Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren

[Regeling vervallen per 01-01-2019.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-02-2015 t/m 31-12-2018

Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet toezicht trustkantoren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren genoemde verbod wordt verleend aan trustkantoren, voorzover deze diensten verlenen aan doelvennootschappen die als beleggingsinstelling zijn ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren genoemde verbod wordt verleend aan natuurlijke personen, indien deze uitsluitend de dienst verlenen genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, van de Wet toezicht trustkantoren aan stichtingen die uitsluitend aandelen houden voor certificaathouders.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren genoemde verbod wordt verleend aan natuurlijke personen, indien deze uitsluitend de dienst verlenen genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 1°, van de Wet toezicht trustkantoren aan doelvennootschappen waaraan tevens een dienst als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 2°, aanhef en onder iii), van de Wet toezicht trustkantoren wordt verleend door een trustkantoor met een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren, indien laatstgenoemde dienst ten minste het voeren van de administratie van deze doelvennootschappen betreft.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 2 Aan de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a. de bemiddelaar beschikt over procedures gericht op het achterhalen van de intentie van de beoogde koper van de rechtspersoon met betrekking tot de onderneming die de rechtspersoon drijft en het schriftelijk vastleggen van die intentie;

    • b. de bemiddelaar leeft de procedures, bedoeld in onderdeel a, na;

    • c. de bemiddelaar draagt zorg voor schriftelijke vastlegging van de overeenkomst tot bemiddeling en de overeenkomst tot verkoop van de rechtspersoon;

    • d. de bemiddelaar bewaart de stukken, bedoeld in onderdelen a en c, gedurende ten minste vijf jaar en houdt deze op een voor de toezichthouder toegankelijke wijze beschikbaar.

Artikel 3b

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren genoemde verbod wordt verleend aan de hierna te noemen personen onder de hierna te noemen voorwaarden, indien deze uitsluitend de dienst verlenen genoemd in artikel 1, onderdeel d, onder 5°, van de Wet toezicht trustkantoren:

    • a. advocaten en personen die beroeps- of bedrijfsmatig werkzaamheden verrichten gericht op het incasseren van vorderingen, voor zover zij de bedoelde dienst verlenen door middel van een stichting die:

      • 1°. als enige activiteit heeft het tijdelijke beheer van gelden ten behoeve van de rechthebbenden of degenen die zullen blijken de rechthebbenden te zijn; en

      • 2°. uitsluitend werkzaam is voor personen die niet zelf gerechtigd zijn tot de gelden, hetgeen uit een schriftelijke overeenkomst tussen de stichting en de betrokken personen blijkt;

    • b. betaaldienstverleners die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in of vanuit Nederland het bedrijf van betaaldienstverlener mogen uitoefenen voor zover de bedoelde dienst betrekking heeft op gelden die zijn of worden ontvangen van betaaldienstgebruikers in verband met het verlenen van betaaldiensten;

    • c. bewindvoerders die:

  • 2 Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de begrippen ‘betaaldienstverlener’, ‘betaaldienstgebruiker’, ‘betaaldienst’ en ‘bewindvoerder’ verstaan: hetgeen daaronder in de Wet op het financieel toezicht wordt verstaan.

Artikel 3c

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Vrijstelling van het in artikel 2, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren genoemde verbod wordt verleend aan rechtspersonen, vennootschappen of natuurlijke personen die in hoofdzaak of uitsluitend diensten, genoemd in artikel 1, onderdeel d, van de Wet toezicht trustkantoren, verlenen aan verenigingen van eigenaars als bedoeld in Boek 5, titel 9, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling Wet toezicht trustkantoren.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Financiën

G. Zalm

Naar boven