Instellingsbesluit vertrekmoratorium voor een bepaalde categorie asielzoekers uit Somalië

[Regeling vervallen per 30-06-2005.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 20-02-2005 t/m 29-06-2005

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 11 februari 2005, tot het instellen van een vertrekmoratorium voor een bepaalde categorie van asielzoekers afkomstig uit Somalië

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op artikel 45, lid 4 van de Vreemdelingenwet 2000;

Overwegende:

– dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 december 2004 uitspraak heeft gedaan in een Somalische zaak waarin de Afdeling een interim measure van de President van het Europees Hof van 31 augustus 2004 nader beschouwt;

– dat de Afdeling overweegt dat ‘De ten aanzien van een lid van de Darod, subclan Majerteen, door de President op 31 augustus 2004 getroffen “interim measure” is volgens de tekst ervan ingegeven door onlangs beschikbaar gekomen informatie over de situatie van “internally displaced persons” in Puntland. Deze bewoordingen geven er geen blijk van dat de maatregel is getroffen met het oog op de specifieke situatie waarin het desbetreffende lid zich bevindt. Voorts is er geen grond om ervan uit te gaan dat de President zich er bij het treffen van de maatregel niet van bewust is geweest dat dit lid behoort tot een in Puntland gevestigde subclan. Het moet er derhalve voor worden gehouden dat de President thans ook een “interim measure” heeft getroffen ten aanzien van leden van (sub)clans die hun feitelijke vestigingsgebied hebben in het veilige deel van Somalië, doch zelf niet uit dat deel afkomstig zijn.’;

– dat er naar aanleiding van het oordeel van de Afdeling een vertrekmoratorium wordt ingesteld voor asielzoekers uit Somalië die niet afkomstig zijn uit Somaliland, Puntland of Zuid-Mudug (tezamen het verblijfsalternatief) en dat het vertrekmoratorium voorlopig duurt tot 1 juli 2005 in afwachting van verdere ontwikkelingen, met name in nationale en internationale jurisprudentie;

– dat het in juni 2004 ingestelde vertrekmoratorium voor asielzoekers uit Somalië behorende tot een minderheid en zonder banden in het noorden van Somalië kan worden ingetrokken, omdat de betrokken categorie ook onder de reikwijdte van het nieuwe vertrekmoratorium valt.

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 30-06-2005]

Er wordt een vertrekmoratorium ingesteld voor asielzoekers met de Somalische nationaliteit die niet afkomstig zijn uit Somaliland, Puntland of Zuid-Mudug (tezamen het verblijfsalternatief), onder gelijktijdige intrekking van het vertrekmoratorium dat in juni 2004 is ingesteld voor asielzoekers uit Somalië behorende tot een minderheid en zonder banden in het noorden van Somalië (TK 2003–2004, 19 637, nr. 822).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 30-06-2005]

De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor vreemdelingen zoals bedoeld in artikel 1, niet beëindigd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 30-06-2005]

In afwijking van artikel 4, tweede lid, onder b, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen (RVA 2005), geeft de indiening van een tweede of volgende asielaanvraag door de categorie van asielzoekers als bedoeld in artikel 1 recht op opvang.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 30-06-2005]

Artikel 1, 2 en 3 van dit besluit zijn niet van toepassing op vreemdelingen afkomstig uit Somalië op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel artikel 31, tweede lid, onder h, i, en k van de Vreemdelingenwet 2000 en het beleid hieromtrent zoals neergelegd in C1/6.4 Vreemdelingencirculaire 2000.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 30-06-2005]

Dit besluit treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en geldt tot 1 juli 2005.

De

Minister

voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Naar boven