Omzetbelasting, ondernemerschap; kookvereniging

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 12-08-2004 t/m 28-08-2006

Omzetbelasting, ondernemerschap; kookvereniging

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij zijn vragen voorgelegd over het ondernemerschap van een kookvereniging. De vragen en de antwoorden zijn hierna opgenomen.

Vraag 1

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

Een vereniging met verschillende afdelingen heeft ten doel: het beoefenen van de culinaire kunst. De vereniging tracht het doel te bereiken door het organiseren van bijeenkomsten waarin wordt gekookt in groepsverband. De vereniging stelt hiertoe ruimte (al dan niet van derden gehuurd), apparatuur en ingrediënten ter beschikking. De leden koken onder leiding van een chef en een souschef, aan de hand van door de vereniging opgestelde menu’s.

De leden van de kookvereniging betalen de vereniging jaarlijks contributie. Op de kookavonden wordt drank geserveerd. De leden betalen daarvoor een afzonderlijke vergoeding.

Het lidmaatschap van de vereniging staat in beginsel open voor iedereen, mits de overige leden zich akkoord verklaren.

Is de kookvereniging aan te merken als ondernemer voor de omzetbelasting?

Antwoord 1

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

Ja, de kookvereniging is ondernemer voor de omzetbelasting (artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968; hierna de Wet).

Een vereniging is ondernemer in de zin van de Wet als zij prestaties verricht in het economisch verkeer (art. 4, eerste en tweede lid, Zesde Richtlijn). Prestaties worden verricht in het economisch verkeer als zij niet binnen de eigen kring plaats vinden. Er is geen sprake van optreden in eigen kring als een ieder die aan de gestelde voorwaarden voldoet, lid van een vereniging kan worden (Hoge Raad, 21 juni 1995, nr. 30485, BNB 1995/277). Uit de feiten blijkt dat het lidmaatschap van de vereniging in beginsel voor iedereen openstaat. De prestaties van de kookvereniging zijn dan ook economische activiteiten en daarmee prestaties welke belanghebbende als ondernemer in de zin van de Wet verricht.

Vraag 2

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

Zo ja, is de gehele contributie onderworpen aan de heffing van omzetbelasting of moet er een onderscheid gemaakt worden tussen het verenigingsleven en het gelegenheid geven tot het beoefenen van de culinaire kunst?

Antwoord 2

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

Ja, de gehele contributie is onderworpen aan de heffing van omzetbelasting.

De door de leden van een vereniging betaalde contributie is aan de heffing van omzetbelasting onderworpen als er een rechtstreeks verband bestaat tussen de contributie en de door de vereniging aan de leden verrichte prestatie(s), (o.m. HvJEG, 8 maart 1988, C-102/86, Apple and Pear Development Council en HvJEG, 21 maart 2002, C-174/00, Kennemer Golf & Country Club). In het onderhavige geval is dat rechtstreekse verband aanwezig. De vereniging stelt immers ruimte, apparatuur, ingrediënten en professionele begeleiding aan haar leden ter beschikking. Voor dat dienstbetoon betalen de leden een vergoeding in de vorm van een contributie.

Antwoord 3

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

De contributies en de ontvangsten ter zake van de verstrekking van alcoholhoudende dranken zijn onderworpen aan de heffing van omzetbelasting naar het algemene tarief. Over de verstrekking van niet-alcoholhoudende dranken is omzetbelasting verschuldigd naar het verlaagde tarief.

De prestatie van de kookvereniging omvat, afgezien van het verstrekken van dranken, verschillende elementen en handelingen waarvan er niet één dermate overheerst dat de andere daaraan ondergeschikt moeten worden geacht of als bijkomstig ten opzichte van die ene handeling moeten worden beschouwd. Wanneer de verschillende elementen slechts een onderdeel van de prestatie vormen en geen van de elementen overheersend is, is sprake van één prestatie (HvJEG, 2 mei 1996, C-231/94, Faaborg-Gelting Linien A/S, ro 12 t/m 14). Voorts is van belang dat dienstverrichting waarbij economisch gesproken één dienst wordt verleend, niet kunstmatig uit elkaar wordt gehaald teneinde de functionaliteit van het BTW-stelsel niet aan te tasten (HvJEG, 25 februari 1999, nr. C-349/96, Card Protection Plan Ltd, ro 28/29). De vereniging is daarom over de ontvangen contributie omzetbelasting verschuldigd naar het algemene tarief.

De verstrekking van (alcoholische)drank maakt geen onderdeel uit van de beoefening van de culinaire kunst. Voor de genuttigde drank dient afzonderlijk te worden betaald. Deze omstandigheden leiden ertoe dat deze verstrekking wordt beschouwd als afzonderlijke prestatie.

Naar boven