Vaststellingsbesluit selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Landinrichting [...] (Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 12-01-2006 t/m heden

Vaststellingsbesluit selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Landinrichting periode 1945–1993 (Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 7 januari 2005, nr. arc-2004.01772/3);

Besluiten:

Artikel 2

  • 1 De ‘lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende Centrale cultuurtechnische commissie en de plaatselijke commissies voor de ruilverkavelingen, de cultuurtechnische dienst en de daaronder ressorterende provinciale kantoren en van de andere onder deze organen ressorterende commissies en ambtenaren’, (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk [Dir. MMA/AR 192.339 d.d. 17 januari 1978] en de Minister van Landbouw en Visserij [PAZ 23 d.d. 17 januari 1978] , laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (gepubliceerd in de Staatscourant [nr. 2001/201 d.d. 30 juli 2001]) Het onderdeel ‘Taak’ van deze lijst wordt ingetrokken.

  • 2 Het onderdeel ‘Taak’ van de selectielijst van te vernietigen archiefbescheiden van de onder het ministerie ressorterende Directie Beheer Landbouwgronden en van de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk [Dir. MMA/Ar 194.557 d.d. 7 september 1978] en de Minister van Landbouw en Visserij [PAZ 273 d.d. 7 september 1978]. Dit onderdeel ‘Taak’ is reeds ingetrokken bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV [nr. 1998/51 d.d. 4 maart 1998].

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2005

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

Algemene Rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
de

Directeur

Informatiemanagement en Facilitaire Aangelegenheden,

D.J. Langendoen

Basisselectiedocument landinrichting 1945–1993

Dit document is geldig voor de zorgdragers:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Minister van Binnenlandze Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

Minister van Financiën

Minister van Verkeer en Waterstaat (V&W)

Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

De totstandkoming van deze selectielijst werd gecoördineerd door de Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken (LNV).

Het bijbehorende contextrapport werd samengesteld door drs. R.J.B. Hageman.

Vastgesteld BSD

November 2005

Lijst van gebruikte afkortingen

AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur

BB: Bestuursbesluit O&S-fonds

BBL: Bureau Beheer Landbouwgronden

BZK: Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)

CAS: Centrale Archief Selectiedienst

CCC: Centrale Cultuurtechnische Commissie

CD: Cultuurtechnische Dienst

CLC: Centrale Landinrichtingscommissie

CRM: Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk

DBL: Directie Beheer Landbouwgronden

Dir.: Directeur

DUR: Directie Uitvoering Regelingen

DUW: Rijksdienst voor de uitvoering van werken

EZ: Economische Zaken

Fin.: Financiën

HCOG: Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

HCW: Herverkavelingscommissie Walcheren

HCZ: Herverkavelingscommissie Zeeland

HID: Hoofdingenieur-directeur

HWOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (1977)

IC: Inspraakcommissie

Insp.: Inspecteur

iw: in werking getreden

Kb: Koninklijk besluit

LC: Landinrichtingscommissie

LD: Landinrichtingsdienst

LaGroBo: Landinrichting, Grond- en Bosbeheer (regionale directie)

LGK: Landelijke Gebieden en Kwaliteitszorg (idem)

LNO: Landbouw, Natuurontwikkeling en Openluchtrecreatie (idem)

Landinrichtingswet: Landinrichtingswet (1985)

O&S-fonds: Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw

PAC: Provinciale Adviescommissie

PC: Plaatselijke Commissie

PIVOT: Project invoering verkorting overbrengingstermijn

RAD: Rijksarchiefdienst

RCC: Rijks Cultuurconsulent

Reg.: Regeling

RCMD: Reconstructiecommissie Midden-Delfland

SBB: Staatsbosbeheer

SBL: Stichting (tot het) Beheer(en van) Landbouwgronden

Stb.: Staatsblad

Stcrt.: Staatscourant

STULM: Stichting uitvoering landbouwmaatregelen

VC: Voorbereidingscommissie

V&W: Verkeer en Waterstaat

VRO(M): Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening (en Milieu)

Inleiding

De voorliggende selectielijst geldt voor alle actoren onder de archiefzorg van de Minister van LNV. Elke actor selecteert de neerslag van zijn handelen binnen het beleidsterrein Landinrichting voortaan met deze lijst. Voor handelingen op andere beleidsterreinen gelden andere selectielijsten.

Enkele in het oog springende kenmerken van een selectielijst zijn de volgende.

  • De selectielijst vervangt de tot nu toe gebruikte vernietigingslijsten en blijft in de huidige vorm maximaal twintig jaar geldig.

  • De lijst geldt voor alle directies en diensten die bij dit beleidsterrein betrokken zijn.

  • De lijst beschrijft geen documenten, maar handelingen.

  • De lijst geldt voor alle vormen van neerslag die resulteren uit de beschreven handelingen: papieren documenten, elektronische bestanden, audiovisuele producten enz.

  • De lijst noemt niet alleen de handelingen waarvan de neerslag vernietigd kan worden, maar ook de handelingen waarvan de neerslag bewaard moet blijven.

Hieronder volgen toelichtingen op respectievelijk de selectielijst, het project Pivot/LNV en het achterliggende nieuwe selectiebeleid van de rijksoverheid.

Toelichting op de voorliggende selectielijst

Geldigheid van deze selectielijst

De selectielijst treedt in werking na het doorlopen van de wettelijke procedure.

De lijst gaat gelden voor:

  • 1. De actor Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, wiens handelingen met name verricht werden of worden door de Dienst Landelijk Gebied (DLG).

  • 2. Andere actoren onder de archiefzorg van LNV zoals onder andere de Centrale Commissie en de Landinrichtingscommissie (LC) (zie voor een volledige opsomming deel 2 van de inhoudsopgave).

  • 3. Actoren buiten de archiefzorg van LNV te weten Dienst voor het Kadaster en Openbare Registers, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Minister van Financiën, Belastingdienst, Minister van Verkeer en Waterstaat, Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

  • 4. Voor de volgende actoren buiten de archiefzorg van het Ministerie van Landbouw wordt de selectielijst vooralsnog niet ingediend: Minister van Economische Zaken en Rechter-commissaris (Minister van Justitie).

Intrekking van bestaande vernietigingslijsten

Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorterende Centrale cultuurtechnische commissie en de plaatselijke commissies voor de ruilverkavelingen, de cultuurtechnische dienst en de daaronder ressorterende provinciale kantoren en van de andere onder deze organen ressorterende commissies en ambtenaren, behorende bij de beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en de Minister van Landbouw en Visserij van 17 januari 1978, Dir. MMA/Ar 192.339 en PAZ 23 (laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV d.d. 30 juli 2001, (gepubliceerd in Stcrt. 2001/201).

Het onderdeel ‘Taak’ van deze lijst komt te vervallen.

Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van de onder het ministerie ressorterende Directie Beheer Landbouwgronden en van de onder dat ministerie ressorterende commissies en ambtenaren (vastgesteld bij beschikking van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en de Minister van Landbouw en Visserij, van 7 september 1978 No. Dir. MMA/Ar 194.557 respectievelijk No. PAZ 273).

Het onderdeel ‘Taak’ is reeds ingetrokken bij beschikking van de Staatssecretaris van OCenW en de Minister van LNV d.d. 4 maart 1998 (gepubliceerd in Stcrt. 1998/51).

Indeling van deze selectielijst

De handelingen van de voornaamste actor op dit beleidsterrein, de Minister van LNV (inclusief taakvoorgangers) zijn samengebracht in deel 1 van deze lijst. Daar zijn ze nader onderverdeeld volgens dezelfde indeling als in het rapport institutioneel onderzoek.

Deel 2 beschrijft de handelingen van andere actoren die onder de archiefzorg van LNV vallen.

In deel 3 staan de handelingen van de actoren die buiten de archiefzorg van het Ministerie van Landbouw vallen, en waarvan de handelingen zijn vastgesteld.

In de bijlage zijn de handelingen opgenomen van actoren buiten de archiefzorg van LNV. Deze handelingen zijn nog niet vastgesteld en kunnen dus nog niet dienen als grondslag voor vernietiging dan wel overbrenging naar de Rijksarchiefdienst. De reden om ze toch op te nemen in deze lijst is dat ze wel beschreven zijn in het gelijknamige rapport van institutioneel onderzoek.

Informatie over de actoren en de context van de beschreven handelingen

De actoren waarvan in deze lijst handelingen zijn opgenomen, worden nader beschreven in het bijbehorende onderzoeksrapport. Daarin is tevens een beschrijving opgenomen van de context van het beleidsterrein.

Nummering handelingen

In deze selectielijst is veelal zowel een

RIO- als ook een BSD-nummer bij de handelingen vermeld. Hiermee wijkt deze selectielijst af van andere selectielijsten waarin uitsluitend één nummer wordt vermeld bij elke handeling. Deze dubbele nummering is innertijd door de opsteller van het RIO (en BSD) ingevoerd. Later bleek deze keuze lastig te corrigeren omdat op grond van het BSD bewerkingen zijn uitgevoerd en institutionele toegangen gemaakt. Vandaar dat de dubbele nummering is gehandhaafd.

Pivot bij LNV

De voorliggende selectielijst en het bijbehorende onderzoeksrapport zijn producten van het projectteam Pivot/LNV.

Het project

Vooruitlopend op de nieuwe Archiefwet stelde de Rijksarchiefdienst in 1991 Pivotin: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn. Het project is gericht op de selectie van overheidsarchieven vanaf 1945, en gaat uit van institutioneel onderzoek op alle beleidsterreinen waarbij het rijk betrokken is. Pivot is een interdepartementaal project op basis van convenanten tussen de Rijksarchiefdienst en alle ministeries en Hoge Colleges van Staat. Het convenant voor LNV werd op 9 december 1992 gesloten tussen de secretaris-generaal van LNV en de algemene rijksarchivaris.

Hoofdpunten van de gehanteerde methodiek van institutioneel onderzoek:

  • Een onderzoek richt zich niet op een organisatie, maar op de volle breedte van een beleidsterrein.

  • De wet- en regelgeving die samenhangt met het beleidsterrein staat in principe centraal als bron, aangevuld met literatuur en interviews met beleidsambtenaren.

  • De zelfstandig handelende partijen worden aangeduid als ‘actoren’.

  • Daden die gebaseerd zijn op een zelfstandige bevoegdheid van een actor worden aangeduid als ‘handelingen’.

  • De periode van onderzoek strekt zich in principe uit van 1945 tot heden, hoewel ook relevante ontwikkelingen of wetgeving van voor 1945 beschreven worden.

De beleidsterreinen

De LNV-beleidsterreinen zijn in het Pivot-project als volgt gedefinieerd:

Landbouw:

Agrarische handelspolitiek en exportbevordering

Agrarisch markt- en prijsbeleid en voedselvoorziening

Gewasbescherming

Gezondheid en Welzijn van dieren

Grondprijsbeleid

Landbouwkwaliteit en voeding

Landbouwstructuurbeleid

Landinrichting

Meststoffenbeleid

Pachtbeleid

Natuurbeheer:

Bosbouwbeleid

Flora en fauna

Natuur- en landschapsbeheer

Relatienotabeleid

Visserij:

Binnenvisserij,

Zee- en kustvisserij

Overige LNV-beleidsterreinen:

Agrarisch onderwijs

Algemeen LNV-beleid

Openluchtrecreatie

Voor deze beleidsterreinen is LNV primair verantwoordelijk, en daarom is afgesproken dat LNV de desbetreffende selectielijsten opstelt (en dan ook voor de actoren buiten de eigen archiefzorg). De meeste van deze selectielijsten zijn inmiddels afgerond (al dan niet formeel vastgesteld).

Staftaken zijn onderdeel van rijksbrede beleidsterreinen. Hiervoor worden selectielijsten opgesteld door het ministerie dat het desbetreffende rijksbeleid coördineert.

Rijksbrede beleidsterreinen:

Financiën

Huisvesting

Informatievoorziening

Overheidspersoneel

Organisatie

Voorlichting

Relevant zijn ook nog bepaalde selectielijsten voor beleidsterreinen buiten de primaire verantwoordelijkheid van LNV. Het gaat om terreinen waarop een of meer LNV-actoren een inbreng leveren. Voor de neerslag van die inbreng geldt de desbetreffende selectielijst. Voorbeelden:

Overige relevante beleidsterreinen:

Buitenlands beleid

Sociale voorzieningen

Staatsdeelnemingen

Politiebeleid

Waterstaat

Invoerrechten en accijnzen

Arbeidsomstandigheden

Inbreng van LNV-directies en diensten bij de totstandkoming van de lijsten

Het team van Pivot/LNV onderzoekt alle LNV-beleidsterreinen in nauwe samenwerking met de betrokken directies en diensten. De inbreng van de organisatieonderdelen bestaat uit het geven van interviews, het toetsen van concepten en het deelnemen aan overleg met de Rijksarchiefdienst. Deze inbreng wordt geleverd door deskundigen inzake het beleidsterrein en inzake de archiefvorming.

Producten van Pivot

1. Rapport van institutioneel onderzoek (RIO)

Dit rapport bevat alle handelingen van de overheidsactoren binnen het beschreven beleidsterrein, binnen de grenzen van de onderzochte periode. Daarnaast bevat het relevante contextinformatie over deze handelingen, zoals een schets van de historische ontwikkelingen, een karakterisering van de opgevoerde actoren, een aanduiding van de organisatorische ontwikkelingen binnen het voornaamste betrokken ministerie en een opsomming van de geraadpleegde wet- en regelgeving die geldt binnen het beleidsterrein. Na vaststelling wordt het rapport gedrukt.

2. Basisselectiedocument (BSD)

Een basisselectiedocument (BSD) bevat dezelfde handelingen van dezelfde actoren als het bijbehorende rapport, maar dan gegroepeerd per actor. ‘BSD’ is overigens een informele term, in tegenstelling tot het officiële begrip ‘selectielijst’ uit het Archiefbesluit.

3. Selectielijst

Een selectielijst is het formeel vastgestelde gedeelte van een BSD. De lijst geeft aan iedere handeling een ‘waardering’: een keuze voor al dan niet bewaren van de neerslag, met bij de V-handelingen een vernietigingstermijn. Selectielijsten van LNV noemen bij iedere handeling tevens de directies die daarbij betrokken zijn. De reikwijdte van een selectielijst hangt samen met de zorgdragers die hem indienen. Wanneer alle zorgdragers die voorkomen in een BSD tegelijk de selectielijst zouden indienen, dan vallen BSD en selectielijst dus samen.

Toepassing van de selectielijsten

1. Bewerking en overbrenging van de archieven tot 1985

Met de vastgestelde selectielijst vindt de selectie en bewerking van de archiefbestanden plaats. De bestanden met cultuurhistorische waarde worden overgebracht naar de Rijksarchiefdienst en de rest is vernietigbaar. Het Ministerie van LNV heeft met de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) een raamconvenant afgesloten, op basis waarvan LNV archieven aan kan bieden ter selectie en bewerking. Bij de bewerking en overbrenging voert de Facilitaire Dienst de coördinatie namens LNV, maar de desbetreffende directies en diensten zijn opdrachtgever voor de bewerkingen, vanwege hun archiefverantwoordelijkheid.

2. Voorkoming van het ontstaan van nieuwe achterstanden in overbrenging

De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de directies en diensten. Een essentieel element bij het voorkomen van nieuwe achterstanden is de invoering van de selectielijsten in het informatiebeheer, zowel voor de papieren documenten als voor elektronische bestanden en audiovisuele materialen. De inbreng van de FD bestaat uit de ontwikkeling van een methodiek voor invoering en de advisering over toepassing daarvan.

Toepassing van de onderzoeksrapporten

1. Achtergrondinformatie voor beter beheer en selectie van archief

De selectiebeslissingen worden gebaseerd op de contextbeschrijving in het bijbehorende rapport. Die beschrijving kan verder dienen als input voor een archiefstructuur die aansluit op de beleidsprocessen.

2. Informatiebron voor beleidsmedewerkers

Voor beleidsmedewerkers kunnen de rapporten dienen als naslagwerk. Per beleidsterrein geven ze een compact overzicht van de geldende wet- en regelgeving, de organisatie, de maatschappelijke context en de actoren binnen en buiten LNV, en dat over een periode van ongeveer vijftig jaar. Uniek is de specifieke combinatie van een brede invalshoek, een grote hoeveelheid feitelijke gegevens en een objectieve analyse vanuit het perspectief van de overheid. De nauwe samenwerking met materiedeskundigen van binnen en buiten het ministerie verzekert de betrouwbaarheid van de rapporten.

Toelichting op het nieuwe archiefselectiebeleid van de rijksoverheid

Het selectiebeleid van de rijksoverheid en dus ook van LNV is enkele jaren geleden drastisch veranderd. Voorheen vond selectie plaats op documentniveau aan de hand van vernietigingslijsten, en daarnaast kon toestemming gevraagd worden voor incidentele vernietiging. Cultuurhistorisch waardevolle gedeelten van archieven moesten binnen 50 jaar overgebracht worden naar de Rijksarchiefdienst.

Na invoering van de nieuwe Archiefwet (1996) is de selectiepraktijk als volgt veranderd:

  • De termijn van overbrenging is verkort tot 20 jaar.

  • Ieder overheidsorgaan moet selectielijsten opstellen.

  • Een selectielijst beschrijft geen documenten, maar handelingen.

  • Een selectielijst geldt voor alle vormen van neerslag die resulteren uit de beschreven handelingen: papieren documenten, elektronische bestanden en audiovisuele materialen.

  • Een selectielijst beperkt zich niet langer tot wat vernietigd moet worden, maar noemt eveneens wat bewaard moet worden.

  • Een selectielijst beschrijft het complete overheidshandelen binnen een heel beleidsterrein.

  • Incidentele vernietiging is niet meer mogelijk.

Handelingen en hun cultuurhistorische waarde

Tot voor kort bestonden er voor de archiefselectie alleen negatieve criteria, want vernietigingslijsten gaven per overheidsinstelling slechts aan welke bestanden niet in aanmerking kwamen voor overbrenging naar een Rijksarchief. Deze criteria werden toegepast op documentniveau. Afgezien van de bewerkelijkheid van deze microselectie bestonden de voornaamste nadelen van deze werkwijze uit de onoverzichtelijkheid van datgene dat wel overgebracht zou moeten worden, het gebrek aan inzicht in de grondslagen van het handelen waaruit die bestanden resulteren, en het gebrek aan inzicht in de samenhang tussen de taken van actoren die op eenzelfde beleidsterrein actief zijn.

Om deze bezwaren te ondervangen werd de methode institutioneel onderzoek ontwikkeld, waarmee de beleidsontwikkelingen en het handelen van alle relevante actoren over de hele bandbreedte van een beleidsterrein beschreven worden. Op deze basis kan een effectievere (macro)selectie plaatsvinden aan de hand van positieve criteria.

Een selectielijst beschrijft het handelen van overheidsactoren op een bepaald beleidsterrein. De handelingen worden vervolgens beoordeeld op de mate waarin ze cultuurhistorische waarden weerspiegelen. Zodoende kan de Rijksarchiefdienst de gegevensbestanden overnemen die een reconstructie mogelijk maken van het overheidshandelen op hoofdlijnen in relatie tot haar omgeving.

De cultuurhistorische waarde van een handeling wordt bepaald aan de hand van zes algemene criteria, die in het volgende schema genoemd worden. Een handeling die voldoet aan een van de criteria wordt aangemerkt met B (bewaren). De neerslag van die handeling wordt dan volgens de archiefwettelijke normen van goede, geordende en toegankelijke staat overgebracht naar de Rijksarchiefdienst. Daar blijven de archieven onder klimatologisch verantwoorde condities voor onbepaalde tijd bewaard als onderdeel van het nationale culturele erfgoed, openbaar voor raadpleging en historisch onderzoek.

De handelingen die niet voldoen aan een van de selectiecriteria worden aangemerkt met V, wat staat voor vernietigen. De neerslag van ieder van deze handelingen krijgt een vernietigingstermijn. De archiefvormende organisatie bepaalt daarvan zelf de duur, die afhankelijk van de belangen van verantwoording en bedrijfsvoering doorgaans uiteenloopt van 1 tot 20 jaar.

Wanneer een handeling geselecteerd wordt voor overbrenging naar de Rijksarchiefdienst, dan wordt in principe de complete neerslag van die handeling bewaard. Een reconstructie van het overheidshandelen zou immers niet lukken wanneer alleen de eindproducten bewaard werden. Zo is van bv. regelingen en beleidsnota’s juist de totstandkomingsfase interessant, vanwege de aanvankelijke bedoelingen, de discussies en de afgekeurde versies.

Algemene selectiecriteria

De cultuurhistorische waarde van handelingen wordt getoetst aan de onderstaande algemene selectiecriteria. Wanneer een handeling aan een van de onderstaande criteria voldoet, dan komt de neerslag ervan in aanmerking voor overbrenging naar de Rijksarchiefdienst (B).

1. Handelingen die betrekking hebben op de voorbereiding en bepaling van het beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Agendavorming, analyse van informatie, beleidsadvisering, beleidsvoorbereiding of -planning, besluitvorming over de inhoud van beleid, terugkoppeling van beleid. Zowel de keuze als de specificatie van de doeleinden en instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op de evaluatie van het beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Beschrijving en beoordeling van de inhoud, het proces of de effecten van beleid, toetsing van en toezicht op beleid. Niet perse leidend tot consequenties zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op de verantwoording aan andere actoren van de hoofdlijnen van het beleid

Toelichting: Ook verslaglegging ten aanzien van de beleidsmatige hoofdlijnen.

4. Handelingen die betrekking hebben op de (her)inrichting van organisaties belast met het beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Instelling, wijziging, opheffing en werkwijze van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt de toepassing verstaan van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen, voor zover die in direct verband staan met voor Nederland bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

Toelichting: Zoals wanneer de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of in noodsituaties.

Uitzondering op de algemene selectiecriteria

De neerslag van handelingen die als vernietigbaar zijn aangemerkt kan soms worden uitgezonderd van vernietiging. Deze mogelijkheid gaat terug op artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995. Het gaat om bestanden die samenhangen met personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang. De toepassing van dit uitzonderingscriterium vindt plaats gedurende de bewerking voor overbrenging en in overleg tussen de zorgdrager, het Algemeen Rijksarchief en de bewerkers.

Vaststellingsprocedure

Op 2 juli 1999 is het ontwerp-BSD door de Minster van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 28 september 1999 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën, van Financiën, van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 7 januari 2005 bracht de RvC advies uit (arc-2004.01772/3), hetwelk [naast enkele tekstuele correcties] aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst:

  • Handelingen 87/76, 91/79, 91/1102, 91/1101, 87/91, 91/93, 87/96, 91/98 en 87/100 worden gewaardeerd met V 10.

  • Handeling 142/126 wordt gewaardeerd in B (1).

  • Handeling 293/305 en soortgelijke handelingen is conform de waardering van handeling 312/308 gewijzigd in B (1).

  • De waardering van handelingen 370/445, 347/469, 361/473, 363/474, 366/476, 372/477, 375/479 en 811/975 is gewijzigd in B (6).

  • De waardering van handelingen 678/809, 710/813, 729/817, 727/867, 694/846, 676/846, 676/836 en 708/857 is gewijzigd in B.

  • De waardering van advieshandelingen van de Centrale Commissies is gewijzigd in B 5.

  • Handelingen met als neerslag periodieke verslagen en rapportages zijn gewijzigd in V voor wat betreft de maand- en kwartaalverslagen met uitzondering van de jaarverslagen: B (3). Wanneer geen jaarverslagen voorhanden zijn zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

  • De waardering van handeling 869/1039 is gewijzigd in B (5) eindproducten; overige neerslag V 6.

  • De waardering van handelingen 150/131, 100/154, 119/157 en 130/162 is gewijzigd in V, 75 jaar na geboorte.

  • De waardering van handelingen 158/233 en 192/240 zijn gewijzigd in B (5).

  • De waardering van handelingen 161/235, en 192/242 zijn gewijzigd in B (3).

  • Handelingen met betrekking tot aanwijzing van schatters worden gesplitst in het aanwijzen van schatters B en het vaststellen van vergoedingen voor schatters V.

Daarop werd het BSD op 7 juli 2005 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit [C/S&A/05/1162], van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties [C/S&A/05/1146], van Financiën [C/S&A/05/1147], van Verkeer en Waterstaat [C/S&A/05/1160] en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer [C/S&A/05/1161] vastgesteld.

Selectielijst

Deel 1. Handelingen van de Minister van LNV en taakvoorgangers

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV)

2. De vormgeving van het landinrichtingsbeleid

2.1. Landinrichting in relatie tot andere beleidsterreinen

2.1.2. Instrument voor integraal beleid

1

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening, met name van het landelijke gebied.

Periode: 1965–

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend. Vanaf 1965 (Wet op de Ruimtelijke Ordening) of eerder.

Waardering: B 1

Bijv. bijdragen aan totstandkoming bepaalde ruimtelijke nota’s en planologische kernbeslissingen, zoals in de jaren 1970 de Nota Randstadgroenstructuur, in de jaren 1980 de Nota en de Structuurschets Landelijke Gebieden en in de jaren 1990 het Structuurschema Groene Ruimte.

RIO: 3

BSD: 52

Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen betreffende de ruimtelijke ordening op provinciaal of regionaal niveau.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO

Waardering: B 1

Bijv. betrokkenheid bij opstellen streekplannen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

RIO: 4

BSD: 2

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van de rijksinbreng in het beleid voor de integrale ontwikkeling van een specifieke regio.

Periode: 1945–

Opmerking: Betreft de inzet van het bestaande instrumentarium: onder de handeling is dus niet begrepen de ontwikkeling van specifieke instrumenten voor de herinrichting van een afzonderlijk gebied zoals Walcheren, de Zeeuwse Noodgebieden, Midden-Delfland en Oost-Groningen en de Veenkoloniën.

Waardering: B 1

Bijv. bijdragen aan realisering Integraal Structuurplannen.

RIO: 6

BSD: 53

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen op provinciaal of regionaal niveau betreffende de integrale regionale ontwikkeling.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Organisaties die betrokken waren: Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO.

Waardering: B 1

Bijv. streekverbeteringsplannen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

2.1.3. Instrument voor sectoraal beleid

RIO: 7

BSD: 3

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van een specifieke sector of facet.

Periode:1945–

Opmerking: Met andere betrokken minister(s)

Waardering: B 1

RIO: 9

BSD: 54

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van nota’s, programma’s, plannen en maatregelen op provinciaal of regionaal niveau met betrekking tot de ruimtelijke aspecten van een specifieke sector of facet.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren: Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989 directeur LNO

Waardering: B 1

Bijv. plannen voor agrarische bedrijfsontwikkeling; recreatienota’s; waterhuishoudingsplannen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

RIO: 10

BSD: 4

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingswerken in het kader van de realisering van het rijksbeleid ten aanzien van de werkverruiming, resp. de werkgelegenheid.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: et beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

2.2. Algemeen landinrichtingsbeleid

2.2.2. Doelstellingen, kaders en uitgangspunten

RIO: 11

BSD: 5

Handeling: Het voeren van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal inzake ruilverkavelings- en (andere) cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1945–

Waardering: B 1

RIO: 12

BSD: 6

Handeling: Het formuleren van hoofdlijnen en beginselen van het nationale beleid terzake van landinrichting.

Periode: 1945–

Grondslag: vanaf 1985: Landinrichtingswet art. 6.2.

Waardering: B 1

Beleidsnota’s, bijv.: Structuurschema Landinrichting (1986) ; Landinrichting in jaren negentig (1993).

RIO: 14

BSD: 7

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een algemene ruilverkavelings-, resp. landinrichtingswet.

Periode: 1945–

Opmerking: Wat betreft intrekking moet worden opgemerkt dat de RW 1954 weliswaar in 1985 is ingetrokken, maar dat krachtens de Landinrichtingswet sommige ruilverkavelingen wel worden voltooid volgens deze wet. In paragraaf 2.3.2.5 van het

RIO wordt hierop teruggekomen.

Handeling eventueel met met overige betrokken ministers.

Waardering: B 1

Gewijzigde en ingetrokken Ruilverkavelingswet 1938; Tot stand gebrachte, gewijzigde en ingetrokken Ruilverkavelingswet 1954; Tot stand gebrachte en gewijzigde Landinrichtingswet.

RIO: 15

BSD: 8

Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende de inwerkingtreding van een algemene ruilverkavelings-, resp. landinrichtingswet.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 104; Ruilverkavelingswet 1954 art. 134.2; Landinrichtingswet art. 241.2.

Waardering: B 1

Bijv. Kb 07-02-1955, Stb. 45 (Ruilverkavelingswet 1954); Kb 26-09-1985, Stb. 520 (Landinrichtingswet).

RIO: 895

BSD: 1084

Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende Landinrichting

Periode: 1945–

Waardering: B 1

beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, evaluaties

RIO: 896

BSD: 1085

Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende Landinrichting

Periode: 1945–

Waardering: B 3

brieven, notities

RIO: 897

BSD: 1086

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van Landinrichting

Periode: 1945–

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 2 jaar (overige neerslag)

voorlichtingsmateriaal

RIO: 898

BSD: 1087

Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende Landinrichting

Periode: 1945–

Waardering: B 1

nota’s, notities, onderzoeksrapporten

2.2.3. Centrale Commissie

RIO: 18

BSD: 9

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende nadere regels betreffende taak, werkwijze en samenstelling van de Centrale Commissie.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 8; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.5.

Waardering: B 1

AMvB 02-07-1938, Stb. 669 (Ruilverkavelingsbesluit); AMvB 04-02-1955, Stb. 43, gew. 05-02-1971, Stb. 73.

RIO: 19

BSD: 10

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB, houdende nadere regels omtrent taak, werkwijze en samenstelling van de Centrale Commissie, alsmede betreffende benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag van de leden en de hen toe te kennen vergoedingen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 8.3.

Waardering: B 1

AMvB 11-09-1985, Stb. 521.

RIO: 20

BSD: 11

Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende de samenstelling van de Centrale Commissie, dat kan inhouden:

a. aanwijzing van in de commissie vertegenwoordigde organisaties;

b. benoeming (schorsing) en ontslag van leden;

c. benoeming (schorsing) en ontslag plaatsvervangende leden;

d. benoeming (schorsing) en ontslag van adviserende leden;

e. aanwijzing van een voorzitter uit de leden;

f. aanwijzing van een of meer plaatsvervangende voorzitters uit de leden;

g. aanwijzing van een secretaris;

h. aanwijzing van een adjunct-secretaris.

Periode: 1945–

Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 5–7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.3–4; AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 2.1–3; Landinrichtingswet art. 8.1–2; AMvB 11-09-1985, Stb. 521, art. 3, 9, 10.

Opmerking: Onder de RW 1954 en de Landinrichtingswet zijn e. en g. geregeld in de AMvB van 04-02-1955, art. 2, resp. de AMvB van 11-09-1985, art. 3, zodat deze elementen sinds 1955 vervallen. Schorsing is een onderdeel dat pas voorkomt in de AMvB 11-09-1985.

Waardering: V 26 jaar

RIO: 22

BSD: 12

Handeling: Het goedkeuren van huishoudelijke regels voor de Centrale Cultuurtechnische Commissie.

Periode: 1945–1955

Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 14.

Waardering: V 20 jaar

RIO: 23

BSD: 13

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de vergoedingen voor de leden van de Centrale Cultuurtechnische Commissie of van een door haar ingestelde commissie.

Periode: 1955–1985

Grondslag: AMvB 04-02-1955 Stb. 43, art. 9.

Opmerking: Ingevolge het Ruilverkavelingsbesluit van 1938 (art. 13) mogen de leden alleen onkosten declareren.

Waardering: V 20 jaar

RIO: 25

BSD: 1062

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van de organisatie belast met de bijstand van de Centrale Commissie bij de uitvoering van de haar opgedragen taken.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 4

2.3. Landinrichting bij wet

2.3.2. Kaders en regels voor projecten

2.3.2.1. Algemeen

RIO: 28

BSD: 14

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regels voor benoeming, zittingsduur, schorsing en ontslag van de (adviserende) leden van Landinrichtingscommissies en de hen toe te kennen vergoedingen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 28.3–4, 99.2.

Waardering: B 4

AMvB 11-09-1985, Stb. 526, gew. 02-10-1990, Stb. 508.

RIO: 29

BSD: 15

Handeling: Het stellen van regels voor de werkwijze van de Landinrichtingscommissies belast met herinrichting of ruilverkaveling.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 32.

Opmerking: Bij aanpassingsinrichting wordt per project een instructie opgesteld in overeenstemming met het betrokken ‘bevoegd orgaan’ (zie H. 3).

Waardering: B 1

Algemene instructie LC: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, gew. 21-12-1988 Stcrt. 253.

2.3.2.2. Procedurele aangelegenheden

RIO: 36

BSD: 16

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, houdende (intrekking van) de erkenning van een stichting of vereniging als een natuurbeschermingsinstantie, in wiens recht bij ruilverkaveling of landinrichting geen wijziging wordt gebracht.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art 11, lid 1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 9, lid 3.

Waardering: B 1

RIO: 37

BSD: 17

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende bepaling van de gevallen waarin de Minister van LNV bevoegd is tot het vaststellen van een aanpassingsplan en het besluiten tot aanpassingsinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1.

Opmerking: Is anno 1994 nog niet gerealiseerd.

Waardering: B 1

RIO: 38

BSD: 18

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende (nadere) regels voor het houden van een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 (gew. 1975) art. 39.3; Landinrichtingswet art. 65.1.

Waardering: B 1

AMvB 28-08-1975, Stb. 466; vervangen door: AMvB 11-09-1985, Stb. 525.

RIO: 39

BSD: 19

Handeling: Het geven van voorschriften ter uitvoering van een AMvB houdende (nadere) regels voor het houden van een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 525, art. 57; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 55.

Opmerking: Betreft vaststelling modellen stemmingsoproep, stembiljet, proces-verbaal zitting stembureau en idem hoofdstembureau.

Waardering: B 1

Regeling LV 29-08-1975, Stcrt. 168; vervangen door: Regeling LV 12-11-1985, Stcrt. 233.

RIO: 40

BSD: 20

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regelen voor het actualiseren van de schattingswaarden in een register van schattingsuitkomsten.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 212.2.

Waardering: B 5

AMvB 11-09-1985, Stb. 522.

2.3.2.3. Grondzaken

RIO: 41

BSD: 24

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een toeslag aan een eigenaar of pachter terzake van de verkoop of verpachting van gronden aan SBL/BBL in het kader van een landinrichtingsproject, voordat of indien geen herverkaveling plaatsvindt.

Periode: 1970–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.1–2; NB onder Ruilverkavelingswet 1954 geen wettelijke grondslag.

Waardering: B 1

Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123; vervangen door: Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213.

RIO: 42

BSD: 25

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een toeslag aan een eigenaar of pachter wegens afkoop van toedelingsrechten nadat een besluit tot landinrichting is genomen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3, 150.

Waardering: B 1

Regeling afkoop toedelingsrechten, 29-10-1985, Stcrt. 213.

RIO: 43

BSD: 26

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.

Periode: 1978–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 50, 72, 91, 118.

Waardering: B 1

Regeling 08-10-1985, Stcrt. 199.

2.3.2.5. Overgangsregelingen RW 1954 – LW

RIO: 50

BSD: 22

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij wordt bepaald welke ruilverkavelingen waartoe het besluit is genomen voor de inwerkingtreding van de Landinrichtingswet zullen worden voltooid volgens de bepalingen van de Ruilverkavelingswet 1954.

Periode: 1985–1985

Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.1.

Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: B 1

Kb 30-09-1985, Stb. 523.

RIO: 51

BSD: 23

Handeling: Het treffen van overgangsregelen met betrekking tot de voortzetting van de voorbereiding, dan wel de voltooiing van de uitvoering van ruilverkavelingen volgens RW 1954, als landinrichtingsprojecten volgens de LW.

Periode: 1985–1985

Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.5, 240.7, 240.8, 240.13.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend.

Waardering: B 1

4 regelingen LV 08-10-1985, Stcrt. 199

2.3.3. Urgentiebepaling van projecten

RIO: 53

BSD: 55

Handeling: Het opstellen en periodiek herzien van een provinciaal volgordeschema voor ruilverkavelingen.

Periode: 1960–1985

Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT bijlage I.

Opmerking: Betrokken organisatie was HID/Inspecteur Landinrichting

Het volgordeschema was aanvankelijk geheten: provinciaal vijfjarenplan van voorbereiding van ruilverkavelingen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 54

BSD: 56

Handeling: Het adviseren van PS over hun jaarlijkse voorstellen aan de Minister van LNV inzake de vaststelling van het landelijke voorbereidingsschema voor zover het de eigen provincie betreft.

Periode: 1985–1993

Bron: Jaarverslagen CLC en LD

Opmerking: Betrokken organisatie was HID/Inspecteur Landinrichting;Vanaf 1989 directeur LNO

Waardering: B 1

RIO: 57

BSD: 27

Handeling: Het jaarlijks vaststellen van het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 18.4.

Waardering: B 1

2.4. Overige landinrichtingsprojecten

2.4.2. Ruilverkaveling bij overeenkomst

RIO: 58

BSD: 28

Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de goedkeuring van een ruilverkaveling bij overeenkomst en het verlenen van een bijdrage in de kosten van de voorbereiding van de overeenkomst en de uitvoering daarvan.

Periode: 1972–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 7; Landinrichtingswet art. 122.

Opmerking: De bijdrageverlening is ingevoerd bij wijziging van de Beschikking kavelruil in 1980 (Stcrt. 8) en vervolgens overgenomen in de Regeling kavelruil.

Waardering: B 1

Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137 (Beschikking kavelruil); vervangen door: Regeling LV 08-11-1985, Stcrt. 218 (Regeling kavelruil).

2.4.3. Reconstructie oude glastuinbouwgebieden

RIO: 59

BSD: 29

Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de reconstructie van oude glastuinbouw-gebieden en de verlening van rijksbijdragen aan waterschappen, gemeenten en particulieren in de kosten van de voorbereiding en uitvoering daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.

Waardering: B 1

Beschikking/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden (1979/1986) (BROG/RROG).

2.4.4. A2-werken

RIO: 60

BSD: 30

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan werken van waterschappen en gemeenten (evt. andere openbare lichamen) ter verbetering van de inrichting van het landelijk gebied.

Periode: 1945–

Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.

Opmerking: Betrof onder de Ruilverkavelingswet 1954 vrijwel uitsluitend cultuurtechnische werken (ontsluiting, waterbeheersing).

Waardering: B 1

A2-regelingen.

2.4.5. Particuliere cultuurtechnische werken

RIO: 61

BSD: 31

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een bijdrage aan werken van particulieren ter verbetering van de inrichting van het landelijk gebied.

Periode: 1945–

Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.

Waardering: B 1

Bijdragen Boerenwerken (1942, 1949); Bijdragen Bw1-werken (1951–jaren 1960); Bijdragen Bw2-werken (1951–jaren 1960); Beschikking particuliere cultuurtechnische werken (1975).

2.4.6. Boerderijbouw

RIO: 62

BSD: 32

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een bijdrage aan een boerderijverplaatsing of stichting (niet speciaal voor ruilverkavelingen).

Periode: 1952–

Grondslag: voor 1985: geen; sinds 1985: Landinrichtingswet art. 12.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

Regeling boerderijbouw, eerst binnen ruilverkaveling en op ontginningsgronden later buiten ruilverkaveling (1953–jaren 1960): Beschikking rijksbijdragen boerderijverplaatsing (1976).

2.5. Bijdrageregelingen O&S-fonds

2.5.1. Algemeen

RIO: 63

BSD: 33

Handeling: Het goedkeuren van de vaststelling van een saneringsregeling van het O&S-fonds.

Periode: 1964–1990

Bron: Statuten O&S-fonds.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 20 jaar

RIO: 64

BSD: 34

Handeling: Het beschikken op een beroepsschrift van een ondernemer, wiens aanvraag voor een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds is afgewezen.

Periode: 1964–

Bron: Statuten O&S-fonds.

Waardering: V 6 jaar

3. Het initiatief tot landinrichting

3.2. Algemene wetten

3.2.3. Onderzoek

RIO: 67

BSD: 63

Handeling: Het (doen) uitvoeren van een cultuurtechnisch (voor)onderzoek, dan wel een cultuurtechnische inventarisatie met betrekking tot een aangevraagde landinrichting.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 68

BSD: 64

Handeling: Het doen uitvoeren van inventariserende onderzoekingen met betrekking tot de bedrijfseconomische toestand en andere sociaal-economische agrarische aspecten in een aangevraagde landinrichting.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschieden veelal door (middel van) het Landbouw-Economisch Instituut (LEI).

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 69

BSD: 65

Handeling: Het doen uitvoeren van inventariserende onderzoekingen met betrekking tot natuurwetenschappelijke, landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische of archeologische waarden in een aangevraagde ruilverkaveling.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Onderzoek naar landschappelijke, recreatieve, cultuur-historische en archeologische waarden komen successievelijk aan bod in de loop van de jaren 1960 en 1970.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 70

BSD: 66

Handeling: Het opstellen van nota’s inzake de doelstellingen en uitgangspunten van een aangevraagde landinrichting ten behoeve van het bestuurlijk overleg en de besluitvorming daaromtrent.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschiedt op basis van de verzamelde gegevens.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

3.2.4. Aanvraagprocedure RW 1938 (gewijzigd 1941) en RW 1954

RIO: 71

BSD: 67

Handeling: Het doen van een aanvraag tot ruilverkaveling bij betrokken GS.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, art. 21; Ruilverkavelingswet 1954, art. 30.

Waardering: B 5

RIO: 73

BSD: 68

Handeling: Het optreden in de procedure van een kroonberoep tegen een afwijzing door GS van een aanvraag tot ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 24.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 33.3.

Waardering: B 5

3.2.5. LW: aanvraagprocedure herinrichting of ruilverkaveling

RIO: 75

BSD: 69

Handeling: Het beschikken op een verzoek om ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen, alsmede bij een positieve beslissing, het opstellen van een nota ‘overwegingen en uitgangspunten’.

Periode: 1985–1993

Grondslag: Landinrichtingswet art. 20.1.

Waardering: B 5

Bij een positieve beslissing wordt het gebied geplaatst op het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting (zie H. 2).

3.2.6. LW: aanvraagprocedure aanpassingsinrichting

RIO: 77

BSD: 70

Handeling: Het beschikken op een verzoek aanpassingsinrichting te bevorderen, alsmede bij een positief besluit, het opstellen van nadere bepalingen inzake de aard en omvang van het voorgestelde project.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 94.

Waardering: B 5

3.3. Zeeuwse herverkavelingen

3.3.1. Achtergronden herverkaveling Walcheren

RIO: 79

BSD: 71

Handeling: Het verzamelen van cultuurtechnische en andere gegevens omtrent de toestand in het/de getroffen gebied(en).

Periode: 1945–1953

Bron: Jaarverslagen CCC en CD en HCW/HCZ.

Waardering: B 6

3.3.2. Totstandkoming Zeeuwse herverkavelingswetten

RIO: 80

BSD: 72

Handeling: Het vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke regeling, in overleg met de provincie Zeeland en andere overheidsorganen, opstellen van voorlopige plannen met betrekking tot de aanpak van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1945–1953

Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW/HCZ.

Waardering: B 6

RIO: 83

BSD: 73

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.

Periode: 1945–

Waardering: B 1

* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;

* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.

3.4. Reconstructie Midden-Delfland

3.4.1. Achtergronden

RIO: 84

BSD: 74

Handeling: Het bijdragen aan de gedachtenvorming op regionaal niveau met betrekking tot een integrale aanpak van de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1964–1970

Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Opmerking: Betreft met name overleg met de Stichting Onderzoek Midden-Delfland, een samenwerkingsverband tussen de provincie Zuid-Holland en de in Midden-Delfland gelegen gemeenten.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

3.4.2. Totstandkoming Reconstructiewet Midden-Delfland

RIO: 86

BSD: 75

Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: B 1

Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.

RIO: 87

BSD: 76

Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: V 10 jaar

Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).

3.5. De Gronings-Drentse herinrichting

3.5.2. Totstandkoming Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

RIO: 88

BSD: 77

Handeling: Het bijdragen aan de gedachtenvorming op (inter)provinciaal niveau met betrekking tot een integrale aanpak van de reconstructie (herinrichting) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1970–1977

Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Opmerking: Bedoeld zijn met name de Reconstructiecommissie Veenkoloniën en de interprovinciale Reconstructiecommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Waardering: B 1

RIO: 89

BSD: 78

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Opmerking: De minister weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM, EZ, V&W en BZK

Waardering: B 1

Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.

RIO: 91

BSD: 79

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.

Opmerking: De minister weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM, EZ, V&W en BZK

Waardering: V 10 jaar

Kb 13-12-1978 (Stb. 664).

4. De projectorganisatie

4.2. Algemene wetten

4.2.3. RW 1938 en 1954: Plaatselijke Commissie

RIO: 99

BSD: 107

Handeling: Het in overleg met KADOR aanwijzen van een landmeter en plaatsvervanger(s), die een Plaatselijke Commissie bijstaan.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.2.

Opmerking: Geschiedt na advies van de HID/Inspecteur van de CD/LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

4.2.4. Landinrichtingswet: Landinrichtingscommissie

RIO: 102

BSD: 108

Handeling: Het vaststellen of wijzigen, in overeenstemming met het bevoegd orgaan, van een regeling voor de werkwijze van een Landinrichtingscommissie belast met aanpassingsinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 100.

Waardering: B 1

Afzonderlijke regeling per project; bijv. Regeling LV 15-06-1987, Stcrt. 115 (Beek); idem 06-10-1987, Stcrt. 196 (Eschmarke).

RIO: 107

BSD: 109

Handeling: Het toevoegen aan een Landinrichtingscommissie van een secretaris.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 30.1, 99.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

4.3. Zeeuwse herverkavelingen

4.3.2. Commissie van Toezicht

RIO: 113

BSD: 110

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een Commissie van Toezicht voor de herverkaveling Walcheren, dan wel het doen optreden van de Centrale Cultuurtechnische Commissie in deze functie voor de herverkaveling Zeeland.

Periode: 1947–1970

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project

4.3.3. Raad van Beroep

RIO: 114

BSD: 111

Handeling: Het samenstellen en instrueren van een Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.2; HWZN art. 1.

Opmerking: (wellicht met de Minister van Justitie).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Bijv. voordracht Kb tot benoeming (plaatsvervangende) leden.

Stukken inzake de samenstelling V 6 jaar na afsluiting project

RIO: 115

BSD: 112

Handeling: Het voorbereiden van een Kb betreffende het tarief voor de werkzaamheden van de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en van de vergoedingen voor de leden van de Raad en door haar opgeroepen getuigen en deskundigen.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.4; HWZN art. 1.

Opmerking: (wellicht met de Minister van Justitie).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 20 jaar

4.3.4. Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland

RIO: 116

BSD: 113

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een instructie voor de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.1; HWZN art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 117

BSD: 114

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere voorschriften en richtlijnen voor de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 118

BSD: 115

Handeling: Het samenstellen van de Herverkavelingscommissie Walcheren, i.c. Zeeland, met inbegrip van de instelling en samenstelling van subcommissies daarvan, alsmede het aanwijzen van de secretaris(sen) van de (sub)commissie⁠(s) en het toevoegen van deskundigen.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Walcheren Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 15.1; HWZN art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Stukken inzake instelling B 5

RIO: 120

BSD: 116

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen (dan wel beloningen) voor de leden en deskundigen van (een suborgaan van) de Herverkavelingscommissie Walcheren, i.c. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na einde lidmaatschap

4.4. Reconstructie Midden-Delfland

4.4.2. Reconstructiecommissie Midden-Delfland

RIO: 122

BSD: 134

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1

Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).

RIO: 124

BSD: 117

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere richtlijnen en voorschriften voor de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Waardering: B 1

Bijv. Richtlijnen grondverwerving Midden-Delfland 1980, Stcrt. 211.

RIO: 125

BSD: 135

Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.

RIO: 127

BSD: 136

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1

RIO: 128

BSD: 118

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 129

BSD: 139

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 131

BSD: 119

Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 9.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 132

BSD: 137

Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 133

BSD: 120

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor leden van (een subcommissie van) de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 8, 11.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 134

BSD: 121

Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat de secretarissen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaat.

Periode: 1977–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 13.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

4.5. Gronings-Drentse herinrichting

4.5.2. Herinrichtingscommissie

RIO: 136

BSD: 122

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.

RIO: 138

BSD: 123

Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van nadere richtlijnen en voorschriften voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–

Waardering: B 1

RIO: 139

BSD: 124

Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).

RIO: 140

BSD: 125

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt ontbonden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 138.2.

Opmerking: Periode is na beëindiging van de herinrichting.

Waardering: B 4

RIO: 142

BSD: 126

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.2.

Waardering: B 1

RIO: 143

BSD: 127

Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.10.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 144

BSD: 138

Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaan.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.9.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

4.5.3. Deelgebiedscommissies en blokcommissies

RIO: 145

BSD: 128

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.

RIO: 147

BSD: 129

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van nadere richtlijnen en voorschriften voor de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–

Waardering: B 1

RIO: 149

BSD: 130

Handeling: Het aanwijzen van de secretaris van een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.10.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 150

BSD: 131

Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaat bij de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

RIO: 155

BSD: 133

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de leden van (een subcommissie van) de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, en voor de leden van een deelgebiedscommissie of blokcommissie.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 8.3, 11; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 11.3, 13.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

5. De grondverwerving

5.2. Algemene wetten

5.2.3. Algehele vergoeding

RIO: 165

BSD: 212

Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat in het algemeen belang een eigenaar bij de toedeling een algehele vergoeding in geld krijgt.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 173

BSD: 213

Handeling: Het vaststellen en bekend maken tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag wegens bedrijfsbeëindiging kan indienen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3–4, 150.2; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 175

BSD: 214

Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

5.4. Reconstructie Midden-Delfland

5.4.1. Algemeen

RIO: 188

BSD: 215

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18, 20.4.

Waardering: B 1

Bijv. Richtlijnen 24-10-1980, Stcrt. 211.

RIO: 189

BSD: 216

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hoofdstuk II (Onteigening) of art. 18.

Periode: 1978–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 13.

Opmerking: Zie voor de met de desbetreffende regeling in verband staande handelingen paragraaf 5.7.2 van het

RIO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Regeling 27-07-1978, Stcrt. 146, 149.

5.4.3. Algehele vergoeding

RIO: 197

BSD: 217

Handeling: Het vaststellen tot wanneer een eigenaar of pachter in het reconstructiegebied Midden-Delfland een aanvraag om algehele vergoeding in geld kan indienen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1, 20.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

5.5. Gronings-Drentse herinrichting

5.5.1. Algemeen

RIO: 201

BSD: 218

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Herinrichtingscommissie voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Waardering: B 1

Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158.

RIO: 202

BSD: 219

Handeling: Het stellen van regels voor het verlenen van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hoofdstuk II (Onteigening) of art. 58.

Periode: 1978–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 26.

Opmerking: Zie voor de met de regeling in verband staande handelingen paragraaf 5.7.2 van het

RIO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Regeling 22-12-1978, Stcrt. 252.

5.5.3. Algehele vergoeding

RIO: 209

BSD: 220

Handeling: Het vaststellen en bekend maken tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag kan indienen.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

5.7. Toeslagen bij bedrijfsbeëindiging: Minister van LNV

5.7.1. Toeslagen afkoop (potentiële) toedelingsrechten en toeslagen verkoop of verpachting buiten

RIO: 222

BSD: 221

Handeling: Het bepalen tot wanneer een eigenaar of pachter buiten een blok een aanvraag voor een toeslag kan indienen als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.2; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.2 (HWOG).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 227

BSD: 222

Handeling: Het bij wijze van uitzondering bepalen dat een toeslag als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986; Vijftien keer de pachtwaarde bedraagt.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 8.3; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 7.3; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 8.3 (HWOG).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 229

BSD: 223

Handeling: Het na advies van de Centrale Commissie beschikken op een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten, als daarover geen overeenstemming bestaat tussen de directeur CD/LD en een Voorbereidingscommissie.

Periode: 1970–1985

Grondslag: Regeling 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

6. Het projectbeheer

6.2. Algemene wetten

6.2.1. Toezicht

RIO: 241

BSD: 326

Handeling: Het (on)gevraagd adviseren aan een Voorbereidings-, Inspraak- of Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, dan wel Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie over haar taakuitvoering, alsmede het houden van toezicht bij de voorbereiding en uitvoering van werken en het (on)gevraagd adviseren aan de (secretaris van de) Centrale Commissie in alle aangelegenheden waarover de desbetreffende commissie met haar correspondeert.

Periode: 1945–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 7.2 (advisering Centrale Commissie); art. 31, 34, 35, 36.2, 37 (toezicht commissie ter plaatse); Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 6.2. (advisering Centrale Commissie); art. 32, 34, 36.2 (toezicht commissie ter plaatse). Overeenkomstige bepalen zijn te vinden in de instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, later HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.

Procedurele adviezen, bijv. beoordeling van het schetsontwerp van een landinrichtingsplan (zie H. 7), zijn niet in de handeling begrepen.

Waardering: B 1

RIO: 242

BSD: 1025

Handeling: Het opmaken van een kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, later HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

6.2.2. Financiering en planning

RIO: 247

BSD: 302

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de rijksbijdrage ter uitvoering van een ruilverkaveling, resp. ter uitvoering van een landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1945–

Opmerking: Wijziging kan geschieden in het kader van het goedkeuren van een planwijziging tijdens de uitvoeringsfase (zie H. 9).

Waardering: B 5

RIO: 256

BSD: 303

Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 87–88; Ruilverkavelingswet 1954 art. 115–116; Landinrichtingswet art. 222.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

6.3. Zeeuwse herverkavelingen

6.3.2. Financiering en planning

RIO: 280

BSD: 304

Handeling: Het betalen van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 94.

Opmerking: In dit kader worden alle betalingen door de CD/LD uitgevoerd.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

6.4. Reconstructie Midden-Delfland

6.4.2. Financiering en planning

RIO: 293

BSD: 305

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het werkplan voor de voorbereiding van het reconstructieprogramma Midden-Delfland, voor de voorbereiding van het plan van voorzieningen Midden-Delfland en van het werkplan voor de uitvoering van het plan van voorzieningen Midden-Delfland of een jaarlijkse herziening daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 15, 24, 25.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1

RIO: 294

BSD: 306

Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 106; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 32.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

6.5. Gronings-Drentse herinrichting

6.5.2. Financiering en planning

RIO: 312

BSD: 308

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het werkplan voor de voorbereiding van het herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.3.

Waardering: B 1

RIO: 317

BSD: 309

Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Herinrichtingscommissie.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 125; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 28.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

7. De projectvoorbereiding

7.3. Algemene wetten: niet-gefaseerde voorbereiding

7.3.3. LW: het landinrichtingsplan

7.3.3.2. Voorontwerp

RIO: 346

BSD: 480

Handeling: Het leveren van een commentaar op het schetsontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.5, 29; gew. 1988, Stcrt. 253.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

7.3.3.4. Vaststelling

RIO: 353

BSD: 407

Handeling: Het goedkeuren, dan wel het voorbereiden van een Kb ter vernietiging door de Kroon, van dat deel van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan waarbij wordt afgeweken van het terzake door de Centrale Commissie uitgebrachte advies.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 82.2–5, 84.4.

Waardering: B 1

RIO: 354

BSD: 408

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) aanpassingsplan waarbij wordt afgeweken van het terzake door de Centrale Commissie uitgebrachte advies.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 109.2, 114.4.

Waardering: B 1

RIO: 356

BSD: 409

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan, indien GS van verschillende provincies terzake geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.

Waardering: B 1

RIO: 357

BSD: 410

Handeling: Het vaststellen van een (gewijzigd) aanpassingsplan, indien GS de in Landinrichtingswet art. 108 of 109 bedoelde termijn hebben overschreden.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1, 114.4.

Opmerking: Kan geschieden op verzoek van de aanvrager in bij AMvB te bepalen gevallen.

Waardering: B 5

7.4. LW: gefaseerde voorbereiding

7.4.2. Het landinrichtingsprogramma

7.4.2.2. Voorontwerp

RIO: 362

BSD: 481

Handeling: Het leveren van commentaar op het schetsontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.5, gew. 1988, Stcrt. 253.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

7.4.2.4. Vaststelling

RIO: 369

BSD: 411

Handeling: Het goedkeuren van dat deel van een besluit van PS/GS tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma waarbij wordt afgeweken van het advies van de Centrale Commissie als bedoeld in Landinrichtingswet art. 43.1, dan wel het voorbereiden van een Kb waarbij, onder regeling van de gevolgen, dat gedeelte geheel of deels wordt vernietigd.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.3–43.5.

Waardering: B 1

RIO: 371

BSD: 412

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma, als PS/GS van verschillende provincies terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.

Waardering: B 1

7.4.3. Het landinrichtingsplan

7.4.3.4. Vaststelling

RIO: 378

BSD: 413

Handeling: Het goedkeuren, dan wel het voorbereiden van een Kb ter vernietiging, van dat deel van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan, waarbij wordt afgeweken van het advies van de Centrale Commissie bedoeld in Landinrichtingswet art. 82.1.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.2-5, 84.4.

Waardering: B 1

RIO: 380

BSD: 414

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan, indien GS van verschillende provincies terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.

Waardering: B 5

7.5. Zeeuwse herverkavelingen

7.5.2. Planvorming

RIO: 384

BSD: 415

Handeling: Het vaststellen van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 2.

Waardering: B 5

Beschikking LV 03-03-1948, Stcrt. 58 (Walcheren); Beschikking LV 12-01-1954, Stcrt. 8 (Zeeuwse noodgebieden).

RIO: 387

BSD: 416

Handeling: Het adviseren aan de Kroon bij de behandeling van een beroep tegen een besluit van GS tot vaststelling van deelplan van wegen, waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.6.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

7.6. Reconstructie Midden-Delfland

7.6.2. Het reconstructieprogramma

7.6.2.4. Vaststelling

RIO: 397

BSD: 417

Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1–3, 37.

Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

Beschikking VRO/LV 21-12-1983.

7.6.3. Het plan van voorzieningen

7.6.3.2. Ontwerp

RIO: 401

BSD: 419

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 40, 41, 45; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 23.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 5

7.6.3.3. Vaststelling

RIO: 403

BSD: 418

Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat GS van Zuid-Holland het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vaststellen in afwijking van het advies, bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 5

RIO: 404

BSD: 420

Handeling: Het voorbereiden van een Kb houdende nadere vaststelling van het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1

Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

RIO: 405

BSD: 421

Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: B 1 en 5

RIO: 406

BSD: 422

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

7.7. Gronings-Drentse herinrichting

7.7.2. Het herinrichtingsprogramma

7.7.2.4. Vaststelling

RIO: 417

BSD: 423

Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1–3, 14.1.

Waardering: B 5

Beschikking Landbouw/Ruimtelijke Ordening 15-12-1983.

RIO: 418

BSD: 424

Handeling: Het optreden inzake een kroonberoep, ingesteld door PS van Groningen of van Drenthe, tegen een besluit tot vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.4, 14.1.

Waardering: B 5

RIO: 419

BSD: 425

Handeling: Het voorbereiden van een (klein) Kb ter nadere vaststelling van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 1.

Waardering: B 1

Kb 24-05-1984.

7.7.3. Herinrichtingsplan

7.7.3.4. Vaststelling

RIO: 423

BSD: 426

Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat PS van Groningen of Drenthe een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vaststellen in afwijking van het advies van de Centrale Commissie

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.

Waardering: B 5

RIO: 424

BSD: 427

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien PS van Groningen en van Drenthe hierover geen overeenstemming hebben.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.4, 21.2.

Waardering: B 5

8. Het besluit tot landinrichting

8.2. Ruilverkavelingswet 1938

8.2.4. Besluit bij afstemming

RIO: 429

BSD: 527

Handeling: Het op voorstel van de Centrale Commissie bepalen dat een afgestemde ruilverkaveling wegens dringend algemeen belang zal worden uitgevoerd.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 36.

Waardering: B 1

8.3. Ruilverkavelingswet 1954

8.3.5. Besluit bij afstemming

RIO: 439

BSD: 529

Handeling: Het (kunnen) bepalen dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog zal worden uitgevoerd.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.1.

Waardering: B 5

RIO: 440

BSD: 530

Handeling: Het optreden als partij inzake een kroonberoep tegen een genomen besluit dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog zal worden uitgevoerd.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.3.

Waardering: B 5

8.4. LW: besluit tot ruilverkaveling

8.4.1. Algemeen

RIO: 441

BSD: 531

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot het houden van een stemming over een ruilverkaveling, als PS/GS van verschillende provincies ter zake geen overeenstemming hebben bereikt.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.

Waardering: B 1

8.4.4. De stemming

RIO: 448

BSD: 528

Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS en betrokken B en W bij het voorbereiden en uitvoeren van een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CLC en LD; AMvB 11-09-1985, Stb. 525.

Opmerking: NB Handeling wordt uitgevoerd door LID en KADOR

Waardering: B 1

8.5. LW: besluit tot herinrichting of aanpassingsinrichting

RIO: 449

BSD: 532

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot herinrichting of aanpassingsinrichting, als PS/GS van verschillende provincies ter zake geen overeenstemming hebben bereikt.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 2.3, 3.2.

Waardering: B 1

RIO: 450

BSD: 533

Handeling: Het nemen van een besluit tot aanpassingsinrichting, indien GS de in Landinrichtingswet art. 111.1 bedoelde termijn hebben overschreden.

Periode: 1975–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 112.1.

Opmerking: Geschiedt op verzoek van de aanvrager (het bevoegd orgaan) in bij AMvB te bepalen gevallen.

Waardering: B 5

9. Werken en voorzieningen

9.2. Algemene wetten

9.2.2. Planuitwerking of -wijziging

9.2.2.2. LW: Plan van uitwerking of uitbreiding

RIO: 456

BSD: 560

Handeling: Het voorbereiden van een Kb tot vaststelling van een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan, indien GS van verschillende provincies terzake geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2.

Waardering: B 1

9.2.3. De uitvoering van werken

9.2.3.1. Algemeen

RIO: 457

BSD: 561

Handeling: Het voorbereiden, voor zover een landinrichtingsplan is vastgesteld in afwijking van een advies van de CLC, van een Kb dat met de uitvoering daarvan pas mag worden begonnen, nadat de in Landinrichtingswet art. 82.6 bedoelde termijn is verstreken.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 124.2.

Waardering: B 1

9.2.3.4. Particuliere werken

RIO: 901

BSD: 1090

Handeling: Het jaarlijks vaststellen van de toetsprijzen voor kavelverbeteringswerken en kavelaavaardingswerken in een landinrichtingsproject

Periode: 1960–

Bron: interview

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

9.5. Gronings-Drentse herinrichting

9.5.2. Plan van uitbreiding of uitwerking

RIO: 525

BSD: 562

Handeling: Het voorbereiden van een Kb waarbij een plan tot uitwerking dan wel uitbreiding voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien GS van Groningen en Drenthe terzake niet tot overeenstemming zijn gekomen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.8.

Opmerking: Alleen van toepassing indien het betrokken (deel van een) deelgebied in beide provincies ligt.

Waardering: B 1

10. De toewijzing van onroerende goederen van alg. nut

10.2. Algemene wetten

10.2.3. Onteigening

RIO: 538

BSD: 650

Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb, waarbij onroerende goederen in een herinrichtingsgebied worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van een herinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 122; j° art. 62, 63; j° art. 10–13.

Waardering: B 1

RIO: 540

BSD: 651

Handeling: Het optreden als onteigenaar in het belang van herinrichting door middel van een gerechtelijke onteigeningsprocedure.

Periode: 1985–

Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 64; j° Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

10.2.4. Inventarisatieplannen

10.2.4.4. LW: begrenzingenplan

RIO: 548

BSD: 652

Handeling: Het voorbereiden van een Kb waarbij (een deel van) een begrenzingenplan wordt vastgesteld en eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen worden toegewezen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 3.2, 3.3 j°. 2.3.

Opmerking: Geschiedt als GS van meer provincies het niet eens kunnen worden.

Waardering: B 1

10.2.5. Toewijzing

RIO: 549

BSD: 653

Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam (of andere betrokken rechtspersoon) tegen een besluit van GS tot toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken en kaden c.a., alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 82.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.5; Landinrichtingswet art. 138.4.

Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.

Waardering: B 1

10.3. Zeeuwse herverkavelingen

10.3.3. Toewijzing

RIO: 554

BSD: 654

Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam tegen een besluit van GS van Zeeland tot toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken en kaden c.a. in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.

Periode: 1950–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 73.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.

Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: B 1

10.4. Reconstructie Midden-Delfland

10.4.2. Onteigening

RIO: 555

BSD: 655

Handeling: Het voeren van de procedure leidend tot een voorstel voor een nutswet ter onteigening van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Onteigeningswet art. 5 t/⁠m 9.

Periode: 1970–1979

Grondslag: Besluit Ministerraad 27-02-1970.

Opmerking: De Minister van LNV is betrokken bij deze handeling vanuit het oogpunt van Landbouw alsmede Openluchtrecreatie

De handeling betreft niet het maken van het wetsvoorstel voor de Reconstructiewet Midden-Delfland, maar slechts de daarmee parallel lopende formele procedure volgens de genoemde artikelen van de Onteigeningswet.

Waardering: B 5

RIO: 556

BSD: 656

Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van de reconstructie.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 6, 8; Onteigeningswet art. 14, alsmede art. 10–13.

Opmerking: het Kb wordt genomen, gehoord de Raad van State.

Waardering: B 1

RIO: 558

BSD: 657

Handeling: Het optreden als onteigenaar in een gerechtelijke onteigeningsprocedure in het belang van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 8; Onteigeningswet Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

10.4.4. Toewijzing

RIO: 561

BSD: 658

Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam tegen een besluit van GS van Zuid-Holland omtrent eigendom, beheer of onderhoud van onroerende goederen, opgenomen in het plan van wegen en waterlopen of het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het bekend maken en effectueren van het desbetreffende Kb.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 73.2–3.

Opmerking: De minister zorgt ervoor dat in de akte van toedeling en de openbare registers een bij Kb aangebrachte eventuele wijziging wordt doorgevoerd.

Waardering: B 1

10.5. Gronings-Drentse herinrichting

10.5.2. Onteigening

RIO: 562

BSD: 659

Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij onroerende goederen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën worden aangewezen, die ten name van de Staat zullen worden onteigend in het kader van de herinrichting.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 6.4; Onteigeningswet art. 14, alsmede art. 10–13.

Opmerking: het Kb wordt genomen, gehoord de Raad van State.

Waardering: B 1

RIO: 564

BSD: 660

Handeling: Het optreden als onteigenaar in een gerechtelijke onteigeningsprocedure in het belang van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Onteigeningswet Titel I, Hfd. III, IIIa, IV.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

10.5.4. Toewijzing

RIO: 569

BSD: 661

Handeling: Het adviseren van de Kroon inzake een beroep van een openbaar lichaam of andere rechtspersoon tegen een besluit van GS omtrent eigendom, beheer of onderhoud van onroerende goederen, opgenomen in een inventarisatieplan voor het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende Kb.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.4.

Waardering: B 1

10.5.5. Overgang Groninger Stadskanalen en -wegen

RIO: 573

BSD: 662

Handeling: Het voorbereiden en bekend maken van een Kb waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1, 75.2, 75.4.

Waardering: B 1

11. De bepaling van de inbreng in een blok

11.2. Algemene wetten

11.2.1. Algemeen

RIO: 577

BSD: 700

Handeling: Het bepalen dat op een ruilverkaveling die volgens de bepalingen van de Ruilverkavelingswet 1954 wordt voltooid, Landinrichtingswet art. 170.3 (huurders zijn rechtverkrijgenden) en Landinrichtingswet art. 212.2 (actualisering schattingsuitkomsten) van overeenkomstige toepassing zijn.

Periode: 1985–1990

Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.2.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

11.3. Zeeuwse herverkavelingen

11.3.2. Blokgrenswijziging

RIO: 609

BSD: 701

Handeling: Het wijzigen van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: B 5

Besluit LV 25-10-1951, Stcrt. 210 (Walcheren); Besluit LV 12-03-1955, Stcrt. 52; 16-03-1956, Stcrt. 58; 18-01-1963, Stcrt. 17 (Zeeland).

11.4. Reconstructie Midden-Delfland

11.4.4. De schatting

RIO: 629

BSD: 702

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 37.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

11.5. Gronings-Drentse herinrichting

11.5.4. De schatting

RIO: 648

BSD: 778

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 32.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

12. De toedeling in een blok

12.2. Algemene wetten

12.2.2. Regeling van de toedeling

12.2.2.1. RW 1938

RIO: 667

BSD: 803

Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat in het algemeen belang een eigenaar meer dan 5% zal worden onder- of overbedeeld.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 669

BSD: 804

Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Centrale Commissie dat de aan een eigenaar toekomende waarde in kavels bij de toedeling zal worden verminderd met (een deel van) de vermoedelijk ten zijnen laste komende ruilverkavelingskosten.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.1, 13.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

13. De afwikkeling van een landinrichting

13.1. Inleiding

RIO: 881

BSD: 1070

Handeling: Het optreden in een Kroonberoep inzake bezwaren van rechthebbenden en pachters tegen een besluit van GS tot voorlopige vaststelling toewijzing of regeling van eigendom, beheer en onderhoud van wegen en waterlopen, dijken en kaden c.a., alsmede het bekendmaken en effectueren van het desbetreffende KB

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 45

Waardering: B 5

13.2. Algemene wetten

13.2.4. Ruilverkavelings- resp. landinrichtingsrente

RIO: 754

BSD: 1036

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van ruilverkavelings-, resp. landinrichtingsrente.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar

13.2.5. Nazorg en Afsluitende rapportage

RIO: 755

BSD: 891

Handeling: Het geven van agrarisch-sociale en andere voorlichting in een herverkaveld gebied.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Wordt uitgevoerd door CD/LD samen met het met de agrarische voorlichting belaste dienstonderdeel van het Ministerie van Landbouw.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 899

BSD: 1088

Handeling: Het opstellen van een evaluatierapport, houdende de resultaten van een afgesloten ruilverkaveling- of landinrichtingsplan

Periode: 1984–

Bron: interview

Waardering: B 5

13.3. Zeeuwse herverkavelingen

13.3.5. Herverkavelingsrente

RIO: 768

BSD: 1037

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de herverkavelingsrente Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1950–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (jaren 50 of later)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

13.3.6. Nazorg

RIO: 769

BSD: 892

Handeling: Het geven van agrarisch-sociale en andere voorlichting in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Wordt uitgevoerd door CD/LD samen met Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct),

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

13.4. Reconstructie Midden-Delfland

13.4.4. Reconstructierente

1104

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de afkoop van reconstructierente.

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar

1109

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de reconstructierente

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)

Opmerking: Het betreft een administratie op hoofdlijnen van de verrekening van de opbrengsten van de reconstructierente (zoals bedoeld in art. 107 t/m 116 van de Reconstructiewet Midden-Delfland) tussen de Belastingdienst en Ministerie LNV en het verwerken van afkoopsommen van reconstructierente.

Waardering: V 6 jaar

13.5. Gronings-Drentse herinrichting

13.5.4. Herinrichtingsrente

RIO: 800

BSD: 893

Handeling: Het (doen) invorderen van de bedragen ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 102, verschuldigd wegens de omzetting van stadsmeierrechten in eigendomsrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1990–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 135.1, gew. 1990, Stb. 222 (i.w. 01-06-1990).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

1105

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de afkoop van herinrichtingsrente.

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar

1110

Handeling: Het opstellen en bijhouden van een administratie betreffende de verrekening en afkoop van de herinrichtingsrente

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC CAS)

Opmerking: Het betreft een administratie op hoofdlijnen van de verrekening van de opbrengsten van de herinrichtingsrente (zoals bedoeld in art. 126 t/m 134 van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën) tussen de Belastingdienst en Ministerie LNV en het verwerken van afkoopsommen van herinrichtingsrente.

Waardering: V 6 jaar

14. Overige landinrichtingsprojecten en onderzoek

14.2. Reconstructie oud glastuinbouwgebied

14.2.1. Initiatieffase

RIO: 803

BSD: 957

Handeling: Het beschikken op een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied gebied als reconstructiegebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 7–9.

Waardering: B 5

14.2.3. Beheer

RIO: 904

BSD: 1093

Handeling: Het voorschieten van de kosten van de voorbereiding en uitvoering van een reconstructie van een oud glastuinbouwgebied, alsmede het voeren van de financiële administratie van de Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Bron: interview

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

14.2.5. Grondzaken en bedrijfsbeëindiging

RIO: 817

BSD: 997

Handeling: Het adviseren aan de directeur LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.

Opmerking: Betrokken organisaties waren HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO

Waardering: B 1

14.2.6. Uitvoering van voorzieningen

14.2.6.1. Infrastructurele, landschappelijke, recreatieve voorzieningen

RIO: 823

BSD: 958

Handeling: Het verlenen van een bijdrage aan een gemeente of waterschap in de kosten van uitvoering van de realisering van infrastructurele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 21 e.v. (gew. 1986, Stcrt. 145).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

14.2.6.2. Bedrijfsvoorzieningen

RIO: 828

BSD: 998

Handeling: Het adviseren aan de directeur LD over een verzoek om een bijdrage zoals bedoeld in de BROG/RROG Titel 6, paragrafen 3–6.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.

Opmerking: Betrokken organisaties waren HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989 directeur LNO

Waardering: B 1

RIO: 891

BSD: 1080

Handeling: Het beslissen in beroepen tegen beslissingen van de directeur Cultuurtechnische Dienst om een bijdrage in de kosten van de in het reconstructieplan opgenomen voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden, art. 29–4

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

14.2.7. Afsluitende rapportage

RIO: 900

BSD: 1089

Handeling: Het opstellen van een evaluatierapport, houdende de resultaten van een afgesloten reconstructie van een oude glastuinbouwgebied

Periode: 1984–

Bron: interview

Waardering: B 5

14.3. Rijksbijdragen gemeente- en waterschapswerken (A2-projecten)

RIO: 833

BSD: 999

Handeling: Het voorlichten over of adviseren inzake het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar (overige neerslag).

RIO: 836

BSD: 1000

Handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project en het al dan niet goedkeuren van het gereedgekomen werk.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: V 10 jaar

14.4. Ruilverkaveling bij overeenkomst en kavelruil

14.4.1. Ruilverkaveling bij overeenkomst

RIO: 837

BSD: 1001

Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het aangaan van een ruilverkavelingsovereenkomst als bedoeld in de Ruilverkavelingswet 1938, Ruilverkavelingswet 1954 of Landinrichtingswet.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar (overige neerslag).

RIO: 838

BSD: 1002

Handeling: Het adviseren van de betrokkenen bij het opstellen van een voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: B 1

RIO: 839

BSD: 959

Handeling: Het onder zekere voorwaarden al dan niet goedkeuren van een voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst, voor zover daarbij zekere bepalingen van een wettelijke ruilverkaveling van toepassing worden verklaard.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 6.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1; Landinrichtingswet art. 122.

Opmerking: Zie voor de gangbare voorwaarden de opsomming in de Beschikking Kavelruil, paragraaf 14.4.2 van het RIO).

Waardering: B 5

RIO: 842

BSD: 1003

Handeling: Het leveren van advies en bijstand ten behoeve van de totstandkoming en de effectuering van een definitieve ruilverkavelingsovereenkomst (akte van kavelruil).

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 8; Landinrichtingswet art. 123.

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: V 10 jaar

14.5. Rijksbijdragen particuliere cultuurtechnische werken

14.5.1. Algemeen

RIO: 848

BSD: 1055

Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het verkrijgen van een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: B 1 (voor adviezen), V 10 jaar (overige neerslag).

14.5.3. Beschikking particuliere cultuurtechnische werken 1975

RIO: 850

BSD: 960

Handeling: Het instellen en buiten werking stellen van een commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften ingediend op grond van art. 7 van de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1975–1977

Bron: Instellingsbeschikking.

Opmerking: In de commissie zaten vertegenwoordigers van de Centrale Commissie, de CD/LD en overige ambtenaren van het Ministerie van Landbouw.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (1977 of later)

Waardering: V 20 jaar

Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.

RIO: 851

BSD: 961

Handeling: Het opschorten van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1975–1979

Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1975, Stcrt. 93, art. 9a.

Waardering: V 20 jaar

Beschikking LV 28-05-1975, Stcrt. 100.

RIO: 857

BSD: 962

Het beschikken op een bezwaarschrift tegen de beslissing van de directeur CD/LD omtrent een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1975–1980

Grondslag: Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)

Waardering: V 20 jaar

14.6. Rijksbijdragen boerderijverplaatsing

14.6.1. Algemeen

RIO: 858

BSD: 1056

Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het verkrijgen van een rijksbijdrage in de kosten van boerderijverplaatsing.

Periode: 1952–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting; sinds 1989: directeur LNO.

Waardering: B 1 (voor adviezen),

V 6 jaar(overige neerslag).

14.6.3. Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw

RIO: 862

BSD: 1038

Handeling: Het opschorten van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een rijksbijdrage ingevolge de Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw.

Periode: 1976–1981

Grondslag: Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw, Stcrt. 1976 177, art. 24.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1980)

Waardering: V 20 jaar

Beschikking LV 28-05-1975, Stcrt. 100.

14.8. Landinrichtingsonderzoek en advisering

RIO: 869

BSD: 1039

Handeling: Het (doen) verrichten van cultuurtechnisch onderzoek, dat van algemene toepassing is of van toepassing is op verschillende projecten.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5 (voor eindproducten),

V 6 jaar (voor overige neerslag)

RIO: 870

BSD: 1040

Handeling: Het (doen) opzetten en bijhouden van een (digitale) cultuurtechnische inventarisatie van Nederland (CIN).

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 871

BSD: 1041

Handeling: Het verstrekken van een structurele subsidie aan het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding (ICW) te Wageningen.

Periode: 1956–

Grondslag: Rijksbegrotingen Landbouw.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 872

BSD: 1042

Handeling: Het verlenen van een rijksbijdrage aan stichtingen, verenigingen en commissies op het gebied van cultuurtechnisch, resp. landinrichtingsonderzoek.

Periode: 1945–

Grondslag: Rijksbegrotingen Landbouw.

Opmerking: Betrof in de jaren 1940/50 bijv. stichting De Cruquius en de Prinsenmolencommissie.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 873

BSD: 1043

Handeling: Het leveren van een bijdrage aan onderzoeken op het gebied van hydrologie, bodemkunde, civieltechniek en andere wetenschappen van belang voor de cultuurtechniek, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 875

BSD: 1060

Handeling: Het adviseren aan een provincie, gemeente, waterschap of orgaan van een gemeenschappelijke regeling met betrekking tot cultuurtechnische, c.q. landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Bijv. inzake ontgrondingen, waterbeheersing, bouwaanvragen, aanlegvergunningen.

Betrokken organisaties waren Rijks Cultuur Consulent, nadien HID/Inspecteur Landinrichting, vanaf 1989: directeur LNO.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

Deel 2. Handelingen van actoren onder de archiefzorg van de Minister van LNV

Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)

RIO: 156

BSD: 232

Handeling: Het op de vrije grondmarkt, of ingevolge een overeenkomst in het kader van een bijdrageregeling, verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 158

BSD: 233

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 160

BSD: 234

Handeling: Het in overeenstemming met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie jaarlijks vaststellen van een programma voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 161

BSD: 235

Handeling: Het opstellen van een periodiek verslag over de resultaten van de grondverwerving in een landinrichtingsgebied voor een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3

RIO: 190

BSD: 239

Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 192

BSD: 240

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 194

BSD: 241

Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie vaststellen van het jaarlijkse programma voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 195

BSD: 242

Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag over de resultaten van de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: B 3

RIO: 203

BSD: 243

Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 205

BSD: 244

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: B 5

RIO: 218

BSD: 245

Handeling: Het beschikken op een verzoek om ontheffing van een ondernemer om zijn grond in eigendom aan SBL/BBL over te dragen, indien en voor zover de grond niet ligt in een ruilverkavelingsgebied.

Periode: 1983–1991

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Geschiedt onder bepaling aan wie en onder welke voorwaarden de overdracht zal geschieden.

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 266

BSD: 364

Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de voorbereiding, alsmede tijdens de uitvoering voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.

Periode: 1983–

Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

De regeling geeft ook de oude toestand weer.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 268

BSD: 365

Handeling: Het beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in een blok tot de terinzagelegging van het plan van toedeling, en buiten een blok tot aan de overdracht, een en ander voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45, art. 3.1, 3.2, 4.1, 4.2a, 6.1; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.1, 3.2a, 3.4, 4.2, 6.1.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

Het beginjaar van de handeling is niet bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 271

BSD: 366

Handeling: Het in overeenstemming met een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 305

BSD: 367

Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie Midden-Delfland jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 325

BSD: 368

Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door de Herinrichtingscommissie.

Periode: 1983–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.2, 38.3a, 38.5a.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 487

BSD: 606

Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1983–

Bron: Vonk & De Boer, 220-221; Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23. Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 39.

Opmerking: Van 1971–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 489

BSD: 607

Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1983–

Bron: Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23.

Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 519

BSD: 608

Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond ten behoeve van agrarische doeleinden.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 521

BSD: 609

Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 534

BSD: 610

Handeling: Het vervreemden van in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 536

BSD: 611

Handeling: Het vervreemden van de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1983–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 604

BSD: 752

Handeling: Het uitvoeren van een analyse naar het prijsniveau van in het voorafgaande jaar verkochte gronden in of rond een landinrichtingsgebied ten behoeve van een actualisering van waarden in een register van schattingsuitkomsten.

Periode: 1983–

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.2.

Opmerking: Van 1982–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Vanaf 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 815

BSD: 1047

Handeling: Het verwerven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden Titel 6, par. 2.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 888

BSD: 1077

Handeling: Het beheren van verworven grond tijdens de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1983–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 30 en de toelichting bij deze beschikking

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na einde bezit.

Centrale Commissie

RIO: 2

BSD: 35

Handeling: Het adviseren aan betrokken minister(s) omtrent plannen en maatregelen die van belang zijn voor het regeringsbeleid inzake de ruimtelijke ordening, voor zover dit ruilverkavelings-, resp. landinrichtingsaangelegenheden betreft.

Periode: 1950–

Grondslag: AMvB 24-07-1965 ter uitvoering van de Wet op de Ruimtelijke Ordening 1965, art. 26.2.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 5

BSD: 36

Handeling: Het adviseren aan de Minister van Economische Zaken (stuurgroep ISP) over voorgestelde uitvoeringsprogramma’s in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de integrale

Periode: 1980–

Bron: Nota Integraal Structuurplan Noorden des Lands.

Opmerking: Na goedkeuring door de Minister van EZ worden de middelen via de begrotingspost voor de landinrichting ter beschikking gesteld.

Waardering: B 1

RIO: 8

BSD: 37

Handeling: Het vaststellen van de concrete begrenzing van de Relatienotagebieden in een aantal in uitvoering zijnde of reeds gereedgekomen ruilverkavelingen en in een aantal buiten ruilverkavelingen gelegen gebieden.

Periode: 1975–1980

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Betreft overgangssituatie: normaal doet de Centrale Commissie een voorstel omtrent de begrenzing bij de vaststelling van het ontwerp van een uitvoeringsplan (zie H. 7).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 13

BSD: 38

Handeling: Het (on)gevraagd adviseren aan de Minister van LNV en andere ministers omtrent ruilverkavelings- en (andere) cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1945–

Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 3.2; AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 1.2; Landinrichtingswet art. 7.2.

Waardering: B 1

RIO: 21

BSD: 39

Handeling: Het opstellen of wijzigen van huishoudelijke regels, goed te keuren door de Minister van LNV.

Periode: 1945–1955

Grondslag: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 14.

Waardering: V 20 jaar

RIO: 24

BSD: 1010

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag over de werkzaamheden van de Centrale Commissie en de CD/LD, de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van landinrichtingsprojecten en overige landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het product bevat tevens jaarverslagen van de commissies belast met bijzondere wettelijke projecten, zoals de HCW en de HCZ.

Waardering: B 3

RIO: 26

BSD: 40

Handeling: Het opstellen van een beleidsnota betreffende ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Grondslag: leidinggevende taak.

Opmerking: De handeling geschiedt sinds de Landinrichtingswet door de Minister van LNV, als onderdeel van de formulering van hoofdlijnen en beginselen op het gehele beleidsterrein (zie boven).

Waardering: B 1

Voorbeelden: * Meerjarenplan voor ruilverkavelingen (1958), waarin criteria en methoden zijn geformuleerd voor bepaling van de relatieve urgentie van aangevraagde ruilverkavelingen.

* Nota betreffende inspraak en publieke discussie bij de voorbereiding van ruilverkavelingen (Bijlagen Handelingen II 1973/74, 12015), waarin het inspraakbeleid wordt geformuleerd.

RIO: 27

BSD: 41

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een instructie voor de Plaatselijke Commissies.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.4.

Waardering: B 5

Algemene instructie PC, vastgesteld bij besluit CCC 25-11-1955, gew. 27-11-1959, 25-06-1965, 27-04-1979, 28-01-1983.

RIO: 30

BSD: 42

Handeling: Het geven van richtlijnen voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel de Landinrichtingscommissies, betreffende de wijze van voorbereiding of uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Grondslag: voor 1985: leidinggevende taak; sinds 1985: diverse bepalingen.

Waardering: B 5

RIO: 31

BSD: 43

Handeling: Het geven van (nadere) voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel de Landinrichtingscommissies, betreffende de uitvoering van de wettelijke taak.

Periode: 1945–

Grondslag: voor 1985: leidinggevende taak; sinds 1985: diverse bepalingen, bijv. Landinrichtingswet art. 38.5, 77.5; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 31.2, 45, 46.2, 47.2, 50, 51.

Waardering: B 5

RIO: 32

BSD: 44

Handeling: Het geven van voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel Landinrichtingscommissies, betreffende technische en administratieve aangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; zie ook Regeling CCC 1955 (gew.), art. 18.1, 18.2, 19.1.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Waardering: B 5

Bijv. voorschriften voor het opstellen van een netwerkplanning.

RIO: 33

BSD: 45

Handeling: Het bepalen van de vergoedingen voor leden en deskundigen van (suborganen van) de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies of Aankoopcommissies.

Periode: 1945–1985

Grondslag: PC: AMvB 02-07-1938, Stb. 669, art. 12; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 24; IC: Nota Centrale Cultuurtechnische Commissie, in Bijl. Hand. II 1973/74, 12015, par. 5.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 44

BSD: 48

Handeling: Het (doen) opstellen en toetsen van criteria, methoden en systemen voor de berekening van economische en sociale effecten, effecten op natuur en landschap en milieuhygiënische effecten op water, bodem en lucht van een landinrichtingsproject, ten behoeve van de afweging van alternatieve plannen voor projecten in voorbereiding.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Zie voor de uitvoering van evaluaties H. 7.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Bijv. nota ‘De HELP-methode voor de evaluatie van landinrichtingsprojecten’.

RIO: 45

BSD: 50

Handeling: Het (doen) opstellen en toetsen van criteria, methoden en systemen voor de nacalculatie van de kosten van landinrichtingsprojecten, onder meer ten behoeve van de vaststelling van een bijdrage van de Europese Commissie aan een project.

Periode: 1960–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 12 jaar na slotdeclaratie

RIO: 46

BSD: 51

Handeling: Het uitvoeren van nacalculaties met betrekking tot de kosten en baten van voltooide landinrichtingsprojecten.

Periode: 1960–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 902

BSD: 1091

Handeling: Het jaarlijks vaststellen van de verdeling van de jaarkredieten voor landinrichingsprojecten (ruilverkavelingen, waterschaps- en gemeentewerken en particuliere werken).

Periode: 1960–

Bron: Interview

Waardering: V 6 jaar

RIO: 52

BSD: 49

Handeling: Het opstellen van rapporten en handleidingen voor toepassing en uitwerking van criteria en methoden ter berekening van de kosten en baten van een ruilverkaveling, ter (nadere) bepaling van de relatieve urgentie van projecten.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Bijv. rapport Werkgroep toepassing en uitwerking methodiek meerjarenplan (1962).

RIO: 55

BSD: 46

Handeling: Het opstellen en periodiek herzien van het Landelijk Volgordeschema voor Ruilverkavelingen.

Periode: 1960–1985

Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT bijlage I.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 56

BSD: 47

Handeling: Het jaarlijks ter vaststelling voordragen bij de Minister van LNV van het Landelijke Voorbereidingsschema Landinrichting.

Periode: 1985–1993

Grondslag: Landinrichtingswet art. 18.4.

Waardering: B 1

RIO: 66

BSD: 80

Handeling: Het voorlichten van en/of adviseren aan belangstellenden over: een aanvraag tot ruilverkaveling als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1938 of Ruilverkavelingswet 1954; een verzoek ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen als bedoeld in Landinrichtingswet; een aanvraag aanpassingsinrichting te bevorderen als bedoeld in Landinrichtingswet.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschiedt in de praktijk veelal door functionarissen van het provinciale apparaat van de CD/LD.

Waardering: B 5 (eindproduct);

V 6 jaar (overige neerslag).

RIO: 72

BSD: 81

Handeling: Het adviseren van betrokken GS inzake het al of niet goedkeuren van een aanvraag tot ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 23.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 32.2.

Opmerking: Sinds ca. 1958 adviseert de CCC alleen nog maar over blokken die voorkomen op het Landelijke Volgordeschema.

Waardering: B 1

RIO: 74

BSD: 82

Handeling: Het opstellen van een zienswijze inzake een verzoek aan de Minister van LNV om ruilverkaveling of herinrichting in voorbereiding te nemen.

Periode: 1985–1993

Grondslag: Landinrichtingswet art. 26.

Opmerking: Actor zal vanaf 1994 de provincie zijn en de CLC adviseert dan de provincie.

Waardering: B 1

RIO: 76

BSD: 83

Handeling: Het opstellen van een zienswijze inzake een verzoek aanpassingsinrichting te bevorderen, alsmede bij een positief besluit, het opstellen van een inrichtingsvoorstel.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 97.

Waardering: B 1

RIO: 81

BSD: 84

Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV en andere bewindslieden bij de voorbereiding van de totstandkoming of wijziging van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW/HCZ.

Waardering: B 1

85

Handeling: Het (mede)adviseren van de Minister van LNV en andere betrokken bewindslieden bij het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Waardering: B 1

RIO: 92

BSD: 140

Handeling: Het (doen) instellen en samenstellen van een Voorbereidingscommissie, Inspraakcommissie, Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, alsmede het eventueel daaraan toevoegen van een secretaris en een of meer deskundigen.

Periode: 1955–1985

Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I; Bijl. Hand. II 1973/74, 12015, par. 5.

Opmerking: De voorbereiding geschiedt in de praktijk door de provinciale functionaris van de CD/LD. Sinds 1965 wordt als deskundige aan een VC altijd een landschapsconsulent (SBB/BLB) toegevoegd.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 94

BSD: 141

Handeling: Het in overleg met KADOR samenstellen van een projectorganisatie ter voorbereiding van een ruilverkaveling, resp. ter ondersteuning van een Voorbereidingscommissie of andere voorbereidende commissie.

Periode: 1945–1985

Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie

Geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 95

BSD: 142

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam voor de voorbereiding van een ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; Het weten waard, 24–25.

Opmerking: Sinds 1955 CC met Voorbereidingscommissie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 96

BSD: 143

Handeling: Het bepalen, als een ruilverkavelingsblok zeer groot is, of en in hoeverre de in te stellen Plaatselijke Commissie meer leden zal tellen dan het wettelijk voorgeschreven normale aantal.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 97

BSD: 144

Handeling: Het adviseren aan GS over instelling en samenstelling van een Plaatselijke Commissie, en het daaraan toevoegen van een secretaris en een of meer deskundigen.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 44.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 51.1–2, 51.4.

Opmerking: Toevoeging secretaris pas onder de Ruilverkavelingswet 1954; onder de Ruilverkavelingswet 1938 pleegt een lid secretaris te zijn (Schepel, 63). De voorbereiding van de instelling geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD, die ook het initiatief neemt.

Waardering: B 1

RIO: 103

BSD: 145

Handeling: Het al dan niet goedkeuren, in overleg met GS, van de instelling door een Landinrichtingscommissie van een of meer subcommissies.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 29, 99.2.

Opmerking: Geschiedt na advies van de Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 104

BSD: 146

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een voorgenomen besluit van GS dat een Landinrichtingscommissie wegens de aard of de omvang van het gebied zal bestaan uit meer leden dan het wettelijk voorgeschreven normale aantal.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 28.2, 99.2

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 105

BSD: 147

Handeling: Het adviseren van GS over de samenstelling van een Landinrichtingscommissie belast met herinrichting of ruilverkaveling, alsmede het in overeenstemming met GS daaraan toevoegen van een of meer deskundigen als adviserende leden.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 27.1, 28.4; AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 3.

Waardering: B 1

RIO: 106

BSD: 148

Handeling: Het samen met het betrokken bevoegd orgaan al dan niet goedkeuren van de door GS voorgenomen samenstelling van een Landinrichtingscommissie belast met aanpassingsinrichting, met inbegrip van de adviserende leden.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 99.1, 99.2; AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 3.

Waardering: B 1

RIO: 112

BSD: 149

Handeling: Het beschikken op een verzoek van een Landinrichtingscommissie tot het verstrekken van een onkostenvergoeding aan een lid met een hoofdberoep in de landbouw, wegens kosten van bedrijfsverzorging.

Periode: 1985–

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 526, art. 7.4–5.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 154

BSD: 150

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instelling, samenstelling of instructie van een blokommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 162

BSD: 1014

Handeling: Het voeren van overleg met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie om te komen tot een regeling inzake de te verrekenen prijs van door SBL/BBL aangekochte gronden.

Periode: 1950–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 164

BSD: 224

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat in het algemeen belang een eigenaar bij de toedeling een algehele vergoeding in geld krijgt.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 167

BSD: 225

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bepaling door een Plaatselijke Commissie van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 171

BSD: 226

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de beschikking van een Plaatselijke Commissie inzake een algehele vergoeding in geld ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3, 18.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 172

BSD: 227

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag wegens bedrijfsbeëindiging kan indienen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3, 150.2; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 207

BSD: 228

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bepaling door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 208

BSD: 229

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een aanvraag voor algehele vergoeding in geld alsmede een toeslag kan indienen.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 221

BSD: 230

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wanneer een eigenaar of pachter buiten een blok een aanvraag voor een toeslag kan indienen als bedoeld in: Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 11.2; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 2.2 (HWOG).

Opmerking: Onder de Landinrichtingswet alleen van toepassing in een herinrichtingsgebied.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 224

BSD: 1015

Handeling: Het voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van de subcommissie Agrarische Zaken als adviesorgaan in de zin van art. 11a van de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970.

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)

Opmerking: Is geschied ingevolge het van toepassing verklaren van de Beschikking van 1970 op het herinrichtingsgebied.

Waardering: B 4

RIO: 228

BSD: 231

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970, als daarover geen overeenstemming bestaat tussen de directeur CD/LD en een Voorbereidingscommissie.

Periode: 1970–1985

Grondslag: Regeling 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.5.

Waardering: B 1

RIO: 230

BSD: 1016

Handeling: Het van toepassing verklaren van de regels omtrent het verlenen van een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 of de Regeling verlening toeslag terzake van overdracht of verpachting landbouwgronden 1985 op een bedrijf waarvan de grond voor ten minste de helft ligt in een gebied dat door SBL/BBL tot aankoopgebied is verklaard.

Periode: 1974–

Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, gew. 1974, Stcrt. 20, art. 11a; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 12.

Opmerking: De Centrale Commissie heeft de Beschikking van 1970 van toepassing verklaard op het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën en ingevolge daarvan de desbetreffende subcommissie Agrarische Zaken aangewezen als adviesorgaan voor de directeur CD/LD (zie handeling 224

RIO).

Waardering: B 5

RIO: 16

BSD: 1009

Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij een ruilverkaveling, respectievelijk landinrichting

Periode: 1975–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).

Opmerking: De term rechthebbenden refereert aan degenen die een recht hebben waaraan een in een blok begrepen onroerende zaak is onderworpen (zie de hoofdstukken 11 t/m 13 van het RIO).

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1975 of eerder)

Waardering: B 5

RIO: 240

BSD: 310

Handeling: Het houden van toezicht op de taakuitvoering door een Voorbereidings-, Inspraak- of Aankoopcommissie of andere voorbereidende commissie, dan wel Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie.

Periode: 1945–

Grondslag: Leidinggevende taak; zie Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 1955 (gew.), art. 2.1.

Opmerking: Geschiedt na advies door de provinciale functionaris van de CD/LD, optredend namens de CCC als toezichthouder (zie onder).

Waardering: B 5

RIO: 243

BSD: 1021

Handeling: Het ontvangen van de door provinciale directies opgemaakte kwartaalverslagen over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 244

BSD: 1022

Handeling: Het ontvangen van een door KADOR en/of een directievoerend lichaam opgemaakt kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 246

BSD: 311

Handeling: Het al of niet goedkeuren van een voorstel van een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie over de aanbesteding van een werk, als deze niet openbaar kan plaatsvinden.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 35; Specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Voor wat betreft de CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris Centrale Commissie

Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 door de HID/Inspecteur Landinrichting, namens de directeur CD/LD (zie boven).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 248

BSD: 312

Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, over de financiering van een voorziening in een plan voor een ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 250

BSD: 313

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van een Landinrichtingscommissie met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon over de financiering van een voorziening in een landinrichtingsprogramma of landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 35.2, 74.3, 84.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 257

BSD: 314

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van landinrichting.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 20.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 29.3; Landinrichtingswet art. 9.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 259

BSD: 315

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 39.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 38.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 261

BSD: 1023

Handeling: Het optreden bij een geding voor de rechtbank inzake een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 273

BSD: 316

Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1945–1984 Centrale Commissie

Vanaf ca. 1955 Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 275

BSD: 1024

Handeling: Het adviseren van de Commissie van Toezicht voor de herverkaveling Walcheren inzake de aanbesteding van weken.

Periode: 1947–1960

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 288

BSD: 318

Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 4

1106

Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij de reconstructie Midden-Delfland

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).

Waardering: B 5

RIO: 289

BSD: 319

Handeling: Het coördineren van de rijksinbreng voor de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: De Laat, 37.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 290

BSD: 320

Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de rijksgelden uitgetrokken voor de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Rijksbegrotingen 1979 e.v.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 298

BSD: 317

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door de Reconstructiecommissie Midden-Delfland vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 30.

Waardering: B 1

RIO: 308

BSD: 321

Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 1

1107

Handeling: Het behandelen van diverse bezwaren van en kwesties met rechthebbenden bij de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).

Waardering: B 5

RIO: 309

BSD: 322

Handeling: Het coördineren van de rijksinbreng voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 320

BSD: 325

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de voorbereiding of de uitvoering van de herinrichting ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 23.3 en 28.7.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.

Waardering: B 1

RIO: 331

BSD: 428

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.

Periode: 1945–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 332

BSD: 429

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.

Periode: 1945–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 333

BSD: 430

Handeling: Het (doen) opstellen van een of meer evaluaties (effectbeschrijvingen) van de alternatieve planschetsen voor een landinrichting.

Periode: 1970–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.

Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie; sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 876

BSD: 1008

Handeling: Het evalueren van het ontwerp van een landinrichtingsplan

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD

Waardering: B 5

RIO: 334

BSD: 431

Handeling: Het opstellen en wijzigen van een voorontwerp van een plan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941), art. 25, eventueel aangevuld met andere plannen met betrekking tot de in het kader van een ruilverkaveling te treffen maatregelen en voorzieningen.

Periode: 1945–1955

Bron: Jaarverslagen CCC en CD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Plan(nen) zoals voorgelegd aan betrokkenen in de streek.

RIO: 335

BSD: 432

Handeling: Het opstellen van een ontwerp van de voorlopige grens van een blok en een voorlopig plan van wegen, waterlopen en kaden c.a.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 25.1.

Waardering: B 5

Plan(nen) zoals voorgelegd aan GS.

RIO: 336

BSD: 433

Handeling: Het ten behoeve van de stemming vervaardigen van een kaart van het blok met de wegen, waterlopen en kaden met de daarbij behorende kunstwerken, zoals deze voorlopig door GS zijn vastgesteld.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 26.1.

Waardering: B 5

RIO: 337

BSD: 434

Handeling: Het opstellen en wijzigen van schetsen en voorontwerpen voor een rapport ex art. 34.

Periode: 1955–1973

Bron: Rijksbegroting 1969, Hfdst. XIV, MvT bijlage I.

Opmerking: Samen met een Voorbereidingscommissie.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 341

BSD: 435

Handeling: Het opstellen en vaststellen van het concept van een rapport ex art. 34.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.

Waardering: B 5

Plan(nen) zoals voorgelegd aan GS.

RIO: 343

BSD: 436

Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie dat voor het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.6, 29.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 351

BSD: 438

Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 74.3, 79.1, 79.3, 84.4, 87.4; 106.1, 106.3, 114.4.

Waardering: B 5

RIO: 352

BSD: 439

Handeling: Het adviseren van GS over hun voornemen een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan in afwijking van het ontwerp daarvan vast te stellen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 82.1, 84.4; Landinrichtingswet art. 109.1, 114.4.

Waardering:B 1

RIO: 355

BSD: 440

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de goedkeuring van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan in afwijking van het advies van de Centrale Commissie aan GS, bedoeld in Landinrichtingswet art. 82.1, resp. art. 109.1.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 83.5, 84.4; art. 109.2, 114.4.

Waardering: B 1

RIO: 358

BSD: 441

Handeling: Het opstellen van een zienswijze voor GS omtrent de noodzaak tot wijziging van een landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 84.3; Landinrichtingswet art. 114.3.

Waardering: B 1

RIO: 360

BSD: 442

Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie, dat voor de opstelling van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.6.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 364

BSD: 443

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramm.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.3, gew. 1988, Stcrt. 253.

Opmerking: De handeling wordt uitgevoerd door de secretaris

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 367

BSD: 444

Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 35.2, 40.1, 40.4.

Waardering: B 5

RIO: 368

BSD: 446

Handeling: Het adviseren aan PS/GS over hun voornemen een landinrichtingsprogramma vast te stellen in afwijking van het ontwerp daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.1.

Waardering: B 1

RIO: 370

BSD: 445

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de vernietiging van een besluit van PS/GS tot vaststelling van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 43.5.

Waardering: B 6

RIO: 373

BSD: 447

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigde) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24.1, 29 (gew. 1988, Stcrt. 253)

Opmerking: De handeling wordt uitgevoerd door de secretaris

Waardering: B 6

RIO: 376

BSD: 448

Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 79.1, 79.3, 84.4.

Waardering: B 5

RIO: 377

BSD: 449

Handeling: Het adviseren aan GS over hun voornemen een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.1, 84.4.

Waardering: B 1

RIO: 379

BSD: 450

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV inzake de vernietiging van een besluit van GS tot vaststelling van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 82.5.

Waardering: B 1

RIO: 381

BSD: 451

Handeling: Het opstellen van een zienswijze voor GS omtrent de noodzaak tot wijziging van een landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 84.3.

Waardering: B 1

RIO: 396

BSD: 452

Handeling: Het adviseren aan de Minister voor Ruimtelijke Ordening en de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie over de vaststelling van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1, 37.

Waardering: B 1

RIO: 400

BSD: 453

Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.

Waardering: B 1

RIO: 402

BSD: 454

Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.

Waardering: B 1

RIO: 414

BSD: 455

Handeling: Het adviseren van PS van Groningen en van Drenthe over de vaststelling van het ontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 10.1, 14.1.

Waardering: B 1

RIO: 415

BSD: 456

Handeling: Het adviseren van PS van Groningen of Drenthe over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover betrekking hebbend op de eigen provincie, vast te stellen in afwijking van het voorontwerp.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 12.1, 14.1.

Waardering: B 1

RIO: 416

BSD: 457

Handeling: Het adviseren aan de Ministers van Landbouw en voor Ruimtelijke Ordening over de vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1, 14.1.

Waardering: B 1

RIO: 421

BSD: 458

Handeling: Het vaststellen van het ontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 17.1, 21.

Waardering: B 5

RIO: 422

BSD: 459

Handeling: Het adviseren van PS van Groningen of Drenthe over hun voornemen een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vast te stellen in afwijking van het ontwerp.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.2.

Waardering: B 1

RIO: 425

BSD: 1027

Handeling: Het ontvangen van GS van het procesverbaal van de zitting van het hoofdbureau tot het opnemen van de stemmen en tot het vaststellen van de uitslag der stemming van een ruilverkaveling, nadat deze is afgestemd.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48; Ruilverkavelingswet 1954 art. 46; Landinrichtingswet art. 68.

Waardering: B 5

RIO: 878

BSD: 1065

Handeling: Het ontvangen van GS van alle onderliggende stukken behorende bij het procesverbaal van de zitting van het hoofdbureau tot het opnemen van de stemmen en tot het vaststellen van de uitslag der stemming van een ruilverkaveling, nadat deze is afgestemd.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48; Ruilverkavelingswet 1954 art. 46; Landinrichtingswet art. 68.

Waardering: V 1 jaar na datum stemming.

O.a. stembiljetten, onbestelbaar retour ontvangen oproepen voor de stemming, ingeleverde oproepingsbiljetten voor de stemming, volmachten t.b.v. deelname aan de stemming.

RIO: 426

BSD: 534

Handeling: Het opstellen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 26.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 427

BSD: 535

Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS bij de voorbereiding en uitvoering van een stemmingsvergadering.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 30.2

Bron: Jaarverslagen CD en CCC.

Waardering: B 1

RIO: 428

BSD: 536

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat een afgestemde ruilverkveling wegens dringend algemeen belang zal worden uitgevoerd.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 36.

Waardering: B 1

RIO: 430

BSD: 537

Handeling: Het opstellen, dan wel aanvullen en wijzigen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.1 sub 1o; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 8.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 431

BSD: 538

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34b.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 432

BSD: 539

Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34c, 34d.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 433

BSD: 540

Handeling: Het optreden voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep van partijen tegen een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34e, 34f, 34g;

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 434

BSD: 541

Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die een aan de wettelijke vereisten voldoend verzoek hebben ingediend om als pachter geregistreerd te worden voor een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, 34d.7.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 435

BSD: 542

Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34h.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 436

BSD: 543

Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS bij de voorbereiding en uitvoering van een stemmingsvergadering.

Periode: 1955–1975

Bron: Jaarverslagen CD en CCC.

Waardering: B 1

RIO: 437

BSD: 544

Handeling: Het adviseren en bijstaan van GS en betrokken B en W bij het voorbereiden en uitvoeren van een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–1985

Bron: Jaarverslagen CCC en CD/LD; AMvB 28-08-1975, Stb. 466.

Opmerking: NB. Handeling wordt uitgevoerd door LID en KADOR.

Waardering: B 1

RIO: 438

BSD: 545

Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV inzake een toepassen van de bepaling dat een afgestemde ruilverkaveling wegens een dringend algemeen belang alsnog kan worden uitgevoerd.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 44.1.

Waardering: B 1

RIO: 453

BSD: 563

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een wijziging van een voorlopig vastgesteld plan van wegen en waterlopen, resp. plan van voorzieningen.

Periode: 1950–1985

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 25, 32.

Opmerking: Bij de goedkeuring beoordeelt de CCC of en zo ja hoeveel in de eventuele meerdere kosten door het Rijk zal worden bijgedragen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 455

BSD: 564

Handeling: Het al dan niet instemmen met een voorstel voor een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 85.1, 86, 115.1.

Opmerking: Geschiedt bij aanpassingsinrichting tevens door het betreffende bevoegde orgaan.

Waardering: B 5

RIO: 458

BSD: 565

Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 54.2; Landinrichtingswet 125.1.

Opmerking: Volgens de Ruilverkavelingswet 1954 adviseert de Centrale Commissie GS slechts.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 460

BSD: 566

Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.2; Landinrichtingswet art. 125.3.

Waardering: B 1

RIO: 462

BSD: 567

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een Plaatselijke Commissie tot het doen uitvoeren van cultuurtechnische werken.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.

Opmerking: Betreft drooglegging, ontginning, herontginning, begreppeling en drainering.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 463

BSD: 568

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie tot het doen afbreken, verbouwen, verplaatsen, bouwen of herbouwen van opstallen.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.4; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.5; Landinrichtingswet 128.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 464

BSD: 569

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een gereedgekomen werk.

Periode: 1945–

Grondslag: Toezichthoudende taak; zie ook: Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.2; Landinrichtingswet art. 135.2-3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 473

BSD: 1028

Handeling: Het doen van kwartaalopgaven aan het Ministerie van Volkshuisvesting van gegunde boerderijen, waarvoor geen premie voor het woongedeelte mag worden aangevraagd.

Periode: 1958–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 880

BSD: 1069

Handeling: Het goedkeuren van een nota inzake bedrijfsvergroting of een regeling i.z. boerderijverplaatsing.

Periode: 1945–1985

Bron: archief CLC

Waardering: B 5

RIO: 475

BSD: 570

Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat een Plaatselijke Commissie gronden in een blok tijdelijk exploiteert.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 14.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 479

BSD: 571

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van (een regeling voor) het tijdelijk of voorlopig in gebruik geven van gronden in een blok.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, sinds 1962 ook art. 54.a.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 481

BSD: 572

Handeling: Het al of niet goedkeuren van een ontwerp-plan van tijdelijk gebruik.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 524

BSD: 573

Handeling: Het al dan niet instemmen met een voorstel van een Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.

Waardering: B 5

RIO: 542

BSD: 663

Handeling: Het adviseren aan GS omtrent vaststelling van een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a. ex Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941) art. 69.2, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 69.3.

Waardering: B 1

RIO: 544

BSD: 664

Handeling: Het adviseren aan GS over de vaststelling van (een deel van) een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a., met utiliteitsvoorzieningen en landschapsplan, ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.2.

Waardering: B 1

RIO: 546

BSD: 665

Handeling: Het adviseren aan GS over vaststelling van (een deel van) een begrenzingenplan, alsmede over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 131.2, 131.4.

Waardering: B 1

RIO: 547

BSD: 666

Handeling: Het bepalen en bekend maken wanneer na vaststelling van (een deel van) een begrenzingenplan, bepaalde wegen voor het openbaar verkeer zullen worden opengesteld dan wel gesloten, in afwijking van Landinrichtingswet art. 132.1–3.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 132.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 551

BSD: 667

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Landinrichtingswet art. 147.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 560

BSD: 668

Handeling: Het adviseren aan GS van Zuid-Holland inzake de vaststelling van (een deel van) het plan van wegen en waterlopen en (een deel van) het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede inzake de eigendom, het beheer en het onderhoud van de betrokken onroerende goederen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69.3.

Waardering: B 1

RIO: 566

BSD: 669

Handeling: Het vaststellen van (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren van betrokken GS inzake eigendom, beheer en onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.2, 72.3.

Waardering: B 5

RIO: 578

BSD: 703

Handeling: Het voorstellen aan GS dat een ruilverkaveling waartoe het besluit is genomen voor de inwerkingtreding van de Landinrichtingswet, wordt verdeeld in verschillende blokken, voor elk waarvan de regels vermeld in de Ruilverkavelingswet 1954 Titel III, par. 6 en par. 9–12 van overeenkomstige toepassing zijn.

Periode: 1985–1990

Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.3.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 579

BSD: 704

Handeling: Het voorstellen aan GS dat een ruilverkaveling waarvan de stemming volgens de Ruilverkavelingswet 1954 is gehouden, wordt verdeeld in verschillende blokken, voor elk waarvan de regels vermeld in de Landinrichtingswet Hoofdstuk VII, Titel 4–10 en Hoofdstuk VIII van overeenkomstige toepassing zijn.

Periode: 1985–1990

Grondslag: Landinrichtingswet art. 240.12.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 581

BSD: 705

Handeling: Het wijzigen van een blokgrens, in overeenstemming met betrokken eigenaren, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 42.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 53.1; Landinrichtingswet art. 84.5, 84.6.

Waardering: B 5

RIO: 584

BSD: 706

Handeling: Het bepalen of een Plaatselijke Commissie een overtreding van art. 48.1 van de Ruilverkavelingswet 1954 ter kennis van de bevoegde macht mag brengen.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 30.2.

Opmerking: De genoemde bepaling houdt in dat zonder toestemming van de PC een eigenaar of gebruiker geen handelingen mag verrichten of nalaten waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen (zie de vorige handeling).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 585

BSD: 707

Handeling: Het geven van aanwijzingen aan een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie over de benoeming van de schatters, alsmede het bepalen van de hen uit te keren vergoedingen.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 21, 24; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 41, 44.

Opmerking: Houdt onder Ruilverkavelingswet 1938 in het bepalen van het aantal schatters.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 588

BSD: 708

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 48.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.1-2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.3–4; Landinrichtingswet art. 162.1, 163; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.3–4, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.

Waardering: B 5

RIO: 591

BSD: 709

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1.

Opmerking: Deze handeling is niet teruggekeerd in de Landinrichtingswet.

Waardering: B 5

RIO: 593

BSD: 710

Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Landinrichtingscommissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 205.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 599

BSD: 711

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57.2; 65; Ruilverkavelingswet 1954 art. 65.1; 66.2; 74, 75.2, 78; Landinrichtingswet art. 175.1, 176.3, 176.5; 184, 185.2, 188.

Waardering: B 5

RIO: 615

BSD: 712

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: De CCC heeft formeel geen rol bij de Zeeuwse herverkavelingen; de desbetreffende handeling is volledigheidshalve opgenomen.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.

Waardering: B 5

RIO: 622

BSD: 713

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 30–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: De CCC heeft formeel geen rol bij de Zeeuwse herverkavelingen; de desbetreffende handeling is volledigheidshalve opgenomen.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.

Waardering: B 5

RIO: 631

BSD: 714

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 49.1-2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 35.

Waardering: B 1

RIO: 634

BSD: 715

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, zoals die stukken ter inzage zullen worden ingelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50.1.

Waardering: B 5

RIO: 640

BSD: 716

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 56-66.

Waardering: B 5

RIO: 650

BSD: 717

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de gronden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.

Waardering: B 5

RIO: 653

BSD: 718

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, zoals die ter inzage zullen worden gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 655

BSD: 719

Handeling: Het beschikken op een voorstel van de Herinrichtingscommissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 661

BSD: 720

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–51.

Waardering: B 5

RIO: 666

BSD: 805

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat in het algemeen belang een eigenaar meer dan 5% zal worden onder- of overbedeeld.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 12.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 668

BSD: 806

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV dat de aan een eigenaar toekomende waarde in kavels bij de toedeling zal worden verminderd met (een deel van) de vermoedelijk ten zijnen laste komende ruilverkavelingskosten.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.1, 13.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 672

BSD: 807

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2.

Opmerking: Onder de Landinrichtingswet is deze goedkeuring niet langer vereist.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 675

BSD: 808

Handeling: Het bepalen dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen voor een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 678

BSD: 809

Handeling: Het al dan niet goedkeuren, resp. vaststellen van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1955–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1.

Waardering: B 5

RIO: 680

BSD: 810

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het plan van toedeling voor een blok, zoals dat ter inzage zal worden gelegd.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84.1; Landinrichtingswet art. 199.2.

Waardering: B 5

RIO: 685

BSD: 811

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.

Opmerking: De juiste periode is niet bekend.

Waardering: B 5

RIO: 686

BSD: 812

Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling van een blok een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 83.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 94; Landinrichtingswet art. 204.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 710

BSD: 813

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 39, 40.1.

Waardering: B 5

RIO: 712

BSD: 814

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontworpen plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79.1; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.

Opmerking: Geschiedt voor het plan van toedeling ter inzage wordt gelegd.

Waardering: B 5

RIO: 717

BSD: 815

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 82–86.

Waardering: B 5

RIO: 718

BSD: 816

Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 88.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 725

BSD: 818

Handeling: Het bepalen dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 729

BSD: 817

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de opgestelde (herziene) richtlijnen voor het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.2, 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 731

BSD: 819

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.1.

Waardering: B 5

RIO: 736

BSD: 820

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86-90.

Waardering: B 5

RIO: 737

BSD: 821

Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 92.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 742

BSD: 894

Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen inzake de tweede schatting in een blok.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3

Waardering: B 1, 5

RIO: 906

BSD: 1111

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de schatters inzake de tweede schatting in een blok.

Periode: 1945–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 745

BSD: 895

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101.1; Landinrichtingswet art. 213.1.

Waardering: B 5

RIO: 750

BSD: 896

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.

Waardering: B 5

RIO: 751

BSD: 897

Handeling: Het voor sommige kavels vaststellen van een andere maatstaf dan de grootte, bij de verdeling van de omslag van de kosten van een ruilverkaveling voor de eigenaren.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 89.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 752

BSD: 898

Handeling: Het opgeven aan de Minister van LNV van de omslag van de kosten van een ruilverkaveling.

Periode: 1955–1985

Grondslag: AMvB 04-02-1955, Stb. 43, art. 8.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 770

BSD: 899

Handeling: Het geven van voorschriften voor de tweede schatting van de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 34.

Waardering: B 5

RIO: 772

BSD: 900

Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen voor de schatters inzake de tweede schatting in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.

Waardering: B 5

RIO: 775

BSD: 901

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 95.1.

Waardering: B 5

RIO: 780

BSD: 902

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 101–103.

Waardering: B 5

RIO: 784

BSD: 903

Handeling: Het vaststellen van de aanwijzingen voor de schatters inzake de tweede schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.2.

Waardering: B 6

RIO: 791

BSD: 904

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111.1.

Waardering: B 5

RIO: 796

BSD: 905

Handeling: Het optreden als deskundige bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.

Waardering: B 5

RIO: 801

BSD: 963

Handeling: Het voorlichten en/of adviseren van belangstellenden over het indienen van een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied gebied als reconstructiegebied.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CLC en LD.

Waardering: B 1

RIO: 802

BSD: 964

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV omtrent een aanvraag tot aanwijzing van een oud glastuinbouwgebied als reconstructiegebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 6.

Waardering: B 1

RIO: 804

BSD: 965

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van specifieke richtlijnen of voorschriften voor een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Toezichthoudende taak.

Waardering: B 5

RIO: 806

BSD: 967

Handeling: Het instellen en samenstellen, in overeenstemming met betrokken GS, van een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied, alsmede het daaraan toevoegen van een of meer deskundigen als adviserende leden.

Periode: 1979–1993

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 10.1, 10.2, 10.5, 10.7.

Waardering: B 5

Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 805

BSD: 966

Handeling: Het al dan niet goedkeuren, in overleg met GS, van een besluit van een Reconstructiecommissie betreffende de organisatie van de voorbereiding of uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Toezichthoudende taak.

Opmerking: Geschiedt na advies door de provinciale functionaris van de LD, optredend namens de CCC/CLC als toezichthouder.

Waardering: B 5

RIO: 903

BSD: 1092

Handeling: Het vaststellen van de subsidienormen voor kavelverbeteringswerken voor de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Bron: interview

Waardering: B 5

RIO: 812

BSD: 968

Handeling: Het vaststellen van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 17.3, 20.2.

Waardering: B 5

RIO: 814

BSD: 969

Handeling: Het beschikken op een voorstel van een Reconstructiecommissie tot het initiëren van een wijziging van een vastgesteld reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 20.1.

Waardering: B 5

RIO: 824

BSD: 970

Handeling: Het al dan niet verlenen van ontheffing aan een gemeente of waterschap van de termijn waarbinnen werken ter realisering van infrastructurele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied moeten zijn uitgevoerd.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 23.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 826

BSD: 971

Handeling: Het vaststellen vanaf en tot wanneer een aanvraag voor een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3–6 van de BROG/RROG kan worden ingediend.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 19.3, art. 25.1–3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 843

BSD: 1044

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Contactcommissie vastgestelde normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling bij overeenkomst.

Periode: 1945–1985

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: De vergoedingsnormen corresponderen met die, welke bij een wettelijke ruilverkaveling door een Landinrichtingscommissie worden vastgesteld.

Betrokken actoren zijn in de praktijk Heidemij, Grontmij, etc.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 844

BSD: 1045

Handeling: Het vaststellen van het concept van een definitieve ruilverkavelingsovereenkomst (akte van kavelruil), het verlenen van volmacht tot ondertekening van de definitieve akte alsmede het behandelen van bezwaren daartegen.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: De akte van kavelruil correspondeert met de akte van toedeling bij een wettelijke ruilverkaveling.

Betrokken actoren zijn in de praktijk Heidemij, Grontmij, etc.

Waardering: B 5

RIO: 845

BSD: 1046

Handeling: Het vaststellen van de kostenverdeling voor een ruilverkaveling bij overeenkomst en het opzetten en bijhouden van een registratie van de invorderingen van ruilverkavelingsrente, alsmede het behandelen van bezwaren daartegen.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: De kostenverdeling correspondeert met de lijst van geldelijke regelingen bij een wettelijke ruilverkaveling.

Waardering: B 5

Centrale Commissie Zeeuwse Noodgebieden

RIO: 274

BSD: 369

Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 276

BSD: 370

Handeling: Het opstellen van een jaarbegroting voor de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en inpassing van deze bedragen in de rijksbegroting.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 277

BSD: 371

Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, van de rijksgelden uitgetrokken voor de herverkaveling.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 278

BSD: 372

Handeling: Het rapporteren aan de Minister van LNV en andere betrokken ministers over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3

Commissie Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

RIO: 90

BSD: 88

Handeling: Het opstellen van een voorlopig ontwerp van wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–1975

Bron: Jaarverslagen CCC en CD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Waardering: B 1

Commissie Noodwet Walcheren

RIO: 82

BSD: 87

Handeling: Het opstellen van een voorlopig ontwerp van wet voor de herverkaveling van Walcheren.

Periode: 1946–1946

Bron: Jaarverslagen CD en CCC en HCW.

Opmerking: Een dergelijke commissie voor de Zeeuwse noodgebieden van 1953 is mij niet bekend.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

Commissie van advies bezwaarschriften particuliere cultuurtechnische werken

RIO: 856

BSD: 1007

Handeling: Het behandelen van een bezwaarschrift tegen de beslissing van de directeur CD/LD omtrent een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975

Periode: 1975–1978

Grondslag: Beschikking LV 5-8-1975, Stcrt. 151.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1977)

Waardering: V 10 jaar

Commissie van Toezicht Herverkaveling Walcheren

RIO: 274

BSD: 369

Handeling: Het houden van toezicht op de werkwijze van de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 276

BSD: 370

Handeling: Het opstellen van een jaarbegroting voor de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en inpassing van deze bedragen in de rijksbegroting.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 277

BSD: 371

Handeling: Het ter beschikking stellen aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, van de rijksgelden uitgetrokken voor de herverkaveling.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 278

BSD: 372

Handeling: Het rapporteren aan de Minister van LNV en andere betrokken ministers over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3

Coördinatiecommissie Openluchtrecreatie (CO)

RIO: 400

BSD: 512

Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.

Waardering: B 1

RIO: 402

BSD: 513

Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.

Waardering: B 1

Deelgebiedscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (DCOG)

RIO: 151

BSD: 168

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 152

BSD: 132

Handeling: Het aanwijzen van een directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de uitvoering van de herinrichting in een deelgebied van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 153

BSD: 169

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een blokcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 204

BSD: 284

Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over vaststelling of wijziging van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Waardering: B 1

RIO: 225

BSD: 288

Handeling: Het adviseren aan de directeur CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 dan wel de Regeling Grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.

Periode: 1986–

Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie waarbij deze de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten van toepassing heeft verklaard op het herinrichtingsgebied; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.3.

Waardering: B 1

RIO: 234

BSD: 289

Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.

Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II betreft de onteigening van gronden t.b.v. de herinrichting.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 238

BSD: 290

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 313

BSD: 395

Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 315

BSD: 396

Handeling: Het opstellen of jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 321

BSD: 398

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 23.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 322

BSD: 400

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.7.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 323

BSD: 403

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.

Periode: 1980–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.8.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 330

BSD: 405

Handeling: Het geven van algemene voorlichting over de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting (van een deelgebied).

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 407

BSD: 494

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 408

BSD: 495

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 409

BSD: 496

Handeling: Het opstellen van een evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve planschetsen voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.

Waardering: B 5

RIO: 420

BSD: 500

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 16.1, 21; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 41.

Waardering: B 5

RIO: 523

BSD: 647

Handeling: Het doen van een voorstel tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.

Waardering: B 5

RIO: 526

BSD: 648

Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van de openbare lichamen of andere rechtspersonen die bepaalde werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 563

BSD: 680

Handeling: Het regelen van een vrijwillige grondruil in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 40.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 565

BSD: 681

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting en een ontwerp-voorstel omtrent de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 35.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 567

BSD: 687

Handeling: Het adviseren aan betrokken GS over de toewijzing aan een openbaar lichaam of andere rechtspersoon van de eigendom van natuurgebieden, van onroerende goederen bestemd voor landschappelijke en recreatieve doeleinden en van onroerende goederen met een cultuurhistorische waarde in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.3.

Waardering: B 1

RIO: 568

BSD: 688

Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte betreffende de toewijzing door GS van de eigendom van de onroerende goederen, opgenomen in een vastgesteld (deel van een) inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover die gelegen zijn buiten een blok.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 572

BSD: 689

Handeling: Het adviseren aan GS over de tijdstippen, waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.3.

Waardering: B 1

RIO: 574

BSD: 690

Handeling: Het vaststellen van de normen voor de vergoeding van schade aan een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.

Waardering: B 5

RIO: 575

BSD: 691

Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 76.

Waardering: B 1

RIO: 645

BSD: 775

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht, dan wel van een lijst van gerechtigden tot een stadsmeierrecht in een apart blok.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 30, 31.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 646

BSD: 776

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn ingebrachte onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zou veranderen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 24.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 647

BSD: 777

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 32.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 649

BSD: 779

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie van de grond in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting voor de schatters.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 30.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 651

BSD: 780

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.3.

Opmerking: Door de schatters worden de gronden met inachtneming van het stelsel van classificatie in klassen ingedeeld en de gegevens m.b.t. de inrichting van de gronden vastgelegd.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 652

BSD: 781

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 654

BSD: 782

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 656

BSD: 783

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.

Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 657

BSD: 784

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 38–40.

Waardering: B 5

RIO: 659

BSD: 785

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–43.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 660

BSD: 786

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 45–47, 49–51.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 663

BSD: 787

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 62.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 664

BSD: 788

Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 63, 64; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 29.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 723

BSD: 864

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 61.2, 61.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 724

BSD: 865

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 65.

Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen na vaststelling plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 726

BSD: 866

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 727

BSD: 867

Handeling: Het opstellen en herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.1, 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 728

BSD: 868

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.2; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 34.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 730

BSD: 869

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.1.

Waardering: B 5

RIO: 732

BSD: 870

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.

Opmerking: Geschiedt na goedkeuring van de CCC/CLC van het plan.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 733

BSD: 871

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling voor zover dit niet omstreden is.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 84–85, 94.

Opmerking: Effectuering kan ook zijn het wijzigen van het plan als gevolg van de uitkomst van een bezwarenbehandeling m.b.t de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten, indien deze gelijk met het plan ter inzage zijn gelegd.

Waardering: B 5

RIO: 735

BSD: 872

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86–90.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 739

BSD: 873

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 95–97, 100.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 783

BSD: 933

Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 31.

Opmerking: Betreft bijv. het voorstellen aan de Centrale Commissie van aanwijzingen voor de schatters.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 785

BSD: 934

Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 789

BSD: 936

Handeling: Het in elk deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van een blok, waarvan op de lijst der geldelijke regelingen de gekapitaliseerde waarde van de stadsmeierrechten van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen wordt vermeld, alsmede het voor deze lijst vaststellen van het bedrag van die inkomsten.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.2, 110.

Waardering: B 5

RIO: 790

BSD: 937

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 108.1.

Waardering: B 5

RIO: 792

BSD: 938

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111, j°. 83.3–5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 793

BSD: 939

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet omstreden is.

Periode: 1947–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 112–116.

Waardering: B 5

RIO: 795

BSD: 940

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Directeur Beheer Landbouwgronden

RIO: 65

BSD: 1013

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een formulier voor het aanvragen van een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds.

Periode: 1976–1990

Bron: Diverse regelingen O&S-fonds (zie de paragrafen 2.5.2 en 2.5.3 van het RIO).

Opmerking: Vanaf 1964–1975 Directeur CD

Sinds 1976 directeur DBL

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 215

BSD: 291

Handeling: Het besluiten dat geen aanvragen voor een vergoeding ingevolge het Beëindigingsvergoedingsbesluit 1972 kunnen worden ingediend.

Periode: 1977–1991

Grondslag: Beëindigingsvergoedingsbesluit (1972) (BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106), zoals gewijzigd bij BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 294.

Waardering: V 1 jaar na afwijzing.

RIO: 235

BSD: 292

Handeling: Het goedkeuren van de door een Landinrichtingscommissie, de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën of een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied gestelde nadere voorwaarden en voorschriften aan de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146; Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18; Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1979–

Grondslag: RegelingLV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6.5, 15.2; RegelingLV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6.5, 15.2 (Reconstructiewet Midden-Delfland); RegelingLV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.5, 15.2 (Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën).

Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.

RIO: 239

BSD: 293

Handeling: Het betaalbaar stellen van een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146; Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18; Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1978–

Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6, 11, 12, 22, 24; Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6, 11, 12, 22, 24 (RMD); Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6, 11, 12, 22, 24 (HWOG).

Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.

RIO: 820

BSD: 1004

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de door een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied gestelde nadere voorwaarden en voorschriften aan de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e.5, 33n.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 822

BSD: 1005

Handeling: Het betaalbaar stellen van een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e, 33j, 33k, 33u, 33w.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Directeur Bureau Natuurwetenschappelijke Commissie

RIO: 391

BSD: 509

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 398

BSD: 508

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Directeur Dienst Landelijke Gebieden

RIO: 17

BSD: 1011

Handeling: Het verstrekken van statistische gegevens aan derden over ruilverkavelings- en cultuurtechnische, resp. landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 10 jaar na verstrekken gegevens.

RIO: 24

BSD: 1010

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag over de werkzaamheden van de Centrale Commissie en de CD/LD, de voortgang van de voorbereiding en uitvoering van landinrichtingsprojecten en overige landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het product bevat tevens jaarverslagen van de commissies belast met bijzondere wettelijke projecten, zoals de HCW en de HCZ.

Waardering: B 3

RIO: 32

BSD: 44

Handeling: Het geven van voorschriften voor de Plaatselijke Commissies, Voorbereidingscommissies, Inspraakcommissies, Aankoopcommissies, dan wel Landinrichtingscommissies, betreffende technische en administratieve aangelegenheden.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; zie ook Regeling CCC 1955 (gew.), art. 18.1, 18.2, 19.1.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Waardering: B 5

Bijv. voorschriften voor het opstellen van een netwerkplanning.

RIO: 34

BSD: 57

Handeling: Het ontwikkelen en beproeven van technisch-administratieve instrumenten (netwerk-, kredietplanning, werkplannen) voor de voorbereiding en/of de uitvoering van landinrichtingsprojecten.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 6 jaar

1103

Handeling: Het uitsluiten van aannemers voor de inschrijving op alle door de Cultuurtechnische, resp. Landinrichtingsdienst gesubsidieerde werken, al dan niet voor een bepaalde periode.

Periode: 1975–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC vanaf 1975 (CAS).

Opmerking: In gedrukte RIO is het RIO-nummer 43a.

Het voormalig BSD-nummer was 1011a.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

Indien fraudezaken onder de neerslag van deze handeling vallen kan met een V gewaardeerd materiaal van vernietiging worden uitgezonderd op basis van artikel 5 van het Archiefbesluit.

RIO: 46

BSD: 51

Handeling: Het uitvoeren van nacalculaties met betrekking tot de kosten en baten van voltooide landinrichtingsprojecten.

Periode: 1960–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 52

BSD: 49

Handeling: Het opstellen van rapporten en handleidingen voor toepassing en uitwerking van criteria en methoden ter berekening van de kosten en baten van een ruilverkaveling, ter (nadere) bepaling van de relatieve urgentie van projecten.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Bijv. rapport Werkgroep toepassing en uitwerking methodiek meerjarenplan (1962).

RIO: 65

BSD: 1012

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een formulier voor het aanvragen van een bijdrage/vergoeding ingevolge een saneringsregeling van het O&S-fonds.

Periode: 1964–1975

Bron: Diverse regelingen O&S-fonds (zie de paragrafen 2.5.2 en 2.5.3 van het RIO).

Opmerking: Vanaf 1964–1975 Directeur CD

Sinds 1976 directeur DBL

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na laatste betaling.

RIO: 94

BSD: 141

Handeling: Het in overleg met KADOR samenstellen van een projectorganisatie ter voorbereiding van een ruilverkaveling, resp. ter ondersteuning van een Voorbereidingscommissie of andere voorbereidende commissie.

Periode: 1945–1985

Bron: Rijksbegroting Landbouw 1969, MvT Bijl. I.

Opmerking: Voor wat betreft de actor CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris van de Centrale Commissie

Geschiedt in de praktijk door de regionale functionaris van de CD/LD

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 100

BSD: 154

Handeling: Het samenstellen van een projectorganisatie (Bureau van Uitvoering) dat de secretaris van een Plaatselijke Commissie bijstaat bij de uitvoering van een ruilverkaveling.

Periode: 1950–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschiedt in de praktijk door de HID/Inspecteur van de CD/LD.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 75 jaar na geboorte

RIO: 110

BSD: 155

Handeling: Het samenstellen van een Bureau van Uitvoering, dat de secretaris van een Landinrichtingscommissie bijstaat.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CLC en LD.

Opmerking: Geschiedt feitelijk door een Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 111

BSD: 156

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding, dan wel uitvoering van een landinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 8.

Opmerking: Geschiedt op advies van de Insp LD, sinds 1989 directeur LNO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 119

BSD: 157

Handeling: Het in overleg met de Dienst voor het Kadaster samenstellen van een projectorganisatie (Commissie/Bureaus van Uitvoering) voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, die de secretarissen van de herverkavelingscommissie, resp. de agrarische subcommissies bijstaan.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 75 jaar na geboorte

RIO: 226

BSD: 270

Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een toeslag als bedoeld in: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986; alsmede het sluiten en effectueren van een overeenkomst waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.

Periode: 1970–

Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.4; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.4; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.3; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.4 (HWOG).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 231

BSD: 1020

Handeling: Het periodiek verstrekken aan de Centrale Commissie van een overzicht van de toegekende toeslagen ingevolge de: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985; Regeling grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.

Periode: 1970–

Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.6; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.8; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.7; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.8.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 246

BSD: 311

Handeling: Het al of niet goedkeuren van een voorstel van een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie over de aanbesteding van een werk, als deze niet openbaar kan plaatsvinden.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 35; Specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Voor wat betreft de CC wordt de handeling uitgevoerd door de secretaris Centrale Commissie

Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 door de HID/Inspecteur Landinrichting, namens de directeur CD/LD (zie boven).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 255

BSD: 360

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 19.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 12.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 295

BSD: 391

Handeling: Het al of niet goedkeuren van een door de Reconstructiecommissie Midden-Delfland gesloten overeenkomst, waaraan uitgaven van meer dan f. 50.000 zijn verbonden.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 27.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 314

BSD: 323

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.3.

Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie

Waardering: B 5

RIO: 316

BSD: 324

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan of jaarlijkse herziening daarvan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1-2.

Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie

Waardering: B 5

RIO: 318

BSD: 392

Handeling: Het al of niet goedkeuren van een door de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gesloten overeenkomst, inclusief de gunning van een aanbesteed werk, waaraan uitgaven van meer dan f. 50.000 zijn verbonden.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 24.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 348

BSD: 437

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.3, 29; gew. 1988, Stcrt. 253. Aanpassingsinrichting: bijv. Regeling LV 15-07-1987, Stcrt. 115, art. 23.3.

Opmerking: De directeur DLG voert deze handeling uit in de rol van secretaris van de Centrale Commissie, tot in 1988 door tussenkomst van de Insp Landinrichtingsdienst

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 364

BSD: 443

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.3, gew. 1988, Stcrt. 253.

Opmerking: Tot in 1988 door tussenkomst van een Inspecteur Landinrichtingsdienst

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 373

BSD: 447

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24.1, 29 (gew. 1988, Stcrt. 253).

Opmerking: Tot in 1988 door tussenkomst van een Insp Landinrichtingsdienst

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 391

BSD: 502

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 398

BSD: 501

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 410

BSD: 503

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.1–2, 17.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 807

BSD: 982

Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan een Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied

Periode: 1979–1993

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 10.4.

Opmerking: Geschiedt in de praktijk door de provinciale functionaris van de Landinrichtingsdienst.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 884

BSD: 1073

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkplan van een Reconstructiecommissie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Richtlijnen van de Centrale Commissie (circ. Nr. 86–52)

Waardering: B 5

RIO: 818

BSD: 983

Handeling: Het beschikken op een verzoek van een eigenaar of pachter om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2, alsmede het sluiten en effectueren van een overeenkomst waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 29.1, 30.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 829

BSD: 984

Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van een bedrijfsverplaatsing zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 3 van de BROG/RROG.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27 e.v.

Opmerking: Geschiedt na advisering door de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 de directeur LNO, en de HID Bedrijfsontwikkeling, sedert 1989 de directeur LAVO. De procedure is overeenkomstig de Beschikking rijksbijdragen boerderijverplaatsing, Stcrt. 1976, 177 (zie paragraaf 14.6 van het RIO).

De juiste periode is niet bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 830

BSD: 985

Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van kavelverbeteringswerken zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 4 van de BROG/RROG.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 44–50, gew. 1984, Stcrt. 89 en gew. 1986, Stcrt. 145.

Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO. Kavelverbeteringswerken moeten om voor een bijdrage in aanmerking te komen in het reconstructieplan passen. De werken kunnen betreffen: verbetering van de ontsluiting en de detailontwatering van percelen; vergroting en vormverbetering van percelen; profielverbetering van de grond; verbetering van de gietwateraanvoer (sinds 1984); aansluiting van het bedrijf op een gescheiden afvoersysteem (sinds 1986).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 831

BSD: 986

Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van afbraak van glasopstanden zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 5 van de BROG/RROG.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 51–53.

Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 832

BSD: 987

Handeling: Het al dan niet verlenen van een bijdrage aan een ondernemer in de kosten van uitvoering van erf- of kavelgrensbeplantingen zoals bedoeld in Titel 6, paragraaf 6 van de RROG.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 1986, Stcrt. 145, art. 23.3; 53a.

Opmerking: Geschiedt op advies van de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 directeur LNO, en van de consulent SBB/BLB.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 834

BSD: 988

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van het uitvoeringsplan voor een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project, het vaststellen van een voorlopige rijksbijdragetoezegging en het stellen van nadere voorwaarden aan de verlening.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 10 jaar

RIO: 835

BSD: 989

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de bestekken voor en eventuele andere gestelde eisen aan een cultuurtechnisch, resp. landinrichtingswerk als A2-project, alsmede het afgeven van een definitieve rijksbijdragetoezegging.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 10 jaar

RIO: 840

BSD: 990

Handeling: Het vaststellen van de rijksbijdrage voor de uitvoering van een goedgekeurde voorlopige ruilverkavelingsovereenkomst.

Periode: 1945–1972

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 6.2-3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1; Landinrichtingswet art. 122.

Opmerking: Hoogte van de rijksbijdrage en voorwaarden voor de verlening zijn sinds 1972 in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil vastgelegd.

Waardering: V 10 jaar

RIO: 846

BSD: 991

Handeling: Het al dan niet instemmen met een overeenkomst tot kavelruil zoals bedoeld in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil.

Periode: 1972–

Grondslag: Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137, art. 1.2; Regeling LV 08-11-1985, Stcrt. 218, art. 1.2.

Opmerking: Geeft ‘automatisch’ recht op een goedkeuring als bedoeld in Ruilverkavelingswet 1954 art. 7.1, dan wel Landinrichtingswet art. 122 (zie paragraaf 14.4.1 van het RIO).

Waardering: V 10 jaar

RIO: 847

BSD: 992

Handeling: Het verlenen van een rijksbijdrage in de kosten van uitvoering van werken aan eigenaren die een goedgekeurde overeenkomst tot kavelruil hebben aangegaan zoals bedoeld in de Beschikking, resp. Regeling kavelruil.

Periode: 1972–

Grondslag: Regeling LV 12-07-1972, Stcrt. 137, art. 2; Regeling LV 8-11-1985, Stcrt. 218, art. 2.

Waardering: V 10 jaar

RIO: 894

BSD: 1083

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier agarische structuur verbeteringswerken (kavelverbeteringswerken) in het kader van de versnelde uitvoering van herinrichting door middel van het ISP

Periode: 1983–

Grondslag: richtlijnen van de CC

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 849

BSD: 1048

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een ‘Boerenwerk’ (BW, BW1, BW2).

Periode: 1945–1961

Bron: Jaarverslagen CCC en CD.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (eindjaar ligt na 1960)

Waardering: V 6 jaar

RIO: 852

BSD: 993

Handeling: Het bekend maken vanaf wanneer en in welke provincie(s) wel of geen aanvraag kan worden ingediend voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1977–1979

Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1977, Stcrt. 107, art 1.a.

Waardering: V 20 jaar

RIO: 853

BSD: 994

Handeling: Het vaststellen van een formulier voor het aanvragen van een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1975–1979

Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken art. 5.3.

Waardering: V 20 jaar

RIO: 854

BSD: 995

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een werkenpakket van een onderneming op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw met betrekking tot de uitvoering van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1977–1980

Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken, gew. 1977, Stcrt. 107, art. 1d.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)

Waardering: V 20 jaar

RIO: 855

BSD: 996

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van een particulier cultuurtechnisch werk zoals bedoeld in de Beschikking PCW 1975.

Periode: 1975–1980

Grondslag: Beschikking Particuliere Cultuurtechnische Werken art. 6.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1979)

Waardering: V 20 jaar

RIO: 892

BSD: 1081

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een bijdrage ingevolge de Beschikking gescheiden afvoer van drainagewater

Periode: 1981–1987

Grondslag: Beschikking gescheiden afvoer van drainagewater, d.d. 28/12/81

Waardering: V 6 jaar

RIO: 893

BSD: 1082

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van het opheffen van gemeenschappelijke drainage in een voormalig herverkavelingsgebied

Periode: 1985–1986

Bron: Interview

Waardering: V 6 jaar

RIO: 860

BSD: 1049

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van boerderijbouw buiten ruilverkavelingen ingevolge de regeling 1958.

Periode: 1958–1975

Bron: Jaarverslagen CCC en CD.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 861

BSD: 1050

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een bijdrage ingevolge de Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw.

Periode: 1976–1981

Grondslag: Beschikking rijksbijdragen boerderijbouw, Stcrt. 1976 177, art. 18–23, 25.

Opmerking: Omvat het al dan niet toekennen (na advies van de HID LaGroBo en de HID voor de Bedrijfsontwikkeling) van een subsidie, evt. onder verlening van ontheffing van in de regeling gestelde voorwaarden; de uitbetaling van voorschotten onder te stellen voorwaarden en de uitbetaling van het resterende bedrag; het toezien op de naleving van de gestelde voorwaarden en bij overtreding daarvan, terugvordering van de bijdrage verhoogd met een boete.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1980)

Waardering: V 6 jaar

RIO: 874

BSD: 1054

Handeling: Het adviseren aan een rijksoverheidsorgaan met betrekking tot cultuurtechnische, dan wel landinrichtingsaangelegenheden.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Bijv. aan de Commissie inzake wateronttrekking aan de bodem, de Commissie Grondwaterwet waterleidingbedrijven inzake verlening vergunning, etc.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

Directeur Openluchtrecreatie

RIO: 391

BSD: 507

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 398

BSD: 506

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept-ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 21, 22.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (HCOG)

RIO: 137

BSD: 164

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over wijziging van de instructie voor de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979 (Stcrt. 13), art. 42.

Waardering: B 1

RIO: 141

BSD: 165

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een subcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.2.

Waardering: B 1

Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project

RIO: 146

BSD: 166

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over wijziging van de instructie voor de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.

Waardering: B 1

RIO: 148

BSD: 167

Handeling: Het ter benoeming door GS voordragen van de leden van een deelgebiedscommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.6.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 151

BSD: 168

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam ten behoeve van de voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 152

BSD: 132

Handeling: Het aanwijzen van een directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de uitvoering van de herinrichting in een deelgebied van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 153

BSD: 169

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een blokcommissie van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 12.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 204

BSD: 284

Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over vaststelling of wijziging van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Waardering: B 1

RIO: 206

BSD: 285

Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 210

BSD: 286

Handeling: Het beschikken op een aanvraag van een eigenaar of pachter in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën voor een algehele vergoeding in geld.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.1, 61.4.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 211

BSD: 287

Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58 of 20.4, alsmede zo nodig het adviseren van de rechter-commissaris bij vaststelling van de hoogte van het voorschot.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 58.4, 61.4.

Waardering: B 1

RIO: 225

BSD: 288

Handeling: Het adviseren aan de directeur CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970 dan wel de Regeling Grondverwerving Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 1986.

Periode: 1986–

Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie waarbij deze de Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten van toepassing heeft verklaard op het herinrichtingsgebied; Regeling LV 14-08-1986, Stcrt. 158, art. 11.3.

Waardering: B 1

RIO: 234

BSD: 289

Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.

Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II betreft de onteigening van gronden t.b.v. de herinrichting.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 238

BSD: 290

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën Hfd. II of art. 58.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 22-12-1978, Stcrt. 252, art. 6.4, 15.2.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 310

BSD: 393

Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon inzake een bijdrage in de kosten van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Rijksbegrotingen 1979 e.v.

Waardering: B 5

RIO: 311

BSD: 394

Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van het herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 14.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 313

BSD: 395

Handeling: Het maken van een werkplan voor de voorbereiding van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 18.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 315

BSD: 396

Handeling: Het opstellen of jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van een herinrichtingsplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 22.1, 23.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 905

BSD: 1094

Handeling: Het opstellen van voortgangsrapporten inzake de voorbereiding, dan wel uitvoering van een herinrichting.

Periode: 1979–

Bron: interview

Waardering: B 5

RIO: 319

BSD: 397

Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de voorbereiding of uitvoering van de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art 23.3 en 28.7.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 321

BSD: 398

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ter voorbereiding van de herinrichting (van een deelgebied) van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën 23.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 322

BSD: 400

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.7.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 323

BSD: 403

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een herinrichtingsplan voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.

Periode: 1980–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.8.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1 (voor adviezen),

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 326

BSD: 399

Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door SBL/BBL.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.3b, 38.4, 38.5b.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 327

BSD: 401

Handeling: Het betalen aan SBL/BBL van een vergoeding voor het in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven land dat door de Herinrichtingscommissie wordt beheerd.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.9a.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 328

BSD: 402

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het materiële beheer over verworven land in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.9c.

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 329

BSD: 404

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, dan wel het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reg LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 36, 37.

Opmerking: Beheer en onderhoud vindt plaats tot de toewijzing, of een eerder overeengekomen tijdstip.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 330

BSD: 405

Handeling: Het geven van algemene voorlichting over de voorbereiding en uitvoering van de herinrichting (van een deelgebied).

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 407

BSD: 494

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 408

BSD: 495

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 409

BSD: 496

Handeling: Het opstellen van een evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve planschetsen voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.

Waardering: B 5

RIO: 411

BSD: 497

Handeling: Het opstellen en voorlopig vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.1, 14.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.3, 17.

Opmerking: De HCOG voegt bij het voorontwerp een voorstel betreffende het toekomstig beheer van uit te voeren werken.

Waardering: B 5

RIO: 412

BSD: 498

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorlopige voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.1-3, 14.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 413

BSD: 499

Handeling: Het vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 9.4, 14.1.

Waardering: B 5

RIO: 420

BSD: 500

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 16.1, 21; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 41.

Waardering: B 5

RIO: 523

BSD: 638

Handeling: Het doen van een voorstel tot uitwerking en uitbreiding door GS van een herinrichtingsplan voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, resp. van de daarin omschreven maatregelen en voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 22.1.

Waardering: B 1

RIO: 526

BSD: 639

Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van de openbare lichamen of andere rechtspersonen die bepaalde werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 527

BSD: 640

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gericht op wijziging van het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.1, j°. 16.3a.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 528

BSD: 641

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gericht op de veiligstelling en ontwikkeling van natuurgebieden en landschappelijke, recreatieve en cultuurhistorische elementen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.1, j°. 16.3b.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 529

BSD: 642

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 530

BSD: 643

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 531

BSD: 1033

Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 532

BSD: 1034

Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 28.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 533

BSD: 644

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven gronden voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 535

BSD: 645

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 537

BSD: 646

Handeling: Het doen van een voorstel aan de Minister van LNV omtrent verlening van beheersvergoedingen in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 27.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 563

BSD: 680

Handeling: Het regelen van een vrijwillige grondruil in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 40.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 565

BSD: 681

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor (een deel van) het inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting en een ontwerp-voorstel omtrent de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 72.1; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 35.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 567

BSD: 682

Handeling: Het adviseren aan betrokken GS over de toewijzing aan een openbaar lichaam of andere rechtspersoon van de eigendom van natuurgebieden, van onroerende goederen bestemd voor landschappelijke en recreatieve doeleinden en van onroerende goederen met een cultuurhistorische waarde in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.3.

Waardering: B 1

RIO: 568

BSD: 683

Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte betreffende de toewijzing door GS van de eigendom van de onroerende goederen, opgenomen in een vastgesteld (deel van een) inventarisatieplan voor een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, voor zover die gelegen zijn buiten een blok.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 77.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 572

BSD: 684

Handeling: Het adviseren aan GS over de tijdstippen, waarbij worden ontbonden zekere oude overeenkomsten tussen de stad of de gemeente Groningen enerzijds en diverse belanghebbenden anderzijds betreffende de waterhuishouding in de Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.3.

Waardering: B 1

RIO: 574

BSD: 685

Handeling: Het vaststellen van de normen voor de vergoeding van schade aan een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 27.

Waardering: B 5

RIO: 575

BSD: 686

Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een opvolgende gerechtigde tot een stadsmeierrecht als gevolg van de ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 75.1 of 75.2.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 76.

Waardering: B 1

RIO: 645

BSD: 775

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht, dan wel van een lijst van gerechtigden tot een stadsmeierrecht in een apart blok.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 30, 31.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 646

BSD: 776

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn ingebrachte onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën zou veranderen.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 24.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 647

BSD: 777

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 32.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 649

BSD: 779

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie van de grond in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met een toelichting voor de schatters.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 30.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 651

BSD: 780

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 33.3.

Opmerking: Door de schatters worden de gronden met inachtneming van het stelsel van classificatie in klassen ingedeeld en de gegevens m.b.t. de inrichting van de gronden vastgelegd.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 652

BSD: 781

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 654

BSD: 782

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 93.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 656

BSD: 783

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 34.

Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 657

BSD: 784

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 38–40.

Waardering: B 5

RIO: 659

BSD: 785

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 41–43.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 660

BSD: 786

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 45–47, 49–51.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 663

BSD: 787

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 62.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 664

BSD: 788

Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 63, 64; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 29.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 723

BSD: 864

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 61.2, 61.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 724

BSD: 865

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 65.

Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen na vaststelling plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 726

BSD: 866

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën gelijktijdig worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 123.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 727

BSD: 867

Handeling: Het opstellen en herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 33.1, 34.1.

Waardering: B 5

RIO: 728

BSD: 868

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.2; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 34.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 730

BSD: 869

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 80.1.

Waardering: B 5

RIO: 732

BSD: 870

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 83.

Opmerking: Geschiedt na goedkeuring van de CCC/CLC van het plan.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 733

BSD: 871

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling voor zover dit niet omstreden is.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 84–85, 94.

Opmerking: Effectuering kan ook zijn het wijzigen van het plan als gevolg van de uitkomst van een bezwarenbehandeling m.b.t de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten, indien deze gelijk met het plan ter inzage zijn gelegd.

Waardering: B 5

RIO: 735

BSD: 872

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 86–90.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 739

BSD: 873

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 95–97, 100.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 783

BSD: 933

Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 31.

Opmerking: Betreft bijv. het voorstellen aan de Centrale Commissie van aanwijzingen voor de schatters.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 785

BSD: 934

Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 107.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 786

BSD: 935

Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan een commissie, die de verkoopwaarde van de stadsmeierrechten in een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën moet schatten.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 104.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 789

BSD: 936

Handeling: Het in elk deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën aanwijzen van een blok, waarvan op de lijst der geldelijke regelingen de gekapitaliseerde waarde van de stadsmeierrechten van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen wordt vermeld, alsmede het voor deze lijst vaststellen van het bedrag van die inkomsten.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.2, 110.

Waardering: B 5

RIO: 790

BSD: 937

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 108.1.

Waardering: B 5

RIO: 792

BSD: 938

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 111, j°. 83.3–5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 793

BSD: 939

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet omstreden is.

Periode: 1947–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 112–116.

Waardering: B 5

RIO: 795

BSD: 940

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 117–121.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Herverkavelingscommissie Walcheren (HCW)

RIO: 121

BSD: 159

Handeling: Het aanwijzen van een directie- of regievoerend lichaam voor de uitwerking van de voorbereiding, dan wel voor de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 178

BSD: 271

Handeling: Het adviseren aan SBL over het aankopen van grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 181

BSD: 272

Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar in Walcheren of een Zeeuws noodgebied algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn in het blok opgenomen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 5.5; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 183

BSD: 273

Handeling: Het voorbereiden, opstellen en mede-effectueren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 185

BSD: 274

Handeling: Het medewerken aan de effectuering van een overeenkomst, waarbij een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden zijn bedrijf verplaatst buiten het herverkavelingsgebied.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 186

BSD: 275

Handeling: Het onderzoeken of op vrijwillige basis voldoende grond ter beschikking is gekomen voor een vergroting van de overige agrarische bedrijven in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 187

BSD: 276

Handeling: Het opmaken en bijhouden van een lijst van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen landbouw-, veeteelt- en tuinbouwbedrijven.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 279

BSD: 379

Handeling: Het periodiek rapporteren aan de Commissie van Toezicht, resp. de Centrale Commissie over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: De financiële administratie van het project wordt gevoerd door de CD, die ook alle betalingen verricht.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

Werkplannen, kredietplannen, voortgangsverslagen.

RIO: 281

BSD: 373

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 18.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Heeft betrekking op de voorbereiding van de herverkaveling.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 282

BSD: 374

Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 283

BSD: 375

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade van een eigenaar of gebruiker als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.6.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 284

BSD: 376

Handeling: Het periodiek rapporteren aan SBL/BBL over het gevoerde beheer van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen). Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 285

BSD: 377

Handeling: Het tijdelijk beheren van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 286

BSD: 359

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt totdat de werken door GS zijn goedgekeurd.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 287

BSD: 378

Handeling: Het geven van voorlichting over de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project( overige neerslag).

RIO: 382

BSD: 482

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 383

BSD: 483

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Bijv. rapport ‘Het landbouwkundig onderzoek in 1949–1952 t.b.v. de Herverkaveling Walcheren’ (1952).

RIO: 385

BSD: 484

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over vaststelling van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1953

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Waardering: B 1

RIO: 386

BSD: 485

Handeling: Het opstellen en wijzigen van een ontwerp van een deelplan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 492

BSD: 612

Handeling: Het adviseren aan GS van Zeeland over de aanwijzing van de openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen doen uitvoeren of daarop toezicht houden, daar zij vermoedelijk met het beheer of het onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 493

BSD: 613

Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen uitvoeren, omtrent een gecoördineerde uitvoering.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 494

BSD: 614

Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 495

BSD: 615

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland betreffende de aanleg of verbetering van wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 496

BSD: 616

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gericht op landschappelijke aankleding.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 497

BSD: 617

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 498

BSD: 618

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 499

BSD: 619

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Betreft het grootste deel van de werken in de getroffen gebieden.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 500

BSD: 620

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van particuliere cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 501

BSD: 621

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt in het kader van bedrijfsvergroting, voor een groot deel bewerkstelligd door externe sanering (zie hoofdstuk 5 van het RIO).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 502

BSD: 622

Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 503

BSD: 623

Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan openbare lichamen, vooruitlopend op de toewijzing.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 504

BSD: 624

Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 505

BSD: 625

Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 506

BSD: 1031

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 507

BSD: 1032

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor de realisering van overige voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 553

BSD: 677

Handeling: Het in kaart brengen van een plan van wegen en waterlopen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met een advies aan GS van Zeeland over de vaststelling daarvan en over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1950–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 62.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 607

BSD: 1035

Handeling: Het ten aanzien van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland al of niet goedkeuren van een overeenkomst ter zake van: overdracht in eigendom; vestiging van een zakelijk recht; vestiging, wijziging, aanvulling of verlenging van een pacht.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 7, art. 13; HCZ art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 608

BSD: 753

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wijziging van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 610

BSD: 754

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 20; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 611

BSD: 755

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: In andere wetten maakt de Centrale Commissie het stelsel. De Herverkavelingscommissie maakt van het opstellen van het stelsel van classificatie proces-verbaal op.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 612

BSD: 756

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 21.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 613

BSD: 757

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.2–3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 614

BSD: 758

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 616

BSD: 759

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23, 24.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 617

BSD: 760

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 25–27; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 619

BSD: 761

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 29–31; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 621

BSD: 762

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 31–36; 38–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 691

BSD: 843

Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen worden toebedeeld.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 8; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 692

BSD: 844

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het zo nodig treffen van een schaderegeling voor de betreffende eigenaar.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 14.1, 14.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Bij de opheffing en de vestiging van een recht van pacht wordt een ‘pachtbeschikking’ opgemaakt (Jaarverslagen HCW/HCZ).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 693

BSD: 845

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt als plan van toedeling is vast komen te staan.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 694

BSD: 846

Handeling: Het opstellen of herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 695

BSD: 847

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland kenbaar kunnen maken.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 696

BSD: 848

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 64 e.v.; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 697

BSD: 849

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 67; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 698

BSD: 850

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van het plan.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 68–69; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 700

BSD: 851

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–71; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 701

BSD: 852

Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 74; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 703

BSD: 853

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 75; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 756

BSD: 920

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 78.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: De commissie maakt van deze verrichtingen een proces-verbaal van classificatie op.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 757

BSD: 921

Handeling: Het voorbereiden van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Betreft bijv. het geven van aanwijzingen en toelichtingen voor de schatters; het vaststellen van tijdstippen van de schatting; het voorzien van de schatters van lijsten, kaarten, etc. en het regelen van hun vergoedingen.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 758

BSD: 922

Handeling: Het doen uitvoeren van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 759

BSD: 923

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 79; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 760

BSD: 924

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 81; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 761

BSD: 925

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 82–85; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 763

BSD: 926

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 87–92; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 764

BSD: 927

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 93; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Herverkavelingscommissie Zeeland (HCZ)

RIO: 121

BSD: 159

Handeling: Het aanwijzen van een directie- of regievoerend lichaam voor de uitwerking van de voorbereiding, dan wel voor de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 178

BSD: 271

Handeling: Het adviseren aan SBL over het aankopen van grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 181

BSD: 272

Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar in Walcheren of een Zeeuws noodgebied algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn in het blok opgenomen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 5.5; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 183

BSD: 273

Handeling: Het voorbereiden, opstellen en mede-effectueren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 185

BSD: 274

Handeling: Het medewerken aan de effectuering van een overeenkomst, waarbij een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden zijn bedrijf verplaatst buiten het herverkavelingsgebied.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 186

BSD: 275

Handeling: Het onderzoeken of op vrijwillige basis voldoende grond ter beschikking is gekomen voor een vergroting van de overige agrarische bedrijven in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 187

BSD: 276

Handeling: Het opmaken en bijhouden van een lijst van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen landbouw-, veeteelt- en tuinbouwbedrijven.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 45.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 279

BSD: 379

Handeling: Het periodiek rapporteren aan de Commissie van Toezicht, resp. de Centrale Commissie over de voortgang van de herverkaveling Walcheren, i.c. Zeeland en over eventuele organisatorische, technische en financiële problemen.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: De financiële administratie van het project wordt gevoerd door de CD, die ook alle betalingen verricht.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

Werkplannen, kredietplannen, voortgangsverslagen.

RIO: 281

BSD: 373

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 18.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Heeft betrekking op de voorbereiding van de herverkaveling.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 282

BSD: 374

Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 283

BSD: 375

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade van een eigenaar of gebruiker als gevolg van de uitvoering van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.6.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 284

BSD: 376

Handeling: Het periodiek rapporteren aan SBL/BBL over het gevoerde beheer van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 285

BSD: 377

Handeling: Het tijdelijk beheren van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 286

BSD: 359

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut in de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt totdat de werken door GS zijn goedgekeurd.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 287

BSD: 378

Handeling: Het geven van voorlichting over de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 382

BSD: 482

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 383

BSD: 483

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Bijv. rapport ‘Het landbouwkundig onderzoek in 1949–1952 t.b.v. de Herverkaveling Walcheren’ (1952).

RIO: 385

BSD: 484

Handeling: Het adviseren aan de Minister van LNV over vaststelling van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1947

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Waardering: B 1

RIO: 386

BSD: 485

Handeling: Het opstellen en wijzigen van een ontwerp van een deelplan van wegen en waterlopen en kaden c.a., als bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 62.1, eventueel aangevuld met een gedeeltelijk landschapsplan of andere deelplannen met betrekking tot de in het kader van de herverkaveling te treffen voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 492

BSD: 612

Handeling: Het adviseren aan GS van Zeeland over de aanwijzing van de openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen doen uitvoeren of daarop toezicht houden, daar zij vermoedelijk met het beheer of het onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 493

BSD: 613

Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen uitvoeren, omtrent een gecoördineerde uitvoering.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 494

BSD: 614

Handeling: Het adviseren aan de betrokken minister over de uitvoering van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland waarvan het beheer en het onderhoud vermoedelijk ten laste van het Rijk zullen komen.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 495

BSD: 615

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland betreffende de aanleg of verbetering van wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 63.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 496

BSD: 616

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gericht op landschappelijke aankleding.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 497

BSD: 617

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 498

BSD: 618

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 499

BSD: 619

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Betreft het grootste deel van de werken in de getroffen gebieden.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 500

BSD: 620

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van particuliere cultuurtechnische werken in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 501

BSD: 621

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt in het kader van bedrijfsvergroting, voor een groot deel bewerkstelligd door externe sanering (zie hoofdstuk 5 van het

RIO).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 502

BSD: 622

Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 503

BSD: 623

Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan openbare lichamen, vooruitlopend op de toewijzing.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 504

BSD: 624

Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 505

BSD: 625

Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van tot het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren art. 63.4; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 506

BSD: 1031

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 507

BSD: 1032

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven gronden voor de realisering van overige voorzieningen.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 553

BSD: 677

Handeling: Het in kaart brengen van een plan van wegen en waterlopen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met een advies aan GS van Zeeland over de vaststelling daarvan en over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de openbare wegen, waterlopen en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1950–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 62.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 607

BSD: 1035

Handeling: Het ten aanzien van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland al of niet goedkeuren van een overeenkomst ter zake van: overdracht in eigendom; vestiging van een zakelijk recht; vestiging, wijziging, aanvulling of verlenging van een pacht.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 7, art. 13; HCZ art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 608

BSD: 753

Handeling: Het voorstellen aan de Minister van LNV tot wijziging van de grens van het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 66.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 610

BSD: 754

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 20; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 611

BSD: 755

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: In andere wetten maakt de Centrale Commissie het stelsel. De Herverkavelingscommissie maakt van het opstellen van het stelsel van classificatie proces-verbaal op.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 612

BSD: 756

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 21.1–2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 613

BSD: 757

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 22.2–3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 614

BSD: 758

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 616

BSD: 759

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 23, 24.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 617

BSD: 760

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 25–27; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 619

BSD: 761

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 29–31; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 621

BSD: 762

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 31–36; 38–40; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 691

BSD: 843

Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland zullen worden toebedeeld.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947, art. 8; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 692

BSD: 844

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het zo nodig treffen van een schaderegeling voor de betreffende eigenaar.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 14.1, 14.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Bij de opheffing en de vestiging van een recht van pacht wordt een ‘pachtbeschikking’ opgemaakt (Jaarverslagen HCW/HCZ).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 693

BSD: 845

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Geschiedt als plan van toedeling is vast komen te staan.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 694

BSD: 846

Handeling: Het opstellen of herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 695

BSD: 847

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland kenbaar kunnen maken.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 696

BSD: 848

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Bron: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 64 e.v.; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 697

BSD: 849

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 67; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 698

BSD: 850

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van het plan.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 68–69; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 700

BSD: 851

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de Raad van Beroep voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–71; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 701

BSD: 852

Handeling: Het effectueren dat degene wie krachtens het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland een perceel in eigendom en gebruik toekomt bij voorraad daarvan in het bezit wordt gesteld.

Periode: 1945–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 74; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 703

BSD: 853

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 75; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 756

BSD: 920

Handeling: Het ontwerpen van een stelsel van classificatie van de grond in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland en het bepalen van de waarde per ha van elke klasse.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 78.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: De commissie maakt van deze verrichtingen een proces-verbaal van classificatie op.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 757

BSD: 921

Handeling: Het voorbereiden van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.1; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Betreft bijv. het geven van aanwijzingen en toelichtingen voor de schatters; het vaststellen van tijdstippen van de schatting; het voorzien van de schatters van lijsten, kaarten, etc. en het regelen van hun vergoedingen.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 758

BSD: 922

Handeling: Het doen uitvoeren van de herschatting van de onroerende goederen in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 78.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 759

BSD: 923

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 79; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 760

BSD: 924

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 81; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 761

BSD: 925

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van de behandeling door wijziging van de lijst.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 82–85; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend B 5

Waardering:

RIO: 763

BSD: 926

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 87–92; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 764

BSD: 927

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 93; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Inspraakcommissies

RIO: 93

BSD: 151

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Voorbereidingscommissie of Inspraakcommissie.

Periode: 1955–1985

Bron: Literatuur.

Opmerking: Geschiedt na advies door de regionale functionaris van de CD/LD, optredend namens de Minister van LNV.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 339

BSD: 461

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.

Periode: 1973–1985

Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Interdepartementale Commissie Boerderijbouw

RIO: 859

BSD: 1061

Handeling: Het beschikken op een aanvraag voor een rijksbijdrage in de kosten van boerderijbouw ingevolge de regeling 1952.

Periode: 1952–1960

Bron: Jaarverslagen CCC en CD.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 10 jaar

Landinrichtingscommissie (LC)

RIO: 35

BSD: 59

Handeling: Het ontwikkelen en beproeven van methoden, systemen en programma’s voor het opzetten en bijhouden van (geautomatiseerde) kadastrale ruilverkavelingsboekhoudingen.

Periode: 1950–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Bijv. ARAK, ATOR.

RIO: 109

BSD: 158

Handeling: Het in overeenstemming met de Centrale Commissie (in overleg met GS) instellen, samenstellen en instrueren van een of meer subcommissies van een Landinrichtingscommissie.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 29, 99.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 157

BSD: 260

Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over het aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 159

BSD: 261

Handeling: Het jaarlijks doen van een voorstel aan SBL/BBL voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 163

BSD: 1019

Handeling: Het voeren van overleg met de Centrale Commissie om te komen tot een regeling inzake de te verrekenen prijs van door SBL/BBL aangekochte gronden.

Periode: 1950–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS)

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Aankoopcommissie of Voorbereidingscommissie, nadien de Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 166

BSD: 262

Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 169

BSD: 263

Handeling: Het toekennen aan een eigenaar of pachter in een blok van een algehele vergoeding in geld, daar zijn onroerende goederen zijn betrokken bij de voornemens tot toewijzing van gebieden of elementen, ter verwezenlijking van maatregelen of voorzieningen met betrekking tot natuur, landschap, openluchtrecreatie of andere doeleinden van algemeen nut.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.1.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 174

BSD: 264

Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter in een blok om een algehele vergoeding in geld in verband met een bedrijfsbeëindiging ex Landinrichtingswet art. 146.3.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 146.3.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 213

BSD: 265

Handeling: Het beoordelen of toepassing van een beëindigingsvergoedingsregeling in een landinrichtingsgebied leidt tot duurzame verbetering van bestaande bedrijven, of dat een zelf in gebruik nemen van de grond leidt tot duurzame onttrekking aan het gebruik voor de landbouw.

Periode: 1967–1992

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 25 en 103; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 17; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 21.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Buiten landinrichtingsgebieden wordt de handeling door het bestuur van het O&S-fonds uitgevoerd.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 214

BSD: 266

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een verpachting van grond in het kader van een beëindigingsvergoeding.

Periode: 1967–1991

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 25.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Buiten landinrichtingsgebieden wordt deze handeling door het O&S-bestuur uitgevoerd.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 223

BSD: 267

Handeling: Het adviseren van de directeur van de CD/LD over een verzoek om een toeslag als bedoeld in: Beschikking afkoop potentiële toedelingsrechten 1970; Regeling verlening toeslag overdracht/verpachting landbouwgronden 1985; Regeling afkoop toedelingsrechten 1985.

Periode: 1970–

Grondslag: Regeling LV 25-06-1970, Stcrt. 123, art. 11.3; Regeling LV 28-10-1985, Stcrt. 213, art. 11.3; Regeling LV 29-10-1985, Stcrt. 213, art. 10.2.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling eerst uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien door de Plaatselijke Commissie

Waardering: B 1

RIO: 232

BSD: 268

Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 6.4, 15.2.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 236

BSD: 269

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Landinrichtingswet art. 11 of 146.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 08-10-1985, Stcrt. 199, art. 18.1, 21.1.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 245

BSD: 1026

Handeling: Het opstellen van een kwartaalverslag over een in uitvoering zijnde ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1945–

Bron: Archief CD/LD en CCC/CLC (CAS).

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (Jaren 40 of later)

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 249

BSD: 329

Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, over de financiering van een voorziening in een landinrichtingsprogramma of landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Bron: Landinrichtingswet art. 35.2, 74.3, 84.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 251

BSD: 330

Handeling: Het vaststellen, wijzigen of actualiseren van een meerjarenplanning of netwerkplanning voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1

RIO: 252

BSD: 331

Handeling: Het vaststellen, wijzigen of actualiseren van een kredietplanning voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.2; gew. 1988, Stcrt. 253; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 253

BSD: 332

Handeling: Het opstellen van een (half)jaarlijks voortgangsrapport inzake de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1950–1988

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 18.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 11.3 (verv. 1988, Stcrt. 253); specifieke instructies commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: B 3

RIO: 254

BSD: 333

Handeling: Het opstellen van een jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 12.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 19.1; specifieke instructies voor commissies aanpassingsinrichting.

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling uitgvoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 258

BSD: 335

Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 39.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 38.

Opmerking: Vanaf de jaren 50 tot 1985 was de actor Plaatselijke Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 260

BSD: 336

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van een ruilverkaveling, resp. een landinrichtingsplan.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.2, 69.5; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.6, gew. 1962, art. 54a.3; Landinrichtingswet art. 129.2.

Opmerking: Vanaf 1941 tot 1985 was de actor Plaatselijke Commissie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 262

BSD: 334

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van een landinrichtingsplan, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 129.3.

Waardering: B 1 (voor adviezen),

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 265

BSD: 337

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het gevoerde beheer van verworven grond in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.2.

Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

Wordt opgenomen in het jaarverslag van Directie Beheer Landbouwgronden.

RIO: 267

BSD: 338

Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de uitvoering, voor zover en voor zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.

Periode: 1985–

Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.

Opmerking: Van1950–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

De regeling geeft ook de oude toestand weer.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 269

BSD: 339

Handeling: Het op jaarbasis beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in verband met de uitvoering, alsmede het vanaf de terinzagelegging van het plan van toedeling beheren van verworven gronden, voor zover in een blok gelegen en voor zover en zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41/45, art. 3.3, 4.2b, 4.3, 6.2; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.2b; 3.3; 4.1; 6.2.

Opmerking: Van 1983–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 270

BSD: 340

Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 272

BSD: 341

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut, dan wel het regelen van het beheer en het onderhoud van deze voorzieningen tot aan de toewijzing.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art.80.2; Landinrichtingswet art. 135.2–3; Regeling LV 30-1-1985, Stcrt. 217, art. 49.1.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 273

BSD: 316

Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1945–1984 Centrale Commissie

Vanaf ca. 1955 Centrale Commissie met Voorbereidingscommissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 331

BSD: 463

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 332

BSD: 464

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een landinrichting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Centrale Commissie sinds 1955 met Voorbereidingscommissie;

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 333

BSD: 465

Handeling: Het (doen) opstellen van een of meer evaluaties (effectbeschrijvingen) van de alternatieve planschetsen voor een landinrichting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD. Geschiedt aan de hand van de HELP-methode.

Centrale Commissiem met Voorbereidingscommissie; sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 342

BSD: 466

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat voor het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985 (Stcrt. 217), 26.6, 29.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 344

BSD: 467

Handeling: Het inwinnen van deeladviezen ten behoeve van de opstelling van een schetsontwerp of voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985 (Stcrt. 217), 26.6, 29.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 345

BSD: 468

Handeling: Het opstellen van het schetsontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 26.1–4, 29.

Waardering: B 5

RIO: 347

BSD: 469

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 76.1–3, 84.4; Landinrichtingswet art. 103.1–3, 114.4.

Waardering: B 6

RIO: 349

BSD: 470

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde omtrent het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 77.1–4, 84.4; Landinrichtingswet art. 104.1–4, 114.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 350

BSD: 471

Handeling: Het definitief vaststellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 86, juncto art. 78, 84.4; Landinrichtingswet art. 105, 114.4.

Waardering: B 5

RIO: 359

BSD: 472

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat voor de opstelling van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma geen deeladviezen en/of geen schetsontwerp nodig zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.6.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 361

BSD: 473

Handeling: Het opstellen van het schetsontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 22.1–22.5.

Waardering: B 6

RIO: 363

BSD: 474

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 37.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 23.1–23.3.

Waardering: B 6

RIO: 365

BSD: 475

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 38.1–38.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 366

BSD: 476

Handeling: Het naar aanleiding van de inspraak aanbrengen van wijzigingen in het voorontwerp van een landinrichtingsprogramma.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 39.

Waardering: B 6

RIO: 372

BSD: 477

Handeling: Het opstellen van het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 76.1–3, 84.4; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 24, 29.

Waardering: B 6

RIO: 374

BSD: 478

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 77.1–4, 84.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 375

BSD: 479

Handeling: Het naar aanleiding van de inspraak aanbrengen van wijzigingen in het voorontwerp van een (gewijzigd) landinrichtingsplan, of een deel daarvan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 78, 84.4.

Waardering: B 6

RIO: 877

BSD: 1064

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met eigenaren en rechthebbenden in een ruilverkaveling over de onder- en overbedeling, vooruitlopend op het plan van toedeling en lijst der geldelijke regelingen

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 51 Landinrichtingswet 1985, art. 31.1

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 442

BSD: 547

Handeling: Het opstellen en ter inzage leggen van een ontwerplijst van de kadastraal bekende eigenaren.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 53.1–2.

Opmerking: De LC geeft van de terinzagelegging zowel openbare kennis als persoonlijk kennis aan hen die op de ontwerplijst zijn vermeld.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 443

BSD: 548

Handeling: Het vaststellen, met inachtneming van de bezwaren tegen het ontwerp ervan, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren ten behoeve van GS.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 53.3–4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 444

BSD: 549

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 55.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 445

BSD: 550

Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 54, 56, 57.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 446

BSD: 551

Handeling: Het optreden als partij voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep op een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 58, 59, 60.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 447

BSD: 552

Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 61.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 451

BSD: 559

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een basisregistratie van eigenaren, andere rechthebbenden en pachters ten behoeve van de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1945–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Het product vormt sinds de jaren 1940 de basis voor de kadastrale ruilverkavelingsboekhouding (zie H. 11) als inderdaad tot ruilverkaveling wordt besloten en blijft als zodanig na de stemming dus alleen bewaard wanneer de ruilverkaveling niet doorgaat.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Registers.

RIO: 454

BSD: 589

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor een plan van uitwerking of uitbreiding van een landinrichtings- of aanpassingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 85.1, 86, 115.1.

Opmerking: Alleen voor een herverkaveling.

Waardering: B 5

RIO: 459

BSD: 590

Handeling: Het plegen van overleg met de openbare lichamen die bepaalde werken zullen uitvoeren omtrent een gecoördineerde uitvoering.

Periode: 1955–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.2; Landinrichtingswet art. 125.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 461

BSD: 591

Handeling: Het plegen van overleg met het bevoegd orgaan omtrent een gecoördineerde uitvoering van de aanpassingsinrichting.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 127.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 465

BSD: 592

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken betreffende aanleg of verbetering van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. art. 34.2, sub a; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub a en j°. 102.1, sub b.

Opmerking: Van 1941-1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 467

BSD: 593

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken gericht op de aanleg of ontwikkeling van gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische en natuurwetenschappelijke waarde.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub b en j°. 102.1, sub b.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 468

BSD: 594

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub d; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub c en j°. 102.1, sub b.

Opmerking: Van 1954-1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 470

BSD: 595

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en (andere) cultuurtechnische werken.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e; Landinrichtingswet art. 128.2.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 471

BSD: 596

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van kavelaanvaardingswerken, kavelverbeteringswerken of door particulieren aan te leggen beplantingen in een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1960–1985 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 472

BSD: 597

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing binnen een blok.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1958–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 is de actor Landinrichtingscommissie

Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 879

BSD: 1068

Handeling: Het opstellen van een nota inzake bedrijfsvergroting of een regeling i.z. boerderijverplaatsing van de Voorbereidingscommissie, Plaatselijke Commissie of Landinrichtingscommissie

Periode: 1945–

Bron: Interview

Opmerking: Tot 1985 werd deze handeling eerst uitgevoerd door de Voorbereidingscommissie, nadien door de Plaatselijke Commissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 480

BSD: 598

Handeling: Het opstellen van een ontwerp van een plan van tijdelijk gebruik voor (een deel van) het blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 45.

Opmerking: Geschiedt volgens door de CLC verstrekte voorschriften.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 482

BSD: 599

Handeling: Het ter inzage leggen van een goedgekeurd ontwerp-plan van tijdelijk gebruik.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 190.3–5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 483

BSD: 600

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen een goedgekeurd ontwerp-plan van tijdelijk gebruik, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het ontwerp, dan wel vaststelling indien over alle bezwaren overeenstemming is verkregen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 192–193; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, 50.

Opmerking: Geschiedt op basis van door de CLC verstrekte voorschriften.

Waardering: B 5

RIO: 485

BSD: 601

Handeling: Het in tijdelijk gebruik geven van tot een blok behorende gronden, volgens een vastgesteld plan van tijdelijk gebruik.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 189.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 486

BSD: 602

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven gronden voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 488

BSD: 603

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1985–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 490

BSD: 604

Handeling: Het afgeven van de in de Beschikking grondbankstelsel bedoelde verklaring aan de directeur LGK/LNO van het Ministerie van Landbouw.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 16; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 20.

Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Uit de verklaring dient te blijken hoe naar verwachting de verkaveling en ligging van de grond van de aanvrager t.o.v. de bedrijfsgebouwen zullen zijn na verwezenlijking van het plan van toedeling.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 491

BSD: 605

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag voor de Centrale Commissie inzake de aanwending van de door SBL/BBL verworven grond.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 15.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 19.2.

Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 539

BSD: 670

Handeling: Het regelen van vrijwillige grondruil in een herinrichtingsgebied tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.

Periode: 1985–

Grondslag: Onteigeningswet, gew. bij Landinrichtingswet art. 233, art. 64; j°. art. 17.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

545

Handeling: Het ontwerpen van (een deel van) een begrenzingenplan, met een voorstel omtrent eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet 131.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 46.

Opmerking: Ter beoordeling door de Centrale Commissie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 550

BSD: 672

Handeling: Het voorbereiden en aangaan van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag, waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut, alsmede het zo nodig bemiddelen bij de betaling.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 13, 14; Landinrichtingswet art. 147.1; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 17, 18.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

De voorbereiding betreft o.m. het aanwijzen van een deskundige voor het opmaken van een taxatierapport, op basis waarvan de commissie onderhandelingen voert inzake de toewijzing.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 552

BSD: 673

Handeling: Het medewerken aan de totstandkoming van een notariële akte van de besluiten van GS inzake de toewijzing van onroerende goederen van algemeen nut, voorzover gelegen buiten een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 138.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 576

BSD: 789

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling, herinrichting of aanpassingsinrichting, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in een blok.

Periode: 1945–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 580

BSD: 721

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie een blokgrens te wijzigen, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.

Periode: 1985–

Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 28; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 30.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt niet bij aanpassingsinrichting.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1955 of eerder)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 582

BSD: 722

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden van een blok, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 46; Ruilverkavelingswet 1954 art. 55; Landinrichtingswet art. 161.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 583

BSD: 723

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van handelingen waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 40.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 48.1; Landinrichtingswet art. 49.1, 71.1, 117.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 586

BSD: 724

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1–2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1–2; Landinrichtingswet art. 164.1–2.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 587

BSD: 725

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok, met een toelichting voor de schatters.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.1–2, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Behelst onder de Ruilverkavelingswet 1954 tevens een voorstel voor de waarde per hectare van elke klasse als bedoeld in art. 57 van de Ruilverkavelingswet 1954.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 589

BSD: 726

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 48.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.3–4; Landinrichtingswet art. 165, 166.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 590

BSD: 727

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in een blok in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1; Landinrichtingswet art. 167.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 592

BSD: 728

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat de lijst van rechthebbenden, het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok gelijktijdig met het plan van toedeling zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage gelegd.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 205.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 594

BSD: 729

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49, 51.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58, 60.2; Landinrichtingswet art. 168.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 595

BSD: 730

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 52–54; Ruilverkavelingswet 1954 art. 61–63; Landinrichtingswet art. 171–173.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 597

BSD: 731

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57–59; Ruilverkavelingswet 1954 art. 66–68; Landinrichtingswet art. 176–178.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 598

BSD: 732

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 61–63, 65-68; Ruilverkavelingswet 1954 art. 70–75, 77.2, 78; Landinrichtingswet art. 180–185, 187.2, 188.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 601

BSD: 733

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19.2; Landinrichtingswet art. 151.2–4.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 602

BSD: 734

Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19, 20, 21; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 20.1; Landinrichtingswet art. 151, 152; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 40.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 603

BSD: 735

Handeling: Het onderzoeken of de waarden in een register van schattingsuitkomsten geactualiseerd dienen te worden.

Periode: 1985–

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.

Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 605

BSD: 736

Handeling: Het actualiseren van de waarden in een register van schattingsuitkomsten.

Periode: 1985–

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 3.

Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)

Waardering: B 5

RIO: 606

BSD: 790

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herverkaveling Walcheren, resp. de herverkaveling Zeeland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in het/een blok.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 624

BSD: 791

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de reconstructie Midden-Delfland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen in het reconstructiegebied.

Periode: 1979–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 644

BSD: 792

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen ingebracht in de blokken alsmede van de Groninger stadsmeierrechten rustende op daarbuiten gelegen onroerende goederen.

Periode: 1979–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 665

BSD: 875

Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling, herinrichting of aanpassingsinrichting, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in een blok.

Periode: 1945–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 671

BSD: 822

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2, 18.3; Landinrichtingswet art. 153.1, 153.2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 673

BSD: 823

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 22; Landinrichtingswet art. 154.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt zo spoedig mogelijk na vaststelling van het plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 674

BSD: 824

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen van een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 676

BSD: 825

Handeling: Het opstellen of herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 26.1, 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1–2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Waardering: B 1

RIO: 677

BSD: 826

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en -toedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling kenbaar kunnen maken.

Periode: 1985–

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.1, 27.4; Landinrichtingswet art. 198.

Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 679

BSD: 827

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 70; Ruilverkavelingswet 1954 art. 81; Landinrichtingswet art. 196.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 681

BSD: 828

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het plan van toedeling voor een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84; Landinrichtingswet art. 199.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 en de Landinrichtingswet eventueel gecombineerd met de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 682

BSD: 829

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling daarvan indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 74–75; Ruilverkavelingswet 1954 art. 85–86; Landinrichtingswet art. 200–201, 202 sub a, j°. 172–174, 206.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Effectuering bezwarenbehandeling in plan van toedeling kan ingevolge Landinrichtingswet art. 206 ook betrekking hebben op bezwaar tegen lijst van rechthebbenden of register van schattingsuitkomsten (zie tekst boven).

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 684

BSD: 830

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 688

BSD: 831

Handeling: Het voorbereiden van en medewerken aan de totstandkoming en effectuering van de akte van toedeling voor een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 84; Ruilverkavelingswet 1954 art. 95–96; Landinrichtingswet art. 207–208.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 690

BSD: 876

Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in het/een blok.

Periode: 1947–1967

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 705

BSD: 877

Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor de reconstructie Midden-Delfland, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in het reconstructiegebied.

Periode: 1979–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 722

BSD: 878

Handeling: Het opzetten en bijhouden van een ‘kadastrale boekhouding’ voor de herinrichting Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de onroerende goederen toe te delen in een blok van het herinrichtingsgebied.

Periode: 1979–

Bron:

Opmerking: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 741

BSD: 906

Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 23.1; Landinrichtingswet art. 210.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 43.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 743

BSD: 907

Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis, j°. art. 47; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 744

BSD: 908

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 99; Landinrichtingswet art. 211.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt zo spoedig mogelijk na de tweede schatting. B 1

Waardering:

RIO: 746

BSD: 909

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101; Landinrichtingswet art. 213, j°. art. 199.3–5.

Opmerking: Van 1955-1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Is niet van toepassing indien terinzagelegging is gecombineerd met die van het plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 747

BSD: 910

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 103–106; Landinrichtingswet art. 214–216, j°. 172–174, 220.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Effectuering bezwarenbehandeling kan ook zijn wijziging lijst van geldelijke regelingen op grond van de uitkomst van een bezwarenbehandeling tegen het plan van toedeling, indien dit tegelijk met de lijst ter inzage is gelegd.

Waardering: B 5

RIO: 749

BSD: 911

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.

Periode: 1985–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.

Opmerking: Van 1955-1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 753

BSD: 947

Handeling: Het vaststellen en doen aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan ruilverkavelingsrente of landinrichtingsrente die rust op een daaraan onderworpen perceel.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 94, 96.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 122, 124; Landinrichtingswet art. 227, 228.

Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 767

BSD: 948

Handeling: Het vaststellen en doen aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan herverkavelingsrente die rust op een perceel in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2, 99, 101; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Waardering: B 5

RIO: 782

BSD: 949

Handeling: Het vaststellen en aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan reconstructierente die rust op een perceel in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag:

Opmerking: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 111, 113.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 798

BSD: 950

Handeling: Het vaststellen en aantekenen in de kadastrale registratie van het bedrag aan herinrichtingsrente die rust op een perceel in een blok van het herinrichtingsgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag:

Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 130, 132.

In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

RIO: 841

BSD: 1006

Handeling: Het opzetten en bijhouden van, alsmede het opmaken van stukken uit een ‘kadastrale boekhouding’ voor een ruilverkaveling bij overeenkomst, houdende registratie van de rechten en de waarden ten aanzien van de ingebrachte en toe te delen onroerende goederen van de betrokken eigenaren.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 7; Ruilverkavelingswet 1954 art. 8; Landinrichtingswet art. 123.

Opmerking: In de praktijk wordt deze handeling in naam van de LC uitgevoerd door de ingenieur van het Kadaster die de LC bijstaat.

Waardering: B 5

Natuurwetenschappelijke Commissie (NWC)

RIO: 400

BSD: 510

Handeling: Het (mede) adviseren aan de Minister(s) van Landbouw en voor de Openluchtrecreatie inzake het goedkeuren van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 41.1, 45.

Waardering: B 1

RIO: 402

BSD: 511

Handeling: Het (mede) adviseren aan GS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het ontwerp.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 44.1, 45.

Waardering: B 1

Plaatselijke Commissie (PC)

RIO: 98

BSD: 152

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Plaatselijke Commissie.

Periode: 1945–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschiedt na advies van de regionale functionaris CD/LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 101

BSD: 153

Handeling: Het aanwijzen, goed te keuren door de Centrale Commissie, van een directievoerend of regievoerend lichaam voor de uitvoering van een ruilverkaveling.

Periode: 1945–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Geschiedt na advies van de HID/Inspecteur van de CD/LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 166

BSD: 253

Handeling: Het bepalen en behandelen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van de rechten op zijn in het blok gelegen onroerende goederen zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.2, 18.4; Landinrichtingswet art. 146.2, 150.2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 168

BSD: 254

Handeling: Het toekennen aan een eigenaar of pachter van een algehele vergoeding in geld, daar zijn ingebrachte goederen zijn begrepen in een toewijzing aan een openbaar lichaam ingevolge een goedgekeurd bestemmingsplan.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.1, 18.4.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 170

BSD: 255

Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een algehele vergoeding in geld ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 12.3, 18.4, 115.2.

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 176

BSD: 256

Handeling: Het treffen van regelingen met de Dienst van Domeinen en belangstellende gebruikers in een blok tot verplaatsing van bedrijven naar een gebied waar grond van het Rijk kan worden gepacht.

Periode: 1955–1970

Bron: Jaarverslagen CCC en CD.

Opmerking: Het begin- en eindjaar van de handeling zijn niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 264

BSD: 351

Handeling: Het behandelen van een verzoek om schadevergoeding van een ondernemer wegens wijziging van een waterloop die aan een onderneming drijfkracht levert.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 18; Ruilverkavelingswet 1954 art. 17.

Opmerking: Ook deze schadevergoedingen zijn begrepen in de lijst der geldelijke regelingen (zie H. 13).

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 267

BSD: 355

Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de uitvoering, voor zover en voor zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.

Periode: 1950–1984

Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.

Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

De regeling geeft ook de oude toestand weer.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 269

BSD: 356

Handeling: Het op jaarbasis beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in verband met de uitvoering, alsmede het vanaf de terinzagelegging van het plan van toedeling beheren van verworven gronden, voor zover in een blok gelegen en voor zover en zolang het beheer niet door SBL/BBL wordt gevoerd.

Periode: 1983–1984

Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41/45, art. 3.3, 4.2b, 4.3, 6.2; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.2b; 3.3; 4.1; 6.2.

Opmerking: Van 1983–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 270

BSD: 357

Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.

Periode: 1950–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 272

BSD: 358

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut, dan wel het regelen van het beheer en het onderhoud van deze voorzieningen tot aan de toewijzing.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 80.2; Landinrichtingswet art. 135.2–3; Regeling LV 30-1-1985, Stcrt. 217, art. 49.1.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 877

BSD: 1063

Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met eigenaren en rechthebbenden in een ruilverkaveling over de onder- en overbedeling, vooruitlopend op het plan van toedeling en lijst der geldelijke regelingen

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, art. 51 Landinrichtingswet 1985, art. 31.1

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 452

BSD: 574

Handeling: Het opstellen van een wijziging of uitbreiding van een voorlopig vastgesteld plan van wegen en waterlopen, resp. plan van voorzieningen.

Periode: 1950–1985

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 25, 32.

Opmerking: Kan bijv. een structurele bedrijfsvergroting betreffen.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 465

BSD: 575

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken betreffende aanleg of verbetering van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. art. 34.2, sub a; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub a en j°. 102.1, sub b.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 466

BSD: 576

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken gericht op de landschappelijke aankleding van een blok, ter verwezenlijking van een landschapsplan.

Periode: 1954–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub b.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 468

BSD: 577

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van utiliteitswerken en andere werken van openbaar nut.

Periode: 1954–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.1, j°. 34.2, sub d; Landinrichtingswet art. 124.1, j°. 74.2, sub c en j°. 102.1, sub b.

Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 469

BSD: 578

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, gew. 1941, art. 41.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e.

Opmerking: Ontginningen worden niet meer uitgevoerd sinds ca. 1960.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 470

BSD: 579

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en (andere) cultuurtechnische werken.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, j°. art. 34.2, sub e; Landinrichtingswet art. 128.2.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 471

BSD: 580

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van kavelaanvaardingswerken, kavelverbeteringswerken of door particulieren aan te leggen beplantingen in een ruilverkaveling, resp. landinrichting.

Periode: 1960–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1960–1985 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 472

BSD: 581

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een rijksbijdrage in de kosten van een boerderijverplaatsing binnen een blok.

Periode: 1958–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1958–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 is de actor Landinrichtingscommissie

Geschiedt op basis van richtlijnen van de Centrale Commissie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 474

BSD: 1029

Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in een blok.

Periode: 1945–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 14.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 476

BSD: 582

Handeling: Het voorlopig in gebruik geven, voor het verwezenlijken van werken en voorzieningen, van tot een blok behorende gronden aan openbare lichamen en rechtspersonen, vooruitlopend op de toewijzing.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4, sinds 1962 art. 54.a.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (mogelijk eerder)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 477

BSD: 583

Handeling: Het ontwerpen van een regeling voor het voorlopig gebruik van tot een blok behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, vooruitlopend op de toedeling.

Periode: 1955–1985

Bron: Hand. II 1968/69 9800, bijlage I.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 478

BSD: 584

Handeling: Het in tijdelijk gebruik geven van tot een blok behorende gronden aan eigenaren en gebruikers, al dan niet volgens een gebruiksregeling.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 54.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 486

BSD: 585

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven gronden voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1970–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 488

BSD: 586

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1956–1984

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 490

BSD: 587

Handeling: Het afgeven van de in de Beschikking grondbankstelsel bedoelde verklaring aan de directeur LGK/LNO van het Ministerie van Landbouw.

Periode: 1970–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 16; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 20.

Opmerking: Van 1970–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Uit de verklaring dient te blijken hoe naar verwachting de verkaveling en ligging van de grond van de aanvrager t.o.v. de bedrijfsgebouwen zullen zijn na verwezenlijking van het plan van toedeling.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 491

BSD: 588

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag voor de Centrale Commissie inzake de aanwending van de door SBL/BBL verworven grond.

Periode: 1956–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 15.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 19.2.

Opmerking: Van 1956–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 541

BSD: 674

Handeling: Het in kaart brengen van het plan van wegen, waterlopen en kaden c.a. ex Ruilverkavelingswet 1938 (gew. 1941) art. 69.2.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 69.1–2.

Opmerking: Vermoedelijk met ontwerp-voorstel over eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Waardering: B 5

RIO: 543

BSD: 675

Handeling: Het in kaart brengen van (een deel van) een plan van wegen, waterlopen en kaden c.a., met utiliteitsvoorzieningen en landschapsplan, ex Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1, en het ontwerpen van een voorstel omtrent eigendom, beheer en onderhoud van betrokken onroerende goederen.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 79.1–2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 25.

Opmerking: Ter beoordeling door de Centrale Commissie.

Waardering: B 5

RIO: 550

BSD: 676

Handeling: Het voorbereiden en aangaan van een overeenkomst met een openbaar lichaam of andere rechtspersoon inzake het bedrag, waarvoor hem grond zal worden toegewezen bestemd voor doeleinden van algemeen nut, alsmede het zo nodig bemiddelen bij de betaling.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 13.2; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 13, 14; Landinrichtingswet art. 147.1; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 17, 18.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

De voorbereiding betreft o.m. het aanwijzen van een deskundige voor het opmaken van een taxatierapport, op basis waarvan de commissie onderhandelingen voert inzake de toewijzing.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 580

BSD: 737

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie een blokgrens te wijzigen, na een besluit tot ruilverkaveling of vaststelling van een landinrichtingsplan.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Besluit Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 28; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 30.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt niet bij aanpassingsinrichting.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (1955 of eerder)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 582

BSD: 738

Handeling: Het samenstellen van een lijst van rechthebbenden van een blok, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 46; Ruilverkavelingswet 1954 art. 55; Landinrichtingswet art. 161.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 583

BSD: 739

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van handelingen waardoor de waarde van zijn in een blok ingebrachte onroerende goederen zou veranderen.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 40.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 48.1; Landinrichtingswet art. 49.1, 71.1, 117.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 586

BSD: 740

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 47.1–2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 56.1–2; Landinrichtingswet art. 164.1–2.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 587

BSD: 741

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie van een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in een blok, met een toelichting voor de schatters.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 22.1–2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 42.1–2, gew. 21-12-1988, Stcrt. 253.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Behelst onder de Ruilverkavelingswet 1954 tevens een voorstel voor de waarde per hectare van elke klasse als bedoeld in art. 57 van de Ruilverkavelingswet 1954.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 589

BSD: 742

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 48.2–3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 57.3–4; Landinrichtingswet art. 165, 166.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 590

BSD: 743

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in een blok in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49.1; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58.1; Landinrichtingswet art. 167.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 594

BSD: 744

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. van een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 49, 51.2; Ruilverkavelingswet 1954 art. 58, 60.2; Landinrichtingswet art. 168.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 595

BSD: 745

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 52–54; Ruilverkavelingswet 1954 art. 61–63; Landinrichtingswet art. 171–173.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 597

BSD: 746

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten van een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 57–59; Ruilverkavelingswet 1954 art. 66–68; Landinrichtingswet art. 176–178.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 598

BSD: 747

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 61–63, 65–68; Ruilverkavelingswet 1954 art. 70–75, 77.2, 78; Landinrichtingswet art. 180–185, 187.2, 188.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 601

BSD: 748

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19.2; Landinrichtingswet art. 151.2–4.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 602

BSD: 749

Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 19, 20, 21; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 20.1; Landinrichtingswet art. 151, 152; Reg LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 40.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 603

BSD: 750

Handeling: Het onderzoeken of de waarden in een register van schattingsuitkomsten geactualiseerd dienen te worden.

Periode: 1984–1984

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.

Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 605

BSD: 751

Handeling: Het actualiseren van de waarden in een register van schattingsuitkomsten.

Periode: 1984–1984

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 3.

Opmerking: Van 1984–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985) B 5

Waardering:

RIO: 670

BSD: 832

Handeling: Het overeenkomen met (een orgaan van) de Staat, dat hem een of meer kavels zullen worden toebedeeld als gevolg van toepassing van de Ruilverkavelingswet 1938, zoals gewijzigd 1941, art. 13.1 en 13.2.

Periode: 1945–1955

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938, zoals gew. 1941, art. 13.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 671

BSD: 833

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 18.2, 18.3; Landinrichtingswet art. 153.1, 153.2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 673

BSD: 834

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 22; Landinrichtingswet art. 154.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt zo spoedig mogelijk na vaststelling van het plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 674

BSD: 835

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie dat het plan van toedeling en de lijst van geldelijke regelingen van een blok gelijktijdig zullen worden opgemaakt en vervolgens gelijktijdig ter inzage zullen worden gelegd.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 114.1; Landinrichtingswet art. 219.1.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 676

BSD: 836

Handeling: Het opstellen of herzien van richtlijnen voor het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 26.1, 27.2; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 47.1–2.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985 Landinrichtingscommissie

Waardering: B 1

RIO: 677

BSD: 837

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en -toedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van een plan van toedeling kenbaar kunnen maken.

Periode: 1954–1984

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 27.1, 27.4; Landinrichtingswet art. 198.

Opmerking: Van 1954–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1955)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 679

BSD: 838

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 70; Ruilverkavelingswet 1954 art. 81; Landinrichtingswet art. 196.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: B 5

RIO: 681

BSD: 839

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het plan van toedeling voor een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 73; Ruilverkavelingswet 1954 art. 84; Landinrichtingswet art. 199.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt onder de Ruilverkavelingswet 1954 en de Landinrichtingswet eventueel gecombineerd met de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 682

BSD: 840

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan, dan wel vaststelling daarvan indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 74–75; Ruilverkavelingswet 1954 art. 85–86; Landinrichtingswet art. 200–201, 202 sub a, j°. 172–174, 206.1.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Effectuering bezwarenbehandeling in plan van toedeling kan ingevolge Landinrichtingswet art. 206 ook betrekking hebben op bezwaar tegen lijst van rechthebbenden of register van schattingsuitkomsten (zie tekst boven).

Waardering: B 5

RIO: 684

BSD: 841

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling van een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 77–81; Ruilverkavelingswet 1954 art. 87–92; Landinrichtingswet art. 202b–f, j°. art. 175–176, 178–179, 185–186.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 688

BSD: 842

Handeling: Het voorbereiden van en medewerken aan de totstandkoming en effectuering van de akte van toedeling voor een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 84; Ruilverkavelingswet 1954 art. 95–96; Landinrichtingswet art. 207–208.

Opmerking: Van 1938–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 741

BSD: 913

Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.1; Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955, art. 23.1; Landinrichtingswet art. 210.1; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 43.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 743

BSD: 914

Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in een blok.

Periode: 1945–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 69bis, j°. art. 47; Ruilverkavelingswet 1954 art. 98.2; Landinrichtingswet art. 210.3.

Opmerking: Van 1941–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 744

BSD: 915

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen van een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 99; Landinrichtingswet art. 211.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Geschiedt zo spoedig mogelijk na de tweede schatting.

Waardering: B 5

RIO: 746

BSD: 916

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 101; Landinrichtingswet art. 213, j°. art. 199.3–5.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Is niet van toepassing indien terinzagelegging is gecombineerd met die van het plan van toedeling.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 747

BSD: 917

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling indien omtrent alle bezwaren overeenstemming is bereikt.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 103–106; Landinrichtingswet art. 214–216, j°. 172–174, 220.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Effectuering bezwarenbehandeling kan ook zijn wijziging lijst van geldelijke regelingen op grond van de uitkomst van een bezwarenbehandeling tegen het plan van toedeling, indien dit tegelijk met de lijst ter inzage is gelegd.

Waardering: B 5

RIO: 749

BSD: 918

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor een blok.

Periode: 1955–1984

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 107–112; Landinrichtingswet art. 216–217, j°. 175–176, 178–179, 185, 187.

Opmerking: Van 1955–1984 Plaatselijke Commissie

Sinds 1985: Landinrichtingscommissie

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Provinciale Adviescommissie voor het Ontwikkelings- en Sanderingsfonds (PAC)

RIO: 216

BSD: 298

Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een beëindigingsvergoeding voor toekenning in aanmerking komt.

Periode: 1964–1992

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 3, 15, 28 en 106.

Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan HID Landinrichting; 1984 directeur LGK, 1989 directeur LNO.

Activiteiten zijn: de aanvraag onderzoeken, toetsen aan de in de regeling genoemde uitsluitingsgronden en op grond daarvan eventueel afwijzen. In een bijzonder geval kan degene die beschikt op de aanvraag (zie onder) afwijken van het besluit.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)

Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.

RIO: 219

BSD: 299

Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een uittredingsvergoeding voor toekenning in aanmerking komt.

Periode: 1971–1992

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 77 en 200.

Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan: HID Landinrichting; 1984 directeur LGK, 1988 directeur LNO.

Activiteiten zijn: de aanvraag onderzoeken, toetsen aan de in de regeling genoemde uitsluitingsgronden en op grond daarvan eventueel afwijzen. In een bijzonder geval kan degene die beschikt op de aanvraag (zie onder) afwijken van het besluit.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)

Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.

Raad van Beroep herverkaveling Walcheren

RIO: 699

BSD: 854

Handeling: Het in tweede instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–72; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Effectuering kan ook zijn het zo nodig wijzigen van het plan van toedeling als gevolg van de uitkomst van de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, van een bezwaar tegen de lijst van rechthebbenden (art. 72).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Raad van Beroep herverkaveling Zeeland

RIO: 699

BSD: 854

Handeling: Het in tweede instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland, alsmede het effectueren van de uitkomst van een bezwarenbehandeling door wijziging van het plan.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 70–72; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Effectuering kan ook zijn het zo nodig wijzigen van het plan van toedeling als gevolg van de uitkomst van de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, van een bezwaar tegen de lijst van rechthebbenden (art. 72).

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Reconstructiecommissie Midden-Delfland

RIO: 123

BSD: 160

Handeling: Het adviseren van de Minister voor de Ruimtelijke Ordening over wijziging van de instructie voor de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.

Waardering: B 1

RIO: 126

BSD: 161

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.

Opmerking: Verplicht is de instelling door de RCMD (bij voorkeur uit haar midden) van subcommissies m.b.t. de drie sectoren Landbouw, Natuur en Landschap en Recreatie.

Waardering: B 1

Stukken inzake de samenstelling zijn V 6 jaar na afsluiting project

RIO: 130

BSD: 162

Handeling: Het voordragen bij de Minister(s) van Landbouw en voor Openluchtrecreatie van de secretaris van een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 9.

Waardering: V 75 jaar na geboorte

RIO: 135

BSD: 163

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of directievoerend lichaam voor de technische uitwerking van de voorbereiding of voor de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Bron: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 14.

Opmerking: Geschiedt door het Bureau van Uitvoering.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 191

BSD: 277

Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over het aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: B 1

RIO: 193

BSD: 278

Handeling: Het jaarlijks doen van een voorstel aan SBL/BBL voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 196

BSD: 279

Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een eigenaar of pachter algehele vergoeding in geld zal ontvangen, omdat de waarde van zijn onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland zo gering is, dat hij geen redelijk belang heeft bij de toedeling.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.5, 20.4.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 198

BSD: 280

Handeling: Het beschikken op een aanvraag van een eigenaar of pachter in het reconstructiegebied Midden-Delfland om algehele vergoeding in geld.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1, 18.2, 20.4; Richtlijnen LV 24-10-1980, Stcrt. 211.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 199

BSD: 281

Handeling: Het behandelen van een verzoek van een eigenaar of pachter om een voorschot op een algehele vergoeding in geld ex Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.1 of 20.4, alsmede zo nodig het van de rechter-commissaris bij vaststelling van de hoogte van het voorschot.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 18.3, 20.4; Richtlijnen LV 24-10-1980, Stcrt. 211.

Waardering: B 1 (voor adviezen),

V 6 jaar (overige neerslag).

RIO: 233

BSD: 282

Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II (Onteigening) of art. 18.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 6.4, 15.2.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 237

BSD: 283

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskosten-bijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd door toepassing van Reconstructiewet Midden-Delfland Hfd. II of art. 18.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 27-07-1978, Stcrt. 146, art. 18.1, 21.1.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 291

BSD: 380

Handeling: Het voorbereiden, aangaan en effectueren van een overeenkomst met een openbaar lichaam (geen rijksorgaan) of andere rechtspersoon, inzake een bijdrage in de kosten van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 20.1.

Waardering: B 1

RIO: 292

BSD: 381

Handeling: Het opstellen van een werkplan voor de voorbereiding van het reconstructieprogramma Midden-Delfland, voor de voorbereiding van het plan van voorzieningen Midden-Delfland en het opstellen en jaarlijks herzien van een werkplan voor de uitvoering van het plan van voorzieningen Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 15, 24, 25.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 296

BSD: 382

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van handelingen ten behoeve van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 12.3.

Opmerking: Betreft de voorbereiding van de reconstructie.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 297

BSD: 383

Handeling: Het vaststellen van normen voor de vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 30.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 299

BSD: 384

Handeling: Het behandelen van een verzoek van, resp. het optreden in rechte in een geschil met een eigenaar of gebruiker om vergoeding van schade als gevolg van de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.7.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 300

BSD: 385

Handeling: Het behandelen van een aanvraag om een voorschot op een schadevergoeding als gevolg van de uitvoering van het reconstructieplan Midden-Delfland, alsmede het adviseren aan de rechter-commissaris over de hoogte daarvan.

Periode: 1980–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.7.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 1 (voor adviezen),

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 302

BSD: 386

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag ter verantwoording aan SBL/BBL van het gevoerde materiële beheer van het verworven land in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978 Stcrt. 124, art. 44.

Waardering: B 3 (voor jaarverslagen).

Wanneer er geen jaarverslagen voorhanden zijn, zullen de maand- en kwartaalverslagen voor blijvende bewaring aangemerkt worden.

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 303

BSD: 387

Handeling: Het materieel beheren van het in der minne verworven en door onteigening verkregen land in het reconstructiegebied Midden-Delfland in uitvoering.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 304

BSD: 388

Handeling: Het doen van een jaarlijks voorstel aan het hoofd SBL, resp. de directeur BBL inzake het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 306

BSD: 389

Handeling: Het tijdelijk beheren en onderhouden van verbeterde, dan wel nieuw aangelegde voorzieningen van openbaar nut voor de reconstructie Midden-Delfland, dan we het regelen van het tijdelijk beheer en het onderhoud van deze voorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reg VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 41, 42.

Opmerking: Beheer en onderhoud vindt plaats tot de vaststelling van het (deel)plan van wegen en waterlopen en het landschapsplan of tot de werken door de Centrale Commissie zijn goedgekeurd.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 307

BSD: 390

Handeling: Het geven van voorlichting over de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 388

BSD: 486

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisaties en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 389

BSD: 487

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken ten behoeve van de voorbereiding van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Waardering: B 5

RIO: 390

BSD: 488

Handeling: Het (doen) opstellen van evaluaties (effectbeschrijvingen) van alternatieve schetsen voor de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: De evaluaties worden in de praktijk geproduceerd door de CD/LD, aan de hand van de HELP-methode (zie boven).

Waardering: B 5

RIO: 392

BSD: 489

Handeling: Het opstellen en voorlopig vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.1, 37; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16–19.

Opmerking: De RCMD voegt bij het voorontwerp een voorstel betreffende het toekomstig beheer van uit te voeren werken.

Waardering: B 5

RIO: 393

BSD: 490

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorlopige voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.1–3, 37.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 394

BSD: 491

Handeling: Het vaststellen van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 32.4, 37; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 17–19.

Waardering: B 5

RIO: 395

BSD: 492

Handeling: Het adviseren van PS van Zuid-Holland over hun voornemen het ontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan, vast te stellen in afwijking van het voorontwerp.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 35.1, 37.

Waardering: B 1

RIO: 399

BSD: 493

Handeling: Het opstellen en vaststellen van het ontwerp van het (gewijzigde) plan van voorzieningen Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 40, 45; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 20–22.

Waardering: B 5

RIO: 509

BSD: 626

Handeling: Het in overeenstemming met GS aanwijzen van openbare lichamen (niet het Rijk) die bepaalde werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland zullen doen uitvoeren, daar zij vermoedelijk met het beheer of onderhoud daarvan zullen worden belast.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 510

BSD: 627

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op wijziging van het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de bijbehorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2a.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 511

BSD: 628

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op de landschappelijke verzorging en de veiligstelling en ontwikkeling van natuurgebieden.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2b.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 512

BSD: 629

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland gericht op de aanleg van utiliteitsvoorzieningen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2c.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 513

BSD: 630

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland ten behoeve van de recreatie.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 39.2d.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 514

BSD: 631

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van droogleggingen en ontginningen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 46.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 515

BSD: 632

Handeling: Het voorbereiden en doen uitvoeren van herontginningen en overige cultuurtechnische werken in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.1, j°. 46.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 516

BSD: 633

Handeling: Het tijdelijk exploiteren van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 517

BSD: 634

Handeling: Het tijdelijk in gebruik geven van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 46.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 518

BSD: 635

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland voor agrarische doeleinden.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 520

BSD: 636

Handeling: Het doen aanwenden van door SBL/BBL verworven gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1979–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 522

BSD: 637

Handeling: Het doen van een voorstel aan de Minister van LNV omtrent de verlening van beheersvergoedingen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 11.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 557

BSD: 678

Handeling: Het regelen van vrijwillige grondruil in het reconstructiegebied Midden-Delfland tussen hen die grond hebben in een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen voortzetten en hen die grond hebben buiten een te onteigenen gedeelte en hun bedrijf willen beëindigen.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 46.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 559

BSD: 679

Handeling: Het opstellen van (een deel van) het plan van wegen en waterlopen en (een deel van) het landschapsplan voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69, alsmede een voorstel inzake de eigendom, beheer en onderhoud van de betrokken onroerende goederen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 69; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 38.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 626

BSD: 763

Handeling: Het samenstellen van een lijst van de rechthebbenden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, met vermelding van de aard en de omvang van ieders recht.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 47.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 627

BSD: 764

Handeling: Het al dan niet verlenen van toestemming aan een eigenaar of gebruiker tot het verrichten of nalaten van een handeling waardoor de waarde van zijn in het reconstructiegebied Midden-Delfland gelegen onroerende goederen zou veranderen.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 9.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 628

BSD: 765

Handeling: Het benoemen van de schatters en het verdelen van hun werk.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 48.1–2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 630

BSD: 766

Handeling: Het opstellen van een voorstel voor de Centrale Commissie voor een stelsel van classificatie voor de schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, met een toelichting voor de schatters.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 35.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 632

BSD: 767

Handeling: Het doen uitvoeren van de (eerste) schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 49.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 633

BSD: 768

Handeling: Het doen vastleggen van de uitkomsten van de (eerste) schatting van de gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland in een register van schattingsuitkomsten en op een kaart waarop de klassegrenzen staan aangegeven.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50.1.

Waardering: B 5

RIO: 635

BSD: 769

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten c.a. voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 50, 51.2.

Opmerking: Ter inzage worden gelegd: lijst van rechthebbenden; proces-verbaal van classificatie; register van schattingsuitkomsten; kaart waarop (o.m.) de klassegrenzen staan aangegeven.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 636

BSD: 770

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van de uitkomst der behandeling door vaststelling of wijziging van lijst en register voor zover deze niet (meer) omstreden zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 52–55.

Waardering: B 5

RIO: 638

BSD: 771

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in tweede instantie, door de rechter-commissaris, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden en het register van schattingsuitkomsten voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 56–59.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 639

BSD: 772

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling in derde instantie, als geding voor de rechtbank, of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van rechthebbenden of het register van schattingsuitkomsten van Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 60–66.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 642

BSD: 773

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 21.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 643

BSD: 774

Handeling: Het registreren en onderzoeken van de ingezonden pachtovereenkomsten met betrekking tot de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 21.3–23; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 33.

Opmerking: Anders dan onder de algemene wetten zendt de RCMD en niet de ingenieur van KADOR de overeenkomsten aan inzender(s) terug.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 706

BSD: 855

Handeling: Het opheffen van een bestaande en in plaats daarvan vestigen van een nieuwe pachtverhouding in het reconstructiegebied Midden-Delfland, onder vaststelling tot wanneer de daaruit voortvloeiende pachtovereenkomst zal gelden en of deze voor verlenging vatbaar zal zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 20.2, 20.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 707

BSD: 856

Handeling: Het mededelen aan de grondkamer welke pachtverhoudingen in het reconstructiegebied Midden-Delfland gehandhaafd, opgeheven en nieuw gevestigd zijn.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 24.

Opmerking: Geschiedt binnen 14 dagen nadat plan van toedeling is vast komen te staan.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 708

BSD: 857

Handeling: Het opstellen en herzien van de richtlijnen voor het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 39, 40.1.

Waardering: B 1

RIO: 709

BSD: 858

Handeling: Het voorbereiden en houden van zittingen, waarop eigenaren en gebruikers hun wensen ten aanzien van de kavelindeling en kaveltoedeling, dan wel hun mening over het ontwerp van het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland kenbaar kunnen maken.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 76.2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 711

BSD: 859

Handeling: Het ontwerpen en aanpassen van het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 76, 77; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 40.

Opmerking: Het ontwerp wordt opgesteld door de ingenieur KADOR, in overeenstemming met de vaste leden Bureau van Uitvoering.

Waardering: B 5

RIO: 713

BSD: 860

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van het ontworpen plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79.

Opmerking: Geschiedt zodra goedkeuring door de CCC/CLC omtrent het plan van toedeling is verkregen.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 714

BSD: 861

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van de behandeling door wijziging van het plan.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 79–80.

Waardering: B 5

RIO: 716

BSD: 862

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling door de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen het plan van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 82–86.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 720

BSD: 863

Handeling: Het voorbereiden van en het medewerken aan de totstandkoming en de effectuering van de akte van toedeling voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 89–90.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 771

BSD: 928

Handeling: Het voorbereiden van de tweede schatting van de onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 92.1; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 773

BSD: 912

Handeling: Het doen uitvoeren van de tweede schatting van onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1945–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 92.2; Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 36.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 774

BSD: 929

Handeling: Het opmaken van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 93.

Waardering: B 5

RIO: 776

BSD: 930

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de terinzagelegging van de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 95, j°. 79.3–5.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 777

BSD: 931

Handeling: Het in eerste instantie behandelen van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland, alsmede het effectueren van een bezwarenbehandeling door wijziging van de lijst, dan wel vaststelling voor zover deze niet (meer) omstreden is.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 96–100.

Waardering: B 5

RIO: 779

BSD: 932

Handeling: Het optreden als partij bij de behandeling voor de rechter-commissaris, of als geding voor de rechtbank of in vervolg daarop voor de Hoge Raad, van de bezwaren tegen de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 101–103.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Reconstructiecommissie oud glastuinbouwgebied (RCOG)

RIO: 882

BSD: 1071

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer subcommissies van een Reconstructiecommissie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Bron: Interview

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 883

BSD: 1072

Handeling: Het opstellen van een jaarlijks werkplan voor de voorbereiding, dan wel de uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Richtlijnen van de Centrale Commissie (circ. Nr. 86-52)

Opmerking: In de praktijk wordt het werkplan door de provinciale direktie opgesteld. Het werkplan houdt het volgende in: Overzicht procedureplanning; Overzicht begrotingsuitputting ten behoeve van projectbewaking en restant-verplichting; Overzicht investeringsplanning; Overzicht grondverwerving en -aanwending; Staat van geleverde en te leveren prestaties

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 885

BSD: 1074

Handeling: Het geven van algemene voorlichting tijdens de voorbereiding en uitvoering van een reconstructie van een oud glastuindbouwgebied

Periode: 1979–

Bron: Interview

Waardering: B 5 (voor het eindproduct);

V 6 jaar na afsluiting project (overige neerslag).

RIO: 808

BSD: 972

Handeling: Het opstellen van het (gewijzigde) voorontwerp van een reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 14.1, 20.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 809

BSD: 973

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het (gewijzigde) voorontwerp van een reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 15–16, 20.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 810

BSD: 974

Handeling: Het opstellen van het ontwerp van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 17.1, 20.2.

Waardering: B 5

RIO: 811

BSD: 975

Handeling: Het adviseren aan de Centrale Commissie over het vaststellen van een (gewijzigd) reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied in afwijking van het ontwerp daarvan.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 18, 20.2.

Waardering: B 6

RIO: 813

BSD: 976

Handeling: Het voorstellen aan de Centrale Commissie om een wijziging te initiëren van een vastgesteld reconstructieplan voor een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 20.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 886

BSD: 1075

Handeling: Het (doen) verrichten van technische inventarisatie en uitwerkingen in het kader van de voorbereiding van een reconstructie oud glastuinbouwgebied

Periode: 1979–

Bron: Interview

Waardering: B 5

RIO: 887

BSD: 1076

Handeling: Het (doen) verrichten van wetenschappelijke inventarisaties en nadere onderzoeken in het kader van de voorbereiding van een reconstructie oud glastuinbouwgebied

Periode: 1979–

Bron: Interview

Waardering: B 5

RIO: 816

BSD: 977

Handeling: Het adviseren aan de HID/Inspecteur LD, sinds 1989 de directeur LNO over een verzoek om een toeslag als bedoeld in BROG/RROG, Titel 6, paragraaf 2.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.2.

Waardering: B 1

RIO: 819

BSD: 978

Handeling: Het stellen van nadere voorwaarden en voorschriften voor de toekenning van een rijksbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33e.4, 33n.2.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 821

BSD: 979

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een loondervings- of verhuiskostenbijdrage aan een werknemer van een bedrijf dat wordt beëindigd ingevolge RROG art. 30.

Periode: 1986–

Grondslag: Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden 15-01-1986, Stcrt. 13, art. 33a, 33t.1.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 889

BSD: 1078

Handeling: Het adviseren aan SBL/BBL over de aankoop, de verkoop en het in tijdelijk gebruik geven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Bron: Interview

Waardering: B 1

RIO: 825

BSD: 980

Handeling: Het adviseren aan de Centrale Commissie omtrent de vaststelling van het tijdstip vanaf of tot wanneer een aanvraag kan worden ingediend voor een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3 t/m 6 van de BROG/RROG.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 25.1–3.

Opmerking: Normaal geldt als ingangstijdstip het moment van vaststelling van het plan.

Waardering: B 1

RIO: 890

BSD: 1079

Handeling: Het adviseren van de HID inzake een aanvraag van een gemeente of waterschap om een bijdrage in de kosten van uitvoering van de realisering van infrastructuele, landschappelijke of recreatieve voorzieningen in een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–

Bron: Interview

Opmerking: Advisering geschiedt aan de HID/Inspecteur. LD, sinds 1989 een directeur LNO na de toetsing door de Reconstructiecommissie aan de doelstelling van het reconstructieplan

Waardering: B 1

RIO: 827

BSD: 981

Handeling: Het adviseren inzake een aanvraag van een ondernemer om een bijdrage zoals bedoeld in Titel 6, paragrafen 3–6 van de BROG/RROG.

Periode: 1979–

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 27.

Opmerking: Advisering geschiedt aan de HID/Inspecteur Landinrichting, sinds 1989 een directeur LNO.

Waardering: B 1

Schattingscommissie als bedoeld in de Herinrichtingswet Oost-Groningen

RIO: 787

BSD: 941

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van de schatting van de verkoopwaarde van de stadsmeierrechten in een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 104.

Waardering: B 5

Snelcommissie herverkaveling Walcheren

RIO: 78

BSD: 86

Handeling: Het opstellen van doelstellingen en voornemens met betrekking tot de aanpak van de herverkaveling Walcheren.

Periode: 1945

Bron: Jaarverslagen CCC en CD en HCW.

Waardering: B 6

Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL)

RIO: 156

BSD: 232

Handeling: Het op de vrije grondmarkt, of ingevolge een overeenkomst in het kader van een bijdrageregeling, verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 158

BSD: 233

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 160

BSD: 234

Handeling: Het in overeenstemming met een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie jaarlijks vaststellen van een programma voor de grondverwerving in een landinrichtingsgebied.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 161

BSD: 235

Handeling: Het opstellen van een periodiek verslag over de resultaten van de grondverwerving in een landinrichtingsgebied voor een Aankoopcommissie, Voorbereidingscommissie of Plaatselijke Commissie, dan wel Landinrichtingscommissie.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.) art. 9; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 13.

Opmerking: Van 1950 tot 1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3

RIO: 177

BSD: 236

Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herverkavelingsgebied Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 179

BSD: 237

Handeling: Het in overeenstemming met de herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland vaststellen en wijzigen van plannen of programma’s voor de aankoop van gronden in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

RIO: 180

BSD: 238

Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag aan de Herverkavelingscommissie Walcheren, resp. Zeeland, over de resultaten van de grondverwerving in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 3

RIO: 190

BSD: 239

Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op onroerende goederen in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 192

BSD: 240

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: B 5

RIO: 194

BSD: 241

Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie vaststellen van het jaarlijkse programma voor de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 195

BSD: 242

Handeling: Het periodiek opstellen van een verslag over de resultaten van de grondverwerving in het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: B 3

RIO: 203

BSD: 243

Handeling: Het verwerven van zakelijke of persoonlijke rechten op grond in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 205

BSD: 244

Handeling: Het vaststellen en wijzigen van een aankoopbeleid voor de grondverwerving in het herinrichtingsgebied.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.1.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden B 5

Waardering:

RIO: 218

BSD: 245

Handeling: Het beschikken op een verzoek om ontheffing van een ondernemer om zijn grond in eigendom aan SBL/BBL over te dragen, indien en voor zover de grond niet ligt in een ruilverkavelingsgebied.

Periode: 1972–1982

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 106.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Geschiedt onder bepaling aan wie en onder welke voorwaarden de overdracht zal geschieden.

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 266

BSD: 364

Handeling: Het beheren van de in een ruilverkaveling verworven grond tijdens de voorbereiding, alsmede tijdens de uitvoering voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.

Periode: 1950–1982

Bron: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

De regeling geeft ook de oude toestand weer.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 268

BSD: 365

Handeling: Het beheren van de in een landinrichtingsgebied verworven grond in een blok tot de terinzagelegging van het plan van toedeling, en buiten een blok tot aan de overdracht, een en ander voor zover en voor zolang het beheer niet door een Plaatselijke of Landinrichtingscommissie wordt gevoerd.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling LV 23-02-1983, Stcrt. 41 en 45, art. 3.1, 3.2, 4.1, 4.2a, 6.1; Regeling LV 18-06-1987, Stcrt. 117, art. 3.1, 3.2a, 3.4, 4.2, 6.1.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

Het beginjaar van de handeling is niet bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 271

BSD: 366

Handeling: Het in overeenstemming met een Plaatselijke Commissie, resp. Landinrichtingscommissie jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering.

Periode: 1950–1982

Grondslag: Regeling Centrale Cultuurtechnische Commissie 25-11-1955 (gew.), art. 11.3; Regeling LV 30-10-1985, Stcrt. 217, art. 15.3.

Opmerking: Van 1950–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 305

BSD: 367

Handeling: Het in overeenstemming met de Reconstructiecommissie Midden-Delfland jaarlijks beslissen over het gebruik in het komende jaar van grond voor uitvoering van werken, compensatie van grondgebruikers, of het oplossen van incidentele problemen bij de uitvoering van de reconstructie Midden-Delfland.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 43.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 325

BSD: 368

Handeling: Het voeren van het materiële beheer over de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor zover en zolang deze niet wordt beheerd door de Herinrichtingscommissie.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 38.2, 38.3a, 38.5a.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na verlies eigendom.

RIO: 487

BSD: 606

Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1971–1982

Bron: Vonk & De Boer, 220–221; Hand. TK 1980/81 16 625, nr. 23. Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 39.

Opmerking: Van 1971–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 489

BSD: 607

Handeling: Het vervreemden van de in een ruilverkaveling, resp. landinrichtingsgebied verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1956–1982

Bron: Hand. TK 1980/81 16 625, nr 23.

Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 508

BSD: 1030

Handeling: Het vervreemden van de in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland verworven grond.

Periode: 1947–1960

Bron: Jaarverslagen HCW/HCZ.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 519

BSD: 608

Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond ten behoeve van agrarische doeleinden.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 521

BSD: 609

Handeling: Het vervreemden van de in het reconstructiegebied Midden-Delfland verworven grond voor de realisering van Relatienotagebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 534

BSD: 610

Handeling: Het vervreemden van in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor bedrijfsvergroting.

Periode: 1979–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en LD.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 536

BSD: 611

Handeling: Het vervreemden van de in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veenkoloniën verworven grond voor de realisering van reservaatsgebieden, recreatievoorzieningen, landschapselementen en andere voorzieningen van openbaar nut.

Periode: 1956–1982

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD.

Opmerking: Van 1956–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983: Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1955)

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 604

BSD: 752

Handeling: Het uitvoeren van een analyse naar het prijsniveau van in het voorafgaande jaar verkochte gronden in of rond een landinrichtingsgebied ten behoeve van een actualisering van waarden in een register van schattingsuitkomsten.

Periode: 1982–1982

Grondslag: AMvB 11-09-1985, Stb. 522, art. 2.2.

Opmerking: Van 1982–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Vanaf 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend (voor 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 815

BSD: 1047

Handeling: Het verwerven van gronden in een te reconstrueren oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden/Regeling reconstructie oude glastuinbouwgebieden Titel 6, par. 2.

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na vervreemding.

RIO: 888

BSD: 1077

Handeling: Het beheren van verworven grond tijdens de voorbereiding en uitvoering van de reconstructie van een oud glastuinbouwgebied.

Periode: 1979–1982

Grondslag: Beschikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden art. 30 en de toelichting bij deze beschikking

Opmerking: Van 1979–1982 Stichting Beheer Landbouwgronden

Sinds 1983 Bureau Beheer Landbouwgronden

Waardering: V 6 jaar na einde bezit.

Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (O&S-fonds Landbouw)

RIO: 217

BSD: 300

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een beëindigingsvergoeding, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.

Periode: 1964–1992

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 3, 15, 28 en 106.

Opmerking: Handelingen gedelegeerd aan: 1964 directeur Cultuurtechnische Dienst; 1976 directeur DBL; 1984 directeur LGK; 1988 directeur LNO.

Betreft ook de uitbetaling, evt. herziening van bedragen, controle op naleving van de bepalingen van de beschikking en evt. terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)

Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.

RIO: 220

BSD: 301

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een uittredingsvergoeding, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.

Periode: 1970–1992

Grondslag: BB Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 77 en 200.

Opmerking: Handelingen sinds 1978 of eerder gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst/Landinrichtingsdienst, sinds 1978 directeur DBL; 1984 directeur LGK; 1989 directeur LNO.

De handeling betreft dus mede de uitbetaling, de eventuele herziening van bedragen, controle op naleving van de bepalingen van de beschikking en eventuele terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1991)

Waardering: V 6 jaar na einde overeenkomst.

RIO: 863

BSD: 1057

Handeling: Het besluiten of een aanvraag voor een vergoeding van het O&S-fonds voor afbraak van verouderde glasopstanden voor toekenning in aanmerking komt.

Periode: 1969–1985

Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 42; vaak gewijzigd, m.n. bij Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 139, 153, 257.

Opmerking: Gedelegeerd aan: HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo, 1984 directeur LGK.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar

RIO: 864

BSD: 1051

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om een bijdrage van het O&S-fonds voor afbraak van verouderde glasopstanden, alsmede (bij goedkeuring) het sluiten en effectueren van een overeenkomst met de aanvrager of diens weduwe, waarin de rechten en plichten van partijen worden vastgelegd.

Periode: 1969–1985

Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 42; vaak gewijzigd, m.n. bij Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 139, 153, 257.

Opmerking: De handeling betreft mede de uitbetaling, evt. herziening van de bedragen, controle op naleving van de overeengekomen bepalingen en evt. terugvordering, al dan niet verhoogd met een boete.

Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst, 1976 directeur DBL

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 865

BSD: 1058

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om toekenning van een bijdrage of premie van het O&S-fonds ingevolge de: Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1968); Bijdrageregeling slachtpremies (1969); Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden 1970; Bijdrageregeling vernietiging kramen tulpebollen (1974); Premieregeling voor het rooien van fruitbomen (1976); alsmede, bij goedkeuring van een aanvraag, het sluiten van een overeenkomst met de aanvrager houdende nadere voorwaarden t.a.v. de uitvoering van het rooien, resp. het slachten.

Periode: 1968–1977

Grondslag: Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 30, 51, 58, 92, 154, 159.

Opmerking: Het sluiten van een overeenkomst geschiedt bij een aanvraag ingevolge de rooipremieregeling van 1969 (BB O&S-fonds nr. 51) en de slachtpremieregeling van 1970 (BB O&S-fonds nr. 58). Toekenning van een slachtpremie geschiedt na controle van door de districtsbureauhouder STULM ingevulde en toegezonden registratiekaarten voor de koeien.

Gedelegeerd aan HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1976)

Waardering: V 6 jaar

RIO: 866

BSD: 1052

Handeling: Het beschikken op een aanvraag om toekenning van een aanvullende premie van het O&S-fonds ingevolge de: Aanvullende bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1971); alsmede effectuering van de toekenning van een bijdrage ingevolge de: Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1968); Bijdrageregeling slachtpremies (1969); Bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden 1970; Aanvullende bijdrageregeling rooien verouderde boomgaarden (1971); Bijdrageregeling vernietiging kramen tulpebollen (1974); Premieregeling voor het rooien van fruitbomen (1976).

Periode: 1968–1977

Grondslag: Bestuursbesluiten Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nrs. 30, 51, 58, 92, 154, 159.

Opmerking: De effectuering betreft het uitbetalen van de bijdrage/premie, controle op naleving van de overeenkomst of de bepalingen van de regeling en evt. terugvordering van een premie/bijdrage, al dan niet verhoogd met een boete.

Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst, sinds 1976 directeur DBL.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1976)

Waardering: V 6 jaar

RIO: 867

BSD: 1059

Handeling: Het beschikken op een aanvraag ingevolge de Bijdrageregeling bekalking kleigronden in Groningen van het O&S-fonds.

Periode: 1970–1972

Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 70.

Opmerking: Gedelegeerd aan HID Cultuurtechnische Dienst/LaGroBo

Waardering: V 6 jaar

RIO: 868

BSD: 1053

Handeling: Het effectueren van de toekenning van een bijdrage ingevolge de Bijdrageregeling bekalking kleigronden van het O&S-fonds.

Periode: 1970–1972

Grondslag: Bestuursbesluit Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw nr. 70.

Opmerking: Gedelegeerd aan directeur Cultuurtechnische Dienst.

Waardering: V 6 jaar

Voorbereidingscommissie (VC)

RIO: 93

BSD: 151

Handeling: Het instellen, samenstellen en instrueren van een of meer suborganen van een Voorbereidingscommissie of Inspraakcommissie.

Periode: 1955–1985

Bron: Literatuur.

Opmerking: Geschiedt na advies door de regionale functionaris van de CD/LD, optredend namens de Minister van LNV.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 95

BSD: 142

Handeling: Het aanwijzen van een externe adviseur of een directievoerend lichaam voor de voorbereiding van een ruilverkaveling.

Periode: 1955–1985

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; Het weten waard, 24–25.

Opmerking: Sinds 1955 CC met Voorbereidingscommissie.

Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 338

BSD: 460

Handeling: Het opstellen en vaststellen van het voorontwerp van een rapport ex art. 34, houdende een plan van voorzieningen met mogelijke alternatieven.

Periode: 1973–1985

Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12015, par. 6

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: B 5

Plan(nen) zoals voorgelegd aan de streek, c.q. onderworpen aan de inspraak.

RIO: 339

BSD: 461

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een inspraakronde over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.

Periode: 1973–1985

Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 340

BSD: 462

Handeling: Het becommentariëren van een verslag van de inspraak over het voorontwerp van een rapport ex art. 34.

Periode: 1973–1985

Bron: Nota CCC, in: Bijl. Hand II 1973/74, 12 015, par. 6.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 430

BSD: 553

Handeling: Het opstellen, dan wel aanvullen en wijzigen, ten behoeve van GS, van een lijst van de kadastraal bekende eigenaren in een blok.

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 34.1 sub 1o; AMvB 28-08-1975, Stb. 466, art. 8.

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 431

BSD: 554

Handeling: Het voorbereiden van de registratie van pachters die aan de stemming over een ruilverkaveling wensen deel te nemen.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34b.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 432

BSD: 555

Handeling: Het beschikken op een verzoek om als pachter geregistreerd te worden voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34a, 34c, 34d.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 433

BSD: 556

Handeling: Het optreden voor de voorzitter van de pachtkamer van een kantongerecht inzake een beroep van partijen tegen een genomen beslissing inzake de registratie van een pachter voor de stemming over een ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34e, 34f, 34g;

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 434

BSD: 557

Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die een aan de wettelijke vereisten voldoend verzoek hebben ingediend om als pachter geregistreerd te worden voor een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, 34d.7.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

RIO: 435

BSD: 558

Handeling: Het opstellen ten behoeve van GS van een lijst van hen die als pachter zijn geregistreerd voor een stemming over ruilverkaveling.

Periode: 1975–1986

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954, gew. 1975, art. 34h.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend (na 1985)

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project.

Deel 3. Handelingen van overige actoren

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

RIO: 89

BSD: 1100

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Waardering: B 1

Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.

RIO: 91

BSD: 1102

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.

Waardering: V 10 jaar

Kb 13-12-1978 (Stb. 664).

RIO: 136

BSD: 206

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.

RIO: 139

BSD: 207

Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).

RIO: 145

BSD: 208

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.

RIO: 570

BSD: 694

Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.

Waardering: B 1

RIO: 571

BSD: 695

Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.

Waardering: B 6

RIO: 788

BSD: 956

Handeling: Het vaststellen van een rentevoet, op grond waarvan de gekapitaliseerde waarde van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen uit de stadsmeierrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.3.

Opmerking: Geschiedt gehoord de gemeente Groningen.

Waardering: B 1

Minister van Financiën

RIO: 47

BSD: 60

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB houdende regels voor de heffing en invordering van ruilverkavelings-, landinrichtings-, reconstructie- en herinrichtingsrenten.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 229.2, gew. 1990, Stb. 492; Ruilverkavelingswet 1954 art. 125, gew. 1990, Stb. 492; RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 114, gew. 1990, Stb. 492; HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 133, gew. 1990, Stb. 492; NB. Wijzigingswet 1990, Stb. 492, is in werking getreden 1992.

Waardering: B 1

AMvB 03-03-1986, Stb. 96, gew. 1990, Stb. 224.

RIO: 48

BSD: 61

Handeling: Het aanwijzen van de kohieren waarop ruilverkavelings-, landinrichtings-, reconstructie- of herinrichtingsrenten worden uitgetrokken.

Periode: 1955–1990

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 125; Landinrichtingswet 1985 art. 229; RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 114. HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 133.

Opmerking: Onder de Ruilverkavelingswet 1938 en de Herverkavelingswet Walcheren 1947 worden de verschuldigde renten uitgetrokken op het betreffende kohier van de grondbelasting.

Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend. Na 1990 tot inwerkingtreding Invorderingswet 1990, Stb. 221.

Waardering: B 1

Beschikking Fin. 07-01-1975, Stcrt. 6.

RIO: 49

BSD: 62

Handeling: Het stellen van nadere regels over de afkoop van ruilverkavelings-, landinrichtings-, herverkavelings-, reconstructie- of herinrichtingsrenten.

Periode: 1945–

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1938 art. 99.3; Ruilverkavelingswet 1954 art. 127.3; Landinrichtingswet art. 230.3; Herverkavelingswet Zeeland: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 104.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1. RMD: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 115.3; HOG: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 134.3.

Waardering: B 1

Regeling Fin. 12-05-1939, Stcrt. 93; Regeling Fin. 21-02-1955, Stcrt. 37; Regeling Fin. 09-04-1986, Stcrt. 70.

RIO: 83

BSD: 89

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.

Periode: 1945–

Waardering: B 1

* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;

* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.

RIO: 86

BSD: 90

Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: B 1

Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II-IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.

RIO: 87

BSD: 91

Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: V 10 jaar

Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).

RIO: 89

BSD: 92

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Waardering: B 1

Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.

RIO: 91

BSD: 93

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.

Waardering: V 10 jaar

Kb 13-12-1978 (Stb. 664).

RIO: 122

BSD: 194

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.

Waardering: B 1

Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).

RIO: 125

BSD: 195

Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.

Waardering: V 15 jaar

Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.

RIO: 127

BSD: 196

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.

Waardering: B 1

RIO: 128

BSD: 192

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Waardering: V 15 jaar

RIO: 129

BSD: 197

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.

Waardering: V 15 jaar

RIO: 155

BSD: 193

Handeling: Het vaststellen van de vergoedingen voor de leden van (een subcommissie van) de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, en voor de leden van een deelgebiedscommissie of blokcommissie.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 8.3, 11; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 11.3, 13.3.

Waardering: V 15 jaar

RIO: 182

BSD: 294

Handeling: Het vooraf goedkeuren van een overeenkomst met een gebruiker van in het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland gelegen gronden tot bedrijfsverplaatsing naar een gebied waar hij grond van het Rijk kan pachten.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 15 jaar

RIO: 184

BSD: 295

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van tijdstip en inhoud van een bekendmaking van de voorwaarden waartegen en de gebieden waarin gebruikers buiten het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland grond van het Rijk kunnen pachten, houdende oproep van gegadigden.

Periode: 1947–1960

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 43.3; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 15 jaar

RIO: 405

BSD: 525

Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: B 1 en 5

RIO: 406

BSD: 526

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: V 40 jaar

RIO: 570

BSD: 696

Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.

Waardering: B 1

RIO: 571

BSD: 697

Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.

Waardering: B 6

RIO: 788

BSD: 953

Handeling: Het vaststellen van een rentevoet, op grond waarvan de gekapitaliseerde waarde van de jaarlijkse inkomsten van de gemeente Groningen uit de stadsmeierrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 101.3.

Opmerking: Geschiedt gehoord de gemeente Groningen.

Waardering: B 1

RIO: 799

BSD: 955

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging of intrekking van een AMvB, houdende nadere, zo nodig afwijkende regelen voor de invordering van de bedragen ex Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 102, verschuldigd wegens de omzetting van stadsmeierrechten in eigendomsrechten in het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 135.2.

Waardering: B 1

Minister van Financiën/Belastingdienst

RIO: 766

BSD: 951

Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de overige bedragen, bedoeld in Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2, door hem verschuldigd volgens de lijst van geldelijke regelingen voor het/een blok van de herverkaveling Walcheren, resp. Zeeland.

Periode: 1947–1967

Grondslag: Herverkavelingswet Walcheren 1947 art. 95.2; Herverkavelingswet Zeeland art. 1.

Opmerking: Het eindjaar van de handeling is niet precies bekend

Waardering: V 5 jaar na afdoening

RIO: 781

BSD: 952

Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de overige bedragen, bedoeld in Reconstructiewet Midden-Delfland art. 107.2, door hem verschuldigd volgens de lijst van geldelijke regelingen voor het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 107.2.

Waardering: V 5 jaar na afdoening

RIO: 797

BSD: 954

Handeling: Het op verzoek van een eigenaar ineens invorderen van de bedragen, door hem verschuldigd volgens de lijst der geldelijke regelingen voor een blok van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 126.

Waardering: V 5 jaar na afdoening

Minister van Verkeer en Waterstaat (V&W)

RIO: 83

BSD: 94

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een speciale wet voor de herverkaveling van Walcheren, resp. de Zeeuwse noodgebieden.

Periode: 1945–

Waardering: B 1

* Herverkavelingswet Walcheren 1947, Stb. H 400; in werking 11-01-1948; wijzigingen 1956–1992: zie Bijlage;

* Herverkavelingswet Zeeuwse noodgebieden, Stb. 1953, 444; in werking 10-09-1953.

RIO: 86

BSD: 95

Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: B 1

Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.

RIO: 87

BSD: 96

Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: V 10 jaar

Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).

RIO: 89

BSD: 97

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Waardering: B 1

Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.

RIO: 91

BSD: 98

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.

Waardering: V 10 jaar

Kb 13-12-1978 (Stb. 664).

RIO: 122

BSD: 202

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.

Waardering: B 1

Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).

RIO: 125

BSD: 203

Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.

RIO: 127

BSD: 204

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.

Waardering: B 1

RIO: 128

BSD: 198

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

RIO: 129

BSD: 205

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

RIO: 136

BSD: 199

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.

RIO: 139

BSD: 200

Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).

RIO: 145

BSD: 201

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.

RIO: 405

BSD: 523

Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: B 1 en 5

RIO: 406

BSD: 524

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: V 6 jaar na afsluiting project

1108

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de toewijzing of onttrekking aan het Rijk van de eigendom, het beheer en het onderhoud van openbare wegen en waterlopen met de daartoe behorende kunstwerken

Periode: 1955–1985

Grondslag: Ruilverkavelingswet 1954 art. 16.6

Waardering: B 5

RIO: 570

BSD: 698

Handeling: Het vaststellen van een financiële regeling voor de overgang van de eigendom en het beheer en onderhoud van de aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 74.5, 78.1.

Waardering: B 1

RIO: 571

BSD: 699

Handeling: Het optreden inzake een Kroonberoep van een openbaar lichaam tegen de financiële regeling van de overgang van eigendom, beheer en onderhoud van aan de gemeente Groningen toebehorende en buiten deze gemeente gelegen wegen en kanalen met de daartoe behorende kunstwerken.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 78.2.

Waardering: B 1

Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

RIO: 1

BSD: 1095

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening, met name van het landelijke gebied.

Periode: 1965–

Opmerking: Het beginjaar van de handeling is niet precies bekend. Vanaf 1965 (Wet op de Ruimtelijke Ordening) of eerder.

Waardering: B 1

Bijv. bijdragen aan totstandkoming bepaalde ruimtelijke nota’s en planologische kernbeslissingen, zoals in de jaren 1970 de Nota Randstadgroenstructuur, in de jaren 1980 de Nota en de Structuurschets Landelijke Gebieden en in de jaren 1990 het Structuurschema Groene Ruimte.

RIO: 4

BSD: 1096

Handeling: Het formuleren van een standpunt over de inzet van landinrichtingsinstrumenten in het kader van de realisering van de rijksinbreng in het beleid voor de integrale ontwikkeling van een specifieke regio.

Periode: 1945–

Opmerking: Betreft de inzet van het bestaande instrumentarium: onder de handeling is dus niet begrepen de ontwikkeling van specifieke instrumenten voor de herinrichting van een afzonderlijk gebied zoals Walcheren, de Zeeuwse Noodgebieden, Midden-Delfland en Oost-Groningen en de Veenkoloniën.

Waardering: B 1

Bijv. bijdragen aan realisering Integraal Structuurplannen.

RIO: 86

BSD: 99

Handeling: Het (mede)totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de reconstructie van Midden-Delfland.

Periode: 1970–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Reconstructiewet Midden-Delfland.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: B 1

Reconstructiewet Midden-Delfland, Stb. 1977, 233; hoofdstuk I in werking 01-06-1977 (Kb 18-05-1977, Stb. 301); hoofdstukken II–IV in werking 01-01-1979 (Kb 30-10-1978, Stb. 596); wijzigingen 1981–1992: zie Bijlage.

RIO: 87

BSD: 100

Handeling: Het (mede)voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Reconstructiewet Midden-Delfland.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 121.2.

Opmerking: De Minister van LNV weegt de belangen van Landbouw en Openluchtrecreatie in overeenstemming met de Ministers van VROM (eerstverantwoordelijke), Financiën en V&W.

Waardering: V 10 jaar

Kb 18-05-1977 (Stb. 301); Kb 30-10-1978 (Stb. 596).

RIO: 89

BSD: 101

Handeling: Het totstandbrengen of wijzigen van een wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1972–

Bron: Jaarverslagen CCC/CLC en CD/LD; MvT Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën

Waardering: B 1

Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën (Stb. 1977, 694); in werking 1979 (Kb 13-12-1978, Stb. 664). Wijzigingen 1985–1992: zie Bijlage.

RIO: 91

BSD: 102

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van een Kb houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1977–1978

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 141.2.

Waardering: V 10 jaar

Kb 13-12-1978 (Stb. 664).

RIO: 108

BSD: 170

Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s), die een Landinrichtingscommissie bijstaan.

Periode: 1985–

Grondslag: Landinrichtingswet art. 30.2, 99.2.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

RIO: 122

BSD: 171

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.5; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 47.

Waardering: B 1

Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), gew. 03-10-1979 (Stcrt. 212), 25-10-1982 (Stcrt. 214), 15-02-1984 (Stcrt. 42), 18-04-1991 (Stcrt. 89).

RIO: 125

BSD: 172

Handeling: Het samenstellen van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland, met inbegrip van de plaatsvervangende en de adviserende leden.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.2, 3.4.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

Bijv. Beschikking VRO e.a. 23-06-1978, Stcrt. 124.

RIO: 127

BSD: 173

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van de instructie voor een subcommissie van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.3; Regeling VRO 23-06-1978 (Stcrt. 124), art. 12.

Waardering: B 1

RIO: 128

BSD: 176

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de eerste secretaris, en het aanwijzen van deskundigen die de commissie bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

RIO: 129

BSD: 181

Handeling: Het toevoegen aan de Reconstructiecommissie Midden-Delfland van de tweede secretaris.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Opmerking: Als bewindspersoon voor de Openluchtrecreatie treedt sinds 1983 de Minister van LNV op.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

RIO: 132

BSD: 174

Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Reconstructiecommissie Midden-Delfland bijstaan.

Periode: 1977–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 3.4.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

RIO: 136

BSD: 177

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.7; Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 42.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, gew. 07-05-1985, Stcrt. 91.

RIO: 139

BSD: 178

Handeling: Het samenstellen van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, met inbegrip van de adviserende leden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.2, 4.4.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

Bijv. Beschikking LV en VRO 02-01-1979 (Stcrt. 2).

RIO: 140

BSD: 179

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt ontbonden.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 138.2.

Opmerking: Periode is na beëindiging van de herinrichting.

Waardering: B 4

RIO: 144

BSD: 175

Handeling: Het aanwijzen van een ingenieur van het kadaster en plaatsvervanger(s) die de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën bijstaan.

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 4.9.

Waardering: V 5 jaar na einde vervulling functie

RIO: 145

BSD: 180

Handeling: Het vaststellen of wijzigen van een regeling voor de werkwijze van de deelgebiedscommissies van de Herinrichtingscommissie Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.

Waardering: B 1

Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13.

RIO: 391

BSD: 504

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1984

Grondslag: Regeling VRO 23-06-1978, Stcrt. 124, art. 16, 18, 19.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 397

BSD: 515

Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) reconstructieprogramma Midden-Delfland, of een deel daarvan.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 36.1–3, 37.

Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

Beschikking VRO/LV 21-12-1983.

RIO: 404

BSD: 516

Handeling: Het voorbereiden van een Kb houdende nadere vaststelling van het reconstructiegebied Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1

Opmerking: De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

RIO: 405

BSD: 517

Handeling: Het (doen) bepalen dat zekere voorzieningen van openbaar belang slechts in het plan van voorzieningen Midden-Delfland worden opgenomen, als er een goedgekeurde overeenkomst bestaat tussen de Reconstructiecommissie Midden-Delfland en het betrokken openbaar lichaam over de financiering.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: B 1 en 5

RIO: 406

BSD: 518

Handeling: Het al dan niet goedkeuren van een overeenkomst van de Reconstructiecommissie Midden-Delfland met een openbaar lichaam over de financiering van een voorziening van openbaar nut in het plan van voorzieningen Midden-Delfland.

Periode: 1979–

Grondslag: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 39.3.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 410

BSD: 505

Handeling: Het leveren van commentaar op het concept van het voorontwerp van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Regeling LV 16-01-1979, Stcrt. 13, art. 15.1–2, 17.

Waardering: V 6 jaar

RIO: 417

BSD: 514

Handeling: Het vaststellen van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.1–3, 14.1.

Waardering: B 5

Beschikking Landbouw/Ruimtelijke Ordening 15-12-1983.

RIO: 418

BSD: 424

Handeling: Het optreden inzake een kroonberoep, ingesteld door PS van Groningen of van Drenthe, tegen een besluit tot vaststelling van het (gewijzigde) herinrichtingsprogramma Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.

Periode: 1979–1983

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 13.4, 14.1.

Waardering: B 5

RIO: 423

BSD: 426

Handeling: Het al dan niet goedkeuren dat PS van Groningen of Drenthe een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vaststellen in afwijking van het advies van de Centrale Commissie

Periode: 1979–

Grondslag: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.2, 21.

Waardering: B 5

RIO: 424

BSD: 427

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij een (gewijzigd) herinrichtingsplan, of een deel daarvan, voor (een deel van) een deelgebied van het herinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën wordt vastgesteld, indien PS van Groningen en van Drenthe hierover geen overeenstemming hebben.

Periode: 1979–

Grondslag:

Opmerking: Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën art. 20.4, 21.2.

De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

RIO: 555

BSD: 692

Handeling: Het voeren van de procedure leidend tot een voorstel voor een nutswet ter onteigening van gronden in het reconstructiegebied Midden-Delfland, als bedoeld in Onteigeningswet art. 5 t/⁠m 9.

Periode: 1970–1979

Grondslag: Besluit Ministerraad 27-02-1970.

Opmerking: De handeling betreft dus niet het maken van het wetsvoorstel voor de Reconstructiewet Midden-Delfland, maar slechts de daarmee parallel lopende formele procedure volgens de genoemde artikelen van de Onteigeningswet.

Waardering: B 5

RIO: 625

BSD: 802

Handeling: Het voorbereiden van een Kb, waarbij de grens van het reconstructiegebied Midden-Delfland wordt gewijzigd.

Periode: 1979–

Grondslag:

Opmerking: Reconstructiewet Midden-Delfland art. 1.

De Minister van VROM heeft een coördinerende rol

Waardering: B 5

Naar boven