Inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het verrekenprijsbesluit van 21 augustus 2004, nr. IFZ2004/680M

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 07-04-2005 t/m heden

Inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het verrekenprijsbesluit van 21 augustus 2004, nr. IFZ2004/680M

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Paragraaf 7 van het besluit van 21 augustus 2004, nr. IFZ2004/680M (‘het besluit’), houdende een wijziging van het besluit Verrekenprijzen, toepassing van het arm’s-lengthbeginsel en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-richtlijnen) van 30 maart 2001, nr. IFZ2001/295M, luidt als volgt: ‘Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.’ De vraag is naar voren gekomen of dit besluit ook op per 15 augustus 2004 niet definitief vaststaande aanslagen kan worden toegepast.

Paragraaf 1 van het besluit ziet op concerndiensten en aandeelhoudersactiviteiten en omvat een lijst van activiteiten die als aandeelhoudersactiviteiten worden aangemerkt. Ik keur goed dat voor per 15 augustus 2004 niet definitief vaststaande aanslagen aansluiting kan worden gezocht bij de in deze paragraaf beschreven regeling.

Paragraaf 2 van het besluit omvat een regeling voor ‘ondersteunende’ diensten. Ik keur goed dat de regeling in paragraaf 2 van het besluit op per 15 augustus 2004 niet definitief vaststaande aanslagen wordt toegepast; dit kan echter niet leiden tot een in aanmerking te nemen vergoeding voor concerndiensten die lager is dan de vergoeding die daadwerkelijk in rekening is gebracht aan de betreffende groepsmaatschappijen. Conform par. 9 van het Besluit Voorschriften inzake het ambtshalve verlenen van verminderingen of teruggaven van 6 december 2001, nr. CPP2001/3435M, wordt op 15 augustus 2004 onherroepelijk vaststaande aanslagen niet teruggekomen. Voor situaties waarin sprake is van dubbele belasting, kan op grond van internationale regelingen ter voorkoming van dubbele belasting een verzoek bij de competente autoriteit worden ingediend.

De paragrafen 3, 4, 5 en 6 van het besluit omvatten de vastlegging van standpunten die door de Belastingdienst in voorkomende gevallen reeds worden ingenomen. Het besluit doet op geen enkele manier af aan de standpunten die de Belastingdienst in voorkomende gevallen heeft ingenomen dan wel kan innemen in situaties waarvoor per 15 augustus 2004 de aanslag nog niet definitief vaststaat. Dit laat de overgangsmaatregel van paragraaf 4 van het besluit onverlet.

Naar boven