Besluit beoordelingskader individuele reïntegratieovereenkomst 2005

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-05-2005 t/m 31-12-2005

Besluit beoordelingskader individuele reïntegratieovereenkomst 2005

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 4.7 Regeling SUWI;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hanteert bij de uitvoering van de Individuele reïntegratieovereenkomst een beoordelingskader als weergegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het Besluit beoordelingskader individuele reïntegratieovereenkomst wordt ingetrokken.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2005.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beoordelingskader individuele reïntegratieovereenkomst 2005.

Dit besluit wordt met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 13 april 2005

de

voorzitter Raad van bestuur UWV

,

J.M. Linthorst

Bijlage Beoordelingskader Individuele Reïntegratieovereenkomst UWV 2005

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

A. Algemene voorwaarden

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Voor een Individuele Reïntegratieovereenkomst komt in aanmerking:

Die voor de reïntegratie op de arbeidsmarkt is aangewezen op de inzet van reïntegratie-instrumenten en daarvoor onder de verantwoordelijkheid valt van UWV. Als de cliënt deelneemt aan een door UWV gestart reïntegratietraject komt de cliënt niet voor een IRO in aanmerking.

B. Voorwaarden aan het reïntegratiebedrijf

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het reïntegratiebedrijf moet aan een aantal voorwaarden voldoen om een IRO te kunnen uitvoeren. Deze voorwaarden zijn vermeld in bijlage A van dit beoordelingskader.

Door het invullen van een zogenaamde verklaring kan het reïntegratiebedrijf aantonen dat het aan de voorwaarden voldoet. Een dergelijke verklaring hoeft een bedrijf maar éénmaal in te vullen. Bij nieuwe aanvragen voor een IRO hoeft het bedrijf niet opnieuw de eigen verklaring in te vullen. De eigen verklaring blijft gedurende één jaar geldig.

C. Het plaatsingsplan

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De cliënt dient, daarbij eventueel ondersteund door het reïntegratiebedrijf, een plaatsingsplan te maken. Het plaatsingsplan moet volledig zijn. In een plaatsingsplan mogen geen posten opgenomen worden die later ingevuld worden. Het plaatsingsplan moet de volgende informatie bevatten:

  • 1. Het opleidingsniveau van de cliënt en het sofi-nummer.

  • 2. Een beschrijving van de werkzaamheden die zullen worden verricht. De werkzaamheden moeten zijn gericht op het verkrijgen van duurzame betaalde arbeid. Als voor het opstellen van het plaatsingsplan voorafgaand een diagnostisch instrument nodig is, kan dit worden uitgevoerd en dient dit in het plaatsingsplan vermeld te worden.

  • 3. De verwachte begin en einddatum van de werkzaamheden. De duur van het totale reïntegratietraject mag nooit langer zijn dan twee jaar.

  • 4. De verwachte werkhervattingsdatum.

  • 5. De concrete beroepsactiviteiten die de cliënt kan verrichten na afloop van het reïntegratietraject.

  • 6. Een opgave van de kosten van de werkzaamheden. De kosten zijn inclusief de reiskosten van de cliënt op basis van € 0,12 per kilometer. Als er sprake is van een (medische) indicatie voor vervoer per auto, is de vergoeding € 0,29 per kilometer. De reiskosten worden door het reïntegratiebedrijf aan de cliënt vergoed.

Het plaatsingsplan moet door zowel het reïntegratiebedrijf als de cliënt worden ondertekend.

Het plaatsingsplan moet zijn ingediend binnen 35 kalenderdagen nadat de cliënt aan UWV heeft meegedeeld voor een Individuele Reïntegratieovereenkomst in aanmerking te willen komen. Indien de cliënt niet in staat is om binnen deze termijn een plaatsingsplan in te dienen, kan de cliënt om verlenging van de termijn verzoeken. De termijn van verlenging bedraagt maximaal 21 kalenderdagen. Als het plaatsingsplan te laat wordt ingediend, wordt de aanvraag om een IRO afgewezen.

D. Wijze van betaling

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

  • 1. Op grond van artikel 4.2 derde lid van het Besluit-Suwi dient UWV het maximale bedrag voor uitvoering van een Individuele Reïntegratieovereenkomst vast te stellen. Dit bedrag is door UWV vastgesteld op € 5.000 exclusief BTW.

  • 2. Indien wordt aangetoond dat een hoger bedrag noodzakelijk is om de cliënt te reïntegreren, kan de cliënt UWV verzoeken om een hoger bedrag beschikbaar te stellen voor uitvoering van de Individuele Reïntegratieovereenkomst. In het plaatsingsplan dient gemotiveerd te worden waarom een hoger bedrag noodzakelijk is en dat voor het goedkoopste adequate alternatief is gekozen.

  • 3. Op een IRO is resultaatfinanciering van toepassing. Dat betekent dat 50% van de kosten van een traject worden betaald op basis van inspanning en 50% op basis van resultaat. De 50% inspanningsvergoeding wordt op twee momenten betaald. De eerste vergoeding van 20% wordt betaald nadat de overeenkomst met het reïntegratiebedrijf is gesloten. De tweede vergoeding van 30% wordt betaald, zes maanden na goedkeuring van het plaatsingsplan. De resterende 50% van de kosten van de werkzaamheden worden door UWV vergoed indien de cliënt uiterlijk binnen drie maanden nadat de overeenkomst is geëindigd, is geplaatst.

  • 4. In afwijking van het vorige lid wordt 80% van de kosten van een traject betaald op basis van inspanning en 20% op basis van resultaat, als de cliënt op basis van het ‘protocol zeer moeilijk plaatsbaren’ als zeer moeilijk plaatsbaar is aangemerkt. De 80% inspannings-vergoeding wordt op twee momenten betaald. De eerste vergoeding van 20% wordt betaald nadat de overeenkomst met het reïntegratiebedrijf is gesloten. De tweede vergoeding van 60% wordt betaald, zes maanden na goedkeuring van het plaatsingsplan. De resterende 20% van de kosten van de werkzaamheden worden door UWV vergoed indien de cliënt uiterlijk binnen drie maanden nadat de overeenkomst is geëindigd, is geplaatst.

  • 5. Onder plaatsing wordt verstaan: iedere cliënt die is gestart met het verrichten van betaalde arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd voor tenminste zes maanden en – voor wat betreft arbeidsgehandicapten – tenminste de helft van het aantal uren per week dat de cliënt geacht wordt te kunnen werken en – voor wat betreft werklozen – er geen sprake meer is van een resterend WW-recht. De plaatsing wordt niet eerder geteld dan nadat door cliënt tenminste twee maanden betaalde arbeid is verricht. Deze termijn wordt verlengd met periode van onderbrekingen ten gevolge van ziekte. Onder betaalde arbeid wordt verstaan iedere vorm van arbeid als gevolg waarvan de cliënt inkomsten verwerft. In aanvulling op de plaatsingsdefinitie geldt voor de cliënt die een zelfstandig beroep uitoefent dat er sprake is van een plaatsing indien er door cliënt zelfstandige arbeid verricht is gedurende een aaneengesloten periode van minimaal zes maanden. Plaatsing in uitzendwerk wordt analoog aan de plaatsing als zelfstandige als een plaatsing beschouwd indien er gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 6 maanden arbeid is verricht.

E. De overeenkomst

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Als de cliënt voor een IRO in aanmerking komt, sluit UWV een overeenkomst met het reïntegratie-bedrijf. De cliënt moet de overeenkomst voor gezien ondertekenen. Naast het bepaalde in artikel 4.1 Besluit-Suwi wordt in de reïntegratieovereenkomst in ieder geval geregeld:

  • 1. Dat het reïntegratiebedrijf gegevens overlegt aan UWV op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de dienstbetrekking is aangegaan voor ten minste zes maanden of de cliënt arbeid heeft verricht en met die arbeid gedurende ten minste zes maanden inkomsten heeft verworven.

  • 2. Dat het reïntegratiebedrijf na 3, 6, 12 en 18 maanden na de start van het reïntegratie-traject bij UWV een rapportage indient waarin een beschrijving is opgenomen van de werkzaamheden die zijn verricht ten behoeve van de inschakeling in het arbeidsproces van de arbeidsgehandicapte of de werkloze. Bij het einde van het traject zonder dat een plaatsing is gerealiseerd moet een eindrapportage worden geleverd aan UWV. Voor deze eindrapportage kan het reïntegratiebedrijf € 100 factureren.

  • 3. In de voortgangsrapportage wordt een prognose voor de resterende periode van het traject beschreven en wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van het traject tot op dat moment en ten opzichte van de planning in het plaatsingsplan.

  • 4. De rapportages over de voortgang van het traject moeten door zowel het reïntegratie-bedrijf als de cliënt worden ondertekend.

  • 5. Dat de overeenkomst door beide partijen slechts wegens gewichtige redenen tussentijds door opzegging kan worden beëindigd.

Toelichting op het Beoordelingskader Individuele Reïntegratieovereenkomst UWV

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Algemene voorwaarden

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

In dit deel van het beoordelingskader is vermeld wie voor de IRO in aanmerking komt. Dit is de cliënt die:

  • Een ZW, WAO, Wajong, WW of WBIA uitkering ontvangt;

  • Verzekerd is voor de WAZ of een WAZ-uitkering ontvangt. Deze bepaling geldt tot 1 juli 2005;

  • Ingezetene is als bedoeld in artikel 3 Wajong en de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

  • De gewezen overheidswerknemer die recht heeft op een uitkering als bedoeld in de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen of een wachtgeld ontvangt;

De cliënt moet een afstand tot de arbeidsmarkt hebben en daardoor zijn aangewezen op ondersteuning door inzet van reïntegratie-instrumenten. De cliënt moet ook onder de reïntegratieverantwoordelijkheid vallen van UWV.

Als een cliënt door UWV bij een reïntegratiebedrijf is gemeld voor een regulier traject, kan de cliënt niet meer in aanmerking komen voor een IRO.

Voorwaarden aan het reïntegratiebedrijf

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Elk reïntegratiebedrijf dat een IRO voor een cliënt wil afsluiten moet aan een aantal voorwaarden voldoen. De voorwaarden bestaan enerzijds uit een aantal voorwaarden die zien betrekking hebben op de liquiditeit en solvabiliteit van het reïntegratiebedrijf. Anderzijds worden voorwaarden gesteld aan de kwaliteit van het bedrijf.

Door middel van het invullen en ondertekenen van twee verklaringen, verklaart het bedrijf dat zij voldoet aan de voorwaarden. De verklaringen moeten éénmaal worden ingevuld en blijft dan één jaar geldig. Het reïntegratiebedrijf hoeft bij een nieuwe aanvraag om een IRO niet opnieuw de verklaring in te vullen. Bij twijfel of ter controle kan UWV alle benodigde bewijsstukken opvragen om na te gaan of het bedrijf voldoet aan de gestelde voorwaarden.

Ook een bedrijf dat van oudsher geen reïntegratiebedrijf is, maar zich gaat richten op de inschakeling van mensen in het arbeidsproces kan in aanmerking komen voor de uitvoering van een IRO. Een voorbeeld is een scholingsinstituut, dat scholing aanbiedt als onderdeel van een reïntegratietraject.

Het plaatsingsplan

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het plaatsingsplan moet aan een aantal voorwaarden voldoen, zodat UWV het plaatsingsplan goed kan toetsen. Zo moet in het plaatsingsplan beschreven worden welke werkzaamheden worden verricht om de cliënt duurzaam in betaalde arbeid te laten hervatten.

Uitgangspunt is dat altijd een volledig plaatsingsplan wordt ingediend. Dit moet gebeuren op basis van een gedegen diagnose zodat de uitgangspositie van de cliënt helder in beeld is en ook de plaatsingsrichting. De weg naar werkhervatting moet op basis hiervan helder beschreven worden zonder dat er producten opgevoerd worden in het plaatsingsplan waarvan gezegd wordt dat die nog nader ingevuld worden.

Wijziging plaatsingsplan

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Nadat het reïntegratietraject is gestart kan het voorkomen dat geconstateerd wordt dat het plaatsingsplan gewijzigd moet worden. Als de wijziging niet leidt tot een verhoging van de kosten dient de wijziging in de kwartaalrapportage gemeld te worden. Als de wijziging wel tot een verhoging van de kosten leidt, dient een aanvullende aanvraag ingediend te worden. Wordt in afwijking van het plaatsingsplan alsnog scholing ingezet, dient dit ook gemeld te worden omdat dit gevolgen voor de uitkering kan hebben.

Assessment

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

Het kan gebeuren dat eerst een bepaalde vorm van assessment nodig is alvorens de cliënt het plaatsingsplan kan opstellen. Ook dit assessment kan door middel van de IRO worden vergoed. De cliënt kan het assessment ook bij een ander reïntegratiebedrijf laten uitvoeren. Dat reïntegratie-bedrijf dient dan als onderaannemer van het bedrijf dat het traject gaat uitvoeren op te treden. Het assessment dient in het plaatsingsplan te worden vermeld, zodat ook vergoeding van de kosten van het assessment mogelijk is. Als alleen een assessment wordt uitgevoerd en geen plaatsings-plan wordt opgesteld, worden de kosten van het assessment niet door UWV vergoed. Er is geen apart budget voor assessment.

Het kan zijn dat de cliënt alleen aan het traject kan deelnemen nadat bepaalde voorzieningen zijn getroffen. In dat geval dient gelijktijdig met de aanvraag om een IRO, ook een aanvraag om de voorziening te worden ingediend.

Voor WW-cliënten en AG-cliënten met een WW-uitkering geldt dat een scholing in principe niet langer mag duren dan één jaar. UWV kan in individuele gevallen een opleiding of scholing van een langere duur toestaan, doch de duur mag nooit langer zijn dan twee jaar.

De cliënt moet de aanvraag met het plaatsingsplan binnen 35 kalenderdagen indienen, nadat de cliënt aan UWV heeft meegedeeld dat hij voor een IRO in aanmerking wil komen. Als deze termijn te kort is om de aanvraag in te dienen, bijvoorbeeld omdat het opstellen van het plaatsingsplan meer tijd vergt, kan de cliënt een verzoek om verlenging indienen. De aanvraagtermijn kan met maximaal 21 kalenderdagen worden verlengd. Als direct al duidelijk is dat de aanvraagtermijn van 35 kalenderdagen te kort is, kan direct om verlenging worden verzocht.

De wijze van betalen

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De kosten van het individuele reïntegratietraject worden tot een bedrag van maximaal € 5.000 exclusief BTW vergoed. Als wordt aangetoond dat dit bedrag onvoldoende is om het werk te komen, kan de cliënt voor een hoger bedrag in aanmerking komen.

De betaling van de kosten aan het reïntegratiebedrijf vindt plaats op basis van zogenaamde resultaatfinanciering. Dit houdt in dat 50% van de kosten van het traject worden vergoed op basis van inspanning en 50% op basis van resultaat. Als de cliënt op basis van het protocol ‘zeer moeilijk plaatsbaren’ als zeer moeilijk plaatsbaar wordt aangemerkt geldt een resultaatfinanciering in de verhouding 80/20.

Bijlage A van Beoordelingskader Individuele Reïntegratieovereenkomst

[Regeling vervallen per 08-01-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2006]

De uitsluitingsgronden luiden

Van deelneming aan een IRO wordt uitgesloten ieder reïntegratiebedrijf:

  • 1. Dat in staat van faillissement of in vereffening verkeert of aan wie surseance van betaling is verleend, dan wel die zijn werkzaamheden heeft gestaakt of in enige andere soortgelijke toestand verkeert.

  • 2. Die een eigen verzoek strekkende tot verklaring in staat van faillissement, vereffening of tot verlening van surseance van betaling heeft ingediend bij de rechtbank.

  • 3. Die bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing is veroordeeld voor een strafbaar feit dat raakt aan de (beroeps)moraliteit van het reïntegratiebedrijf.

  • 4. Die in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep een bij UWV bekend geworden en door haar aannemelijk te maken ernstige fout van andere dan strafrechtelijke aard heeft gemaakt.

  • 5. Die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

  • 6. Die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale verzekeringsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

Als bewijs dat een reïntegratiebedrijf niet in één van de bovenstaande omstandigheden verkeert, wenst UWV van ieder reïntegratiebedrijf een zogenaamde eigen verklaring te ontvangen op grond waarvan kan worden vastgesteld dat (één van de) gronden voor uitsluiting niet op de het reïntegratiebedrijf van toepassing is. Met de eigen verklaring geeft het reïntegratiebedrijf aan in staat te zijn op verzoek bewijsstukken te overleggen.

De kwaliteitseisen zijn

Reïntegratiebedrijven dienen zonder voorbehoud te bevestigen dat zij aan alle eisen voldoen. De eisen onder punt 4 en 5 worden in de overeenkomst die met het reïntegratiebedrijf wordt gesloten vastgelegd.

  • 1. Het reïntegratiebedrijf fungeert als hoofdaannemer met alle bijbehorende verplichtingen;

  • 2. Het reïntegratiebedrijf staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 3. Aanbieder beschikt over een klachtenreglement, dan wel een transparante klachtenprocedure.

  • 4. Het reïntegratiebedrijf kan voldoen aan de verantwoording over de voortgang van het individuele traject op de vaste rapportagemomenten en de hieruit voortkomende acties.

  • 5. Het reïntegratiebedrijf kan voldoen aan de in de standaard overeenkomst vastgestelde factureringswijze.

Als bewijs dat een reïntegratiebedrijf aan de kwaliteitseisen voldoet wenst UWV van ieder reïntegratiebedrijf een zogenaamd informatieformulier te ontvangen, waarin het bedrijf bevestigt dat het aan de gestelde voorwaarden voldoet.

Naar boven