Regeling Baten-lastendiensten 2007

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 28-02-2007 t/m 01-01-2010

Regeling van de Minister van Financiën van 20 februari 2007 over instelling, opzet en werking van baten-lastendiensten (Regeling baten-lastendiensten 2007)

De Minister van Financiën,

Overwegende dat het wenselijk is in verband met een meer doelmatige bedrijfsvoering binnen het Rijk, aan dienstonderdelen de status van baten-lastendienst te verlenen;

Overwegende dat het nodig is nadere uitwerking te geven aan de kaders en werkwijze bij instelling, van de financiële faciliteiten en van de verslaggeving;

Gelet op artikel 18, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001;

Na overleg met de Algemene Rekenkamer (brief van 20 februari 2007, kenmerk 7000307 R);

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. baten-lastendienst: een dienstonderdeel als bedoeld in het eerste lid van artikel 10 van de Comptabiliteitswet 2001;

  • b. vakMinister: de Minister belast met de leiding van het Ministerie waaronder de betrokken (kandidaat) baten-lastendienst ressorteert;

  • c. vakMinisterie: het Ministerie waaronder de betrokken (kandidaat) baten-lastendienst ressorteert;

  • d. lening: een vast geldbedrag dat tegen een rentevergoeding gedurende een bepaalde looptijd beschikbaar wordt gesteld vanuit de centrale kas van ’s Rijks schatkist op een zogenoemde leningrekening;

  • e. initiële lening: de lening die wordt afgesloten bij de instelling van de baten-lastendienst en opgenomen is in de openingsbalans ten behoeve van de financiering van over te nemen activa van het vakMinisterie.

  • f. termijndeposito: een vast geldbedrag dat tegen een rentevergoeding gedurende een bepaalde looptijd in de centrale kas van ’s Rijks schatkist wordt aangehouden op een zogenoemde depositorekening;

  • g. leenplafond: het maximale geldbedrag dat in de vorm van een of meer leningen met een bepaalde looptijd in een jaar aan een baten-lastendienst kan worden toegekend;

  • h. Rijkshoofdboekhouding: de afdeling van het Ministerie van Financiën die belast is met de bankierstaken voor onder andere de baten-lastendiensten vanuit de centrale kas van ’s Rijks schatkist.

  • i. Exploitatiereserve: een reserve die wordt aangehouden om jaarlijkse fluctuaties in de exploitatie op te vangen.

  • k. Verplichte reserve: een reserve die men verplicht is aan te houden indien immateriële vaste activa op het gebied van ontwikkelingsactiviteiten, op de balans worden opgenomen.

  • l. Exploitatieresultaat: het saldo van gerealiseerde baten en lasten over een jaar.

Paragraaf 2. De instelling

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 2. Instellingsvoorwaarden

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 De voorwaarden waaraan een kandidaat baten-lastendienst moet voldoen, bestaan in ieder geval uit de onderstaande kernvoorwaarden.

    • a. De kandidaat-dienst geeft vooraf aan hoe hij doelmatiger gaat werken en hoe dat aantoonbaar is;

    • b. Er zijn voldoende doelmatigheidsprikkels ingebouwd in het resultaatgerichte sturingsmodel;

    • c. Er is een kostprijsmodel dat de koppeling legt tussen producten en kosten.

  • 2 Aanvullende voorwaarden kunnen door de Minister van Financiën worden vastgesteld afhankelijk van de resultaten van een aanvangsdoorlichting.

Artikel 3. Instellingsprocedure

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 De Minister van Financiën voert een aanvangsdoorlichting uit bij de kandidaat baten-lastendienst en haar omgeving die resulteert in conclusies over de mate waarin de kandidaat baten-lastendienst al voldoet aan de kernvoorwaarden en over eventuele aanvullende voorwaarden.

  • 2 De instellingsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 2 worden opgenomen in het startdocument dat de secretaris generaal van het vakMinisterie, de directeur van de kandidaat baten-lastendienst en de Minister van Financiën ondertekenen.

  • 3 De Minister van Financiën toetst het voornemen van een vakMinisterie tot de instelling van een baten-lastendienst aan de hand van de instellingsvoorwaarden die zijn beschreven in het startdocument.

  • 4 De vakMinister kan mede namens de Minister van Financiën het voorstel om de status van baten-lastendienst toe te kennen, indienen ter besluitvorming bij de Ministerraad indien de in het vorig lid bedoelde toets positief is en de departementale auditdienst van het vakMinisterie geen relevante onvolkomenheden heeft geconstateerd in het gevoerde financieel beheer over het voorafgaande jaar bij de kandidaat baten-lastendienst en de bestaande baten-lastendiensten waarvoor vakMinister verantwoordelijk is.

  • 5 Indien de Ministerraad instemt met het in het vorige lid bedoelde voornemen, brengt de vakMinister het voornemen ter kennis aan de Tweede Kamer. Het moment van in kennisstelling wordt zodanig gekozen dat de Tweede Kamer bij haar afwegingen voldoende gelegenheid krijgt om kennis te nemen van de bevindingen van het betreffende departementale rapport van de Algemene Rekenkamer, zoals bedoeld in artikel 84 van de Comptabiliteitswet.

  • 6 Indien de Tweede Kamer zich niet uitspreekt tegen de instelling van de baten-lastendienst overeenkomstig de procedure vastgelegd in het eerste lid van artikel 10 van de Comptabiliteitswet, kunnen de vakMinister en de Minister van Financiën overgaan tot instelling per 1 januari van het instellingsjaar door het instellingsbesluit te ondertekenen.

  • 7 Na ondertekening van het instellingsbesluit wordt dit besluit bekend gemaakt in de Staatscourant.

Artikel 4. Procedure openingsbalans

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 De indicatieve openingsbalans wordt opgenomen in de ontwerpbegroting van het beoogde instellingsjaar van het vakMinisterie conform de voorschriften van de Minister van Financiën.

  • 2 Nadat de Tweede Kamer de begroting, bedoeld in het eerste lid, heeft vastgesteld, stelt de vakMinister in overeenstemming met de Minister van Financiën de definitieve openingsbalans vast.

  • 3 De definitieve openingsbalans dient voorzien te zijn van een goedkeurende verklaring van de betrokken departementale auditdienst.

  • 4 De definitieve openingsbalans wordt opgenomen in de toelichting bij de eerste suppletore begroting van het vakMinisterie in het jaar van instelling.

Artikel 5. Uitgangspunten openingsbalans

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 In de openingbalans worden de bezittingen, de schulden en de voorzieningen opgenomen die door het vakMinisterie aan een baten-lastendienst in economisch beheer worden overgedragen.

  • 2 Tegenover de langlopende bezittingen wordt in de openingsbalans een langlopende schuld aan het Ministerie van Financiën opgenomen, in de vorm van een beroep op de leenfaciliteit, de zogenoemde initiële lening. De benodigde initiële lening kan eventueel worden verlaagd met het langlopende deel van de voorziening. De uit de verstrekte lening ontvangen gelden dienen door de betrokken baten-lastendienst te worden betaald aan het vakMinisterie ter vergoeding van de overgenomen vermogensbestanddelen.

  • 3 In de openingsbalans wordt het saldo van de kortlopende bezittingen enerzijds en de kortlopende schulden en de voorzieningen, voor zover deze niet in mindering zijn gebracht op de langlopende schuld, anderzijds, voor zover dit saldo positief is, opgenomen als passivum in de post Nog te betalen (aan het vakMinisterie) en voor zover dit saldo negatief is, opgenomen als activum in de post Nog te ontvangen (van het vakMinisterie).

  • 4 In de openingsbalans kunnen slechts als vormen van het eigen vermogen worden opgenomen:

Artikel 6. Rentecompensatie bij openingsbalans

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Indien de kostprijs van een product of een dienst van een baten-lastendienst stijgt als gevolg van de rente die een baten-lastendienst in rekening wordt gebracht over de initiële lening en indien die gestegen kostprijs via een tarief dat in rekening wordt gebracht aan een ander dienstonderdeel van het Rijk, staat de Minister van Financiën aan die andere dienst toe ten laste van de algemene middelen structureel een aanvullend budget ter grootte van de gestegen kosten in de departementale begroting op te nemen.

Artikel 7. Status van tijdelijke baten-lastendienst

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Uit oogpunt van doelmatigheid kan aan een organisatieonderdeel van een vakMinisterie de status van tijdelijke baten-lastendienst worden toegekend, indien dit dienstonderdeel het voornemen heeft binnen drie jaren definitief baten-lastendienst te worden.

  • 2 Bij de aanvraag voor een status van tijdelijke baten-lastendienst gelden de volgende afwijkingen ten opzichte van de instellingsprocedure genoemd in artikelen 3 en 4:

    • De toets, bedoeld in het derde lid van artikel 3 omvat ook een oordeel of de kandidaat-dienst binnen drie jaar volledig kan voldoen aan de instellingsvoorwaarden.

    • De procedure en de formele instellingsdatum zijn niet gebonden aan de tijdstippen, bedoeld in artikelen 3 en 4.

  • 3 Vanaf de toekenning van de tijdelijke status staan alle financiële faciliteiten ter beschikking.

    De openingsbalans wordt per instellingsdatum vastgesteld.

  • 4 De toekenning van de tijdelijke status vervalt uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgende op het jaar waarin is besloten tot de tijdelijke status. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing. Indien binnen de genoemde tijdslimiet volledig is voldaan aan de instellingsvoorwaarden en instellingsprocedure beschreven in artikelen 2 en 3 dan wordt bij het besluit van de vakMinister en de Minister van Financiën zoals bedoeld in het zesde lid van artikel 2 besloten tot omzetting van de status van tijdelijk baten-lastendienst naar definitieve baten-lastendienst.

  • 5 Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant

Artikel 8. Intrekking van de status van baten-lastendienst

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Intrekking van de status van baten-lastendienst kan plaats vinden door een besluit van de vakMinister en de Minister van Financiën. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

  • 2 De omvang van de rekening courant, leen- en depositofaciliteit zoals blijken uit de slotbalans van de op te heffen baten-lastendienst, worden door het vakMinisterie afgerekend met het Ministerie van Financiën.

    De slotbalans dient voorzien te zijn van een goedkeurende accountantsverklaring.

  • 3 Indien de taken van de dienst waarvan de status van de baten-lastendienst wordt ingetrokken, overgaan naar een andere baten-lastendienst, wordt de omvang van de rekening courant, leen- en depositofaciliteit overgenomen door de andere baten-lastendienst via opname in de balans.

Paragraaf 3. De leen- en depositofaciliteiten

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 9. Leen- en depositomogelijkheden

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 De Minister van Financiën kan aan een baten-lastendienst ter dekking van een financieringsbehoefte voor een investering in vaste activa een lening verstrekken. De looptijd van de lening wordt gekoppeld aan de economische levensduur van de onderliggende vaste activa.

  • 2 Ter voorziening in een liquiditeitsbehoefte voor het doen van lopende uitgaven kan de Minister van Financiën een baten-lastendienst een krediet verstrekken door middel van een debetstand op de rekening courant.

  • 3 Tijdelijk door een baten-lastendienst niet benodigde gelden worden ofwel credit op een rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aangehouden ofwel op een termijndeposito bij het Ministerie van Financiën geplaatst.

Artikel 10. Tarieven en limieten

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 De Minister van Financiën bepaalt de van toepassing zijnde rentepercentages, boetes en overige tarieven voor leningen, termijndeposito’s, debet- en creditsaldi op de rekeningen-courant.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde rentepercentages en tarieven worden zoveel mogelijk marktanaloog vastgesteld.

  • 3 De renteverrekening tussen het Ministerie van Financiën en het betrokken baten-lastendienst vindt plaats:

    • a. voor de saldi op een rekening-courant gedurende het jaar: eenmaal per jaar met als rentevervaldatum 31 december;

    • b. voor een lening: eenmaal per jaar op de voor de lening geldende rentevervaldatum;

    • c. voor een termijndeposito: op de voor het termijndeposito geldende rentevervaldatum.

  • 4 De Minister van Financiën kan minimumbedragen vaststellen voor leningen en deposito’s.

Artikel 11. Leenaanvragen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Jaarlijks kunnen ten behoeve van een baten-lastendienst een of meer leenplafonds per looptijd door de Minister van Financiën worden vastgesteld.

  • 2 Aan de betrokken baten-lastendienst kunnen door de Minister van Financiën leningen met bepaalde looptijden worden toegekend. De toegekende leenplafonds zullen niet worden overschreden.

  • 3 De Minister van Financiën bepaalt de procedure voor het aanvragen van een leenplafond en het opnemen van een lening.

Artikel 12. Boekingsprocedure

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Voor een lening en een termijndeposito opent de Minister van Financiën op naam van de baten-lastendienst in de centrale administratie van ’s Rijks schatkist een leningrekening respectievelijk een depositorekening.

  • 2 Over de gelden op een leningrekening kan door een baten-lastendienst slechts worden beschikt door middel van overboeking naar de rekening-courant van die baten-lastendienst bij ’s Rijks schatkist. De overboeking vindt plaats op de overeen te komen opnamedatum.

  • 3 Het plaatsen van gelden op een termijndeposito geschiedt door middel van een overboeking van de rekening-courant van de baten-lastendienst naar de depositorekening van die baten-lastendienst bij het Ministerie van Financiën. De overboeking vindt plaats op de overeen te komen ingangsdatum.

  • 4 De in het tweede en derde leden kunnen niet in het verleden liggen. De datum van de initiële lening is de enige uitzondering hiervan.

Artikel 13. Leenvoorwaarden

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Aan een lening zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1. Een in rekening te brengen afsluitprovisie int de Rijkshoofdboekhouding automatisch per de ingangsdatum van de betrokken lening ten laste van de rekening-courant van de baten-lastendienst.

  • 2. De jaarlijkse aflossing van de lening int de Rijkshoofdboekhouding automatisch op de overeengekomen aflossingsdata ten laste van de rekening-courant en wordt afgeboekt van de leningrekening van de baten-lastendienst.

  • 3. De over een lening verschuldigde rente int de Rijkshoofdboekhouding jaarlijks automatisch ten laste van de rekening-courant van de baten-lastendienst. De rente is verschuldigd vanaf de opnamedatum.

  • 4. Het vervroegd aflossen van (een deel van) de lening is toegestaan en geschiedt door tijdig verzoek aan de Rijkshoofdboekhouding.

  • 5. Bij het vervroegd aflossen is de baten-lastendienst een boete verschuldigd. De boete int de Rijkshoofdboekhouding automatisch ten laste van de rekening-courant van de baten-lastendienst.

  • 6. In afwijking van het vorige lid is het vervroegd aflossen boetevrij toegestaan bij verkoop of bij verlies door brand, diefstal of vernietiging van de vaste activa waarvoor de lening was afgesloten, en bij het overeenkomstig de verslaggevingvoorschriften van artikelen 16 en 17 afwaarderen van de vaste activa waarvoor de lening was afgesloten.

  • 7. Het bedrag van de vervroegde aflossing int de Rijkshoofdboekhouding automatisch ten laste van de rekening-courant en wordt afgeboekt op de leningrekening van de baten-lastendienst.

Artikel 14. Depositovoorwaarden

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Aan een termijndeposito zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1. Een in rekening te brengen afsluitprovisie int de Rijkshoofdboekhouding automatisch ten laste van de rekening-courant van de baten-lastendienst.

  • 2. Het bedrag van het termijndeposito boekt de Rijkshoofdboekhouding over per einddatum van de depositorekening van de baten-lastendienst naar de rekening-courant van de baten-lastendienst.

  • 3. De te ontvangen rente over het termijndeposito wordt voor depots met een looptijd tot en met twaalf maanden per einddatum vergoed. In het geval van een termijn deposito met een looptijd van langer dan twaalf maanden schrijft de Rijkshoofdboekhouding de te ontvangen rente jaarlijks automatisch bij op de rekening-courant van de baten-lastendienst. De rente wordt berekend vanaf de ingangsdatum van het termijndeposito.

  • 4. Het vervroegd opnemen van (een deel van) het termijndeposito is toegestaan en geschiedt door een tijdig verzoek aan de Rijkshoofdboekhouding.

  • 5. In het geval van het vervroegd opnemen is de baten-lastendienst een boete verschuldigd. Het bedrag van de boete voor vervroegd opnemen int de Rijkshoofdboekhouding per opnamedatum automatisch ten laste van de rekening-courant van de baten-lastendienst.

  • 6. Het bedrag van de vervroegde opname boekt de Rijkshoofdboekhouding per opnamedatum van de depositorekening van de baten-lastendienst over naar de rekening-courant van de baten-lastendienst.

Artikel 15. Overige

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

De Minister van Financiën stelt standaardformulieren vast voor de aanvraag voor het vaststellen van een leenplafond, de aanvraag voor het opnemen van een lening en het plaatsen van een termijndeposito.

Paragraaf 4. De verslaggeving

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 16. Uitgangspunten administratie en verslaggeving

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 2 Indien een baten-lastendienst een publicitair jaarverslag openbaar maakt, dient de baten-lastendienst in dit jaarverslag melding te maken van de bijzondere status van dit verslag.

  • 3 Indien de baten-lastendienst een publicitair jaarverslag uitbrengt, kan een accountantsverklaring worden opgenomen.

    De genoemde accountantsverklaring dient een getrouw beeldverklaring te zijn. In dat geval dient in het publicitair jaarverslag ook een bedrijfsvoeringparagraaf te worden opgenomen waarin verslag wordt gedaan van de opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering, analoog aan de voorschriften die ten aanzien van de bedrijfsvoeringparagraaf zijn opgenomen in de rijksbegrotingsvoorschriften.

Artikel 17. Nadere bepalingen voor de verslaggeving

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Voor de verslaggeving van baten-lastendiensten gelden de volgende nadere bepalingen:

  • 1. Onder het begrip ‘derden’ in de zin van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dient ook te worden verstaan iedere organisatie of ieder organisatieonderdeel van de rijksoverheid anders dan de baten-lastendienst waarop de verslaggeving betrekking heeft.

  • 2. Bij materiële en immateriële vaste activa gelden de volgende bepalingen:

    • a. De waardering geschiedt tegen verkrijging- of vervaardigingprijs, onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en eventuele opgetreden waardeverminderingen.

    • b. Afschrijving dient te geschieden volgens de lineaire methode, op basis van de economische levensduur van de vaste activa.

    • c. Bij het bepalen van de afschrijvingstermijnen worden in beginsel de volgende termijnen gehanteerd. Afwijkingen worden toegelicht in de jaarrekening:

      Activum:

      Afschrijvingstermijn:

      – grond/terreinen

      niet afschrijven

      – gebouwen

      30 à 50 jaar

      – verbouwingen

      5 à 10 jaar

      – inventaris/installaties

      5 à 10 jaar

      – vervoermiddelen

      4 à 5 jaar

      – computerhardware en -software

      3 à 5 jaar

      – overige materiële vaste activa

      2 à 5 jaar

      – immateriële vaste activa

      2 à 5 jaar

  • 3. Een baten-lastendienst zal geen financiële vaste activa bezitten.

  • 4. Bij eigen vermogen gelden de volgende bepalingen:

    • a. In de balans van een baten-lastendienst, niet zijnde de openingsbalans, kunnen slechts als vormen van het eigen vermogen worden opgenomen:

      • een exploitatiereserve;

      • een verplichte reserve als gevolg van activering van immateriële vaste activa;

      • het onverdeeld resultaat, zijnde het exploitatieresultaat over het jaar waarop de verslaggeving betrekking heeft.

    • b. De exploitatiereserve van een baten-lastendienst is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet ultimo jaar, berekend over de laatste drie jaar. Indien een baten-lastendienst korter dan drie jaar bestaat, wordt de gemiddelde jaaromzet berekend over deze kortere periode.

    • c. Het totaal van de exploitatiereserve en de verplichte reserve van een baten-lastendienst mag ultimo jaar niet minder bedragen dan nul.

    • d. Het onverdeeld resultaat wordt, na vaststelling van de jaarrekening, in zijn geheel toegevoegd aan de exploitatiereserve van een baten-lastendienst. Indien dit leidt tot overschrijding van de in lid 4b gestelde maximumomvang dan wel de in lid 4c gestelde minimumomvang, dan wordt dit overeenkomstig het tweede lid van artikel 19 hersteld.

  • 5. Langlopend vreemd vermogen kan uitsluitend bestaan uit leningen van het Ministerie van Financiën, zoals bedoeld in artikel 9.

  • 6. Het rekening-courantkrediet bij de ’s Rijks schatkist is voor een baten-lastendienst per ultimo jaar gemaximeerd op € 0,5 miljoen.

  • 7. Voorzieningen worden in beginsel opgenomen overeenkomstig Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De keuze om de genoemde voorzieningen niet op te nemen, wordt toegelicht in de jaarrekening.

    Dotatie, onttrekking en vrijval van voorzieningen worden vermeld en afzonderlijk toegelicht in de jaarrekening.

Paragraaf 5. Financiering

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 18. Bekostiging

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Baten-lastendiensten ontvangen, op basis van de met de opdrachtgever(s) van de baten-lastendienst gemaakte prijs-, hoeveelheid- en kwaliteitsafspraken, bijdragen voor de door hen gerealiseerde productie.

Artikel 19. Mutaties in het eigen vermogen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 1 Bijdragen aan baten-lastendiensten anders dan de in artikel 18 genoemde bijdragen, zijn directe vermogensmutaties en worden door de baten-lastendienst altijd verantwoord onder de exploitatiereserve.

  • 2 Indien er volgens de jaarrekening sprake is van een overschrijding van de in het vierde en zesde lid van artikel 17 genoemde grenzen dan dient bij de eerstvolgende suppletore wet te worden aangegeven hoe dit zal worden hersteld binnen het lopende begrotingsjaar.

  • 3 In afwijking van het tweede lid mag een herstelactie bij een te hoog eigen vermogen, via een tariefsverlaging, over twee begrotingsjaren plaats hebben.

Artikel 20. Bevoorschotting

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Bij bevoorschotting van een baten-lastendienst wordt een zodanige frequentie en hoogte aangehouden dat aangesloten wordt bij de noodzakelijke liquiditeitsbehoefte van de baten-lastendienst.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Artikel 21. Afwijking

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

In bijzondere gevallen kan met voorafgaande schriftelijke instemming van de Minister van Financiën gemotiveerd worden afgeweken van deze regeling.

Artikel 22. Intrekking regelingen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

  • 2 De regeling vermogensvoorschriften baten-lastendiensten 2001 wordt ingetrokken.

  • 3 De paragrafen 6.2, 6.3, 6.4.1 en 6.4.2. van bijlage 3 van de regeling departementale begrotingsadministratie 1997 worden ingetrokken.

  • 4 De circulaire Jaarverslagen van dienstonderdelen 1996 (kenmerk DAR96/112m) wordt ingetrokken.

Artikel 23. Evaluatie

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

De regeling wordt uiterlijk in 2011 geëvalueerd.

Artikel 24. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking op 28 februari 2007. De regeling werkt terug tot 1 januari 2007 met uitzondering van de toepassing op de jaarverantwoording over 2006 van de verslaggevingvoorschriften bepaald in het eerste lid van artikel 16 en het eerste, tweede en zevende lid van artikel 17.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Baten-lastendiensten 2007.

De regeling zal met toelichting worden bekend gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm

Bijlage 1. Procedure voor lenen en sparen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Alle genoemde formulieren staan op de internet site van het Ministerie van Financiën: schatkistbankieren.

Lening

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Verzoek opname lening

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Het verzoek tot opname van een lening geschiedt door middel van het invullen en elektronisch aanleveren van het formulier Verzoek opname lening baten-lastendienst. Dit formulier moet twee werkdagen voor de opname datum bij de RHB aangeleverd zijn.

Vervroegde aflossing

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Het verzoek voor een vervroegde aflossing wordt elektronisch aangeleverd bij de Rijkshoofdboekhouding. Het verzoek dient twee werkdagen voor de gewenste datum door de RHB ontvangen te zijn. In het verzoek wordt aangegeven welke lening het betreft, wat het bedrag van de vervroegde aflossing is en de datum van aflossing. Indien de baten-lastendienst boetevrij wil aflossen wordt dit expliciet vermeld en wordt de reden voor de vervroegde aflossing opgegeven.

Deposito

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Verzoek plaatsing deposito

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Het verzoek tot plaatsing van een deposito geschiedt door middel van het invullen en elektronisch aanleveren van het formulier Plaatsing termijndeposito baten-lastendienst. Als dit formulier voor twaalf uur is ontvangen, kan het deposito de zelfde dag ingaan. Formulieren die later ontvangen zijn gaan de volgende bankdag in of op de gewenste ingangsdatum indien deze in de toekomst ligt.

Vervroegde opname

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Het verzoek voor een vervroegde opname wordt elektronisch aangeleverd bij de Rijkshoofdboekhouding. Het verzoek dient twee werkdagen voor de gewenste datum door de Rijkshoofdboekhouding ontvangen te zijn. In het verzoek wordt aangegeven welke deposito het betreft, wat het bedrag van de vervroegde opname is en de datum van opname.

Eindejaarsoverzichten

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Binnen vijftien werkdagen na afloop van een begrotingsjaar stuurt de Rijkshoofdboekhouding aan de baten-lastendiensten een saldobiljet met daarop de stand van de rekening-courant, leenrekening en depositorekening. Tevens wordt ter informatie meegestuurd het overzicht van de rekening-courantrente, en een saldo overzicht voor de leningen en deposito’s.

Bijlage 2. Tarieven en grensbedragen

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Alle genoemde tarieven en grensbedragen staan op de internet site van het Ministerie van Financiën: schatkistbankieren.

A. leenfaciliteit

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Grensbedrag

Onder € 0,5 miljoen wordt geen lening verstrekt.

Afsluitprovisie

Geen

 

Boete vervroegd aflossen

Een door de Minister te bepalen percentage over de vervroegde aflossing

     

Looptijd lening

Rente %

 

< 1 jaar

wordt niet verstrekt

 

1 jaar t/m 30 jaar

ERSL1

 

B. rekening-courant

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Grensbedrag

Boven de € 0,5 miljoen wordt op jaareinde geen rekening-courantkrediet verstrekt (zie artikel 4.2. lid 6)

     
 

Rente % =

Beschikbaarheidprovisie

Debetsaldo (-saldo)

call EURIBOR + 1,00%

Geen

Creditsaldo (+saldo)

call EURIBOR – 1,00%

Nvt

C. Termijndeposito’s

[Regeling vervallen per 19-02-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2010]

Grensbedrag

Onder € 0,250 miljoen worden geen termijndeposito’s geplaatst.

Afsluitprovisie

Geen

 

Boete vervroegd opnemen

Een door de Minister te bepalen percentage over het te vroeg opgenomen deel van een termijndeposito

     

Looptijd deposito

Rente % =

 

1 t/m 12 maands

EURIBOR – 0,25%2

18 maands

ERSL overeenkomstige looptijd – 0,10%

2 jaar of langer

(alleen hele jaren)

ERSL overeenkomstige looptijd – 0,10%

  1. ERSL=Effectief Rendement op StaatsLeningen. ^ [1]
  2. EURIBOR minus afslag van 0,25% kan maximaal gelijk zijn aan het ERSL minus 0,10%. ^ [2]
Naar boven