Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten teelt- en handelsjaar 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 21-10-2007.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 24-12-2006 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 27 juni 2006, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende ondernemers in de sector boomkwekerijproducten op te leggen heffing in het jaar 2007 (Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten teelt- en handelsjaar 2006)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

Gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

Gehoord de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 10 mei 2006;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 2 In deze verordening wordt verder verstaan onder:

    a.

    voorzitter:

    de voorzitter van het productschap;

    b.

    boomkwekerijproducten:

    winterharde en half-winterharde houtgewassen, welke niet vervroegd zijn, alsmede delen daarvan en voorts vaste planten en wortelstokken;

    c.

    kweken van boomkwekerij-producten:

    het ter verkrijging van een oogst van boomkwekerijproducten brengen, hebben of houden in al dan niet overdekte grond van boomkwekerijproducten of van zaden, stekken of ander plantmateriaal daarvan, alsmede het ter bevordering van het verkrijgen van een oogst van boomkwekerijproducten verrichten van alle wijzen van behandelen, bewerken, beschermen, bewaren en verzorgen van boomkwekerijproducten, respectievelijk de zaden, stekken of ander plantmateriaal daarvan;

    d.

    ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin het kweken van of de handel in boomkwekerijproducten wordt uitgeoefend, met uitzondering van hovenierswerkzaamheden en het uitoefenen, anders dan als verzenddetaillist, van de binnenlandse kleinhandel;

    e.

    verkoopbedrag:

    bruto-verkoopfactuurbedrag, excl. BTW, verminderd met de daarin begrepen en uit de administratie blijkende werkelijke vrachtkosten, vallende op de verkopen;

    f.

    inkoopbedrag:

    bruto-inkoopfactuurbedrag, excl. BTW, vermeerderd met de daarin begrepen en uit de administratie blijkende werkelijke vrachtkosten, vallende op de inkopen;

    g.

    indexcijfer:

    het consumentenprijsindex reeks alle huishoudens, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, op de meest recente tijdsbasis

    h.

    heffingsgrondslag:

    het verkoopbedrag van de in 2006 verhandelde en afgeleverde boomkwekerijproducten verminderd met het inkoopbedrag van de in 2006 ingekochte boomkwekerij producten.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is heffing verschuldigd ten behoeve van de algemene kosten van het productschap, alsmede ten behoeve van promotionele- en marketingactiviteiten, economische-, kwaliteits-, milieuaangelegenheden, technisch onderzoek en voorlichting.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd door de voorzitter, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd, bestaat uit een basisheffing van € 60, vermeerderd met de som van het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van de hierna genoemde heffingspercentages over de hierna genoemde heffingsgrondslagen.

    a.

    tot en met € 900.000:

    0,52%;

    b.

    van € 900.000 tot en met € 1.800.000:

    0,4%;

    c.

    vanaf € 1.800.000:

    0,24%,

    met dien verstande dat het maximum van de vorenbedoelde som wordt berekend volgens de formule: het maximum is gelijk aan het geldende maximum in het jaar voorafgaande aan dat waarop de heffingsgrondslag betrekking heeft, gedeeld door het indexcijfer van de maand maart van dat voorafgaande jaar, vermenigvuldigd met indexcijfer van de maand maart van het jaar waarop de heffingsgrondslag betrekking heeft en waarbij het maximum voor het jaar 2006 bedraagt € 12.180.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt, indien de betrokken ondernemer in 2006 geen boomkwekerijproducten heeft ingekocht, het inkoopbedrag in dat jaar geacht nul te zijn geweest.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

Indien een heffingsplichtige gegevens die hem ten behoeve van de onderhavige verordening of krachtens deze verordening zijn gevraagd niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt, wordt de heffing berekend over de dan te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige ingevolge deze verordening van toepassing is, in welk geval de heffing met € 40 wordt verhoogd in verband met administratiekosten.

Artikel 5

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats in 2007 en geschiedt door de voorzitter, door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 De heffingsnota is gedagtekend en bevat ten minste:

    • a. de naam en het adres van de heffingsplichtige;

    • b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend, en

    • c. het totaal van de heffing.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de voorzitter de heffingsplichtige een voorlopige heffing opleggen tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

  • 4 Voorschotten als bedoeld in artikel 10 worden verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 6

De voorzitter kan, indien hem uit te zijner beschikking komende gegevens blijkt dat de verstrekking van de verstrekking van de gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens herzien en opnieuw opleggen.

Artikel 7

  • 1 Betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota terstond invorderbaar zodra:

    • a. het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of het voornemen daartoe blijkt,

    • c. de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of het voornemen daartoe blijkt.

§ 5. Invorderingskosten

Artikel 8

Aan de heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 7 gestelde termijn heeft betaald, kunnen:

  • a. de daaruit voortvloeiende extra kosten van € 22,50 in rekening worden gebracht, alsmede

  • b. de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning als bedoeld in artikel 127, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 9

De invorderingkosten voortvloeiende uit het niet betalen binnen de gestelde termijn als bedoeld in artikel 7 en 8, zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel 10

Indien en voor zover de ondernemer boomkwekerijproducten heeft verhandeld en door de veiling bedragen zijn ingehouden met toepassing van het bepaalde in de Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2006, worden deze bedragen aangemerkt als voorschotten op de ingevolge artikel 2 verschuldigde heffing.

Artikel 11

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 10.

Artikel 12

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten teelt- en handelsjaar 2006.

De verordening en de daarbij horende toelichting wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 6 juli 2006

D. Duijzer

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 31 augustus 2006 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij beschikking van 7 december 2006, nr. TRCJZ/2006/2273.

Naar boven