Regeling aanwijzing ambtenaren van politie en functionarissen t.b.v. uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 09-04-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie van 3 juni 2004, nr. 5287706/504, houdende aanwijzing van ambtenaren van politie en functionarissen ten behoeve van uitreiking en betekening van gerechtelijke stukken

Artikel 1

Voor de uitvoering van opdrachten of werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 36d, eerste lid, 373, 391, 541, tweede lid, en 6:1:5 van het Wetboek van Strafvordering worden aangewezen:

  • a. ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder b, van de Politiewet 2012;

  • b. ambtenaren, werkzaam bij de gerechten en genoemd in artikel 14, tweede lid, en artikel 145, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

  • c. ambtenaren werkzaam bij het openbaar ministerie;

  • d. ambtenaren, werkzaam bij de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • e. ambtenaren, werkzaam bij de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • f. ambtenaren, werkzaam bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • g. ambtenaren, werkzaam bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), welke opsporingsbevoegdheid bezitten;

  • h. ambtenaren, werkzaam in een penitentiaire inrichting;

  • i. ambtenaren, werkzaam in een rijksinrichting, als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  • j. functionarissen, werkzaam in een particuliere jeugdinrichting, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  • k. functionarissen, werkzaam in een niet-justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • l. functionarissen, werkzaam in een rijksinrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • m. functionarissen werkzaam in een particuliere justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • n. functionarissen, die door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden worden belast met de invordering van geldboeten en administratieve sancties;

  • o. ambtenaren en functionarissen, werkzaam bij de interdepartementale post- en koeriersdienst;

  • p. ambtenaren van de Koninklijke marechaussee welke opsporingsbevoegdheid bezitten.

Dit besluit zal in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 3 juni 2004

De

Minister

van Justitie

J.P.H. Donner

Naar boven