Besluit mandaat en machtiging projectuitvoering Hanzelijn en Sloelijn

[Regeling vervallen per 12-05-2011.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-10-2009 t/m 11-05-2011

Besluit mandaat en machtiging projectuitvoering en nadeelcompensatie Hanzelijn en Sloelijn

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de manager Grondverwerving en Juridische Zaken, de projectmanager Hanzelijn, de projectmanager Sloelijn en de voorzitter van de Raad van Bestuur van ProRail B.V.;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • b. ProRail: ProRail B.V., gevestigd te Utrecht;

  • c. project Hanzelijn: uitvoering van het Tracébesluit Hanzelijn van 25 november 2003 (Stcrt. 2003, 228), het Tracébesluit Hanzelijn Aanvulling Hattem-Zwolle van 17 maart 2004 (Stcrt. 2004, 53);

  • d. project Sloelijn: uitvoering van het Tracébesluit Sloelijn van 27 februari 2004 (Stcrt. 2004, 40).

§ 1. Mandaat en machtiging ter uitvoering van artikel 20, tweede tot en met vierde lid, en elfde lid, van de Tracéwet

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Aan de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister de bevoegdheden uit te oefenen en de taken uit te voeren, zoals deze aan de minister op grond van artikel 20, tweede tot en met vierde lid, en elfde lid, van de Tracéwet zijn toegekend, ter realisatie van de projecten Hanzelijn en Sloelijn.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken van ProRail kan van het hem in artikel 2 van dit besluit verleende mandaat ondermandaat verlenen en de in artikel 2 van dit besluit verleende machtiging doorgeven aan één of meerdere onder hem ressorterende functionarissen, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 20, vierde lid, onderdelen a en d, van de Tracéwet.

  • 2 Van de verlening van ondermandaat en van het doorgeven van de machtiging doet de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken schriftelijk mededeling aan de minister.

§ 2. Mandaat en machtiging voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding in het kader van de projecten Hanzelijn en Sloelijn

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 Aan de projectmanager Hanzelijn van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 22 van het Tracébesluit Hanzelijn en artikel 21 van het Tracébesluit Hanzelijn Aanvulling Hattem-Zwolle, met uitzondering van het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten.

  • 2 Aan de projectmanager Sloelijn van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 19 van het Tracébesluit Sloelijn, met uitzondering van het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Aan de Directeur Projecten van ProRail B.V. wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister te beslissen op bezwaar tegen de met toepassing van artikel 4 van dit besluit genomen besluiten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 De Directeur Projecten van ProRail B.V. kan zijn mandaat en machtiging bij zijn afwezigheid laten uitoefenen door een door hem schriftelijk als zodanig aangewezen plaatsvervanger.

  • 2 Van een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid doet de Directeur Projecten van ProRail B.V. schriftelijk mededeling aan de minister.

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Aan de projectmanager Hanzelijn van ProRail B.V. wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 22 van het Tracébesluit Hanzelijn en artikel 21 van het Tracébesluit Hanzelijn Aanvulling Hattem-Zwolle, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten.

Artikel 6b

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Aan de projectmanager Sloelijn van ProRail B.V. wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 19 van het Tracébesluit Sloelijn, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten

Artikel 6c

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 Aan de Directeur Projecten van ProRail B.V. wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op bezwaren tegen met toepassing van artikel 4 genomen besluiten.

  • 2 Aan de Directeur Projecten van ProRail B.V. wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat te beslissen op bezwaar met betrekking tot besluiten als bedoeld in de artikelen 6a en 6b.

Artikel 6d

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 De projectmanagers Hanzelijn en Sloelijn kunnen hun mandaat en machtiging bij afwezigheid laten uitoefenen door een door hem schriftelijk als zodanig aangewezen plaatsvervanger.

  • 2 Van een ondermandaat als bedoeld in het eerste lid doet de betreffende projectmanager schriftelijk mededeling aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • 3 Het mandaat en het ondermandaat worden uitgeoefend met in achtneming van de instructie.

§ 3. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

De gemandateerden oefenen het hen bij dit besluit verleende mandaat en de hen bij dit besluit verleende machtiging uit met inachtneming van de als bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie en van de door de minister per geval gegeven instructies, en is tevens van toepassing op de personen aan wie op grond van dit besluit ondermandaat is verleend dan wel een machtiging is doorgegeven.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

  • 1 Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van de artikelen 2 tot en met 3 van dit besluit, dient te geschieden op briefpapier van ProRail met:

    • a. het briefhoofd ‘COÖRDINATOR VERGUNNINGEN HANZELIJN’, voor wat betreft het project Hanzelijn;

    • b. het briefhoofd ‘COÖRDINATOR VERGUNNINGEN SLOELIJN’, voor wat betreft het project Sloelijn;

  • 2 Een document als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, vastgesteld door de functionaris, genoemd in artikel 2 van dit besluit vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding ‘Manager Grondverwerving en Juridische Zaken’, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

  • 3 Een document als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, vastgesteld door de functionaris, bedoeld in artikel 3 van dit Besluit vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    namens deze,’,

    gevolgd door de functieaanduiding, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

  • 4 Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond artikel 4 van dit besluit, dient te geschieden op briefpapier van ProRail met het briefhoofd:

    • a. het briefhoofd ‘Hanzelijn’, voor wat betreft het project Hanzelijn;

    • b. het briefhoofd ‘Sloelijn’, voor wat betreft het project Sloelijn.

  • 5 Een document als bedoeld in het vierde lid van dit artikel, vastgesteld door de functionaris, genoemd in artikel 4 van dit besluit vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding ‘de projectmanager Hanzelijn’ dan wel ‘projectmanager Sloelijn’, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

  • 6 Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond artikel 5 van dit besluit, dient te geschieden op briefpapier van ProRail.

  • 7 Een document als bedoeld in het zesde lid van dit artikel, vastgesteld door de functionaris, genoemd in artikel 5 van dit besluit vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding ‘Directeur Projecten van ProRail B.V. B.V.’, de handtekening en de naam van de betrokken functionaris.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging projectuitvoering Hanzelijn en Sloelijn.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Bijlage

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

Algemene Instructie

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

§ 1. Mandaat en machtiging ter uitvoering van artikel 20, tweede tot en met vierde lid, en elfde lid, van de Tracéwet

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

1. Bij het Besluit mandaat en machtiging projectuitvoering Hanzelijn en Sloelijn worden aan de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken van ProRail, hierna te noemen de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken, de navolgende bevoegdheden en taken in mandaat en machtiging verleend:

  • 1. de bevordering van de gecoördineerde voorbereiding van besluiten. Daaronder wordt hier onder meer verstaan het inventariseren en analyseren van alle benodigde vergunningen, hun onderlinge samenhang en de benodigde afstemming daartussen, de clustering van vergunningen, het daartoe samenstellen, beleggen, voeren van (voor)overleg met de aanvrager en de betrokken bestuursorganen;

  • 2. het met het oog op de gecoördineerde voorbereiding van besluiten vorderen van de medewerking van de betrokken bestuursorganen. In geval die medewerking niet wordt verleend stelt de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken de minister tijdig daarvan op de hoogte;

  • 3. de toepassing van artikel 20, vierde lid, van de Tracéwet op de voorbereiding van de voor de uitvoering van de projecten Hanzelijn en Sloelijn benodigde besluiten. Onder deze activiteiten wordt onder meer begrepen: het in goed overleg met de betrokken bestuursorganen bepalen binnen welke termijn de ontwerpbesluiten door de betrokken bestuursorganen aan de minister moeten worden toegezonden, dan wel binnen welke termijn de besluiten door deze bestuursorganen moeten worden genomen, (het toezien op) de publicatie en verzending van de ontwerpbesluiten, de mededeling en de terinzagelegging daarvan, het houden van een gecombineerde hoorzitting, het maken van een verslag, en het houden van een bedenkingenoverleg;

  • 4. (het toezien op) de bekendmaking van de voor de uitvoering van de projecten Hanzelijn en Sloelijn benodigde besluiten.

2. In voorkomende gevallen informeert de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken de minister tijdig over het nemen van mogelijk beleids- en bestuurlijk-juridisch gevoelige beslissingen, en stelt hij de minister in de gelegenheid hem aanwijzingen te geven. Zonodig treedt de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken met de minister in overleg.

3. Het overleg, als bedoeld in onderdeel 2, vindt in ieder geval plaats in die gevallen, waarin de Manager Grondverwerving en Juridische Zaken geen overeenstemming heeft kunnen bereiken met het betrokken vergunningverlenend bestuursorgaan over de bepaling van de termijn, waarbinnen de ontwerpbesluiten door dat bestuursorgaan aan de minister moeten worden toegezonden, dan wel waarbinnen de besluiten door dat bestuursorgaan moeten worden genomen (artikel 20, vierde lid, onderdelen a en d, van de Tracéwet).

4. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken voert bij de uitoefening van zijn mandaat en machtiging een ordentelijke en voor de minister transparante administratie. Hij verschaft de minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het Besluit verleende mandaat en machtiging.

5. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken en de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen zijn niet rechtstreeks betrokken bij, noch verantwoordelijk voor het aanvragen van vergunningen door (functionarissen van andere dienstonderdelen van) ProRail, die nodig zijn voor de realisatie van de tracés Hanzelijn en Sloelijn.

6. De Manager Grondverwerving en Juridische Zaken en de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame functionarissen laten zich bij de uitoefening van hun mandaat en machtiging niet alleen leiden door het belang van de aanvrager van de vergunningen, maar wegen zorgvuldig dit belang af tegen de belangen van de betrokken bestuursorganen.

§ 2. Mandaat en machtiging voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding in het kader van de projecten Hanzelijn en Sloelijn

[Regeling vervallen per 12-05-2011]

1. Gemandateerde houdt een archief bij met ten minste afschriften van ieder besluit en verslagen van hoorzittingen.

2. Gemandateerde beslist niet op bezwaar dan nadat terzake advies is uitgebracht door een commissie, tenminste bestaande uit:

  • a. twee vertegenwoordigers van ProRail B.V., niet zijnde de projectmanager Hanzelijn dan wel de projectmanager Sloelijn, waarvan één tevens handelend als voorzitter;

  • b. twee vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat.

3. Gemandateerde stelt de minister onder opgave van redenen in kennis van het voornemen af te wijken van het advies van de commissie.

4. Gemandateerde verstrekt de minister desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van bezwaarschriften.

5. Gemandateerde neemt beslissingen van principiële aard dan wel met buitengewone consequenties of een grote precedentwerking niet dan nadat deze zijn voorgelegd aan de minister.

Naar boven