Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Zuid-Holland-Zuid 2006

[Regeling vervallen per 02-09-2011.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 12-05-2010 t/m 01-09-2011

Besluit van de Minister van Justitie van 24 augustus 2006, nr. 5438527/06/CBK, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van politie bij het regionaal politiekorps Zuid-Holland-Zuid (Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Zuid-Holland-Zuid 2006)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar van politie bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

Maximaal 250 ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993, van het regionale politiekorps Zuid-Holland-Zuid, belast met de opsporing van strafbare feiten, kunnen worden aangewezen en beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Dordrecht.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionale politiekorps Zuid-Holland-Zuid.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn functie gebruik maken van handboeien van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt daadwerkelijk uitgerust met handboeien nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van en het omgaan met handboeien.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

De korpschef van het regionale politiekorps Zuid-Holland-Zuid brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de toezichthouder, genoemd in artikel 5 van dit besluit, en de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij het regionale politiekorps Zuid-Holland-Zuid;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 24 augustus 2006, nr. 5438527/06/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na inwerkingtreding.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 02-09-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Zuid-Holland-Zuid 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 augustus 2006

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
het

hoofd Afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken i.o.

,

R.R. Joesoef Djamil

Naar boven