Wijzigingswet Wet milieubeheer (uitvoering richtlijn nr. 2001/42/EG betreffende milieu-effectrapportage plannen)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2006. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PbEG L 197) (milieu-effectrapportage plannen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is wettelijke voorzieningen te treffen ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PbEG L 197);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

[Vervallen per 01-01-2008]

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2006. Zie het overzicht van wijzigingen]

Artikel VIII

  • 2 Indien in een geval als bedoeld in het eerste lid, blijkt dat het plan niet uiterlijk op 21 juli 2006 zal worden vastgesteld, geeft het bestuursorgaan dat het plan opstelt met betrekking tot dat plan alsnog toepassing aan de paragrafen 7.4, 7.4a en 7.6a van de Wet milieubeheer, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

  • 3 Indien in een geval als bedoeld in het eerste lid, het plan later wordt vastgesteld dan 21 juli 2006, en geen toepassing is gegeven aan de paragrafen 7.4, 7.4a en 7.6a van de Wet milieubeheer, wordt in dat plan de reden vermeld:

    • a. waarom het later is vastgesteld, en

    • b. waarom redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat overeenkomstig het tweede lid alsnog toepassing zou worden gegeven aan voornoemde paragrafen.

Artikel IX

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 5 juli 2006

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,

P. L. B. A. van Geel

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,

C. P. Veerman

Uitgegeven de achttiende juli 2006

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven