Vaststellingsregeling selectielijst handelingen beleidsterrein Sociale Verzekeringen over de periode vanaf 1941

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-04-2004 t/m heden

Vaststelling selectielijst handelingen beleidsterrein Sociale Verzekeringen over de periode vanaf 1941

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 7 januari 2004, nr. arc-2003.6517/4);

Besluit:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 29 maart 2004

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
namens deze:
de

Algemene Rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

Selectielijst van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers voor het beleidsterrein sociale verzekeringen, vanaf 1940

1. Inleiding

Het PIVOT-rapport Verstrekkende Zekerheid. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein sociale zekerheid ten aanzien van de sociale verzekeringen, 1940–1997 vormt de grondslag voor deze selectielijst. Dit rapport institutioneel onderzoek (RIO) beschrijft de handelingen van de rijksoverheid op het deelterrein sociale verzekeringen van het beleidsterrein sociale zekerheid en geeft een overzicht van de actoren die zich op dit (deel)beleidsterrein bewegen. In het eerste deel van het institutioneel onderzoek sociale zekerheid werden reeds de handelingen en actoren opgenomen die het deelterrein sociale voorzieningen vormen. Het resultaat was het RIO Sociale Voorzieningen. Een institutioneel onderzoek op het beleidsterrein sociale zekerheid ten aanzien van de sociale voorzieningen, 1940–1996.

De selectielijst is de verantwoording van het bewaar- en vernietigingsbeleid van archiefbescheiden door de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers. In de selectielijst is aan iedere handeling een waardering gegeven voor bewaring of vernietiging van de bescheiden die betrekking hebben op die handeling.

De selectielijst bestaat uit:

  • een korte beschrijving van het beleidsterrein en de actor;

  • een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde selectiecriteria;

  • de lijst van gewaardeerde handelingen, voorafgegaan door een toelichting op de lijst.

2. Hoofdlijnen van het handelen van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers op het beleidsterrein sociale verzekeringen

Silicoseregeling oud-mijnwerkers

Silicose (stoflongen) is een ziekte waaraan een groot aantal oud-mijnwerkers lijden. Indertijd is deze ziekte niet als een beroepsziekte erkend, waardoor voor veel van de lijders aan de ziekte geen recht op een uitkering ontstond. Eind 1990 heeft het Provinciaal Bestuur van Limburg een stuurgroep silicose oud-mijnwerkers opgericht om de silicoseproblematiek te inventariseren. In 1994 is na een toezegging van premier Lubbers een regeling in het leven geroepen waarbij een eenmalige uitkering van ƒ 20.000,– wordt toegekend aan oud-mijnwerkers met silicose. De stuurgroep is omgevormd tot de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers. Op initiatief van Gedeputeerde Staten van Limburg is de uitvoering van de silicoseregeling door het ministerie van SZW aan de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers opgedragen. De uitkering wordt toegekend aan de hand van het Reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers van de stichting. Op grond van het reglement was de uiterste aanvraagdatum voor een uitkering 4 juli 1994. Na deze datum is genoemde stichting betrokken geweest bij de afhandeling van bezwaar en beroepszaken.

3. Actor

Een actor is een overheidsorgaan, een particuliere instelling of een persoon die een rol speelt op een beleidsterrein. In het kader van het institutioneel onderzoek zijn met name die actoren van belang die overheidsorgaan zijn en handelingen verrichten op het terrein van de sociale voorzieningen. In de selectielijst zijn alleen handelingen opgenomen van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers.

Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers 1993–2003

De Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers kent de uitkeringen toe aan oud-mijnwerkers die aan silicose lijden. De stichting is ontstaan uit een stuurgroep die door het provinciaal bestuur van Limburg was opgericht om de silicoseproblematiek te inventariseren. Het kabinet heeft gedeputeerde staten van Limburg financiële middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van het verstrekken van een eenmalige uitkering. Op initiatief van gedeputeerde staten van Limburg is de uitvoering van de silicoseregeling door het Ministerie van SZW aan deze stichting opgedragen. Op grond van het reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers was de uiterste aanvraagdatum voor een uitkering 4 juli 1994. Na genoemde datum is de stichting betrokken geweest bij de afhandeling van bezwaar- en beroepszaken. In 2003 wordt de stichting opgeheven.

4. Selectie

4.1 Doelstelling van de selectie

De selectie richt zich op de archiefbescheiden van overheidsorganen op rijks- en provinciaal niveau, die vallen onder de werking van de artikelen 1, 23, 27 en 41 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276). Het begrip overheidsorgaan wordt in artikel 1 van de Archiefwet 1995 gedefinieerd als:

  • a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, en

  • b. een ander persoon of college met openbaar gezag bekleed.

Het begrip archiefbescheiden betreft alle neerslag van de omschreven handelingen, of het nu papier of een machine-leesbaar gegevensbestand (MLG) betreft, of het zich nu in een archief, bibliotheek, op een afdeling automatisering of bij beleidsambtenaren bevindt.

De hoofddoelstelling van de selectie is een onderscheid te maken tussen enerzijds archiefbescheiden die in aanmerking komen voor bewaring en overbrenging naar het Algemeen Rijksarchief of een Rijksarchief in de provincie en anderzijds archiefbescheiden die (op termijn) voor vernietiging in aanmerking komen. De beslissing of neerslag van een handeling wel of niet voor bewaring in aanmerking komt, wordt genomen tegen de achtergrond van de selectie-doelstelling van de Rijksarchiefdienst/PIVOT, zoals de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur die bij de behandeling van de nieuwe archiefwet in de Tweede Kamer (13 april 1994) heeft gemeld en die luidt: ‘het mogelijk maken van de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen’. Door het Convent van Rijksarchivarissen is deze doelstelling vertaald als: ‘het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor de kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring’.

De handelingen van de verschillende organen (‘actoren’) worden geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectie-doelstelling. Bij de selectie is dus de vraag aan de orde welke gegevensbestanden, behorende bij welke handeling, berustende bij welke actor, bewaard dienen te worden ten einde het handelen van de rijks- en provinciale overheid met betrekking tot de sociale verzekeringen op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.

4.2 Selectiecriteria

Bij de selectie van handelingen is door PIVOT een aantal criteria onderscheiden dat op elk beleidsterrein of onderdeel van een terrein van toepassing is. Daarnaast is het mogelijk dat er specifieke criteria geformuleerd worden voor het desbetreffende beleidsterrein. De criteria, die in deze selectielijst zijn toegepast, worden in het navolgende schema weergegeven. Voor het beleidsterrein sociale verzekeringen is het formuleren van specifieke criteria niet nodig gebleken.

De selectiecriteria zijn positief geformuleerd, dat wil zeggen dat zij aangegeven van welke handelingen de neerslag na het verstrijken van de wettelijk overbrengingstermijn van 20 jaar naar een Rijksarchief dient te worden overgebracht. Handelingen die aan één van de criteria voldoen, zijn met een B (van bewaren) gewaardeerd met vermelding van het desbetreffende criterium. Handelingen die niet aan één van de criteria voldoen zijn met een V gewaardeerd, met vermelding van de minimale termijn, dat de archiefbescheiden door het orgaan, dat met de zorg ervoor belast is, bewaard moeten worden. De documentaire neerslag die uit deze handelingen voortvloeit is niet noodzakelijk voor de reconstructie van het overheidsbeleid op hoofdlijnen.

De V staat voor vernietigen; de neerslag van de met een V gewaardeerde handelingen kan na de voorgeschreven termijn vernietigd worden.

Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (Bewaren)

Algemeen selectiecriterium

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen.

Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen.

Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren.

Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen.

Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt.

Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten.

Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

4.3. Vaststelling BSD

In 2000 is het ontwerp-BSD door de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers aan de Staatssecretaris van OCW aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 4 augustus 2003 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers, het Ministerie van OCW en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 7 januari 2004 bracht de RvC advies uit (arc-2003.6517/4), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijziging van de ontwerp-selectielijst.

Daarop werd het BSD op 29 maart 2004 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers vastgesteld (C/S/04/714).

5. Selectielijst

De gegevensblokken van het RIO Sociale Verzekeringen zijn in de selectielijst overgenomen, ook de nummering van het RIO is in de lijst gehandhaafd. Het uitgangspunt is geweest dat er een directe relatie moet worden gehandhaafd tussen het RIO en de selectielijst. Aan het nummer of de periode is niet te zien of de handeling tegelijkertijd, voorafgaand of opvolgend ook door een andere actor is uitgevoerd. Hiervoor dient men het RIO te raadplegen.

In de gegevensblokken is het onderdeel ‘actor’ weggelaten; de naam van de actor is steeds terug te vinden in de kop van de pagina. De naam van de actor is dezelfde als die in het RIO, zie verder hoofdstuk 2 van het RIO. Bij de ‘grote’ actoren is de (sub)indeling (incl. paragraafnummer) van het RIO overgenomen om enige ordening in de handelingen aan te brengen.

Bij het product wordt steeds het eindproduct van een handeling genoemd, waarbij als bekend wordt verondersteld dat de neerslag van het gehele proces dat geleid heeft tot dat eindproduct bewaard dient te blijven of voor vernietiging in aanmerking komt. Ook in gevallen waarbij geen eindproduct tot stand is gekomen, wordt de neerslag van de voorbereiding daartoe tot de handeling gerekend en dient deze overeenkomstig deze lijst bewaard of vernietigd te worden.

Door middel van de plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ of ‘Vernietigen’ van de neerslag van die handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn, wordt het selectiecriterium uit het schema van §4.2 genoemd dat tot dat voorstel geleid heeft.

De in de lijst genoemde termijnen worden voor wat de zaaksgewijs geordende archiefbescheiden betreft, geacht in te gaan op de eerste dag na beëindiging van de zaak waartoe de bescheiden behoren. In het geval dat tegen een beslissing beroep wordt aangetekend, wordt de zaak geacht geëindigd te zijn op het moment dat de (hoger) beroepszaak is geëindigd.

Actor: Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers

967.

Handeling: Het vaststellen van het beleid inzake de toekenning van eenmalige uitkeringen aan oud-mijnwerkers met silicose.

Bron: –

Periode: 1994–2003

Product: o.m. uitkeringsreglement

Waardering: B 1

968.

Handeling: Het toekennen van eenmalige uitkeringen aan oud-mijnwerkers met silicose.

Grondslag: Uitkeringsreglement van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers

Periode: 1994–003

Product: beschikking

Waardering: B 6

969.

Handeling: Het behandelen van bezwaar- en beroepszaken inzake de eenmalige uitkeringen aan oud-mijnwerkers met silicose

Grondslag: Uitkeringsreglement van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers

Periode: 1994–

Product: bezwaar-/beroepsdossier

Waardering: B 6

970.

Handeling: Het uitbrengen van verslag aan de minister inzake de verstrekking van eenmalige uitkeringen aan oud-mijnwerkers met silicose

Periode: 1994–

Product: rapportage

Waardering: B 3

Naar boven