke advies aan het bevoegd gezag stelt de commissie de betrokken ambtenaar die de aanvraag heeft ingediend schriftelijk in kennis van haar advies.

Artikel 7

  • 1 Het beheer van de archiefbescheiden van de commissie geschiedt door het secretariaat met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het Ministerie.

  • 2 Bij opheffing van de commissie worden de archiefbescheiden overgedragen aan het centraal archief van het Ministerie.

Artikel 8

Het bevoegd gezag vermeldt in of bij besluit dat de commissie advies heeft uitgebracht en voegt het advies bij het besluit.

Artikel 9

  • 1 De leden van de commissie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, alsmede haar secretarissen en de deskundigen die aan de werkzaamheden van de commissie deelnemen, ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering ter hoogte van 3% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren, met dien verstande dat de voorzitter per vergadering een vergoeding ontvangt ter hoogte van 130% van de vergoeding per vergadering die de overige leden ontvangen.

  • 2 Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering.

  • 3 Van de toekenning van vergoeding zijn uitgesloten functionarissen in dienst van het Rijk, van een ander publiekrechtelijk lichaam dan het Rijk of van een door het Rijk in het leven geroepen instelling, dan wel van een instelling van wie de personeelskosten door het Rijk worden vergoed, indien hun benoeming haar oorzaak vindt in de functie die zij vervullen.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit commissie werktijdenmodaliteiten sector Politie.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden bekendgemaakt.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven