Besluit kinderopvangtoeslag

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 06-09-2022

Besluit van 18 oktober 2004, houdende regels over de tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang (Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 augustus 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/54428, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op de artikelen 7, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 18, 34, 94, derde lid, 95, vierde lid, van de Wet kinderopvang;

De Raad van State gehoord (advies van 9 september 2004 no. W12.04.0408/IV;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 oktober 2004, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/KO/2004/64987, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet kinderopvang;

  • b. dagopvang: kinderopvang, verzorgd door een kindercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen;

  • c. maximum uurprijs: de maximaal voor kinderopvangtoeslag en voor tegemoetkomingen van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in aanmerking komende prijs per zestig minuten geboden kinderopvang;

  • d. kosten van kinderopvang: het aantal uren kinderopvang per kind, vermenigvuldigd met de voor die kinderopvang te betalen prijs, met inachtneming van het bedrag, bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, van de wet;

  • e. tegenwoordige arbeid: tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onder a of b, van de wet.

Artikel 1a

Indien buitenschoolse opvang wordt geboden aan kinderen die basisonderwijs volgen waarvan de dagelijkse schooltijd verschillend is:

  • a. kan voor het eindtijdstip van de buitenschoolse opvang die voor de dagelijkse schooltijd plaatsvindt, worden uitgegaan van de dagelijkse schooltijd van de kinderen van wie de basisschool als laatste begint;

  • b. kan voor het aanvangstijdstip van de buitenschoolse opvang die na schooltijd plaatsvindt, worden uitgegaan van de dagelijkse schooltijd van de kinderen van wie de basisschool als eerste eindigt.

Hoofdstuk 2. De kinderopvangtoeslag

Paragraaf 1. Algemene berekeningsfactoren

Artikel 2

De hoogte van de kinderopvangtoeslag wordt voor iedere kalendermaand afzonderlijk bepaald.

Artikel 3

  • 1 Indien meer dan één kind van een ouder gebruik maakt van kinderopvang, wordt voor de kinderopvangtoeslag onderscheid gemaakt tussen het eerste kind en de overige kinderen.

  • 2 Het kind met het hoogste aantal uren kinderopvang wordt voor de berekening van de hoogte van de kinderopvangtoeslag als eerste kind beschouwd.

  • 3 In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang, wordt het kind met de hoogste kosten van kinderopvang als eerste kind beschouwd.

  • 4 In het geval meer kinderen van een ouder een zelfde aantal uren gebruik maken van kinderopvang met gelijke kosten van kinderopvang, stelt de Belastingdienst/Toeslagen vast welk kind als eerste kind moet worden beschouwd.

Artikel 4

  • 1 De maximum uurprijs bedraagt voor:

    • a. dagopvang € 8,50;

    • b. buitenschoolse opvang € 7,31; en

    • c. gastouderopvang € 6,52.

  • 2 Indien de prijs per uur kinderopvang hoger ligt dan de maximum uurprijs wordt bij de bepaling van de hoogte van de kinderopvangtoeslag per kind in plaats van de prijs per uur kinderopvang de maximum uurprijs in aanmerking genomen.

Artikel 5

De maximum uurprijs, bedoeld in artikel 4, wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig:

  • a. 80% van de ontwikkeling van de loonvoet bedrijven en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in het voorafgaande jaar, is geraamd; en

  • b. het verschil tussen de ontwikkeling van 80% van de loonvoet bedrijven en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat jaar, was geraamd en de ontwikkeling van 80% van de loonvoet bedrijven en 20% van de consumentenprijsindex zoals deze voor het voorafgaande jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in dat voorafgaande jaar, nader is geraamd.

Artikel 5a

In afwijking van artikel 5 worden de bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, voor het berekeningsjaar 2022 geïndexeerd met 0,51%.

Artikel 6

Voor de berekening van de kinderopvangtoeslag is de verdeling van de toetsingsinkomens in inkomensgroepen in de bij dit besluit behorende bijlage I opgenomen.

Artikel 7

De bedragen van de toetsingsinkomens van de inkomensgroepen, bedoeld in artikel 6, worden aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen, zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in het Centraal Economisch Plan in het voorafgaande jaar, is geraamd, waarbij onder ontwikkeling van de contractlonen wordt verstaan: het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de gepremieerde sector en de gesubsidieerde sector, en bij de overheid, zoals dit door het Centraal Planbureau wordt bekendgemaakt.

Artikel 8

  • 1 De kinderopvangtoeslag wordt uitgedrukt in een percentage van de kosten van kinderopvang.

  • 2 De percentages, bedoeld in het eerste lid, worden vermeld in bijlage I.

  • 3 Indien het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 6, € 127.939, of meer bedraagt, ontvangt de ouder voor de kosten van de kinderopvang van het eerste kind, bedoeld in artikel 3, een kinderopvangtoeslag waarvan de hoogte 33,3 procent van die kosten betreft.

Artikel 8a

  • 1 Het aantal uren kinderopvang dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, bedraagt voor ieder kind niet meer dan:

    • a. 230 uren per kalendermaand;

    • b. per berekeningsjaar:

      • 1°. 140 procent van het aantal gewerkte uren, waarbij reistijd niet wordt aangemerkt als gewerkte uren, voor dagopvang en gastouderopvang aan een kind in de leeftijd, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, gezamenlijk;

      • 2°. 140 procent van het aantal gewerkte uren, waarbij reistijd niet wordt aangemerkt als gewerkte uren, voor buitenschoolse opvang en gastouderopvang aan een kind in de leeftijd waarop kinderen naar het basisonderwijs kunnen gaan, gezamenlijk;

      • 3°. de duur van een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling of scholing, een opleiding of een cursus als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdelen c tot en met j, van de wet uitgedrukt in kalendermaanden, vermenigvuldigd met 230 uren per kalendermaand.

  • 2 Voor het aantal uren dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt uitgegaan van het aantal uren van de ouder of partner die in dat berekeningsjaar het minste uren heeft gewerkt, gebruik heeft gemaakt van een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling of scholing, een opleiding of een cursus heeft gevolgd.

  • 3 Indien de ouder of partner op hetzelfde moment in een berekeningsjaar kan worden aangemerkt als ouder, bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdeel a of b, van de wet en als ouder, bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdeel g of j, van de wet wordt voor het eerste lid, onderdeel b, uitgegaan van het subonderdeel dat leidt tot het meeste aantal uren als bedoeld in het eerste lid.

  • 4 Bij de toepassing van het eerste lid wordt indien een ouder of zijn partner aanspraak op een kinderopvangtoeslag behoudt op grond van artikel 1.6, vijfde of zevende lid, van de wet, uitgegaan van het aantal uren dat een ouder of zijn partner voorafgaand aan de beëindiging van de arbeid als bedoeld in dat artikel verrichtte.

Artikel 8b

  • 2 Voor het aantal uren dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgegaan van het aantal maanden van de ouder of partner die in de berekeningsjaren 2020 of 2021 het minste aantal maanden heeft gewerkt, gebruik heeft gemaakt van een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling of scholing, een opleiding of een cursus heeft gevolgd.

  • 3 Bij de toepassing van het eerste lid, aanhef en onder a, en onder b, aanhef en onderdeel 1° wordt indien een ouder of zijn partner in de berekeningsjaren 2020 of 2021 aanspraak op kinderopvangtoeslag behoudt op grond van artikel 1.6, vijfde of zevende lid, van de wet, uitgegaan van het aantal uren kinderopvang dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking kwam voor de beëindiging van de arbeid.

Paragraaf 2. Specifieke berekeningsfactor bij kinderopvangtoeslag voor ouder zonder partner

[Vervallen per 01-01-2017]

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 22b

Voor de aanspraak op kinderopvangtoeslag in een berekeningsjaar dat voorafgaat aan het lopende jaar blijft dit besluit, zoals dat luidde op 31 december van dat berekeningsjaar, van toepassing.

Artikel 23

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad wordt geplaatst.

's-Gravenhage, 18 oktober 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ,

A. J. de Geus

De Minister van Financiën ,

G. Zalm

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , a.i.,

G. Zalm

Uitgegeven de negenentwintigste oktober 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Bijlage I. behorende bij artikel 6 van het Besluit kinderopvangtoeslag

Kinderopvangtoeslagtabel 2022

(gezamenlijk) toetsingsinkomen (€)

Tegemoetkoming Rijk als % van de kosten van kinderopvang

   

eerste kind

volgend kind

lager dan

20.584

96,0%

96,0%

20.585

21.955

96,0%

96,0%

21.956

23.324

96,0%

96,0%

23.325

24.696

96,0%

96,0%

24.697

26.066

96,0%

96,0%

26.067

27.437

95,5%

95,6%

27.438

28.807

94,4%

95,4%

28.808

30.174

93,4%

95,2%

30.175

31.648

92,5%

95,0%

31.649

33.120

91,9%

94,9%

33.121

34.596

90,9%

94,7%

34.597

36.068

90,4%

94,5%

36.069

37.546

89,5%

94,5%

37.547

39.019

88,7%

94,5%

39.020

40.528

88,1%

94,5%

40.529

42.039

87,3%

94,5%

42.040

43.550

86,6%

94,5%

43.551

45.061

85,9%

94,5%

45.062

46.575

85,0%

94,5%

46.576

48.086

84,5%

94,5%

48.087

49.596

83,7%

94,5%

49.597

51.108

83,0%

94,5%

51.109

52.759

82,1%

94,5%

52.760

55.998

80,6%

94,5%

55.999

59.235

79,8%

94,1%

59.236

62.474

78,7%

93,5%

62.475

65.714

76,4%

93,1%

65.715

68.951

74,1%

92,8%

68.952

72.192

71,9%

92,1%

72.193

75.430

69,4%

91,6%

75.431

78.669

67,1%

91,1%

78.670

81.909

64,9%

90,4%

81.910

85.146

62,5%

89,8%

85.147

88.388

60,3%

89,4%

88.389

91.626

57,8%

89,1%

91.627

94.863

55,5%

88,4%

94.864

98.102

53,3%

88,0%

98.103

101.405

50,9%

87,5%

101.406

104.723

48,8%

86,8%

104.724

108.039

46,7%

86,3%

108.040

111.356

44,6%

85,9%

111.357

114.671

42,4%

85,6%

114.672

117.989

40,5%

84,9%

117.990

121.307

38,6%

84,3%

121.308

124.625

36,7%

83,9%

124.626

127.938

34,7%

83,3%

127.939

131.255

33,3%

82,9%

131.256

134.574

33,3%

82,2%

134.575

137.889

33,3%

81,6%

137.890

141.206

33,3%

80,6%

141.207

144.522

33,3%

80,3%

144.523

147.840

33,3%

79,5%

147.841

151.160

33,3%

78,6%

151.161

154.474

33,3%

78,0%

154.475

157.791

33,3%

77,1%

157.792

161.106

33,3%

76,6%

161.107

164.425

33,3%

75,8%

164.426

167.743

33,3%

75,1%

167.744

171.059

33,3%

74,4%

171.060

174.376

33,3%

73,4%

174.377

177.689

33,3%

72,9%

177.690

181.009

33,3%

72,2%

181.010

184.324

33,3%

71,4%

184.325

187.642

33,3%

70,7%

187.643

190.960

33,3%

70,1%

190.961

194.275

33,3%

69,3%

194.276

197.593

33,3%

68,5%

197.594

200.908

33,3%

68,0%

200.909

en hoger

33,3%

67,1%

Bijlage II. , behorende artikel 6, tweede lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2007]

Bijlage IIa. , behorende artikel 6, tweede lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2007]

Bijlage IIb. , behorende artikel 6, tweede lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2007]

Bijlage IIc. , behorende artikel 6, tweede lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

[Vervallen per 01-01-2007]

Naar boven