Regeling naturalisatietoets Nederland

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2012. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 11-05-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering van 16 januari 2007, nr. 5459170 ter uitvoering van het Besluit naturalisatietoets voor Nederland (Regeling naturalisatietoets Nederland)

De Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering,

Gelet op artikel 6 van het Besluit naturalisatietoets;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

§ 2. Naturalisatietoets

Artikel 2

  • 3 In afwijking van het eerste lid, heeft de verzoeker de naturalisatietoets, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het besluit, behaald, indien hij voor 1 januari 2015 het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering zoals deze wet luidde op 31 december 2012 met goed gevolg heeft afgelegd, met dien verstande dat de in artikel 2, derde lid van het besluit genoemde taalvaardigheden op niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen zijn behaald.

Artikel 3

  • 1 De verzoeker die buiten het Koninkrijk hoofdverblijf heeft, legt naar keuze de naturalisatietoets af bij het hoofd van de diplomatieke en consulaire post, die namens de Minister van Buitenlandse Zaken bevoegd is een naturalisatieverzoek in ontvangst te nemen en de naturalisatietoets af te nemen, dan wel in Nederland.

  • 3 Voor 1 juli 2019 behaalde examenonderdelen gelden als behaald voor de overeenkomstige onderdelen van de vanaf 1 juli 2019 afgenomen naturalisatietoets.

  • 4 De verzoeker, woonachtig buiten het Koninkrijk, identificeert zich bij de deelname aan het examen door middel van een geldig nationaal paspoort.

  • 5 Het in het eerste lid genoemde hoofd van de post neemt de naturalisatietoets overeenkomstig het in de bijlage van deze Regeling opgenomen examenreglement naturalisatietoets buitenland af.

  • 7 Aan het afleggen van de naturalisatietoets op de Nederlandse diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen in het buitenland zijn kosten verbonden die door de verzoeker voorafgaande aan de examinering voldaan dienen te worden.

  • 8 Het examengeld, bedoeld in het zevende lid, bedraagt voor de verzoeker, bedoeld in het tweede lid:

    • a. € 70,– voor elk van de examenonderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid en schrijfvaardigheid;

    • b. € 80,– voor het examenonderdeel spreekvaardigheid;

    • c. € 60,– voor het examenonderdeel kennis van de Nederlandse maatschappij.

§ 3. Gedeeltelijke vrijstellingen

Artikel 4

  • 2 Bij het certificaat, bedoeld in het eerste lid legt de verzoeker de hem door het college van burgemeester en wethouders afgegeven, gewaarmerkte kopie over van de verklaring van de onderwijsinstelling waar de NT2-profieltoets is afgelegd.

  • 3 Van het afleggen van het onderdeel van het inburgeringsexamen kennis van de Nederlandse maatschappij, bedoeld in artikel 3.9, derde lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering dan wel bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012 is vrijgesteld de verzoeker die kan aantonen dat hij het onderdeel kennis van de staatsinrichting en maatschappij van de naturalisatietoets, bedoeld in artikel 2 van de Regeling naturalisatietoets zoals dit luidde op 31 maart 2007 heeft behaald.

  • 5 Van het afleggen van de onderdelen van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van het Besluit inburgering dan wel van het praktijkdeel als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012 alsmede van het elektronisch praktijkexamen en de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012, is vrijgesteld de verzoeker die een certificaat overlegt als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers zoals deze luidde op 31 december 2006, indien uit de vermelding daarop, of anders uit de bijbehorende verklaring van het Regionaal Opleidingencentrum, blijkt dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal bij de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal, dan wel ten minste niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen, zijn behaald. Bij het in dit lid bedoelde certificaat legt de verzoeker tevens de verklaring over van het Regionaal Opleidingencentrum op grond waarvan het certificaat is afgegeven.

  • 6 Van het afleggen van de onderdelen van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van het Besluit inburgering dan wel van het praktijkdeel als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012 alsmede van het elektronisch praktijkexamen en de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012, is vrijgesteld de verzoeker die een originele verklaring overlegt van het Regionaal Opleidingencentrum, afgegeven op basis van de resultaten van een voor 1 januari 2007 afgelegde toets ter afronding van een NT2-taaltraject, indien uit de verklaring blijkt dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal bij de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal, dan wel ten minste niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen, zijn behaald.

    Om tot vrijstelling te kunnen leiden, dient de verklaring de volgende gegevens te bevatten:

    • a. de naam van het document;

    • b. de naam en handtekening van de verantwoordelijke van het regionaal opleidingencentrum;

    • c. de echtheidskenmerken van het regionaal opleidingencentrum;

    • d. de naam en geboortedatum van de deelnemer aan het NT2-taaltraject die overeenkomen met de naam en geboortedatum zoals vermeld op zijn identiteitsdocument;

    • e. de behaalde taalniveaus uitgesplitst naar de vier taalvaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken;

    • f. de datum waarop de toetsresultaten zijn behaald.

  • 7 Van het afleggen van de onderdelen van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onderdelen a tot en met d, van het Besluit inburgering dan wel van het praktijkdeel, bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012 alsmede van het elektronisch praktijkexamen en de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, van het Besluit inburgering zoals dit luidde op 31 december 2012, is vrijgesteld de verzoeker die beschikt over één van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:

    • a. Certificaat Maatschappelijk Informeel (ERK-niveau A2);

    • b. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Praktische Beroepen (ERK-niveau A2);

    • c. Certificaat Maatschappelijk Formeel (ERK-niveau B1),

    • d. Certificaat Zakelijk Professioneel (ERK-niveau B2),

    • e. Certificaat Educatief Startbekwaam (ERK-niveau B2), of

    • f. Certificaat Educatief Professioneel (ERK-niveau C1).

§ 4. Belemmeringen

Artikel 5

  • 3 De in artikel 4, aanhef en onder a, van het besluit bedoelde psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap toont verzoeker, die woonachtig is in Nederland, tevens aan door overlegging van een beschikking van het college van burgemeesters en wethouders op grond van artikel 6 van de Wet inburgering, zoals die wet luidde op 31 december 2012, inhoudende de ontheffing van de inburgeringsplicht, die op de dag van indiening van het naturalisatieverzoek niet ouder is dan drie jaar.

  • 6 De in artikel 4, aanhef en onder a, van het besluit bedoelde psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap toont verzoeker, die woonachtig is buiten het Koninkrijk, aan door overlegging van een verklaring van een arts of deskundige, gespecialiseerd in de desbetreffende aandoening, dat op de dag van indiening van het naturalisatieverzoek niet ouder is dan zes maanden en inhoudende dat sprake is van een psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap.

Artikel 6

  • 3 Geen verplichting tot het afleggen van de naturalisatietoets op grond van artikel 4, aanhef en onder b, van het besluit, heeft de verzoeker die een advies van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap overlegt inhoudende dat ondanks aantoonbaar geleverde inspanningen van hem niet kan worden verwacht dat hij de naturalisatietoets met succes aflegt.

  • 4 DUO geeft het in het derde lid bedoelde advies in ieder geval op diens verzoek af aan de vreemdeling die:

    • a. ten minste driemaal heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van de naturalisatietoets, waarvan ten hoogste twee van de examenpogingen de overeenkomstige onderdelen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal betreffen, en ten minste 600 uur bij een cursusinstelling met het Blik op Werk-keurmerk heeft deelgenomen aan:

      • 1°. een inburgeringscursus;

      • 2°. een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus, waarbij ten minste 200 uur besteed is aan de inburgeringscursus;

      • 3°. een cursus Nederlands als tweede taal; of

      • 4°. een combinatie van een inburgeringscursus en een cursus Nederlands als tweede taal;

    • b. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een alfabetiseringscursus bij een cursusinstelling met het Blik op Werk Keurmerk en uit een door DUO afgenomen toets blijkt dat de vreemdeling niet het leervermogen heeft om de naturalisatietoets te halen; of

    • c. ten minste 600 uur heeft deelgenomen aan een combinatie van een alfabetiseringscursus en een inburgeringscursus, beide aan een cursusinstelling met het Blik op Werk Keurmerk, waarvan ten minste 300 uur besteed is aan de alfabetiseringscursus, en uit een door DUO afgenomen toets blijkt dat de vreemdeling niet het leervermogen heeft om de naturalisatietoets te halen.

  • 5 Ter zake van de door DUO afgenomen toets, bedoeld in het vierde lid, onder b en c, is de vreemdeling aan DUO een bedrag van € 150 verschuldigd.

  • 6 Het derde tot en met vijfde lid is niet van toepassing op vreemdelingen die op grond van de Wet inburgering nog inburgeringsplichtig zijn voor het onderdeel genaamd het participatieverklaringstraject.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering,

M.C.F. Verdonk

Bijlage Examenreglement naturalisatietoets buitenland

Bijlage als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, Regeling naturalisatietoets Nederland

Artikel 1. Algemeen

  • 1. In dit reglement wordt verstaan onder:

    • a. naturalisatietoets: de toets, genoemd in artikel 2, tweede lid van het Besluit naturalisatietoets;

    • b. deelnemer: de vreemdeling die zich voor de naturalisatietoets heeft aangemeld;

    • c. hoofd: het hoofd van de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging waar de naturalisatietoets wordt afgenomen;

    • d. toezichthouder: de door het hoofd aangewezen ambtenaar, medewerker, autoriteit of instelling, onder wiens toezicht de naturalisatietoets wordt afgelegd.

  • 2. Voor zover uit een wettelijk voorschrift niet anders voortvloeit, worden de bevoegdheden genoemd in dit reglement uitgeoefend namens Onze Minister. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden worden de algemene en bijzondere aanwijzingen van Onze Minister in acht genomen.

Artikel 2. Aanmelding voor de naturalisatietoets

  • 1. De vreemdeling die aan de naturalisatietoets wenst deel te nemen, meldt zich daartoe aan door het indienen bij het hoofd van het ingevulde aanmeldformulier, waarvan het model als bijlage bij dit reglement is gevoegd, en het betalen van het examengeld.

  • 2. Na aanmelding maakt het hoofd zo spoedig mogelijk de examenlocatie, de datum en het tijdstip waarop de naturalisatietoets kan worden afgelegd bekend.

Artikel 3. Gang van zaken voor en tijdens het examen

  • 1. De deelnemer meldt zich ten minste vijftien minuten voor aanvang van de naturalisatietoets op de door het hoofd aangegeven examenlocatie.

  • 2. Voor aanvang van de naturalisatietoets draagt de toezichthouder zorg voor:

    • a. de controle van het identiteitsdocument;

    • b. het maken van een scan of kopie van het identiteitsdocument.

  • 3. Voor de aanvang van de naturalisatietoets ontvangt de deelnemer instructies van de toezichthouder. Deze instructies hebben in ieder geval betrekking op:

    • a. het gebruik van de apparatuur tijdens de naturalisatietoets;

    • b. de wijze waarop de examenonderdelen van de naturalisatietoets worden getoetst;

    • c. de materialen en hulpmiddelen waarvan het gebruik of bezit tijdens de naturalisatietoets niet is toegestaan;

    • d. de maatregelen die kunnen worden getroffen in geval van onregelmatigheden of ordeverstoring.

  • 4. Tijdens de naturalisatietoets behandelt de deelnemer de examenonderdelen van de naturalisatietoets volgens de gegeven instructies.

  • 5. De deelnemer die de naturalisatietoets gereed heeft, meldt dit aan de toezichthouder. De toezichthouder controleert of alle examenonderdelen van de naturalisatietoets zijn voltooid.

  • 6. De toezichthouder houdt van het verloop van de naturalisatietoets een proces-verbaal bij.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Gedurende de afname van de naturalisatietoets worden aan de deelnemer geen mededelingen, van welke aard dan ook, aangaande de exameninhoud gedaan.

  • 2. Gedurende de afname van de naturalisatietoets is het de deelnemer niet toegestaan:

    • a. zonder toestemming van de toezichthouder zijn plaats of de examenlocatie te verlaten;

    • b. andere dan volgens de instructie van de toezichthouder toegestane materialen of hulpmiddelen te gebruiken of in het bezit te hebben.

  • 3. Na afloop van de naturalisatietoets is het de deelnemer niet toegestaan andere documenten of zaken uit de examenruimte mee te nemen, dan volgens de instructie van de toezichthouder is toegestaan of om op enigerlei wijze mededeling te doen aan anderen over de inhoud van de naturalisatietoets.

  • 4. Het hoofd kan aanvullende maatregelen stellen om onregelmatigheden en ordeverstoring tijdens de naturalisatietoets te voorkomen.

Artikel 5. Maatregelen in het geval van onregelmatigheden

  • 1. Indien de toezichthouder voor of tijdens de afname van de naturalisatietoets constateert dat een deelnemer enige regel ter voorkomen van onregelmatigheden of ordeverstoring overtreedt of heeft overtreden, treft hij de maatregelen die hem passend voorkomen. Hij kan daartoe:

    • a. de deelnemer voor aanvang van de naturalisatietoets de toegang tot de examenruimte ontzeggen;

    • b. voor de duur van de naturalisatietoets andere dan volgens de instructie toegestane materialen of hulpmiddelen tijdelijk in bewaring nemen;

    • c. de afname van de naturalisatietoets voortijdig afbreken en de deelnemer verdere deelname aan de naturalisatietoets ontzeggen;

    • d. de deelnemer uit de examenruimte verwijderen.

  • 2. Bij constatering van fraude zullen, op voordracht van het hoofd, de resultaten van de naturalisatietoets met terugwerkende kracht ongeldig worden verklaard. Hiervan zal melding worden gemaakt aan de Dienst Uitvoering Onderwijs.

  • 3. Bij constatering van fraude of ordeverstoring kan het hoofd de deelnemer voor een periode van maximaal één jaar van toekomstige deelname aan de naturalisatietoets uitsluiten.

Artikel 6. Uitslag

  • 1. De Dienst Uitvoering Onderwijs stelt de uitslag van de naturalisatietoets vast en maakt deze bekend aan de examenkandidaat.

  • 2. Het diploma inburgering of de negatieve resultatenbrief wordt door de Dienst Uitvoering Onderwijs aan de examenkandidaat uitgereikt door tussenkomst van het hoofd of aan de examenkandidaat toegezonden.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2007.

Artikel 8

Dit reglement wordt aangehaald als: Examenreglement naturalisatietoets buitenland.

Naar boven