Toezichtreglement Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Toezichtreglement Landbouwkwaliteitsregeling Kaas 2006

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ),

Gelet op artikel 10, eerste lid, onder e, van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371), op de artikelen 7 en 17 van de Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006, alsmede op artikel 36 van de Statuten van genoemde Stichting;

Heeft op 29 december 2005 vastgesteld het navolgende reglement:

Artikel 1. Definities

In dit reglement worden, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, de definities van het Landbouwkwaliteitsbesluit zuivelproducten en van de Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006 overgenomen.

Verder wordt verstaan onder:

besluit: Landbouwkwaliteitsbesluit zuivelproducten;

regeling: Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006;

kaas: kaas welke is aangeduid of bestemd is om te worden aangeduid als Goudse kaas, Edammer kaas, respectievelijk Commissie kaas;

COKZ: Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel;

aangeslotene: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich heeft aangesloten bij het COKZ in het kader van artikel 12 van het besluit;

bereider: de eerste dan wel de opvolgende bereider als bedoeld in dit reglement;

eerste bereider: producent van kaas als bedoeld in dit reglement;

opvolgende bereider: de bereider die kaas ter rijping opslaat of een handeling verricht als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

afleveren: het leveren van kaas aan natuurlijke personen of bedrijven die geen bereidingshandelingen als bedoeld in artikel 2 van de regeling uitvoeren;

opslag: het ter rijping in opslag hebben van kaas

directeur: directeur van het COKZ;

bestuur: bestuur van het COKZ.

Artikel 2. Verplichtingen aangeslotene, algemeen

  • 1 De bereider is verplicht het COKZ in kennis te stellen van alle feiten en omstandigheden die voor de aansluiting van belang kunnen zijn. Hij stelt het COKZ in ieder geval schriftelijk in kennis van wijzigingen in de rechtsvorm, tenaamstelling, plaats van vestiging en locaties waar de bereidingshandelingen worden uitgeoefend.

  • 2 De bereider is verplicht het met de toezicht belaste personeel, onderscheidenlijk het COKZ:

    • a. al die gegevens te verstrekken, die naar het oordeel van het bedoelde personeel, onderscheidenlijk het COKZ, nodig zijn voor de vervulling van zijn taak;

    • b. inzage te (doen) geven van die boeken en bescheiden, die naar het oordeel van het bedoelde personeel, onderscheidenlijk het COKZ, nodig zijn voor de vervulling van zijn taak;

    • c. te allen tijde toegang te (doen) verlenen tot zijn bedrijfsruimten en terreinen en tot de plaatsen en vervoermiddelen waar c.q. waarin voorraden grondstof en de kaas die tot het bedrijf van de bereider behoort, is opgeslagen c.q. wordt vervoerd;

    • d. toe te staan monsters te nemen van de kaas, ongeacht waar deze kaas zich bevindt;

    en voorts:

    • e. zich voor wat betreft het al dan niet voldoen van de hiervoor genoemde kaas aan of bij krachtens dit reglement gestelde eisen te richten naar het oordeel van het met toezicht belaste personeel, onderscheidenlijk het COKZ;

    • f. wanneer geen sprake is van regelmatige bereiding dan wel bij onderbreking van de bereiding, tijdig mededeling te doen van de tijdstippen van aanvang en beëindiging van deze onderbreking;

    • g. zich in geval van ernstige afwijkingen van de eisen, gesteld bij of krachtens dit reglement te gedragen naar de aanwijzingen van het door of namens het COKZ met toezicht belaste personeel;

    • h. al de eisen welke het COKZ ter uitvoering en/of verzekering van de bij of krachtens dit reglement heeft gesteld nauwgezet na te leven.

Artikel 3. Toezicht

  • 1 Het toezicht vindt plaats bij de bereider als bedoeld in artikel 1. Een nader onderzoek, elders dan bij de bereider, kan deel uitmaken van het toezicht.

  • 2 Het toezicht heeft betrekking op de eisen, gesteld bij of krachtens het besluit en de regeling.

  • 3 Het toezicht omvat met name

    • a. een toetsing of het bereidingsproces en de kaas voldoen aan het bij of krachtens dit reglement bepaalde;

    • b. de toetsing van de administratieve bescheiden, voorzover deze betrekking hebben op bereidingsproces en de onder a bedoelde kaas;

  • 4 Toezicht op de naleving van het gestelde bij of krachtens dit reglement vindt plaats door middel van inspectie, administratieve controle, monsterneming en onderzoek.

  • 5 Het bestuur van het COKZ stelt hiervoor de desbetreffende methoden vast. Deze methoden zijn bij het COKZ op te vragen.

Artikel 4. Frequentie toezicht

  • 1 Het bestuur bepaalt de frequentie waarmee het toezicht wordt uitgevoerd. Daarbij geldt het principe van toezicht op controle. De betreffende aangeslotenen ontvangen de voor hen van toepassing zijnde uitwerking van de eisen en de basisfrequenties van toezicht.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de directeur van het COKZ de frequentie verlagen indien de bereider een kwaliteitssysteem bezit dat – ten genoege van het COKZ – voldoende garanties geeft dat aan de eisen bij of krachtens dit reglement wordt voldaan.

  • 3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is, wanneer er sprake is van ernstige en/of veelvuldige afwijkingen van de gestelde eisen, de directeur van het COKZ gerechtigd tot het laten uitvoeren van extra toezicht.

  • 4 In de in het tweede en derde lid bedoelde gevallen wordt de gewijzigde frequentie van toezicht schriftelijk vastgelegd en medegedeeld aan de bereider.

Artikel 5. Het resultaat van het toezicht

Het resultaat van het toezicht wordt binnen vier weken na het bezoek schriftelijk medegedeeld aan de aangeslotene.

In geval van resultaten van onderzoek geldt hiervoor een termijn van ten hoogste drie weken.

Artikel 6. De gevolgen van het toezicht

Indien bij het toezicht blijkt dat de kaas niet voldoet aan de gestelde eisen kan het COKZ, naast het verhogen van de frequentie van toezicht als bedoeld in artikel 4, derde lid, er toe overgaan de overtreding aanhangig te maken bij het algemeen tuchtgerecht van het COKZ.

De bereider wordt hierover schriftelijk geïnformeerd.

Artikel 7. Administratieve voorschriften

  • 1 De volgende gegevens van het bereidingsproces en van elke bereide partij kaas, dienen afzonderlijk traceerbaar te zijn:

    • a. de datum van bereiding;

    • b. relevante gegevens van het bereidingsproces waaronder de herkomst van niet-Nederlandse zuivelgrondstoffen en resultaten van onderzoek;

    • c. het partijnummer;

    • d. het soort kaas;

    • e. de hoeveelheid bereide kaas;

    • f. de datum van aflevering;

    • g. de afgeleverde hoeveelheid bereide kaas;

    • h. de namen en de adressen van de afnemers, dan wel, in geval van opslag elders, het opslagadres c.q. de opslagadressen van de afgeleverde kaas.

  • 2 Door of namens het bestuur kunnen aanwijzingen worden gegeven omtrent de wijze waarop de in het eerste lid bedoelde administratie moet worden gevoerd.

Artikel 8. Het indienen van een klacht tegen de wijze van toezicht

  • 1 De aangeslotene kan een klacht indienen tegen de gedragingen van degene die het toezicht uitvoert of tegen de wijze waarop het toezicht is uitgevoerd.

  • 2 De klacht moet met redenen omkleed schriftelijk worden ingediend en moet door het COKZ zijn ontvangen, uiterlijk zes weken na de datum waarop het toezicht heeft plaatsgevonden.

  • 3 De directeur beslist op de klacht binnen acht weken na ontvangst van de klacht. Hij kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen; van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 9. Het maken van bezwaar tegen de wijze van monsterneming

  • 1 De aangeslotene kan bezwaar maken tegen

    • de wijze waarop een monster door of namens het COKZ wordt genomen;

    • de keuze van een monster uit de aanwezige voorraad.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde bezwaar moet onmiddellijk bij de monsterneming aan degene, die het toezicht uitvoert dan wel het monster heeft genomen, kenbaar worden gemaakt. Deze beslist of het genomen monster wordt gehandhaafd.

  • 3 De aangeslotene, die zijn bezwaren handhaaft, moet deze met redenen omkleed schriftelijk bevestigen, op zodanige wijze dat de bezwaren zijn ontvangen door het COKZ uiterlijk op de vierde werkdag, volgend op die waarop het monster is genomen.

  • 4 De directeur beslist of de bezwaren gegrond zijn. Indien hij de bezwaren gegrond acht, doet hij het uitgevoerde toezicht genomen monster vervallen. In alle overige gevallen blijft het monster gehandhaafd. De aangeslotene ontvangt hiervan schriftelijk bericht.

Artikel 10. Het maken van bezwaar tegen het resultaat van het toezicht of een monsteruitslag

  • 1 Tegen het resultaat van het toezicht of een door of namens het COKZ vastgestelde monsteruitslag staat bezwaar open bij het bestuur van het COKZ. Zodanig bezwaar heeft geen schorsende werking.

  • 2 Het bezwaar moet met redenen omkleed schriftelijk worden ingediend en moet door het COKZ zijn ontvangen, uiterlijk op de vierde werkdag volgend op die, waarop de aangeslotene het desbetreffende resultaat c.q. de uitslag heeft ontvangen.

  • 3 Het bestuur beslist op het bezwaar binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Het bestuur kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen; van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 11. Het maken van bezwaar tegen het uitvoeren van extra toezicht

  • 1 Tegen het besluit van de directeur om extra toezicht uit te voeren staat bezwaar open bij het bestuur van het COKZ. Zodanig bezwaar heeft geen schorsende werking.

  • 2 Het bezwaar moet met redenen omkleed schriftelijk worden ingediend bij het bestuur en moet zijn ontvangen binnen zes weken nadat de aangeslotene het besluit van het COKZ m.b.t. de aangepaste frequentie heeft ontvangen.

  • 3 Het bestuur besluit over het bezwaar binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Het bestuur kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen; van de verdaging ontvangt de aangeslotene schriftelijk bericht.

  • 4 Het besluit van het bestuur is bindend. Van het besluit van het bestuur ontvangt de aangeslotene schriftelijk bericht.

Artikel 12

Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Toezichtreglement Landbouwkwaliteitsregeling kaas 2006’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Het

bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel

.
Naar boven