Actor Minister van Justitie
Beleidsontwikkeling en evaluatie
1.
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
m.b.t. de justitiële jeugdzorg
Opmerking: onder deze handeling valt ook: het voeren van overleg met de andere betrokken
en op het beleidsterrein
het voorbereiden ven een standpunt ter inbrenging in de Ministerraadvergaderingen
voor beraad en besluitvorming betreffende het beleidsterrein
het voeren van overleg met/het leveren van bijdragen aan het overleg met het Staatshoofd
betreffende het beleidsterrein
het voorbereiden van de Memorie van toelichting op de Rijksbegroting betreffende het
beleidsterrein; zie ook handelingen 5, 177 en 183 van het BSD ‘Per slot van Rijksrekening’
het toetsen van de uitvoering van het beleid (evaluatie)
het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene
Rekenkamer op het beleidsterrein; zie ook ‘Per Slot van Rijksrekening’ handeling 295,
357 en 374
het aan externe adviescommissies verzoeken om advies betreffende het beleidsterrein
het informeren van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen op het beleidsterrein
het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid (als beleidsinstrument)
de jaarlijkse verslaglegging aan de Tweede Kamer, en het eenmaal in de 4 jaar vaststellen
van een termijnplan voor de jeugdhulpverlening op basis van de Wjhv (Stb. 360/1989):
art. 7–art. 9)
Waardering: B 1, 2
Totstandkoming van wet- en regelgeving
2.
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving betreffende het beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Periode: 1945–1996
Waardering: B 1
Verantwoording van beleid
3.
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over ontwikkelingen op het beleidsterrein
justitiële jeugdzorg
Waardering: V 1 jaar
4.
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de Kamers der Staten Generaal betreffende het
beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Waardering: B 2,3
5.
Handeling: Het informeren van de Commissies voor Verzoekschriften en andere tot het
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het justitiële jeugdzorgbeleid
Waardering: B3
6.
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
justitiële jeugdzorg en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief
rechterlijke organen
Waardering: B3
Internationaal beleid
7.
Handeling: Het mede voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen inzake justitiële jeugdzorg en het presenteren van Nederlandse standpunt
in intergouvernementele organisaties
Waardering: B 1, 2
Informatieverstrekking
8.
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
over het beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Waardering: V 1 jaar
9.
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
over het handelen van de Raad en de instellingen van voogdij en gezinsvoogdij en inrichtingen
voor justitiële jeugdbescherming
Waardering: V 1 jaar
10.
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de justitiële
jeugdzorg en kinderbescherming
Waardering: V 2 jaar na vervallen; NB van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt
1 exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd
Toelichting: Zie voor het voorbereiden en vaststellen van het voorlichtingsbeleid
(waarbij voorlichting als beleidsinstrument gehanteerd wordt) handeling 1
Onderzoek
11.
Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen
van onderzoeksrapporten over het beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Waardering: B 1, 2
Toelichting: voor (interdepartementale) commissies zie handeling 1
12.
Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek
betreffende het beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Waardering: V 2 jaar
Subsidiëring
13.
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die
actief zijn op het beleidsterrein justitiële jeugdzorg
Waardering: V 10 jaar
Organisatie Kinderbescherming
14.
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de directeur en de ressortdirecteuren
Periode: 1996–
Grondslag: Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming (Stb. 329/1996): art.
2
Waardering: V 10 jaar
15.
Handeling: Het benoemen en ontslaan van personeel van de Raad
Periode: 1945–
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb.807/1933): art. 4; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 6; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming
(Stb. 336/1956): art. 28; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969:
art. 28; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 21; Organisatiebesluit
raad voor de kinnderbescherming (Stb. 329/1996): art. 2
Waardering: V 10 jaar
16.
Handeling: Het bij AMvB geven van de samenstelling en organisatie van de Raad
Periode: 1945–
Grondslag: BW (Stb. 62/1901): art. 385b; BW (Stb. H 232/1947): art. 461; NBW (Stb.
167/1969): art. 238
Waardering: B4
17.
Handeling: Het bij AMvB regelen van de behandeling van klachten door de Raad
Periode: 1996–
Grondslag: BW (Stb. 328/1996): art. 293
Waardering: B5
18.
Handeling: Het verdelen van de werkzaamheden van de tussen de kamers van de Voogdijraden
in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 207/1905), zoals ingevoegd bij Besluit
van 30 december 1933 (Stb. 804): art. 2a; Organisatiebesluit Voogdijraden 1948 (Stb.
I 134/1948): art. 3
Waardering: V 10 jaar
20.
Handeling: Het bij KB geven van een ontheffing van de verplichting voor de secretaris
van de Raad om zijn standplaats te hebben in de gemeente waar de Raad gevestigd is
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933): art. 3; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 5
Waardering: V 10 jaar
22.
Handeling: Het toestaan dat de Raad een of meer plaatsvervangende secretarissen aanstelt
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 207/1905), zoals laatstelijk gewijzigd
bij Besluit van 30 december 1933 (Stb. 804): art. 3; Organisatiebesluit Voogdijraden
1948 (Stb. I 134/1948): art. 5
Opmerking: Na 1956 had de Raad hiervoor geen goedkeuring van de Minister van Justitie
meer nodig
Waardering: V 10 jaar
23.
Handeling: Het bij KB benoemen of ontslaan van leden en secretaris van de Raad
Periode: 1945–1997
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 207/1905): art. 4; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 5–art. 8; Organisatiebesluit Raden voor
de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art. 3–art. 8; Organisatiebesluit Raden voor
de kinderbescherming 1969 (Stb. 543/1969): art. 3–art. 8; Organisatiebesluit Raden
voor de kinderbescherming 1982: art. 6–art. 9, art. 14
Opmerking: De voorzitter werd aangewezen uit de leden. Tot 1956 werden de leden benoemd
op voordracht van de Commissaris der Koningin en/of de president van de arrondissementsrechtbank;
sinds 1956 droeg de Raad zelf nieuwe leden ter benoeming voor.
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
29.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van de benoeming van agenten
door de Raad
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933): art. 9;
Organisatiebesluit Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 11
Waardering: V 10 jaar
31.
Handeling: Het machtigen van de Raad te Rotterdam, Amsterdam of Den Haag om de ondervoorzitter
de bevoegdheid tot tekenen van stukken te geven
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933): art. 10; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 12
Waardering: V 10 jaar
33.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van het reglement van de Raad
Periode: Periode: 1945–1996
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 207/1905): art. 13; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 15, art. 16; Organisatiebesluit Raden voor
de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art. 10; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming
1982: art. 2
Waardering: V 5 jaar
35.
Handeling: Het jaarlijks voorbereiden van de vaststelling van de som die iedere Raad
mag besteden voor uitgaven
Periode: 1945–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 207/1905), zoals laatstelijk gewijzigd
bij Besluit van 30 december 1909 (Stb. 39): art. 16; Organisatiebesluit Voogdijraden
1948 (Stb. I 134/1948): art. 18
Opmerking: de vaststelling van de totale som die beschikbaar is voor de Voogdijraden
geschied via de Rijksbegroting. Zie hiervoor PIVOT-onderzoek rijksbegroting
Waardering: V 10 jaar
36.
Handeling: Het vaststellen van regels over de wijze waarop de kosten van de Raad door
de staat gedragen worden
Periode: 1956–1982
Grondslag: Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art.
33–art. 35; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming(Stb. 327/1964): art.
33;
Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969: art. 33
Opmerking: de vaststelling van de totale som die beschikbaar is voor de Raad geschied
via de Rijksbegroting. Zie hiervoor PIVOT-onderzoek rijksbegroting
Waardering: V 10 jaar
37.
Handeling: Het vergoeden van kosten gemaakt door de Raad
Periode: 1945–1982
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 39/1909): art. 16; Organisatiebesluit
Raden voor de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art. 33–art. 35; Organisatiebesluit
Raden voor de kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 33
Opmerking: voor de posten op de rijksbegroting zie RIO rijksbegroting
Waardering: V 10 jaar
38.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden, reiskostenvergoedingen, bezoldigingen
e.d. aan leden (en secretaris) van de Raad
Periode: 1945–1996
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933: art. 18; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 10; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming
(Stb. 336/1956): art. 9; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969:
art. 9; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 13
Opmerking: Dit zijn geen ambtenaren die bezoldigd worden vanwege de Minister van Justitie;
zie daarvoor PIVOT-onderzoek over rechtspositie ambtenaren (in voorbereiding)
Waardering: V 5 jaar
39.
Handeling: Het voeren van periodiek overleg inzake de werkzaamheden en het beleid
van de Raad voor de Kinderbescherming
Periode: 1945–
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933): art. 18; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 20; Organisatiebesluit 1996, art. 1 lid
4
Product: Besluitenregister, notulen
Waardering: B 1
42.
Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot de inrichting van het jaarverslag
van de Voogdijraden
Periode: 1945–1996
Grondslag: Organisatiebesluit Voogdijraden (Stb. 804/1933): art. 20; Organisatiebesluit
Voogdijraden 1948 (Stb. I 134/1948): art. 22; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming
(Stb. 336/1956): art. 26; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1982:
art. 34
Waardering: V 5 jaar
43.
Handeling: Het zorgdragen voor voldoende documentatie van de Raad over de kinderbescherming
in het geheel
Periode: 1956–
Grondslag: Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art.
22;
Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969: art. 22; Organisatiebesluit
Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 31
Waardering: V 10 jaar
46.
Handeling: Het geven van aanwijzingen voor het regelen van de werkzaamheden van het
bureau van de Raad
Periode: 1956–1996
Grondslag: Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming (Stb. 336/1956): art.
28;
Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969: art. 28
Opmerking: De reorganisatie van 1956 introduceert een onderscheid tussen de Raad zelf
(die de besluiten neemt), en het bureau van de Raad, (waaraan de onderzoekers verbonden
zijn). De secretaris van de Raad is tevens directeur van het bureau
Waardering: B4
47.
Handeling: Het verstrekken van opdrachten of algemene aanwijzingen over minderjarigen
aan de Raad
Periode: 1945–1982
Grondslag: Besluit van 15 juni 1905 (Stb. 207), zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit
van 30 december 1933 (Stb. 804): art. 19; Organisatiebesluit Voogdijraden 1948 (Stb.
I 134/1948): art. 21; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming (Stb. 336/1956):
art. 25; Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1969: art. 25; Organisatiebesluit
Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 4
Waardering: B5
56.
Handeling: Het benoemen of ontslaan van de (plaatsvervangende) voorzitters en (plaatsvervangende)
leden van de klachtencommissies voor de Raad voor de kinderbescherming
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit klachtbehandeling raad voor de kinderbescherming (Stb. 330/1996):
art.7
Waardering: V 10 jaar
57.
Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan de klachtencommissie voor de Raden
voor de kinderbescherming
Periode: 1982–
Grondslag: Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 40 ; Besluit
klachtbehandeling raad voor de kinderbescherming (Stb. 330/1996): art.8
Waardering: V 10 jaar
58.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden aan leden van de klachtencommissie voor
de Raden voor de kinderbescherming
Periode: 1982–
Grondslag: Organisatiebesluit Raden voor de kinderbescherming 1982: art. 13, art.
43; Besluit klachtbehandeling raad voor de kinderbescherming (Stb. 330/1996): art.
11
Waardering: V 10 jaar
61.
Handeling: Het bij KB benoemen of ontslaan van leden van het Algemeen College van
Toezicht, Bijstand en Advies
Periode: 1945–1955
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 5.4.; KbW (Stb. 612/1922): art. 5.4; Kbb (Stb.
209/1905): art. 184
Waardering: V 10 jaar
62.
Handeling: Het aanwijzen van een hoofdambtenaar die deelneemt aan de beraadslagingen
van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies
Periode: 1945–1955
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 184
Waardering: V 10 jaar
63.
Handeling: Het bij KB benoemen of ontslaan van een secretaris van het Algemeen College
van Toezicht, Bijstand en Advies
Periode: 1945–1955
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 184
Waardering: V 10 jaar
64.
Handeling: Het, het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies gehoord, benoemen
of ontslaan van ambtenaren t.b.v. het secretariaat van het college
Periode: 1945–1955
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 184
Opmerking: deze ambtenaren worden door de Minister van Justitie bezoldigd; zie daarvoor
PIVOT-onderzoek over rechtspositie ambtenaren
Waardering: V 10 jaar
65.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden, reiskostenvergoedingen, bezoldigingen
e.d. aan de leden en de secretaris van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand
en Advies
Periode: 1945–1955
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (337/1956): art. 188;
Waardering: V 10 jaar
67.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van het reglement van orde
van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 193
Waardering: V 5 jaar
69.
Handeling: Het beslissen op een verzoek om toestemming om door het Algemeen College
van Toezicht, Bijstand en Advies behandelde zaken openbaar te mogen maken
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 197
Waardering: V 10 jaar
College van Advies voor de (Justitiële) Kinderbescherming
71.
Handeling: Het bij KB benoemen of ontslaan van de leden, voorzitter en plaatsvervangend
voorzitter van het College van Advies voor de (Justitiële) Kinderbescherming
Periode: 1955–
Grondslag: KbW (Stb. 602/1954): art. 22a.2; Kbb (Stb. 337/1956): art. 185–art. 187;
Bkb (Stb. 403/1961): art. 2.2; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964):
art. 4, art. 5; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 4, art.
5, artikel II; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 82; Besluit College van Advies voor de justitiële
kinderbescherming (Stb. 113/1990): art. 2, art. 3
Waardering: V 10 jaar
72.
Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar die namens de minister de vergaderingen
van het College van Advies voor de (justitiële) Kinderbescherming kan bijwonen
Periode: 1955–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 5/art. 8 ; Besluit
College van Advies voor de justitiële kinderbescherming (Stb. 113/1990): art. 5
Waardering: V 10 jaar
73.
Handeling: Het benoemen en ontslaan van een (adjunct-) secretaris voor het College
van Advies voor de (Justitiële) Kinderbescherming
Periode: 1955–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (337/1956): art. 189;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 7;
Besluit College van Advies voor de justitiële kinderbescherming (Stb. 113/1990): art.
6
Product : Beschikking
Waardering: V 10 jaar
74.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden, reiskostenvergoedingen, bezoldigingen
e.d. aan de leden van het College van Advies voor de (Justitiële) Kinderbescherming
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 191; Kbb (Stb. 337/1956): art. 191; Uitvoeringsbesluit
kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 9; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
729/1983): art. 9; Besluit College van Advies voor de justitiële kinderbescherming
(Stb. 113/1990): art. 8
Opmerking: Dit zijn geen ambtenaren die bezoldigd worden vanwege de Minister van Justitie;
zie daarvoor PIVOT-onderzoek over rechtspositie ambtenaren (in voorbereiding)
Waardering: V 10 jaar
75.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels voor het College van Advies voor de
(Justitiële) Kinderbescherming
Periode: 1955–
Grondslag: KbW (Stb. 602/1954): art. 22a.1, art. 22a.4; Bkb (Stb. 403/1961): art.
2.1; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 84
Opmerking: Er zit een gat van april ‘55 tot juli ‘56 tussen de invoering van het College
van Advies en het uitvoeringsamvb
Waardering: B5
78.
Handeling: Het beslissen op een verzoek om toestemming tot openbaring van door het
College behandelde zaken
Periode: 1956–1983
Grondslag: Kbb (Stb. 337/1956): art. 193; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 11
Waardering: V 10 jaar
81.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels over de benoeming of ontslag van leden
van het College van Advies voor de (Justitiële) Kinderbescherming en zijn werkwijze
Periode: 1965–
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 2; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 84
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
Centrale Adoptieraad
82.
Handeling: Het bij KB benoemen of ontslaan van leden van de Centrale Adoptieraad
Periode: 1956–1973
Grondslag: Wet van 26 januari 1956 (Stb. 42): art. IV;
WBRv (Stb. 42/1956): art. 969
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
83.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels over de werkzaamheden en benoeming
en ontslag van de Centrale Adoptieraad worden geregeld
Periode: 1956–1973
Grondslag: WBRv (Stb. 42/1956): art. 969
Waardering: B5
Benoemingen Rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen & Commisies van Toezicht
84.
Handeling: Het vaststellen van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 664/1980) afwijkende
regels voor de justitiële rijksinrichtingen voor de kinderenbescherming
Periode: 1980–
Grondslag: Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 664/1980): art. 2.4
Waardering: B5
85.
Handeling: Het overleggen met de Arbeidsinspectie over de arbeidsomstandigheden in
de justitiële rijksinrichtingen voor kinderbescherming
Periode: 1980–
Bron: Nota van Toelichting bij het Arbeidsomstandighedenbesluit Justitiële rijksinrichtingen
(Stb. 491/1990)
Waardering: V 5 jaar
86.
Handeling: Het (voorbereiden van het) benoemen of ontslaan van de directeur van een
rijksinrichting
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 612/1922): art. 5.4; KbW (Stb. 602/1954): art. 5.3; Bkb (Stb.
403/1961): art. 21.3; Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
(Stb. 112/1990): art. 7
Opmerking: tot 1965 gaat benoeming van directeuren per KB
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
87.
Handeling: Het benoemen of ontslaan van ambtenaren van rijksinrichtingen/justitiële
jeugdinrichtingen
Periode: 1945–1990
Grondslag: KbW (Stb. 612/1922): art. 5.4; KbW (Stb. 602/1954): art. 5.3; Bkb (Stb.
403/1961): art. 21.3
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
88.
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van de Commissie van toezicht van
een rijksinrichting
Periode: 1945
Grondslag: KbW (Stb. 612/1922): art. 5.4; KbW (Stb. 602/1954): art. 5.3; Bkb (Stb.
403/1961): art. 21.3; Bkb (Stb. 273/1982): art. 26a; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 150, art. 151; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 70; Besluit regels
inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art. 36–art. 37
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
92.
Handeling: Het bij KB op andere wijze voorzien in de vervulling van de werkzaamheden
van het Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies
Periode: 1945–1955
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 5.5
Product: Koninklijk besluit
Waardering: B4
93.
Handeling: Het op andere wijze voorzien in de vervulling van de werkzaamheden van
de Commissiën van Toezicht
Periode: 1945–1955
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 5.5
Product : Ministerieel besluit/beschikking
Waardering: B4
94.
Handeling: Het bepalen van categorieën en aantal van de ambtenaren van de rijksinrichtingen
Periode: 1945–1989
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 4, juncto art. 90;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 148
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B5
95.
Handeling: Het vaststellen van een instructie voor de directeur van een rijksinrichting
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 5, juncto art. 90;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 144;
Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art.
7
Product : Instructie, ministerieel besluit
Waardering: B5
96.
Handeling: Het vaststellen van een instructie voor de ambtenaren van de inrichting
Periode: 1965–1990
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 5, juncto art. 90; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 146
Product: Instructie
Waardering: B5
97.
Handeling: Het beslissen op een verzoek van de directeur van een rijksinrichting tot
goedkeuring van de instructie voor de ambtenaren van de inrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 5, juncto art. 90
Product: Beschikking
Opmerking: vanaf 1965 stelt de Minister van Justitie zelf de instructie vast
Waardering: B5
98.
Handeling: Het regelen van de vervanging van een directeur van een rijksinrichting
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 8, juncto art. 90; Kbb (Stb. 209/1905), zoals
gewijzigd bij besluit (Stb. 296/1954): art. 19, juncto art. 90; Uitvoeringsbesluit
kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 147; Besluit regels inrichtingen voor justitiële
kinderbescherming (Stb. 112/1990): art. 7
Waardering: V 5 jaar
100.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van voorzieningen getroffen
door de directeur van een rijksinrichting , bij afwezigheid van ambtenaren
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 8, juncto art. 90
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Rijksagenten/ambtenaren voor voorwaardelijk ontslag
102.
Handeling: Het benoemen en ontslaan van Rijksagenten/ambtenaren voor voorwaardelijk
ontslag
Periode: 1945–1956
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals ingevoegd bij besluit 13 juni 1933 (Stb. 331):
art. 173ter; Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (Stb. 296/1954): art.
173ter
Product: Beschikking
Opmerking: de Rijksagenten/ambtenaren zijn belast met het directe toezicht op de voorwaardelijk
uit rijksopvoedingsgestichten of particuliere instellingen ontslagen minderjarige
terbeschikkinggestelden
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
103.
Handeling: Het vaststellen van instructies voor de Rijksagenten/ambtenaren voor voorwaardelijk
ontslag
Periode: 1945–1956
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals ingevoegd bij besluit 13 juni 1933 (Stb. 331):
art. 173ter; Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (Stb. 296/1954): art.
173ter
Product: Ministeriële regeling, instructie, aanwijzing standplaats, regels over vergoeding
en betaling
Opmerking: de Rijksagenten/ambtenaren zijn belast met het directe toezicht op de voorwaardelijk
uit rijksopvoedingsgestichten of particuliere instellingen ontslagen minderjarige
terbeschikkinggestelden
Waardering: B5
104.
Handeling: Het bij AMvB bepalen dat het LBIO andere taken mag verrichten
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 1
Product: AMvB
Waardering: B4
105.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van de regeling van bezoldiging
en verder rechtspositie van de leden van de directie van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 4
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
106.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden, ten laste van het bureau, aan leden van
de Raad van Toezicht van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 9
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
107.
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van leden en voorzitter van de Raad
van toezicht van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 10
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
108.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van het oprichten of mede-oprichten
van een privaatrechtelijke rechtspersoon of het deelnemen aan een rechtspersoon
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 12
Product: Beschikking
Opmerking: Zie voor goedkeuring van vennootschappen het RIO rechtspersonen
Waardering: V 10 jaar
109.
Handeling: Het bij AMvB afwijken van het bepaalde over de rechtspositie van het personeel
van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 14
Product: AMvB
Waardering: V 10 jaar
110.
Handeling: Het bij AMvB geven van de termijn waarbinnen de Minister van Justitie ten
laste van de eigen begroting middelen aan het LBIO ter beschikking stelt
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 14
Product: AMvB
Opmerking: voor handelingen over de vaststelling van de begroting zie selectielijst
rijksbegroting
Waardering: V 5 jaar
111.
Handeling: Het verstrekken van een voorschot aan het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 15
Product: Voorschot in maandelijkse termijnen
Waardering: V 5 jaar
112.
Handeling: Het beoordelen van (financiële) verantwoordingsgegevens van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 19,
art. 21
Opmerking: In het kader van deze handeling onvangen de ministers o.a.: de begroting,
jaarverslag, jaarrekening en stukken van de accountant etc.
Waardering: V 5 jaar
113.
Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister waaronder Welzijn ressorteert,
beslissen op een verzoek tot goedkeuring van het meerjarenbeleidsplan van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 20
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
115.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels over de wijze van beoordeling van de rechtmatigheid
van de wettelijke taakuitvoering van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 21
Product: AMvB
Waardering: B 1
116
Handeling: Het verlengen van de termijn waarbinnen het LBIO zijn financiële verantwoordingstukken
moet indienen
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 21
Product: Beschikking
Waardering: V 2 jaar
117.
Handeling: Het beslissen dat het LIBIO, middels een periodiek rapportage, inlichtingen
verschaft aan de Minister van Justitie en de Minister waaronder Welzijn ressorteert
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 22
Product: Beschikking?
Waardering: V 10 jaar
118.
Handeling: Het treffen van voorzieningen wanneer het LIBIO zijn taken verwaarloosd
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 24
Opmerking: de Minister van Justitie meldt dit terstond aan de Staten-Generaal
Waardering: B4
119.
Handeling: Het bepalen welke vermogensbestanddelen van de Staat worden toebedeeld
aan het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 35
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
120.
Handeling: Het eenmalig benoemen van leden van de directie van het LBIO
Periode: 1997–
Grondslag: Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (Stb. 198/1995): art. 36
Product: Benoeming
Waardering: V 75 jaar
121.
Handeling: Het deelnemen aan het gestructureerd overleg met particuliere instellingen
over het jeugdbeleid (GOPI)
Periode: 1981–1991
Grondslag: Beschikking tijdelijk gestructureerd overleg jeugdhulpverlening overkoepelende
particuliere organisaties van 20 mei 1981, nr. 284/781;
Besluit gestructureerd overleg jeugdbeleid. (Stcrt. 151/188): art. 5/art. 10
Opmerking: In 1991 zou er een evaluatie van de werking van beschikking plaatsvinden.
Waarschijnlijk is het overleg daarna opgegaan in het GOLO
Waardering: B 1
122.
Handeling: Het deelnemen aan het gestructureerd overleg met andere overheden over
het jeugdbeleid (GOLO)
Periode: 1981–
Bron: Toelichting op Besluit gestructureerd overleg jeugdbeleid. (Stcrt. 151/188)
als geciteerd in S&J nr.200 (1990) p.426
Waardering: B 1
Registraties
124.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor het openbaar register over het gevoerde
gezag over minderjarigen, bij te houden door de kantongerechten
Periode: 1945–
Grondslag: BW (Stb. 834/1921): art. 385c en WS: art. 39decies.4 ; BW (Stb. H232/1947):
art. 354; NBW (Stb. 167/1969): art. 244
Product: AMvB, o.a.:
Besluit van 19 juni 1922 (Stb. 403);
Besluit voogdijregisters (Stb. 240/1969)
Waardering: B 1
125.
Handeling: Het bijhouden van het adoptieregister
Periode: 1956–1995
Grondslag: WBRv (Stb. 42/1956): art. 984
Product: Register
Waardering: B5
126.
Handeling: Het bijhouden van een administratie over de opneming van buitenlandse pleegkinderen
via bemiddelingsorganisaties
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 21
Product: Register
Opmerking: de organisaties zijn verplicht ieder opname te melden
Waardering: B5
127.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast worden met het beheer van de centrale
lijst van aspirant-pleegouders met beginseltoestemming
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 24
Product: Aanwijzing
Waardering: V 10 jaar
128.
Handeling: Het bijhouden van een administratie van aspirant-pleegouders met beginseltoestemming
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 24
Product: Centrale lijst
Opmerking: deze lijst kan te allen tijde door belanghebbenden worden ingezien
Waardering: B6
129.
Handeling: Het aanwijzen van het rekencentrum dat de financiële pupillenadministratie
bijhoudt
Periode: 1984–1987
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 375/1984): art. 1
Product: Beschikking
Opmerking: Als rekencentrum werd aangewezen het Rijks Computercentrum in Limburg
Waardering: V 10 jaar
130.
Handeling: Het (doen) bijhouden van een of meer financiële administraties over jongeren
aan wie hulpverlening in het kader van justitiële jeugdzorg geboden wordt
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975); Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 2–8; Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
en inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 17; Besluit
subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen voor justitiële
kinderbescherming (Stb. 420/1992): art. 17; Besluit Privacyreglement financiële pupillenadministratie
(Stcrt. 123/1990): art. 3, art. 4
Product: Administratie, ponsbanden
Opmerking: Sinds 1992 moet deze administratie en de daarbij behorende bewijsstukken
minimaal 10 jaren bewaard blijven
Waardering: V 10 jaar
131.
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop gegevens voor de administratie van
jeugdigen moeten worden verschaft
Periode: 1975–
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 2; Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
en inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 17
Product: Formulieren, regeling
Opmerking: Formulieren werden vastgesteld in overleg met het Rijks Computercentrum.
Ze dienden voor de toevoer van gegevens van de Raad, kinderrechters en voogdij-instellingen.
De formulieren werden op het Ministerie verwerkt tot pondsbanden die aan het Rijks
Computercentrum gezonden worden. Na 1990 werd de administratie betreffende jeugdigen
van wie de hulpverlening door de Minister van Justitie gefinancierd wordt op het ministerie
zelf gedaan. De raad, kinderrechters, officieren van justitie en de voogdij-instellingen
leverden de gegevens aan.
Waardering: V 5 jaar
132.
Handeling: Het voeren van overleg met instanties over het wijzigen of vervangen van
het systeem ter verwerking van de gegevens voor de administratie van pupillen
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 3
Product: Beschikking, mededeling aan vertrouwenscommissie
Opmerking: De instanties waren de Nationale Federatie/WIJN, en het RijksComputercentrum/rekencentrum
Waardering: V 5 jaar
133.
Handeling: Het (doen) vervaardigen van overzichten van gegevens over pupillen, en
het verstrekken van die overzichten aan betrokken instanties en instellingen
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 5, art. 6
Product: Overzichten
Opmerking: deze lijsten mogen, wanneer ze namen van minderjarigen bevatten, alleen
worden verstrekt aan de Minister van Justitie, de Raad, voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
en kinderrechters worden verstrekt.
Waardering: V 5 jaar
134.
Handeling: Het overleggen van een verklaring over beschikbaarstelling en vernietiging
van de periodieke overzichten van gegevens over pupillen
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 6
Product: Verklaring
Opmerking: deze verplichting geldt ook voor (gezins-) voogdij-instellingen
Waardering: V 1 jaar na overlegging van de verklaring
137.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toestemming voor het verstrekken van gegevens
uit de financiële pupillenadministratie aan derden
Periode: 1975–
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 6; Besluit Privacyreglement financiële pupillenadministratie
(Stcrt. 123/1990): paragraaf 4, onder 4
Product: Beschikking
Opmerking: tot 1990 moest de Nationale Federatie/WIJN gehoord worden
Waardering: V 5 jaar
138.
Handeling: Het doen vervaardigen van statistische overzichten over instanties en groepen
van instanties, betrokken bij een maatregel van kinderbescherming
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 7
Product: Overzichten voor de Federatie/WIJN, de betrokken instanties en het Centraal
Bureau voor de Statistiek
Waardering: V 5 jaar
Vertrouwenscommissie financiële pupillenadministratie
139.
Handeling: Het benoemen van leden van de Vertrouwenscommissie financiële pupillenadministratie
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 9
Product: Beschikking
Opmerking: de nationale federatie gehoord
Waardering: V 10 jaar na uitdiensttreding
140.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden en reiskostenvergoedingen aan de leden
van de Vertrouwenscommissie financiële pupillenadministratie
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 9
Product: Uitkering, financiële administratie
Waardering: V 5 jaar
145.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van het reglement van de Vertrouwenscommissie
financiële pupillenadministratie
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 12
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
147.
Handeling: Het doorsturen van het jaarverslag van de Vertrouwenscommissie financiële
pupillenadministratie aan de Nationale federatie voor de kinderbescherming/WIJN
Periode: 1975–1990
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 13
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
148.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot inlichtingen over, inzage of verbetering
van gegevens in de administratie
Periode: 1975–
Grondslag: Besluit automatisering financiële pupillenadministratie kinderbescherming
(Stb. 79/1975): art. 15; Besluit Privacyreglement financiële pupillenadministratie
(Stcrt. 123/1990): art. 4, art. 11/art. 13
Product: Beschikking
Opmerking: Tot 1990 moest de Vertrouwenscommissie worden gehoord
Waardering: V 10 jaar
Registratie van gegevens noodzakelijk voor uitvoering van de Wjhv
149.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels over de gegevensverstrekking in het
kader van de jeugdhulpverlening
Periode: 1989–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 56
Product: AMvB o.a.:
Besluit gegevensverstrekking jeugdhulpverlening (Stb. 328/1993)
Opmerking: Over het beheer van de gegevens, de wijze waarop en de vorm waarin ze worden
aangeleverd en verwerkt, alsmede de organen belast met de verwerking
Waardering: B5
150.
Handeling: Het aanwijzen van de organen/rechtspersonen belast met de registratie van
gegevens over de jeugdhulpverlening
Periode: 1993–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 56
Besluit gegevensverstrekking jeugdhulpverlening (Stb. 328/1993): art. 3
Opmerking: Als verantwoordelijk orgaan/rechtspersoon werd aangewezen de Stichting
Registratie Jeugd voorzieningen. De financiering van deze registratie wordt geregeld
via de Rijksbegroting. zie hiervoor het RIO/BSD Rijksbegroting
Waardering: B4
Centraal Meldingspunt Particulier
152.
Handeling: Het vaststellen van een registratieformulier voor het aanmelden van niet
direct of moeilijk plaatsbare jongeren bij het CMP
Periode: 1987–
Grondslag: Besluit CMP (Stcrt. 115/1987): 2
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
154.
Handeling: Het periodiek opstellen van overzichten van niet direct, of moeilijk in
een residentiele voorziening plaatsbare jeugdigen
Periode: 1987–
Grondslag: Besluit CMP (Stcrt. 115/1987): 3 en 4
Product: Wachtlijst, overzicht
Opmerking: de definitieve lijsten worden doorgegeven aan de residentiele voorzieningen,
WVC-toezicht en de inspecteur-ZIB’s van het Ministerie van Justitie
Waardering: V 10 jaar
156.
Handeling: Het houden van toezicht op het opnamebeleid van residentiële voorzieningen
Periode: 1987–
Grondslag: Besluit CMP (Stcrt. 115/1987): 5
Product: Rapportages, overleg
Waardering: B5
Zakenregistratie Raden voor de Kinderbescherming
158.
Handeling: Het aanwijzen van personen en instellingen die bevoegd zijn tot kennisneming
van gegevens in de zakenregistratie van de Raad
Periode: 1991–
Grondslag: Privacyreglement zakenregistratie Raden voor de kinderbescherming (Stcrt.
126/1991): art. 9
Product: Beschikking, besluit
Waardering: B4
160.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toestemming tot verstrekking van persoonsgegevens
uit de zakenregistratie van de Raad, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Periode: 1991–
Grondslag: Privacyreglement zakenregistratie Raden voor de kinderbescherming (Stcrt.
126/1991): art. 10
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
Gezag over minderjarigen
188.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toestemming voor een huwelijk van een
minderjarige
Periode: 1948–
Grondslag: BW (Stb. H232/1947): art. 98, art. 119; BW, zoals gewijzigd bij de Bkb
(Stb. 403/1961): art. 98; NBW (Stb. 167/1969): art. 40; NBW (Stb. 391/1972): art.
40; NBW (Stb. 334/ 1987): art. 31
Product: Beschikking, mededeling aan het Openbaar Ministerie
Waardering: V 5 jaar
191.
Handeling: Het aanwijzen van de Raad die de invordering van de onderhoudsgelden op
zich neemt
Periode: 1993–1997
Grondslag: NBW (Stb. 539/1993): art. 408
Product: Besluit
Opmerking: Aangewezen werd de Raad te Den Haag. De Dependance Gouda van deze raad
nam het werk op zich.
Waardering: V 5 jaar
193.
Handeling: Het bepalen van het deel van het bedrag dat door de Gemeentelijke Sociale
Dienst in mindering op het aan de Raad uit te keren bedrag voor onderhoudskosten mag
worden gebracht
Periode: 1993–1997
Grondslag: NBW (Stb. 539/1993): art. 240
Product: ministeriële regeling
Waardering: V 5 jaar
197.
Handeling: Het wijzigen van de bij rechtelijke uitspraak of overeenkomst vastgestelde
bedragen voor levensonderhoud
Periode: 1973–
Grondslag: NBW (Stb. 390/1972): art. 402a
Product: beschikking
Opmerking: het gaat om indexering van uitkeringen voor levensonderhoud, de Minister
van Justitie stelt het percentage vast waarmee deze uitkeringen van rechtswege worden
aangepast
Waardering: V 5 jaar
198.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor het door de rechter of de Raad ten laste
van de staat brengen van de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarigen
Periode: 1945–
Grondslag: BW (Stb. H232/1947): art. 469a
Product: AMvB, o.a.: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964)
Waardering: B5
199.
Handeling: Het vaststellen van de ouderbijdrage verschuldigd voor de justitiële hulpverlening
Periode: 1995–1997
Grondslag: Wjhv (Stb. 225/1995): art. 44f
Product: beschikking
Opmerking: de Minister van Justitie kan dit overdragen aan een door hem aan te wijzen
instantie, dat was tot 1997 formeel de dependance Gouda van de Raad te Den Haag
Waardering: V 5 jaar
200.
Handeling: Het aanwijzen van een instantie die de ouderbijdrage verschuldigd voor
de justitiële en vrijwillige hulpverlening mag vaststellen en innen
Periode: 1995–1997
Grondslag: Wjhv (Stb. 225/1995): art. 41f
Product: besluit o.a.: Besluit (Stcrt.81/1995) houdende aanwijzing van De raad Den
Haag voor de vaststelling en inning van bijdragen bij justitiële kinderbescherming
en vrijwillige jeugdhulpverlening
Opmerking: Dit (of liever de dependance Gouda van deze raad) is de voorloper het LIBIO
Waardering: V 5 jaar
201.
Handeling: Het vaststellen van het formulier waarmee gegevens over kosten van secundaire
jeugdhulpverlening aan de ministers ter kennis wordt gebracht
Periode: 1995–
Grondslag: Wjhv (Stb. 225/1995): art. 32
Product: formulier
Waardering: V 5 jaar
202.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels over de hoogte van de (ouderlijke/jeugdige)
eigen bijdrage verschuldigd voor de kosten van de hulpverlening
Periode: 1995–
Grondslag: Wjhv (Stb. 225/1995): art. 41a.
Product: AMvB o.a.: Besluit bijdragen justitiële en vrijwillige jeugdhulpverlening
(Stb. 226/1995)
Waardering: B5
Adoptie Buitenlandse Pleegkinderen
208.
Handeling: Het beslissen over de opneming van een buitenlands pleegkind
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 2–art. 7,
art. 12. Art. 13
Product: Beschikking, aanwijzing de Raad, voorlichting, mededeling aan het Openbaar
Ministerie
Opmerking: verlenen, afwijzen, verlengen, intrekken en herziening van een dergelijke
beslissing. Bij herzieningsprocedure komt het College van Advies voor de (Justitiële)
Kinderbescherming eraan te pas.
Waardering: B 7 bij plaatsing van een pleegkind;
V 5 indien geen plaatsing heeft plaatsgevonden.
210.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels over hoe de organisatie, inhoud en
bekostiging van de algemene voorlichting voor aspirant-pleegouders geregeld wordt
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 5
Product: AMvB
Opmerking: –
Waardering: B 1
212.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die de minister vertegenwoordigen bij vergaderingen
over herziening van beginseltoestemming
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 7
Waardering: V 10 jaar
213.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels over de herziening van beslissingen
over beginseltoestemming voor opneming van buitenlandse pleegkinderen
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 7
Waardering: B 1
Bemiddelingsorganisaties adoptie
214.
Handeling: Het beslissen over erkenning van een bemiddelingsorganisatie voor opname
van buitenlandse pleegkinderen
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 16–art. 23,
art. 25
Product: Beschikking, publicatie in de Staatcourant, correspondentie
Opmerking: Dit is inclusief het toezicht op de naleving der voorwaarden. In het kader
van deze handeling ontvangt de Minister van Justitie jaarverslagen en financiële verantwoordingsgegevens
van de vergunninghouders.
Waardering: B4
215.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere regels voor bemiddelingsorganisaties voor
opname van buitenlandse pleegkinderen
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 16
Product: AMvB
Waardering: B5
216.
Handeling: Het vaststellen van regels over de gegevens die door de vergunninghouder
in verband met het toezicht moeten worden verstrekt
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 20
Product: Circulaire, publicatie in de staatscourant
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
217.
Handeling: Het bij AMvB stellen van eisen aan het jaarverslag en de financiële verantwoordingsgegevens
van bemiddelingsorganisaties voor opneming van buitenlandse pleegkinderen
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 23
Product: AMvB
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
218.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de bemiddelingsorganisaties
voor opname van buitenlandse pleegkinderen
Periode: 1988–
Grondslag: Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Stb. 566/1988): art. 25
Product: Aanwijzing, publicatie in de Staatscourant
Waardering: V 10 jaar
Jeugdbeschermingsrecht: maatregelen van kinderbescherming
239.
Handeling: Het vergoeden van kosten gemaakt i.v.m. een maatregel van OTS
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88): art. 15; Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling
(Stb. 527/1969): art. 14
Product: Subsidie
Waardering: V 10 jaar
240.
Handeling: Het vaststellen van regels voor de vergoeding van kosten gemaakt i.v.m.
een maatregel van OTS
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88): art. 15; Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling
(Stb. 527/1969): art. 14
Product: Regeling
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
241.
Handeling: Het vaststellen van regels voor de opname van minderjarigen met een maatregel
van OTS in justitiële inrichtingen van het rijk of particulieren
Periode: 1945–1990
Grondslag: Besluit van 19 juni 1922 (Stb. 402): art. 14; Besluit van 3 maart 1948
(Stb. I 88): art. 16, art. 17; Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling (Stb. 527/1969):
art. 16
Product: Circulaire
Waardering: B 1
242.
Handeling: Het machtigen van de kinderrechter om een minderjarige met een maatregel
van OTS te laten opnemen in een particuliere inrichting
Periode: 1945–1990
Grondslag: Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88): art. 18; Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling
(Stb. 527/1969): art. 16
Product: Machtiging
Waardering: V 10 jaar
243.
Handeling: Het bij AMvB aanwijzen van observatiehuizen waarin de geestelijke en lichamelijke
toestand van minderjarigen met een maatregel van OTS onderzocht kan worden
Periode: 1945–1990
Grondslag: Burgerlijk Wetboek (Stb. 834/1921): art. 373m; BW (Stb. H232/1947): art.
372a; NBW (Stb. 167/1969): art. 262
Product: AmvB, o.a.:
1. Besluit van 19 juni 1922 (Stb. 402);
2. Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88);
3. Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling (Stb. .527/1969);
4. Besluit van 23 mei 1990 Stb. 257/1990 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit
ondertoezichtstelling
Opmerking: In observatiehuizen kunnen kinderen in het kader van een OTS met uithuisplaatsing
voor 3 maanden, met 1 keer verlenging geplaatst worden. Onder de Wjhv komt deze handeling
niet meer voor; de observatiehuizen vallen nu onder de verantwoordelijkheid van de
Minister waaronder Welzijn ressorteert.
Waardering: B5
244.
Handeling: Het bij AMvB aanwijzen van gestichten of inrichtingen bestemd voor opneming
van minderjarigen met een maatregel van OTS die bijzondere tucht behoeven/voor wie
dit in het belang van opvoeding en verzorging noodzakelijk is
Periode: 1945–1995
Grondslag: BW (Stb. 834/1921): art. 373n; BW (Stb. H232/1947): art. 372b; NBW (Stb.
167/1969): art. 262
Product: AMvB, o.a.:
1. Besluit van 19 juni 1922 (Stb. 402);
2. Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88);
3. Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling (Stb. 527/1969)
Opmerking: In gestichten of inrichtingen voor bijzondere tucht kunnen kinderen onder
de 14, in het kader van een OTS met uithuisplaatsing voor 6 maanden geplaatst worden.
Kinderen boven de 14 kunnen voor 1 jaar geplaatst worden. Er is 1 keer verlenging
van de termijn mogelijk. In 1986/1987 ging het meerdendeel van de tehuizen voor bijzondere
tucht over naar de Minister waaronder Welzijn ressorteert. De bevoegdheid voor de
Minister van Justitie bleef bestaan voor 8 particuliere inrichtingen en de inrichtingen
van het rijk. In 1995 wordt de aanwijzing niet meer geregeld via een AMvB maar via
een ministeriele regeling.
Waardering: B5
245.
Handeling: Het aanwijzen van gesloten inrichtingen die voor plaatsing van minderjarigen
met een maatregel van OTS in aanmerking kunnen komen
Periode: 1995–
Grondslag: NBW1 (Stb. 255/1995): art. 261
Product: Ministeriele regeling o.a.:
Besluit van 27 oktober 1995 (Stcrt. 211)
Waardering: B5
246.
Handeling: Het ontslaan van een minderjarige met een maatregel van OTS uit een Rijksinrichting
Periode: 1945–
Grondslag: BW (Stb. 834/1921): art. 373o.2, art. 436a; BW (Stb.. H232/1947): art.
372b;
NBW1 (Stb. 167/1969): art. 263; Besluit van 3 maart 1948 (Stb. I 88): art. 20;
Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling (Stb. 527/1969): art. 17; NBW (Stb. 255/1995):
art. 261
Product: Beschikking, overleg met de kinderrechter, mededeling aan de kinderrechter
Waardering: V 5 jaar
247.
Handeling: Het bij AMvB geven van nadere voorschriften voor de uitvoering van de maatregel
van OTS
Periode: 1945–1995
Grondslag: BW (Stb. 834/1921): art. 374; Wetboek van Strafrecht (Stb. 834/1921): art.
39decies; BW (Stb. H232/1947): art. 373; NBW (Stb. 167/1969): art. 265
Product: AMvB, o.a.:
1. Besluit (Stb. I 88/1948)
2. Uitvoeringsbesluit ondertoezichtstelling (Stb. 527/1969)
Waardering: B5
Regelgeving jeugdstrafrecht
254.
Handeling: Het bij KB vaststellen van de maximale duur van de gevangenisstraf voor
minderjarigen onder de 18
Periode: 1945–1965
Grondslag: WSv (Stb. 308/1925): art. 487.2
Product: Koninklijk besluit
Waardering: B 1
255.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor de tenuitvoerlegging van het jeugdstrafrecht
Periode: 1945–
Grondslag: Wetboek van Strafrecht (Stb. 63/1901): art. 39bis; KbW (Stb. 64/1901):
art. 3 en 21; WS (Stb. 402/1961): art. 77ff; Bkb (Stb. 403/1961): art. 30; WS (Stb.
358/1989): art. 77g bis, art.77ff
Product: AMvB, o.a. :
1. Kbb Besluit van 15 juni 1905 (Stb. 209)
2. Besluit van 7 juli 1954 (Stb. 296)
3. Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964)
4. Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht (Stb. 165/1990)
5. Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994 (Stb. 866/1994)
Waardering: B 1
256.
Handeling: Het bij AMvB geven van voorschriften ter uitvoering van de opschorting
van de gevangenisstraf
Periode: 1945–1965
Grondslag: WS (Stb. 63/1901): art: 39sexies
Product: AMvB, o.a.:
Uitvoeringsregeling opschorting gevangenisstraf.
Waardering: B 1
257.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor door de Staat te betalen kosten van
de straffen van arrest en plaatsing in een tuchtschool
Periode: 1970–1989
Grondslag: Bkb (Stb. 167/1969): art. 31.2
Product: AMvB
Waardering: B 1
258.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor de uitvoer en bekostiging van alternatieve
sancties binnen het jeugdstrafrecht (Halt-projecten en leerprojecten)
Periode: 1995–
Grondslag: WS (Stb. 528/1994): art. 77e , art. 77ff , art. 77m
Product: AmvB
Waardering: B 1
259.
Handeling: Het vaststellen van regels over de gegevens die de directeur van een tuchtschool
in zijn advies over de voorwaardelijke invrijheidstelling van een tuchtschoolpupil
moet verstrekken
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 12
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B 1
260.
Handeling: Het vaststellen van het formulier voor de verslaglegging over een voorwaardelijk
uit een rijksopvoedingsgesticht of particuliere instelling ontslagen minderjarige
met jeugd-TBR
Periode: 1945–1965?
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 173
Product: Ministeriële regeling/circulaire
Opmerking: dit verslag (of eventuele bijzondere mededelingen) wordt gezonden naar
de directeur van het rijksopvoedingsgesticht of het bestuur van de particuliere instelling
waar de minderjarige verpleegd werd; deze zend het dan door aan de Minister van Justitie
Waardering: V 5 jaar
284.
Handeling: Het beslissen over hoe verder te handelen met een jongere aan wie een maatregel
van jeugd-TBR, plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling of plaatsing
in een inrichting voor jeugdigen is opgelegd
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 12, art. 20; Kbb (Stb. 209/1905): art. 83, art.
84, art. 123; Bkb (Stb. 403/1961): art. 27, art. 28; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 185, art. 186, art. 190/193, art. 197, art. 198, juncto art.
220; WS (Stb. 358/1989): art. 77hbis; Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht (Stb.
165/1990): art. 2, art. 3, juncto art. 20; WS (Stb.. 528/1994): art. 77s
Product: Beschikking, terugzending van het dossier aan het Openbaar Ministerie beschikking,
kennisgeving (onder bijvoeging van het dossier) aan Openbaar Ministerie, mededeling
aan de Raad, correspondentie/overleg met instelling (aanvaard de instelling de opdracht
dan bijvoeging van het dossier en na verblijf in rijksinrichting ook rapport over
het verblijf aldaar), correspondentie met/advies van directeur van een rijksinrichting
Opmerking: De Minister van Justitie kan een opdracht tot verpleging en opvoeding verstrekken
aan een instelling, meestal een voogdij-instelling , die de jeugdige plaatst in een
inrichting of pleeggezin. Hij kan het kind ook plaatsen in een rijksinrichting, of
doen opnemen in een particuliere inrichting voor kinderbescherming.
Sinds 1956 moet hij zijn beslissing melden aan de Raad, tussen 1965 en 1995 moest
de Raad zelfs worden gehoord. Ook de rechter kan een advies indienen. Wordt de jongere
overgeplaatst van een rijksinrichting dan wordt de directeur van een rijksinrichting
gehoord
Waardering: V 10 jaar
307.
Handeling: Het beslissen over de plaats van tenuitvoerlegging van de straf van jeugddetentie
of de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Periode: 1995–
Grondslag: WS (Stb. 528/1994): art. 77v. art77w
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
310.
Handeling: Het in een krankzinnigengesticht, ziekenhuis of andere inrichting doen
opnemen van een verpleegde uit een tuchthuis of rijksinrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 17
Product: Beschikking tot overbrenging
Waardering: V 10 jaar
313.
Handeling: Het in afwijking van de normale bestemming van rijksobservatiehuizen, plaatsen
van een minderjarige aldaar
Periode: 1954–
Grondslag: Besluit van 7 juli 1954 (Stb. 296): art. 98
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
303.
Handeling: Het beslissen over de (plaats van) tenuitvoerlegging van een maatregel
van jeugd-TBR, plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling of plaatsing
in een inrichting voor jeugdigen
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 12, art. 20; Kbb (Stb. 209/1905): art. 83, art.
84, art. 123; Bkb (Stb. 403/1961): art. 27, art. 28; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 185, art. 186, art. 190/193, art. 197, art. 198, juncto art.
220; WS (Stb. 358/1989): art. 77hbis; Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht (Stb.
165/1990): art. 2, art. 3, juncto art. 20; WS (Stb.. 528/1994): art. 77s; Besluit
tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994 (Stb. 866/1994): art. 2, art. 3
Product: Beschikking, terugzending van het dossier aan het Openbaar Ministerie beschikking,
kennisgeving (onder bijvoeging van het dossier) aan Openbaar Ministerie, mededeling
aan de Raad, correspondentie/overleg met instelling (aanvaard de instelling de opdracht
dan bijvoeging van het dossier en na verblijf in rijksinrichting ook rapport over
het verblijf aldaar), correspondentie met/advies van directeur van een rijksinrichting
Waardering: V 10 jaar
299.
Handeling: Het beslissen over vervroegde beëindiging van een PIJ-maatregel
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994 (Stb. 866/1994): art. 5,
art.6, art.8, art. 9, art. 13
Opmerking: aan de vervroegde beëindiging kunnen voorwaarden worden gesteld. De Minister
van Justitie wijst bij zijn beschikking de toezichthouder aan en een instelling die
belast is met het verlenen van hulp en steun bij de naleving van de voorwaarden
Waardering: V 10 jaar
307.
Handeling: Het, na overleg met de rechter die de straf heeft opgelegd, bepalen dat
de tuchtschoolstraf in een andere rijksinrichting wordt ondergaan
Periode: 1965–1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 221
Waardering: V 10 jaar
284.
Handeling: Het beslissen over (voorwaardelijk) beëindiging van een maatregel van jeugd-TBR
of van plaatsing in een inrichting voor bijzondere beHandeling: –
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 18; Kbb (Stb. 209/1905): art. 165–174bis; Kbb
(Stb. 337/1956): art. 165–174; WS (Stb. 402/1961): art. 77q, art. 77r; Bkb (Stb. 403/1961):
art. 29; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art.51, art. 204/art.
213, juncto art. 220; Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht (Stb. 165/1990): art.
6/art. 15, juncto art. 22
Product: Beschikkingen, voorwaarden, ontslagbrief, mededeling aan directeur van een
rijksinrichting of mededeling aan bestuur van voogdij-instelling, mededeling aan de
Raad, mededeling aan het Openbaar Ministerie, mededelingen aan particuliere instellingen
voor gezinsvoogdij/reclassering
Opmerking: voor de beslissing over het ontslag moet eerst de directeur van het rijksopvoedingsgesticht,
of het bestuur van de particuliere instelling gehoord worden; sinds 1956 moet de Minister
van Justitie ook de Raad horen.
Aan het ontslag worden meestal voorwaarden verbonden. De minister wijst dan ook een
toezichthouder aan: meestal een jeugdreclasseringsvereniging of -stichting. Deze toezichthouder
doet de minister verslag door tussenkomst van de directeur of het bestuur van de inrichting
waar de minderjarige voor het ontslag verpleegd werd. Tot 1956 waren ook ‘rijksagenten
(of ambtenaren) voor het voorwaardelijk ontslag’ die belast waren met het toezicht
op voorwaardelijk ontslagenen minderjarigen.
Vanaf 1956 kan de Raad voor de kinderbescherming opdrachten van de minister krijgen
i.v.m. het uit te voeren toezicht op deze voorwaardelijk ontslagenen. Wanneer het
ontslag wordt ingetrokken wordt de minderjarige meestal teruggeplaatst naar de instelling
die hem voor het voorwaardelijk ontslag verpleegde; de Minister van Justitie beslist
na advies van degene die belast is met het toezicht. zowel de Raad als de directeur
van een rijksinrichting of het bestuur van een particuliere inrichting kunnen een
voorstel tot beëindiging doen. Bij voorwaardelijke beëindiging wordt een particuliere
instelling voor gezinsvoogdij/reclassering aangewezen voor het verlenen van hulp en
steun bij het naleven van de voorwaarden. Wordt de voorwaardelijke beëindiging omgezet
in een onvoorwaardelijke dan krijgt deze laatste instelling dat uiteraard ook te horen.
Tot 1990 was de Minister van Justitie is bevoegd tot wijziging van de voorwaarden
en schorsing van de beëindiging. In het kader van deze handeling ontvangt de Minister
van Justitie driemaandelijkse verslagen van de toezichthouder.
Ook de kinderrechter kan deze handeling verrichten (WS: art. 77q en 77 r)
Waardering: V 10 jaar
289.
Handeling: Het, na afloop van een maatregel van jeugd-TBR, opschorten van een gevangenisstraf
Periode: 1945–1965
Grondslag: WS (Stb. 63/1901): art. 39quater; Besluit van 15 juni 1905 (Stb. 208):
art. 1–3, art. 8.3, art. 9.1, art. 12, art. 13
Product: Beschikking, (duplicaat)verlofpas, besluit tot schorsing of herroeping, mededelingen
aan het Openbaar Ministerie, mededelingen aan de hoofden der politie, mededelingen
aan het Openbaar Ministerie, mededeling aan directeur van de (rijks)inrichting
Opmerking: De procedure en de bevoegdheden worden geregeld bij AMvB (Stb. 208/1905)
Waardering: V 10 jaar
290.
Handeling: Het houden van toezicht op jongeren met jeugd-TBR die voorwaardelijk ontslagen
zijn uit tuchtscholen, rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen of particuliere
instellingen
Periode: 1945–1994
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 18; Uitvoeringsbesluit inderbescherming (Stb.
327/1964): art. 214, juncto art. 220; Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht (Stb.
165/1990): art. 16, juncto art. 22
Product: Tweejaarlijks verslag aan het Openbaar Ministerie
Waardering: V 10 jaar
315.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor de opname van pupillen van voogdij-instellingen
in rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen
Periode: 1965–1990
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 19.2, art. 20.2
Product: AMvB, o.a.: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964)
Waardering: B 1
316.
Handeling: Het vaststellen van het model van de verklaring tot verzoek van opneming
van een verpleegde in een rijksopvoedingsgesticht
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 179
Waardering: V 5 jaar
317.
Handeling: Het (op verzoek van een particuliere instelling) in een rijksinrichting
opnemen van een minderjarige
Periode: 1945–1989
Grondslag: KbW (Stb. H 232/1947): art. 16, art. 20; Kbb (Stb. 209/1905): art. 179;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 178/art. 180
Product: Bevel tot opneming
Opmerking: hiermee vervalt de subsidie die de particuliere instelling voor de minderjarige
ontving. De kosten voor overbrenging en terugvoering komen ten laste van de vereniging.
De procedure wordt geregeld in Kbb (Stb. 209/1905): art. 179–182. Sinds 1956 wordt
dit verzoek ingediend middels tussenkomst van de Raad.
Waardering: V 10 jaar
321.
Handeling: Het, op voorstel van de directeur van een rijksinrichting, ontslaan van
een jongere die op verzoek van een particuliere instelling geplaatst werd
Periode: 1945–1965
Grondslag: KbW (Stb. H 232/1947): art. 16, art. 20; Kbb (Stb. 209/1905): art. 182
Product: Bevel tot ontslag
Waardering: V 10 jaar
Inrichtingen van het Rijk
323.
Handeling: Het houden van toezicht op het beleid en de toestand in de rijksinrichtingen/justitiële
jeugdinrichtingen
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 5.1; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 146; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 67; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 67
Opmerking: In het kader van deze handeling ontvangt de Minister van Justitie o.a.
jaarlijks een verslag van de directeur, en verder mededelingen over bijzonder omstandigheden.
Ook ontvangt hij verslagen/mededelingen van de commissies van Toezicht
Waardering: B5
324.
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan een directeur van een rijksinrichting
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 17, juncto art. 90; Bkb (Stb. 403/1961): art.
21; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 144
Product: Aanwijzing
Waardering: B 5
Indeling van jeugdinrichtingen van het rijk & distributie jongeren
326.
Handeling: Het bepalen van het aantal, de plaats, de naam en de bestemming van rijksinrichtingen/justitiële
jeugdinrichtingen van het rijk/inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 3; Besluit van 4 september 1926 (Stb. 323): art.
7; Kbb (Stb. 331/1933): art. 44bis; Besluit van 7 juli 1954 (Stb. 296): art. 96.3;
Bkb (Stb. 403/1961): art. 15.2; art. 17.3; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 58
Product: o.a.: AmvB:
1. Kbb (Stb. 209/1905)
2. Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964)
Ministeriële regeling/circulaire
Plan, overleg met provinciale besturen en vertegenwoordigers steunfuncties en uitvoerders,
publicatie in de Staatscourant
Opmerking: Dit wordt tot 1990 geregeld per AMvB en ministreiele regeling. Vanaf 1990
stelt de Minister van Justitie ieder jaar het de justitiële inrichtingen betreffende
deel van het grotere jeugdhulpverleningsplan op grond van de Wjhv (Stb. 360/1989):
art. 58 vast.
Waardering: B 1
327.
Handeling: Het vaststellen van onderscheidingstekenen voor verpleegden in de 3e klasse
van een tuchtschool
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 456/1916): art. 49octies, art. 53
Product: Ministerieel besluit
Waardering: V 5 jaar
329.
Handeling: Het toestaan van afwijking van de normale leeftijdsindeling voor de tuchtschool
in Nijmegen
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 331/1933): art. 43
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
330.
Handeling: Het machtigen van een directeur van een tuchtschool tot het voor een bepaalde
termijn terugplaatsen van verpleegden naar de 1e klasse
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij Besluit van 17 juni 1933 (Stb.
331): art. 48.5, art. 49bis.3, art. 53
Product: Machtiging
Waardering: V 5 jaar
331.
Handeling: Het machtigen van de directeur van een tuchtschool, tot verlenging van
de termijn van verblijf in de 1e klasse voor een verpleegde
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij Besluit van 25 september 1916
(Stb. 456): art. 49bis, art. 53
Product: Machtiging
Waardering: V 5 jaar
335.
Handeling: Het machtigen van de directeur van het rijksopvoedingsgesticht Doetichem,
tot verlenging van de termijn van verblijf in de 1e afdeling voor een verpleegde
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905) ), zoals gewijzigd bij besluit van 23 september 1910
(Stb. 291): art. 97
Product: Machtiging
Waardering: V 5 jaar
Rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen; Reglementen & verslaglegging
337.
Handeling: Het vaststellen van een rechtspositiereglement voor minderjarigen opgenomen
in rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen
Periode: 1983–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 177a; Besluit
regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art. 14
Product: Besluit, o.a.:
Besluit van de Staatssecretaris van 28 maart 1984 (Stcrt. 114/1984): Reglement betreffende
de rechtspositie van hen die in rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen voor
kinderbescherming zijn opgenomen.
Waardering: B 1
338.
Handeling: Het vaststellen van huishoudelijke reglementen voor rijksinrichtingen/justitiële
jeugdinrichtingen en de nadere regeling der werkzaamheden van de Commissies van Toezicht
Periode: 1945–1983
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 22
Product: Besluit
Waardering: B4
339.
Handeling: Het beslissen op een verzoek om goedkeuring van het huisreglement van een
rijksinrichting
Periode: 1983–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 177a ;
Reglement rechtspositie rijksinrichtingen (Stcrt. 114/1984): art. 2;
Waardering: B5
341.
Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor de verslaglegging door de directeur
van een rijksinrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 21
Product: Ministeriële regeling/circulaire
Waardering: V 5 jaar
342.
Handeling: Het vaststellen van regels voor de verslaglegging over het verblijf buiten
de groep en de toepassing van afzondering in de rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen
Periode: 1983–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 160e; Besluit
regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art. 18
Product: Regeling
Waardering: B 1
343.
Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor de inrichting van de aantekeningen
en de persoonsbeschrijving van verpleegden in rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 27, juncto art. 9; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 159.2
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B5
347.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van een voorstel voor een
dagverdeling voor een rijksinrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 22, juncto art. 90
Product: Beschikking
Waardering: B 5
352.
Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar die de vergadering van de Commissie van
toezicht kan bijwonen
Periode: 1965–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 156; Uitvoeringsbesluit
kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 156;
Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art.
41
Product: Aanwijzing
Opmerking: de directeur van een rijksinrichting woont de vergaderingen van de commissie
bij, de commissie mag in bijzondere gevallen echter zonder hem vergaderen
Waardering: V 5 jaar
355.
Handeling: Het bij AMvB geven van verdere taken en samenstelling van de commissies
van toezicht voor de rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen worden geregeld
Periode: 1982–
Grondslag: Bkb (Stb. 273/1982): art. 26k; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 80
Product: AMvB; o.a.: Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
(Stb. 112/1990)
Waardering: B 1
359.
Handeling: Het toekennen van vacatiegelden, reiskostenvergoedingen, bezoldigingen
e.d. aan leden van de Commissie van toezicht voor de rijksinrichtingen/justitiële
jeugdinrichtingen
Periode: 1983–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 157c;
Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 112/1990): art.
43
Waardering: V 5 jaar
363.
Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan de klachtencommissie van een rijksinrichting
Periode: 1983–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 157
Waardering: V 5 jaar na opheffing functie
365.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor de beloning van toegevoegde advocaten
bij zaken van jongeren voor de klachtencommissie van een rijksinrichting
Periode: 1983–
Grondslag: Bkb (Stb. 273/1982): art. 26g; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 76
Product: AMvB, o.a.:
Besluit van 19 december 1989 (Stb. 3/1990) tot wijziging van de bijlage, behorende
bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand in strafzaken (Stb. 431/1987)
Waardering: V 5 jaar
Rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen; Opvoeding en verzorging verpleegden
374.
Handeling: Het beslissen in gevallen waarin het Reglement rechtspositie rijksinrichtingen
(Stcrt. 114/1984) niet voorziet
Periode: 1984–
Grondslag: Reglement rechtspositie rijksinrichtingen (Stcrt. 114/1984): art. 54
Product: Beschikking
Waardering: B 1
383.
Handeling: Het verlenen van verlof aan verpleegden de rijksinrichting tijdelijk te
verlaten
Periode: 1945–1965
Grondslag: WS: art. 16; Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 13–18
;WS (Stb. 528/1994): art. 77j; Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
(Stb. 112/1990): art. 29; Kbb (Stb. 209/1905): art. 30, juncto art. 91
Product: Beschikking, verlofpas
Waardering: V 10 jaar
377.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toelating van bezoek tot een verpleegde
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 32, juncto art. 91
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
378.
Handeling: Het bepalen welke kledingstukken en uitrustingsstukken die van rijkswege
zijn verstrekt, in het bezit gelaten kunnen worden bij het ontslag van een verpleegde
uit een rijksopvoedingsgesticht
Periode: 1945–1965
Grondslag: Besluit van15 juni 1905 (Stb. 208), zoals gewijzigd bij besluit van 25
september 1916 (Stb. 456): art. 113
Waardering: V 10 jaar
379.
Handeling: Het vaststellen van regels over de voeding der jongeren
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 35, juncto art. 93; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 165
Waardering: V 5 jaar
381.
Handeling: Het voorzien in het geneeskundig toezicht, de geneeskundige verzorging
en de verstrekking van geneesmiddelen; en het geven van regelen volgens welke niet
aan een rijksinrichting verbonden geneeskundigen in consult kunnen worden geroepen
en de behandeling aan specialisten toevertrouwd
Periode: 1954–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (Stb. 96/1954): art. 39,
juncto art. 95; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 167
Product: Beschikking,
Opmerking: vergoeding van kosten gaat waarschijnlijk op de normale rekening? Besluit
van 7 juli 1954 (Stb. 296): art. 39: aan ieder tuchtschool zijn een huisarts en psychiater
verbonden.
Waardering: V 5 jaar
384.
Handeling: Het, de inspecteur van de geneeskundige dienst van de landmacht gehoord,
beslissen op een verzoek tot goedkeuring van een contract tot levering van geneesmiddelen,
af te sluiten tussen een apotheker en een rijksinrichting
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 41, juncto art. 95
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
386.
Handeling: Het vaststellen, wijzigen, intrekken van nadere regels over de wijze van
uitvoering van het urineonderzoek bij jongeren in inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
Periode: 1995–
Grondslag: Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 104/1995):
art. 31a
Waardering: B5
Rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen; Beloning en beheer uitgaanskas
388.
Handeling: Het vaststellen van regels voor zakgeld en geldelijke beloning voor verrichte
arbeid voor in rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen opgenomen jongeren
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van15 juni 1905 (Stb. 208), zoals gewijzigd bij besluit van 23
september 1910 (Stb. 291): art. 63; Kbb (Stb. 209/1905): art. 109; Bkb (Stb. 403/1961):
art. 24.1; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 69
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B5
390.
Handeling: Het beslissen op een verzoek van een directeur van een rijksinrichting,
om de uitgaanskas te mogen overschrijven aan het bestuur van een particuliere instelling
of de instelling of persoon belast met het toezicht op de verpleegde na ontslag
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij Besluit van 23 september 1910
(Stb. 291): art. 78, juncto art. 112
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
392.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot machtiging van de directeur van een rijksinrichting
tot uitvoering van de disciplinaire straf van water en brood of boeiing
Periode: 1954–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit (Stb. 296/1954): art.
11, juncto art. 72.2
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
493.
Handeling: Het vaststellen van het model van het register van strafoplegging aan verpleegden
in een rijksinrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 111, juncto art. 72
Product: Ministeriële regeling
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
394.
Handeling: Het machtigen van de directeur van een tuchtschool om af te wijken van
de normale termijnen van afzondering voor een verpleegde
Periode: 1954–?
Grondslag: Kbb (Stb. 296/1954): art. 43
Product: Beschikking
Waardering: B5
Rijksinrichtingen/justitiële jeugdinrichtingen; Godsdienst
396.
Handeling: Het benoemen/toelaten van geestelijke verzorgers voor rijksinrichtingen
Periode: 1945–1981
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 65, juncto art. 110; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 171
Product: Correspondentie, notulen, evt. toestemming tot betreding van het gesticht
Opmerking: wanneer de eisen van de godsdienst zich verzetten tegen de benoeming door
een wereldlijke overheid, wordt de benoeming verricht door de kerkelijke overheid.
De Minister van Justitie moet dan wel toestemming geven voor het betreden van de inrichting
Waardering: V 5 jaar na opheffing functie
397.
Handeling: Het toelaten van genootschappen op geestelijke grondslag die bijeenkomsten
in rijksinrichtingen organiseren
Periode: 1965–1981
Grondslag: Beginselenwet (Stb. 403/1961): art. 23.1 b; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 169
Product: Besluit
Opmerking: aan iedere inrichting zijn naar behoefte geestelijk verzorgers van protestantse,
rooms-katholieke en Israëlitische gezindte verbonden. Op protestantse en rooms-katholieke
geestelijke verzorging wordt toezicht uitgeoefend door de hoofdpredikant en de hoofdaalmoezenier
bij de inrichtingen van Justitie
Waardering: B 1
Rijksinrichtingen/justitiele jeugdinrichtingen; Onderwijs en arbeid
398.
Handeling: Het uitoefenen van toezicht op protestantse en rooms-katholieke geestelijke
verzorging in rijksinrichtingen voor jongeren
Periode: 1965–1981
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 170
Waardering: B 1
400.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van een plan voor het geven
van lager onderwijs aan opgenomen jongeren
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 58, art. 102; Besluit van 7 juli 1954 (Stb. 296):
art. 102 juncto art. 58/art. 61
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
403.
Handeling: Het vaststellen van regels waarbij de inrichting van de (handen)arbeid
voor de opgenomen jongeren van een tuchtschool geregeld wordt
Periode: 1945–1954
Grondslag: Besluit van 15 juni (Stb. 291/1910): art. 62
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B 1
405.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van plannen voor het geven
van vakonderricht aan jongeren in een rijksinrichting
Periode: 1945–1954
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 106
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
406.
Handeling: Het vaststellen van regels over de aan de jongeren in rijksinrichtingen
op te dragen arbeid
Periode: 1954–?
Grondslag: Kbb (Stb. 296/1954): art. 106, art. 107
Product: Ministeriële regeling
Waardering: B 1
Particuliere (gezags)instellingen en inrichtingen; Algemene regelgeving
407.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor kwaliteitseisen en subsidieverstrekking
aan particuliere instellingen voor voogdij, gezinsvoogdij en jeugdreclassering en
particuliere inrichtingen
Periode: 1965–
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 3.1.c, art. 4.1, art. 5, art. 8, art. 10.1, art.
14, art. 13.1, art. 13.2; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 60, art. 60, juncto art. 35,
art. 61, art. 61.4
Product: AMvB, o.a.:
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964)
Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stb. 354/1990)
Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen voor justitiële
kinderbescherming (Stb. 307/1990)
Waardering: B5
408.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels over de begroting en financiële controle
in verband met subsidieverstrekking aan voogdij-instellingen, gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringinstellingen
en particuliere inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
Periode: 1965–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 142; Besluit
subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen voor justitiële
kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 8, art. 12
Product: Ministeriële regeling, o.a.:
Regeling controleprotocol subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stcrt.
235/1994);
Besluit handhaving subsidieregels voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stcrt. 251/1994);
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
409.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de aanvaarding van voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
Periode: 1990–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 62
Product: Besluit, o.a.:
Besluit aanvaarding voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stcrt. 242/1989)
Waardering: B 1
Particuliere (gezags)instellingen en inrichtingen; Subsidie
410.
Handeling: Het verstrekken van subsidie aan voogdij-instellingen, gezinsvoogdij- en
jeugdreclasseringinstellingen en particuliere inrichtingen
Periode: 1945–
Grondslag: KbW (Stb. 64/1901): art. 12, art. 15; KbW (Stb. 322/1909): art. 16bis;
KbW (Stb. H 232/1947): art. 15, art. 20; KbW (Stb. 29/1954): art. 15; Kbb (Stb. 209/1905):
art. 175 juncto art. 158–art. 164, art. 177bis, art. 178; Kbb (Stb. 331/ 1933): art.
176;
Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 7; Bkb (Stb. 403/1961): art.
10, art. 11, art. 12, art. 14, art. 27; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 106/art. 114, art. 116, art. 119/art. 122, art. 139, art. 143; Wet
van 1 juli 1987 (Stb. 335): art. X; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 61, art.65; Besluit
subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen voor justitiële
kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 2, art. 3, art.5; Besluit handhaving subsidieregels
voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen ( Stcrt.251/1994)
Product: Subsidie
Opmerking: Vanaf 1965 geld het volgende systeem: na afloop van ieder jaar wordt door
de instelling een opgave gedaan van de hoofdelijke kosten en baten over het afgelopen
jaar. Op grond daarvan stelt de Minister van Justitie het bedrag van de subsidie voor
het komend jaar vast. De subsidie wordt per kwartaal voorlopig uitgekeerd,. Aan het
eind van het jaar wordt ze, na verrekening van eventueel tekort of teveel, definitief.
De instellingen ontvangen dus per pupil een subsidie, terwijl ook de ouders moeten
bijdragen in de kosten van verzorging. Deze ouderbijdrage liep via de Raad, tegenwoordig
via het LBIO.
Waardering: V 10 jaar
411.
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor experimenten op het beleidsterrein justitiële
jeugdzorg
Periode: 1990–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 53; Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
en inrichtingen voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 4
Waardering: V 10 jaar
Particuliere (gezags)instellingen en inrichtingen; Aanvaarding
412.
Handeling: Het beslissen over de aanvaarding van particuliere instellingen voor voogdij,
gezinsvoogdij, jeugdreclassering en nazorg
Periode: 1990–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 60, art. 63, art. 64; Besluit kwaliteitsregels
en taken voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stb. 354/1990): art. 2, art. 3; Besluit
aanvaarding voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen (Stcrt. 242/1989): art. 1/art.
6
Product: o.a.: besluiten, dossier, mededeling aan het samenwerkingsverband, kinderrechter
en de Raad
Opmerking: De instelling een werkplan en haar statuten in. De minister is verplicht
de kinderrechters en de Raden voor de kinderbescherming in het arrondissement te horen.
Tussen 1992 en 1995 zijn de instellingen tevens voorziening van pleegzorg
Waardering: B5
Particuliere (gezags)instellingen en inrichtingen; Toezicht
413.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren aan wie de particuliere instellingen en inrichtingen
voor justitiële kinderbescherming informatie over haar werkzaamheden moeten verstrekken
Periode: 1965–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 22; Wjhv (Stb.
360/1989): art. 67
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
Jeugdreclasseringsinstellingen; Algemene regelgeving
416.
Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften ter uitvoering van het Besluit
van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947)
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 20
Product: Ministeriële regeling/circulaire
Waardering: B 1
417.
Handeling: Het vaststellen van regels over de registers waarin particuliere jeugdreclasseringsinstellingen
de door hen behandelende gevallen moet aantekenen
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 5
Product: Circulaire
Waardering: B5
Jeugdreclasseringsinstellingen; Subsidie
418.
Handeling: Het vaststellen van regels over de inrichting van de financiële administratie
die door particuliere reclasseringsinstellingen moet worden bijgehouden
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 6
Product: Circulaire
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
419.
Handeling: Het vaststellen van regels over de toekenning van subsidie aan particuliere
reclasseringsinstellingen
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 7
Product: Circulaire
Waardering: B5
420.
Handeling: Het toekennen van subsidie aan particuliere reclasseringsinstellingen
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 7
Product: Subsidie, correspondentie
Waardering: V 5 jaar
Jeugdreclasseringsinstellingen; Aanvaarding
421.
Handeling: Het beslissen over de aanvaarding van een particuliere jeugdreclasseringsinstelling
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 4
Product: Beschikking, evt. voorwaarden
Opmerking: de instelling levert daartoe een schriftelijke verklaring in, waarin ze
zich bereid verklaart tot het uitvoeren van rechterlijke opdrachten tot het verlenen
van hulp aan, en toezicht op voorwaardelijk veroordeelde jeugdigen, en/of ze zich
bereid verklaart tot het uitvoeren van ministeriële opdrachten van bijzonder toezicht
op tot een tuchtschool veroordeelde, maar voorwaardelijk invrijheidgestelde jeugdigen.
De instelling moet zich daarbij onderwerpen aan de bepalingen van Besluit van 13 december
1947 (Stb. H 424/1947). De instelling kan overigens haar arbeid beperken tot een of
meer bepaalde groepen van personen.
Voor de aanvaarding moet de Minister van Justitie het Algemeen College van Toezicht,
Bijstand en Advies horen.
Waardering: B 1
Jeugdreclasseringsinstellingen; Toezicht
423.
Handeling: Het houden van toezicht op jeugdreclasseringsinstellingen
Periode: 1948–1965
Grondslag: Besluit van 13 december 1947 (Stb. H 424/1947): art. 5
Product: Huisbezoek, verslag, correspondentie met reclasseringsinstelling
Opmerking: de reclasseringsinstelling is verplicht te bevorderen dat aan deze ambtenaren
toegang tot de verblijfplaats van de jeugdigen wordt verschaft
Waardering: B 2
Gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringsinstellingen; Algemene regelgeving
424.
Handeling: Het vaststellen van voorschriften over de inrichting van het dossier dat
een gezinsvoogdij-instelling over ieder pupil moet bijhouden
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 44
Product: Circulaire
Opmerking: Onder het Besluit kwaliteitseisen en taken voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
(Stb. 354/1990), is de instelling verplicht zelf in haar werkplan aan te geven hoe
zij de dossiers inricht. De Minister van Justitie neemt kennis van de inhoud van het
werkplan
Waardering: B5
Gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringsinstellingen; Subsidie
425.
Handeling: Het vaststellen van het formulier waarmee gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringsinstellingen
subsidie kunnen aanvragen
Periode: 1965–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 139
Opmerking: dit betreft instellingen voor patroons en gezinsvoogden, jeugdreclassering
en nazorg.
Waardering: V 5 jaar
426.
Handeling: Het vaststellen van modellen voor de in te dienen begroting en werkplan
i.v.m. subsidieverstrekking gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringsinstellingen
Periode: 1990–
Grondslag: Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen
voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 8
Product: Modellen
Waardering: V 5 jaar
Gezinsvoogdij- en jeugdreclasseringsinstellingen; Aanvaarding
427.
Handeling: Het beslissen over de aanvaarding van particuliere instellingen voor patroons
en gezinsvoogden, jeugdreclassering en nazorg
Periode: 1965–1990
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 4; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 14, art. 15, art. 22–art. 25;
Product: o.a.: besluiten, dossier, mededeling aan het samenwerkingsverband, kinderrechter
en de Raad
Opmerking: De instelling levert daartoe een schriftelijke verklaring in bij de minister,
waarin zij verklaart zich te onderwerpen aan de bij AMvB te stellen voorwaarden. De
minister is verplicht de kinderrechters en de Raden voor de kinderbescherming in het
arrondissement te horen en ook de Nationale Federatie voor Kinderbescherming of in
plaats van de laatste een groepsfederatie.
Waardering: B5
Voogdij-instellingen; Algemene regelgeving
430.
Handeling: Het vaststellen van voorschriften en modellen voor het dossier en de verslaglegging
over de minderjarige, die door voogdij-instellingen moet worden bijgehouden
Periode: 1945–1989
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 149 juncto art. 178; Besluit van 31 oktober 1950
(Stb. K 468): art. 4; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 28.3
Product: Model
Opmerking: Onder het Besluit kwaliteitseisen en taken voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen
(Stb. 354/1990), is de instelling verplicht zelf in haar werkplan aan te geven hoe
zij de dossiers inricht. De Minister van Justitie neemt kennis van de inhoud van het
werkplan
Waardering: B5
Voogdij-instellingen; Subsidie
432.
Handeling: Het vaststellen van regels voor de melding van omstandigheden die invloed
hebben op de subsidieverstrekking
Periode: 1945–1964
Grondslag: Kbb (Stb. 331/1933): art. 162
Product: Circulaire
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
433.
Handeling: Het vaststellen van formulieren i.v.m. de aanvraag en controle voor subsidie
voor voogdij-instellingen
Periode: 1945–1989
Grondslag: Kbb (Stb. 331/1933): art. 176 ; Kbb (Stb. 331/1933): art. 163, art. 164;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 106
Product: Circulaire
Waardering: V 5 jaar
434.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de subsidieverstrekking voor de
voogdij-instellingen
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 113
Product: Circulaire
Waardering: B5
435.
Handeling: Het vaststellen van het model van het formulier waarmee een voogdij-instelling
subsidie kan aanvragen ten behoeve van een pupil die veroordeeld is tot TBR of plaatsing
in een inrichting van buitengewone behandeling
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 116
Product: Formulier
Waardering: V 5 jaar
436.
Handeling: Het vaststellen van modellen voor de in te dienen begroting en werkplan
i.v.m. subsidieverstrekking aan voogdij-instellingen
Periode: 1990–
Grondslag: Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen
voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 8
Product: Modellen
Waardering: V 5 jaar
Voogdij-instellingen; Aanvaarding
437.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels waaraan rechtspersonen die voogdij op zich
willen nemen zich moeten onderwerpen
Periode: 1947–1965
Grondslag: BW (Stb. H232/1947): art. 396
Product: AMvB o.a.: Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468), tot vaststelling van
een AMvB , houdende de voorwaarden, waaraan de rechtspersonen als bedoeld in art.
396 van het BW zich onderwerpen
Waardering: B5
438.
Handeling: Het stellen van voorwaarden aan particuliere instellingen die met een opdracht
tot verpleging van TBR-gestelde jongeren kunnen worden belast of aan wie de voogdij
over jongeren is opgedragen
Periode: 1945–1965
Grondslag: KbW (Stb. H 232): art. 14
Opmerking: De voorwaarden betreffen maatregelen ten behoeve van de gezondheid, zedelijkheid,
schoolonderwijs en vakonderricht. Daarnaast kunnen voorwaarden betreffende de opneming
in gestichten en tot de opvoedkundige inrichting der gestichten
Waardering: B5
439.
Handeling: Het vaststellen van regels over het toezicht op verpleegden door of vanwege
de instelling te houden
Periode: 1950–1965
Grondslag: Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. 8
Product: Circulaire
Waardering: B5
440.
Handeling: Het beslissen over de aanvaarding van voogdij-instellingen
Periode: 1945–1990
Grondslag: KbW (Stb. H 232): art. 15; Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art.
10, art. 12; Bkb (Stb. 403/1961): art. 3; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 14, art. 15.
Product: o.a.: besluiten, correspondentie, dossier, mededelingen aan kinderrechter,
de Raad en samenwerkingsverband
Opmerking: De instelling levert daartoe een schriftelijke verklaring in bij de minister,
waarin zij verklaart zich te onderwerpen aan de bij AMvB te stellen voorwaarden. De
minister is verplicht de kinderrechters en de Raden voor de kinderbescherming in het
arrondissement te horen en tot 1990 ook de Nationale Federatie voor Kinderbescherming
of in plaats van de laatste een groepsfederatie.
Waardering: B5
Voogdij-instellingen; Toezicht
444.
Handeling: Het houden van toezicht op voogdij-instellingen
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 149, art. 150, art. 151, art. 178; KbW (Stb.
H 232/1947): art. 13; Bkb (Stb. 403/1961): art. 3; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 22–art. 25, art. 40, art. 41, art. 200/art. 203; Wjhv (Stb.
360/1989): art. 63
Product: Correspondentie, dossier
Opmerking: in het kader van deze handeling ontvangt de Minister van Justitie o.a.
jaarverslagen, mededelingen over bijzondere voorvallen en financiële verantwoordingsinformatie
en/of accountantsrapporten. Niet nakoming van de voorwaarden kan leiden tot intrekking
van de aanvaarding. In het kader van het toezicht op jeugd-TBR in particuliere stuurde
de instelling driemaandelijkse rapporten betreffende de jongere aan de minister; bijzondere
voorvallen worden directe gemeld. Aan de Minister van Justitie worden alle ter zake
dienende inlichtingen verstrekt
Waardering: B 2
Particuliere inrichtingen en tehuizen: Reglementen en verslaglegging
447.
Handeling: Het vaststellen van voorschriften/modellen voor de inrichting van de verslaglegging
die particuliere inrichtingen of instellingen moeten bijhouden over de aan hen toevertrouwde
jongeren
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 149
Product: Model
Opmerking: Na 1965 wordt deze handeling ondergebracht in de vaststelling van een AMvB
Waardering: B5
448.
Handeling: Het vaststellen van het model van het register voor strafaantekening in
inrichtingen van voogdij-instellingen
Periode: 1950–?
Grondslag: Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. 15
Product: Circulaire
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
Particuliere inrichtingen en tehuizen; Subsidie
449.
Handeling: Het vaststellen van regels over de afzonderlijke subsidie voor tegemoetkoming
in de kosten van het toezichthoudend personeel van particuliere inrichtingen
Periode: 1954–1964
Grondslag: Kbb (Stb. 482/1954): art. 161bis
Product: Circulaire
Waardering: V 10 jaar na vervallen regeling
450.
Handeling: Het, voor ieder inrichting afzonderlijk, vaststellen welk bedrag aan verpleegkosten
ten hoogste als basis voor de toekenning van subsidie wordt aangehouden
Periode: 1962–1989
Grondslag: Kbb (Stb. 84/1962): art. 161; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 109
Product: Circulaire
Opmerking: bedrag wordt bepaald aan de hand van door de inrichting ingediende exploitatie-rekening
of begroting
Waardering: V 5 jaar
451.
Handeling: Het vaststellen van modellen voor de in te dienen begroting en werkplan
i.v.m. subsidieverstrekking aan inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
Periode: 1990–
Grondslag: Besluit subsidiëring voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen en inrichtingen
voor justitiële kinderbescherming (Stb. 307/1990): art. 8
Product: Modellen
Waardering: V 5 jaar
452.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels over de kosten van verblijf door jongeren
in niet goedgekeurde particuliere inrichtingen
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 123
Product: Circulaire, ministeriële regeling
Waardering: B5
453.
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor de bouw van particuliere inrichtingen
en tehuizen
Periode: 1965–1989
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 13.1, 13.2; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 125/art. 138
Product: Subsidie, voorschot, beschikking, voorwaarden, dossier waarin verzoek, bouwtekening,
uittreksel kadastrale kaart, begroting enz., correspondentie, bezoekverslagen
Opmerking: de wet verplicht de instelling tot het verstrekken van een hypotheek ten
behoeve van de Staat tot zekerheid voor het nakomen van de gestelde voorwaarden
Waardering: V 5 jaar
454.
Handeling: Het geven van toestemming voor verandering van de bestemming van een door
de overheid gesubsidieerd gebouw aan een particuliere inrichting of voor de vervreemding
of bezwaaring van de inrichting van het gebouw
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 136
Waardering: V 5 jaar
455.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die controle uitoefenen op de door de overheid
gesubsidieerde bouw van particuliere inrichtingen
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 138
Opmerking: Na 1989 wordt deze handeling gezamenlijk uitgevoerd door de Minister van
Justitie en de Minister waaronder Welzijn ressorteert op grond van art. 55 van Wjhv(Stb.
390/1989). Zie hiervoor Schappelijk welzijn op Maat
Waardering: V 5 jaar
Particuliere inrichtingen en tehuizen; Aanvaarding
456.
Handeling: Het beslissen over aanvaarding van particuliere observatieklinieken voor
minderjarige verdachten
Periode: 1945–1965
Grondslag: Besluit van 4 september 1926 (Stb. 323): art. 2–art. 6
Product: Onderzoek, correspondentie, evt. voorwaarden verbetering, beschikking
Opmerking: het bestuur van de inrichting zendt daartoe een schriftelijke verklaring
van onderwerping in, waarop een onderzoek door het ministerie volgt.
Waardering: B 1
457.
Handeling: Het beslissen over goedkeuring van particuliere inrichtingen en tehuizen
voor de tenuitvoerlegging van de straf van arrest aan jongeren
Periode: 1965–1990
Grondslag: Bkb (Stb. 403/1961): art. 30; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb.
327/1964): art. 223/art. 229
Product: Ministeriële besluiten, onderzoek, dossier, mededeling aan het Openbaar Ministerie
Opmerking: De inrichting dient een schriftelijk verzoek bij de Minister van Justitie
in, onder mededeling van de categorie en het aantal jongeren dat de inrichting wenst
op te nemen. Eventueel laat de Minister van Justitie nog een onderzoek instellen.
De (voorlopige) goedkeuring wordt schriftelijk aan de instelling medegedeeld, evenals
een intrekking van de goedkeuring. Van goedkeuring of intrekking daarvan doet de Minister
van Justitie mededeling aan het Openbaar Ministerie
Waardering: B5
458.
Handeling: Het bij AMvB geven van kwaliteitsregels voor inrichtingen van justitiële
kinderbescherming
Periode: 1990–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989) art.66, art.80
Product: AMvB, o.a.: Besluit regels inrichtingen voor justitiële kinderbescherming
(Stb. 112/1990)
Opmerking: Vanaf 1983 moeten de inrichtingen ook voldoen aan voorwaarden over de rechtspositie
van de jongeren
Waardering: B5
459.
Handeling: Het beslissen over goedkeuring van particuliere inrichtingen en tehuizen
Periode: 1945–1990
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 152 juncto art. 178; Bkb (Stb. 403/1961): art.
5;
Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 53–art. 58, art. 82
Product: o.a.: besluit, dossier waarin verklaring van onderwerping, statuten, stichtingsbrieven
of reglementen, samenstelling bestuur, plattegrond, gegevens over de jongeren waarvoor
de inrichting bedoeld is, uiteenzetting over de methodiek, gegevens over onderwijs
en vakonderricht, het personeel van de inrichting, financiële positie van de rechtspersoon,
inspectierapport, rechtspositie reglement, correspondentie over wijzigingen
Opmerking: De inrichting levert daartoe een schriftelijke verklaring in bij de minister,
waarin zij verklaart zich te onderwerpen aan de bij AMvB te stellen voorwaarden. De
Minister moet zich overtuigen dat de inrichting aan de gestelde voorwaarden voldoet.
De minister is verplicht voor de goedkeuring en de intrekking daarvan de Raden voor
de kinderbescherming in het arrondissement te horen, alsmede de Nationale Federatie
voor Kinderbescherming of in plaats van de laatste een groepsfederatie
Waardering: B5
Particuliere inrichtingen en tehuizen; Toezicht
461.
Handeling: Het aanwijzen van personen die altijd toegang hebben tot particuliere observatieklinieken
voor minderjarige verdachten
Periode: 1945–1965
Grondslag: Besluit van 4 september 1926 (Stb. 323): art. 1
Waardering: V 5 jaar
462.
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die particuliere inrichtingen mogen bezoeken
Periode: 1950–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 74;
Product: Aanwijzing
Opmerking: Uit Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. blijkt echter dat de
Minister van Justitie dit al sinds 1950 doet
Waardering: V 5 jaar
464.
Handeling: Het houden van toezicht op de particuliere inrichtingen
Periode: 1945–
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 149; Kbb (Stb. 209/1905): art. 150 Kbb (Stb.
209/1905): art. 155 Kbb (Stb. 209/1905): art. 155 juncto art. 178; Bkb (Stb. 403/1961):
art. 5.5; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 74, art. 76,
art. 79–art. 81 ; Wjhv (Stb. 360/1989): art. 67
Product: Correspondentie, inspectiebezoeken, rapportage, verslagen
Opmerking: in het kader van deze handeling ontvangt de Minister van Justitie mededelingen
over bijzondere zaken, en verder o.a. jaarverslagen en financiële verantwoordingsinformatie
en/of accountantsrapporten.
Waardering: B 2
Particuliere inrichtingen en tehuizen; Regels verpleging
466.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van de regeling voor het toezicht
gedurende de nacht
Periode: 1945–1965
Grondslag: Besluit van 15 juni 1905 (Stb. 208), zoals gewijzigd bij het besluit van
10 mei 1907 (Stb. 99): art. 134
Waardering: V 5 jaar
467.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van een ‘leerplan’ voor het
geven van onderwijs aan verpleegden van een particuliere inrichting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905): art. 136
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
468.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toestemming voor gemengde verpleging voor
een particuliere inrichting
Periode: 1950–1965
Grondslag: Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. 17
Waardering: V 5 jaar
469.
Handeling: Het machtigen van een particuliere inrichting tot het in afzondering houden
van jongeren
Periode: 1983–1990
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 729/1983): art. 62b, art. 62c
Product: Beschikking
Opmerking: let op: de inrichting krijgt een algemene machtiging. De directeur beslist
over de individuele gevallen. Afzondering mag bovendien alleen in door de minister
goedgekeurde ruimten; het kan zijn dat dit geen aparte handeling is maar valt onder
aanvaarding inrichting
Waardering: B 1
Voortgezette hulpverlening aan meerderjarigen
470.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels voor subsidieverstrekking aan instellingen
voor voortgezette hulpverlening aan meerderjarige jongeren
Periode: 1988–1991
Grondslag: Bkb (Stb. 335/1988): art. 10a
Product: AMvB
Waardering: B 1
471.
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot voortzetting of wijziging van de uithuisplaatsing
van een jongere na het bereiken van de meerderjarigheid
Periode: 1988–1991
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 558/1987): art. 143c
Product: Beschikking, dossier waarin: formulier, advies van de plaatsende instantie,
inlichtingen van de plaatsende instantie
Opmerking: Het gaat hier om de voortzetting van subsidie voor hulpverlening aan particuliere
instellingen of inrichtingen. In de beschikking wordt vermeld voor welke hulpverlening
de plaatsende instantie subsidie in de kosten, dan wel machtiging om de kosten van
de hulpverlening in uitgaaf te stellen wordt verleend. De duur van de hulpverlening
is ten hoogste 6 maanden, die door de Minister van Justitie, op verzoek, steeds verlengd
kan worden totdat de jongere 21 wordt of in het huwelijk treed. De plaatsende instantie
is verplicht beëindiging van de hulpverlening onmiddellijk te melden.
Waardering: V 10 jaar
472.
Handeling: Het vaststellen van het formulier waarmee een verzoek tot voortzetting
of wijziging van de hulpverlening, door een uit huisgeplaatste jongere na het bereiken
van de meerderjarigheid, gedaan moet worden
Periode: 1988–1991
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 558/1987): art. 143b
Product: Formulier
Opmerking: het formulier wordt aan de jongere verstrekt door instantie die hem oorspronkelijk
geplaatst heeft. Deze plaatsende instantie moet de Minister van Justitie terzake adviseren.
Waardering: V 5 jaar
475.
Handeling: Het vaststellen van regels voor de aftrek van eigen inkomsten van de subsidie
of vergoeding voor voortgezette hulpverlening aan meerderjarigen
Periode: 1988–1995
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 558/1987): art. 143c; Wjhv (Stb.
360/1989): art. 40
Product: Publicatie in Staatscourant
Waardering: V 5 jaar
476.
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor voortgezette hulpverlening aan uit huisgeplaatste
meerderjarige jongeren
Periode: 1988–1990
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 558/1987): art. 143a–143e;
Product: Subsidie, administratie
Waardering: V 10 jaar
Pleegzorg; Algemene regelgeving
477.
Handeling: Het houden van toezicht op de particuliere verpleging van jongeren met
jeugd-TBR buiten gestichten
Periode: 1945–1989
Grondslag: Kbb (Stb. 209/1905), zoals gewijzigd bij besluit van 23 september 1910:
art. 156, Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. 9
Waardering: B 2
480.
Handeling: Het bevelen van een geneeskundig onderzoek voor een pleeggezin
Periode: 1965–1989
Grondslag: Uitvoeringsbesluit kinderbescherming (Stb. 327/1964): art. 38
Product: Beschikking
Opmerking: ook de instelling mag tot een dergelijk onderzoek bevelen
Waardering: V 10 jaar
481.
Handeling: Het vaststellen van het model van het pleegcontract voor opvoeding in een
pleeggezin
Periode: 1989–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 39
Product: Ministeriële regeling, o.a.:
Besluit van 27 februari 1990, no. AJB-U 8 920 245 (Stcrt. 46/1990)
Waardering: B 1
Pleegzorg; Subsidie
483.
Handeling: Het aanwijzen van een pleeggezin als inrichting
Periode: 1950–1989
Grondslag: Besluit van 31 oktober 1950 (Stb. K 468): art. 26; Uitvoeringsbesluit kinderbescherming
(Stb. 327/1964): art. 36
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
484.
Handeling: Het vaststellen van (regels voor) de vergoeding van pleegzorg
Periode: 1989–
Grondslag: Wjhv (Stb. 360/1989): art. 40
Product: Ministeriële regeling, o.a.:
Regeling vergoeding pleeggezinnen (Stcrt. 252/1989)
Besluit tot wijziging van Regeling vergoeding pleeggezinnen (Stcrt. 215/1990)
Waardering: B5
485.
Handeling: Het verstrekken van subsidie aan plaatsende instanties, opnemende instanties,
centrales van pleegzorg en instellingen voor therapeutische gezinsverpleging
Periode: 1990–1992
Grondslag: Regeling vergoeding pleeggezinnen (Stcrt. 252/1989); Besluit tot wijziging
van Regeling vergoeding pleeggezinnen (Stcrt.215/1990); Besluit tijdelijke regeling
bekostiging jeugdhulpverlening (Stb. 564/1990)
Product: Subsidie
Waardering: V 10 jaar
Pleegzorg; Pleegkinderen
486.
Handeling: Het bij AMvB geven van regels ter uitvoering van de Pleegkinderenwet
Periode: 1951–
Grondslag: Pleegkinderenwet (Stb. 595/1951): art. 1.c, art. 4 en 5
Product: AMvB o.a.: Uitvoeringsbesluit Pleegkinderenwet (Stb. 19/1953)
Waardering: B 1
487.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels betreffende de uitvoering van de Pleegkinderenwet
Periode: 1951–
Product: Circulaire, o.a.:
Circulaire van de Minister van Justitie aan de Voogdijraden van 9 maart 1953, nr.
2073
Waardering: B5
488.
Handeling: Het vaststellen van de modellen voor de formulieren waarmee opname, vertrek
of overlijden van pleegkinderen aan de gemeenteraad moet worden aangemeld
Periode: 1953–
Grondslag: Uitvoeringsbesluit Pleegkinderenwet (Stb. 19/1953): 12
Product: Model
Waardering: V 5 jaar