Subsidieregeling aanpak milieudrukvermindering 2006

[Regeling vervallen per 27-03-2007.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 31-05-2006 t/m 26-03-2007

Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 mei 2006, nr. SAS/2006256416, houdende regels met betrekking tot subsidies aan gemeenten om hen te stimuleren tot het verminderen van milieudruk door het bevorderen van preventie en scheiding van huishoudelijke afvalstoffen en het verminderen van zwerfafval (Subsidieregeling aanpak milieudrukvermindering 2006)

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a. samenwerkingsverband: verband van twee of meer Nederlandse gemeenten die aan de hand van een regeling als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dan wel van een schriftelijke verklaring, kunnen aantonen dat zij samenwerken bij het uitvoeren van projecten als bedoeld in deze regeling;

    • b. stadsdeel: deel van een Nederlandse gemeente dat bevoegd is tot het zelfstandig voeren van beleid met betrekking tot onderwerpen als bedoeld in deze regeling;

    • c. afvalpreventie: het voorkomen of beperken van het ontstaan van afvalstoffen of het verminderen van de milieuschadelijkheid daarvan door interne nuttige toepassing of reductie aan de bron;

    • d. afvalscheiding: het scheiden en gescheiden houden van afvalstoffen en het gescheiden afgeven daarvan;

    • e. sorteeranalyse: onderzoek naar de samenstelling van het huishoudelijk afval uitgevoerd overeenkomstig de handreiking ‘Sorteeranalyses Handreiking voor gemeenten’, opgesteld door SenterNovem, AOO uitgave 2003-15;

    • f. nulmeting huishoudelijke afvalstoffen: inventarisatie van gegevens over afvalscheiding en afvalpreventie, voorzover het huishoudelijke afvalstoffen betreft, volgens de opgave in bijlage I bij deze regeling;

    • g. het plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen: de beschrijving van feitelijk voorgenomen maatregelen met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen ter bereiking van de in artikel 2, onder a, beschreven doelen, waarin in elk geval de volgende onderdelen zijn uitgewerkt en opgenomen:

      • 1°. maatregelen, gericht op het optimaliseren van voorzieningen en werkprocessen ten behoeve van afvalscheiding, en die in elk geval betrekking hebben op twee categorieën huishoudelijke afvalstoffen, waarvan één afvalstoffencategorie groente-, fruit- en tuinafval, papier en karton of grove huishoudelijke afvalstoffen betreft;

      • 2°. maatregelen, gericht op het realiseren van afvalpreventie;

      • 3°. communicatiemaatregelen, gericht op gedragsbeïnvloeding van burgers ten behoeve van afvalscheiding en afvalpreventie;

      • 4°. monitoring, gericht op het systematisch en gedurig verzamelen, bewerken en presenteren van gegevens over de gemeentelijke situatie ten aanzien van huishoudelijk afval;

    • h. plusproject huishoudelijke afvalstoffen: samenhangend geheel van maatregelen, inhoudende het uitvoeren van een plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen;

    • i. nulmeting zwerfafval: inventarisatie van de uitgangssituatie ten aanzien van zwerfafval, volgens de opgave in bijlage II bij deze regeling;

    • j. het plan van aanpak zwerfafval: de beschrijving van het beleid en de voorgenomen maatregelen ter bereiking van de in artikel 2, onder b, beschreven doelen en is opgesteld volgens de opgave in bijlage III bij deze regeling;

    • k. basisproject zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, inhoudende het uitvoeren van een nulmeting zwerfafval en, gebaseerd op de resultaten daarvan, het opstellen en vaststellen van beleid ten aanzien van zwerfafval en een plan van aanpak zwerfafval;

    • l. plusproject zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, inhoudende het uitvoeren van een plan van aanpak zwerfafval, waarbij de uit te voeren maatregelen ter invulling zijn van de module monitoring zwerfafval en maximaal drie andere zwerfafvalmodules;

    • m. module voorzieningen zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering van de geoptimaliseerde plaatsing van afvalbakken in de openbare ruimte van gemeenten overeenkomstig de leidraad ‘Afvalbakken in de openbare ruimte’, opgesteld door de Stichting Nederland Schoon, CROW en de NVRD, uitgave januari 2005;

    • n. module handhaving zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering van de handhaving van de regels ten aanzien van zwerfafval overeenkomstig de ‘Routeplanner Handhaving op zwerfafval’, opgesteld door SenterNovem, uitgave november 2005;

    • o. module beheer zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de implementatie van reiniging op basis van het gewenste straatbeeld van zwerfafval in de openbare ruimte uitgedrukt in een vastgestelde norm voor de schoonheid;

    • p. module organisatie zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen ter verbetering van de aansturing van de bij het beleid en de uitvoering betrokken onderdelen van de organisatie om te komen tot een integrale en structurele aanpak van het zwerfafval;

    • q. module communicatie zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering van een communicatiebeleid ten behoeve van gedragsbeïnvloeding van de burger ten aanzien van zwerfafval overeenkomstig de ‘Communicatiewijzer zwerfafval’ opgesteld door SenterNovem, uitgave november 2005;

    • r. module participatie burgers zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering van een structurele aanpak van zwerfafval, waarbij burgers participeren bij de aanpak van zwerfafval;

    • s. module participatie bedrijven zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering in een structurele aanpak van zwerfafval, waarbij bedrijven of instellingen, anders dan bedrijven actief in het beheer van de openbare ruimte, participeren bij de aanpak van zwerfafval;

    • t. module monitoring zwerfafval: samenhangend geheel van maatregelen, gericht op de voorbereiding en uitvoering van het vooropgezet, systematisch en gedurig verzamelen, bewerken en presenteren van gegevens over de gemeentelijke zwerfafvalsituatie, bestaande uit minimaal de onderdelen: inventarisatie per type gebied en inventarisatie waardering en suggesties burgers en bedrijven uit bijlage II bij deze regeling;

    • u. groep: economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden:

      • 1°. een natuurlijke persoon of rechtspersoon die direct of indirect:

        • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan rechtspersonen of vennootschappen,

        • volledig aansprakelijk vennoot is van rechtspersonen of vennootschappen, of

        • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

      • 2°. rechtspersonen of vennootschappen.

  • 2 Deze regeling is van toepassing op de volgende categorieën van huishoudelijke afvalstoffen: groente-, fruit- en tuinafval, papier en karton, glas, textiel, wit- en bruingoed, klein chemisch afval en grove huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 2. Doel

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Op grond van deze regeling wordt subsidie verleend aan gemeenten, stadsdelen of samenwerkingsverbanden voor:

  • a. het voorbereiden en nemen van maatregelen om het niveau van afvalpreventie en afvalscheiding, voorzover het huishoudelijke afvalstoffen betreft, te verhogen en daarmee de milieudruk, veroorzaakt door het verwijderen van deze afvalstoffen, zo veel mogelijk te verminderen;

  • b. het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van maatregelen om het ontstaan van zwerfafval te voorkomen en de aanwezigheid daarvan zo veel mogelijk te verminderen.

Artikel 3. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 Een plusproject huishoudelijke afvalstoffen kan slechts voor subsidie in aanmerking komen, indien:

    • a. aan de aanvragende gemeente, het aanvragende stadsdeel of gemeenten die betrokken zijn bij het aanvragende samenwerkingsverband nog geen tweemaal subsidie is verstrekt voor een plusproject huishoudelijke afvalstoffen,

    • b. de voorgenomen maatregelen nieuw en additioneel zijn ten opzichte van de huidige situatie,

    • c. het betrekking heeft op het grondgebied of een deel daarvan van de aanvragende gemeente, het aanvragende stadsdeel of op het grondgebied of een deel daarvan van de gemeenten die betrokken zijn bij het samenwerkingsverband,

    • d. in het project is voorzien in een sorteeranalyse die wordt uitgevoerd aan het einde van het project,

    • e. de start van het project plaatsvindt uiterlijk drie maanden na de datum van de verlening van de subsidie, en

    • f. de duur van het project, gerekend vanaf de datum van de verlening van de subsidie, niet meer dan twee jaar bedraagt.

  • 2 Bij de aanvraag tot subsidieverlening voor een plusproject huishoudelijke afvalstoffen worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a. de resultaten van een nulmeting huishoudelijke afvalstoffen, welke niet ouder zijn dan drie jaar, en

    • b. het plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen waarop het plusproject huishoudelijke afvalstoffen betrekking heeft.

  • 3 Een aanvraag tot subsidieverlening voor een tweede plusproject huishoudelijke afvalstoffen kan slechts worden ingediend indien het eerste plusproject huishoudelijke afvalstoffen inhoudelijk is afgerond.

  • 4 In het kalenderjaar 2006 wordt per gemeente of stadsdeel voor slechts één plusproject huishoudelijke afvalstoffen subsidie verstrekt.

  • 5 Een basisproject zwerfafval kan slechts voor subsidie in aanmerking komen indien:

    • a. aan de aanvragende gemeente, het aanvragende stadsdeel of gemeenten die betrokken zijn bij het aanvragende samenwerkingsverband nog niet eerder subsidie is verstrekt voor een basisproject zwerfafval of een zwerfafvalproject als bedoeld in de Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering 2004,

    • b. het betrekking heeft op het grondgebied of een deel daarvan van de aanvragende gemeente, het stadsdeel of het grondgebied of een deel daarvan van de gemeenten die betrokken zijn bij het samenwerkingsverband,

    • c. de start van het project plaatsvindt uiterlijk drie maanden na de datum van de verlening van subsidie, en

    • d. de duur van het project, gerekend vanaf de datum van de verlening van de subsidie, niet meer dan één jaar bedraagt.

  • 6 Een plusproject zwerfafval kan slechts voor subsidie in aanmerking komen, indien:

    • a. de voorgenomen maatregelen nieuw en additioneel zijn ten opzichte van de huidige situatie,

    • b. het betrekking heeft op het grondgebied of een deel daarvan van de aanvragende gemeente, het aanvragende stadsdeel of het grondgebied of een deel daarvan van de gemeenten die betrokken zijn bij het aanvragende samenwerkingsverband,

    • c. ten minste de module monitoring zwerfafval en ten hoogste drie van de volgende modules worden uitgevoerd:

      • 1°. module voorzieningen zwerfafval;

      • 2°. module handhaving zwerfafval;

      • 3°. module beheer zwerfafval;

      • 4°. module organisatie zwerfafval;

      • 5°. module communicatie zwerfafval;

      • 6°. module participatie burgers zwerfafval;

      • 7°. module participatie bedrijven zwerfafval,

    • d. in het project is voorzien in een evaluatie die wordt uitgevoerd aan het einde van het project,

    • e. de start van het project plaatsvindt uiterlijk drie maanden na de datum van de verlening van de subsidie, en

    • f. de duur van het project, gerekend vanaf de datum van de verlening van de subsidie, niet meer dan twee jaar bedraagt.

  • 7 Bij de aanvraag tot subsidieverlening voor een plusproject zwerfafval worden verstrekt:

    • a. de resultaten van een nulmeting zwerfafval, welke niet ouder zijn dan twee jaar,

    • b. het plan van aanpak zwerfafval waarop het plusproject zwerfafval betrekking heeft.

  • 8 Een aanvraag tot subsidieverlening voor een plusproject zwerfafval kan slechts worden ingediend indien eerdere plusprojecten zwerfafval inhoudelijk zijn afgerond.

  • 9 In het kalenderjaar 2006 wordt per gemeente of stadsdeel voor slechts één plusproject zwerfafval subsidie verstrekt.

Artikel 4. Beoordelingscriteria

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 Aanvragen tot subsidieverlening worden beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a. of en in welke mate het project bijdraagt aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen;

    • b. de kosten van het project in relatie tot de kwaliteit, de beoogde resultaten ervan en de wijze van monitoring;

    • c. of de resultaten van het project structurele invloed zullen hebben op de uitvoering van het gemeentelijk beleid.

  • 2 Naast de aspecten, bedoeld in het eerste lid, wordt een plusproject huishoudelijke afvalstoffen beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a. de volledigheid en actualiteit van de gegevens over afvalscheiding en afvalpreventie, voorzover het huishoudelijke afvalstoffen betreft, waarop het plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen is gebaseerd;

    • b. de wijze waarop de maatregelen in het plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen aansluiten op de gegevens over afvalscheiding en afvalpreventie, voorzover het huishoudelijke afvalstoffen betreft.

  • 3 Naast de aspecten, bedoeld in het eerste lid, wordt een plusproject zwerfafval beoordeeld op de volgende aspecten:

    • a. de volledigheid en actualiteit van de gegevens over zwerfafval, waarop het plan van aanpak zwerfafval is gebaseerd;

    • b. de wijze waarop de maatregelen in het plan van aanpak zwerfafval beleidsmatig zijn onderbouwd en aansluiten op de gegevens over zwerfafval;

    • c. de aanwezigheid van doublures van maatregelen in modules als bedoeld in artikel 3, zesde lid, onder c.

Artikel 5. Afwijzingsgronden

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Een aanvraag tot subsidieverlening wordt afgewezen indien:

  • a. niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3;

  • b. op grond van de aspecten, genoemd in artikel 4, wordt vastgesteld dat het project een te geringe bijdrage levert aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 Als subsidiabele kosten worden in aanmerking genomen:

    • a. de volgende noodzakelijke, rechtstreeks aan het project toe te rekenen en door de aanvrager tot subsidieverlening gemaakte en betaalde kosten:

      • 1°. loonkosten van het bij de uitvoering van het project direct betrokken personeel, berekend op basis van een totaalbedrag van € 34,– per uur verrichte arbeid;

      • 2°. aan derden verschuldigde kosten terzake van door hen verleende diensten en terzake van de verwerving van kennis en intellectuele eigendomsrechten alsmede ter zake van de bescherming van die rechten, exclusief winstopslagen bij transacties binnen een groep;

      • 3°. een opslag voor algemene kosten, ter grootte van 40% van de loonkosten, bedoeld in onderdeel a, onder 1°;

    • b. de kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen, exclusief winstopslagen binnen een groep.

  • 2 Kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting indien de subsidieaanvrager de omzetbelasting niet kan verrekenen.

  • 3 Kosten die zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening en kosten die voortvloeien uit verplichtingen die zijn aangegaan vóór de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening worden niet tot de subsidiabele kosten gerekend.

  • 4 Niet subsidiabel zijn de kosten voor de aanschaf en afschrijving van:

    • a. inzamelmiddelen voor huishoudelijke afvalstoffen;

    • b. inzamelvoertuigen en overig materieel voor huishoudelijk afvalstoffen en zwerfafval;

    • c. soft- en hardware van registratiesystemen voor huishoudelijke afvalstoffen en zwerfafval.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 De subsidie voor een plusproject huishoudelijke afvalstoffen bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximumbedrag van € 2,– per inwoner van het gebied waarop het project betrekking heeft.

  • 2 De subsidie voor een basisproject zwerfafval bedraagt voor gemeenten 75% van de subsidiabele kosten met een maximumbedrag volgens de opgave in de kolom ‘Subsidie VROM tot een maximum van’ in bijlage IV bij deze regeling.

  • 3 De subsidie voor een basisproject zwerfafval bedraagt voor stadsdelen 75% van de subsidiabele kosten met een maximumbedrag volgens de opgave in de kolom ‘Subsidie VROM tot een maximum van’ in bijlage V bij deze regeling.

  • 4 De subsidie voor een basisproject zwerfafval voor een samenwerkingsverband is per deelnemende gemeente of stadsdeel gelijk aan de subsidie die aan deze gemeente of stadsdeel krachtens het tweede of derde lid zou worden verleend.

  • 5 De subsidie voor een plusproject zwerfafval bedraagt per module voor gemeenten 50% van de subsidiabele kosten met een maximumbedrag zwerfafval volgens de opgave in de kolom ‘Subsidie VROM tot een maximum van’ in bijlage IV bij deze regeling.

  • 6 De subsidie voor een plusproject zwerfafval bedraagt per module voor stadsdelen 50% van de subsidiabele kosten met een maximumbedrag zwerfafval volgens de opgave in de kolom ‘Subsidie met een maximum van Subsidie VROM tot een maximum van’ in bijlage V bij deze regeling.

  • 7 De subsidie voor een plusproject zwerfafval voor een samenwerkingsverband is per deelnemende gemeente of stadsdeel gelijk aan de subsidie die aan deze gemeente of stadsdeel krachtens het vijfde of zesde lid zou worden verleend.

Artikel 8. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. het geactualiseerde overzicht van activiteiten als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit milieusubsidies elk jaar aan SenterNovem te verstrekken overeenkomstig een door SenterNovem vastgesteld model;

    • b. tot een jaar na de inhoudelijke afronding van een project medewerking te verlenen aan activiteiten met het oog op het evalueren van de resultaten van het project of het uitwisselen van kennis en ervaringen die zijn verkregen door het project.

  • 2 Het eerste lid, onder a, is niet van toepassing op de ontvanger van subsidie voor een basisproject zwerfafval;

Artikel 9. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2006 bedraagt € 3.300.000,–.

  • 2 Van het bedrag, genoemd in het eerste lid, is voor de periode tot 15 september 2006 beschikbaar voor plusprojecten huishoudelijke afvalstoffen: € 1.919.047,–.

  • 3 Van het bedrag, genoemd in het eerste lid, is voor de periode tot 15 september 2006 beschikbaar voor basisprojecten zwerfafval en plusprojecten zwerfafval: € 1.380.953,–.

  • 4 Van het bedrag, genoemd in het derde lid, is voor de periode tot 1 augustus 2006 beschikbaar voor:

    • a. basisprojecten zwerfafval: € 500.000,–;

    • b. plusprojecten zwerfafval: € 880.953,–.

Artikel 10. Aanvraag tot subsidieverlening en subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening voor een project als bedoeld in deze regeling wordt ingediend door een Nederlandse gemeente dan wel een stadsdeel of een samenwerkingsverband.

  • 2 Een aanvraag tot subsidieverlening of tot subsidievaststelling wordt ingediend bij SenterNovem, met gebruikmaking van een aldaar verkrijgbaar formulier.

  • 3 Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ontvangen vóór 6 oktober 2006.

  • 4 Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met inachtneming van het vijfde lid, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager tot subsidieverlening krachtens artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

  • 5 Voorzover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond als vermeld in artikel 9, eerste lid, wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11. Voorschotten

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Voorschotten worden eenmaal per jaar verstrekt op basis van een actueel jaarlijks overzicht van activiteiten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, en de in de aanvraag voor de subsidieverlening vermelde liquiditeitsbehoefte.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

  • 2 De in het eerste lid genoemde regeling, zoals ze luidde voor het tijdstip waarop deze regeling in werking is getreden, blijft van toepassing op subsidies voor projecten die vóór dat tijdstip op grond van die regeling zijn aangevraagd.

Artikel 13. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanpak milieudrukvermindering 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 mei 2006

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage I. behorende bij artikel 1, eerste lid, onder f

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Specificatie van de onderdelen van een nulmeting huishoudelijke afvalstoffen

Onderdeel

Subonderdelen of methode

Gemeentelijk beleid

Vastgestelde uitgangspunten

Geïmplementeerd beleid

Inzamel- en verwerkingstraject per huishoudelijke afvalstof

Inzamelmiddel

Inzamellocatie (dichtheid)

Inzamelvoertuig + bemensing

 

Inzamelfrequentie

 

Inzamelmoment (dag/tijdstip)

 

Aanbiedings- en acceptatie-eisen

 

Locatie van verwerking

Inzamelrespons per huishoudelijke afvalstof

Ingezamelde hoeveelheid per huishoudelijke afvalstof

Samenstelling van de te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen, als resultaat van een sorteeranalyse

 

Totaal vrijkomende hoeveelheid per huishoudelijke afvalstof en gescheiden ingezameld deel (inzamelrespons)

Inzamel- en verwerkingskosten en opbrengsten per huishoudelijke afvalstof

Inzamelkosten per huishoudelijke afvalstof

Transportkosten

Overslagkosten

 

Verwerkingskosten c.q. opbrengsten

 

Overige kosten

Flankerende maatregelen

Motiverende maatregelen voor burgers

Communicatie-inspanning voor burgers

 

Tarievenstructuur

 

Regelgeving afvalscheiding

 

Controle/handhaving afvalscheiding

Achtergrondkenmerken

Bebouwingstype, tuingrootte, bevolkingssamenstelling op basis van nationaliteit, gezinssamenstelling

Kennis, houding, gedrag, behoeften en suggesties van burgers met betrekking tot afvalscheiding en afvalpreventie

Bewonersonderzoek, gebaseerd op in elk geval een representatieve schriftelijke of telefonische enquête

Bijlage II. behorende bij artikel 1, eerste lid, onder i en t

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Specificatie van de onderdelen van een nulmeting zwerfafval

Onderdeel

Subonderdelen of methode

Gemeentelijk beleid en organisatie huidige situatie

Uitgangspunten, doelstellingen en ambitieniveau

Geïmplementeerd beleid

 

Huidige organisatie, verantwoordelijkheden en coördinatie

Huidige aanpak inzake voorzieningen, beheer, communicatie, handhaving en monitoring

Voorzieningen in en beheer van de openbare ruimte

Werkprocessen

Communicatie en educatie

 

Regelgeving, controle en handhaving

 

Monitoring

Kostenoverzicht inclusief kosten van derden

Kosten beheer van de openbare ruimte

Kosten seizoensgebonden en incidentele activiteiten

 

Kosten voorzieningen in de openbare ruimte

 

Kosten communicatie

 

Kosten regelgeving en handhaving

Inventarisatie per type gebied

Mate en aard van de vervuiling per gebied, vastgelegd volgens de CROW-publicatie: ‘Afrekenen met zwerfafval’ of in een andere eenduidige norm voor de schoonheid of kwaliteit

Inventarisatie waardering en suggesties burgers en bedrijven

Peiling onder burgers en bedrijven

Klachtenregistratie

Bijlage III. behorende bij artikel 1, eerste lid, onder j

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Specificatie van de onderdelen van een plan van aanpak zwerfafval

Onderdeel

Subonderdelen of methode

Analyse op basis van de nulmeting

Bronnen en oorzaken

Doelgroepen en aandachtsgebieden

Verbeterpunten in de aanpak

‘Nieuw’ beleid

Uitgangspunten

 

Ambitieniveau en doelstellingen

Uitvoeringsplan

Strategie en maatregelen gebaseerd op de analyse en het geformuleerde nieuwe beleid met betrekking tot:

 

Organisatie

 

Voorzieningen

 

Communicatie

 

Participatie burgers

 

Participatie bedrijven

 

Beheer

 

Handhaving

 

Monitoring

 

Planning (jaarplan van activiteiten)

 

Begrote kosten

 

Samenwerking met derden

 

Wijze en tijdstip van het meten van effecten van uitgevoerde maatregelen.

Bijlage IV. behorende bij artikel 7, tweede en vijfde lid

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Specificatie van de maximale subsidie en maximale bijdrage van Nederland Schoon voor basisprojecten zwerfafval en plusprojecten zwerfafval (per module) voor gemeenten

Stedelijkheidsklasse

Subsidie VROM, tot een maximum van

Bijdrage Nederland Schoon, tot een maximum van

Maximale

bijdrage

1

€ 17.400,00

€ 12.600,00

€ 30.000,00

2

€ 14.500,00

€ 10.500,00

€ 25.000,00

3

€ 11.600,00

€ 8.400,00

€ 20.000,00

4

€ 8.700,00

€ 6.300,00

€ 15.000,00

5

€ 5.800,00

€ 4.200,00

€ 10.000,00

Bijlage V. behorende bij artikel 7, derde en zesde lid

[Regeling vervallen per 27-03-2007]

Specificatie van de maximale subsidie en maximale bijdrage van Nederland Schoon voor basisprojecten zwerfafval en plusprojecten zwerfafval (per module) voor stadsdelen

Inwonertal stadsdeel, per 1 januari 2006

Subsidie VROM, tot een maximum van

Bijdrage Nederland Schoon, tot een maximum van:

Maximale bijdrage

> 95.000

€ 17.400,00

€ 12.600,00

€ 30.000,00

55.000–95.000

€ 14.500,00

€ 10.500,00

€ 25.000,00

25.000–55.000

€ 11.600,00

€ 8.400,00

€ 20.000,00

15.000–25.000

€ 8.700,00

€ 6.300,00

€ 15.000,00

< 15.000

€ 5.800,00

€ 4.200,00

€ 10.000,00

Naar boven