Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar 2001 - 2002 en 2002 - 2003

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 30-11-2002 t/m 30-12-2004

Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar 2001 - 2002 en 2002 - 2003

Paragraaf I. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. schoolsoortgroep 1:
2. schoolsoortgroep 2:

scholen voor vwo, havo en scholengemeenschappen vwo/havo;

3. schoolsoortgroep 3:

scholengemeenschappen (vwo/)havo/mavo, inclusief de afdeling leerwegondersteunend onderwijs;

4. schoolsoortgroep 4:

scholengemeenschappen (vwo/)havo/mavo/vbo, inclusief de afdelingen leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs.

Paragraaf II. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 2. Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 66.515,83

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 79.387,18

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 78.539,81

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 76.290,88

  • 2 De landelijke gemiddelde personeelslast voor de leraren wordt per school bepaald volgens de formule: cf x ggl +c.

    Daarbij is:

    cf: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde coëfficiënt.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 1.018,31

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.441,88

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 1.237,91

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 1.078,17

    ggl: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren als bedoeld in de publicatie van 27 februari 1998, VO/FB/1998/7449 (OCenW-Regelingen 1998, 7) en van 10 augustus 1998, VO/FB/1998/30920 (OCenW-Regelingen 1998, 18), en

    c: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde vaste voet.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 10.194,80

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.652,29

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 7.439,00

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 9.542,11

  • 3 Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 34.873,87, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 3. Aanvullende personele bekostiging vanaf 1 januari 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de WVO wordt verstrekt, zijn op de vaststelling van de bekostiging het tweede tot en met vierde lid van toepassing.

  • 2 Voor de directieformatie geldt de voor de school in artikel 2, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

  • 3 Voor de lerarenformatie bedraagt de gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 54.511,50

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 63.451,67

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 60.260,95

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 56.431,75

  • 4 Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 2, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

Paragraaf III. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 juli 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 4. Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 juli 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 67.649,42

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 80.740,15

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 79.878,32

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 77.591,07

  • 2 De landelijke gemiddelde personeelslast voor de leraren wordt per school bepaald volgens de formule: cf x ggl +c.

    Daarbij is:

    cf: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde coëfficiënt.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 1.035,63

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.466,41

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 1.258,98

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 1.096,50

    ggl: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren als bedoeld in de publicatie van 27 februari 1998, VO/FB/1998/7449 (OCenW-Regelingen 1998, 7) en van 10 augustus 1998, VO/FB/1998/30920 (OCenW-Regelingen 1998, 18), en

    c: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde vaste voet. Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 10.368,17

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.680,39

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 7.565,52

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 9.704,39

  • 3 Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 35.468,21, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 5. Aanvullende personele bekostiging vanaf 1 juli 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de WVO wordt verstrekt, zijn op de vaststelling van de bekostiging het tweede tot en

    met vierde lid van toepassing.

  • 2 Voor de directieformatie geldt de voor de school in artikel 4, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

  • 3 Voor de lerarenformatie bedraagt de gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 55.438,54

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 64.530,75

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 61.285,78

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 57.391,45

  • 4 Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 4, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

Paragraaf IV. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 augustus 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 6. Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 augustus 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 67.706,98

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 80.808,83

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 79.946,27

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 77.657,07

  • 2 De landelijke gemiddelde personeelslast voor de leraren wordt per school bepaald volgens de formule: cf x ggl +c.

    Daarbij is:

    cf: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde coëfficiënt.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 1.042,84

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.476,14

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 1.270,16

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 1.104,80

    ggl: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren als bedoeld in de publicatie van 27 februari 1998, VO/FB/1998/7449 (OCenW-Regelingen 1998, 7) en van 10 augustus 1998, VO/FB/1998/30920 (OCenW-Regelingen 1998, 18), en

    c: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde vaste voet. Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 10.440,41

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.691,55

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 7.632,80

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 9.777,78

  • 3 Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 35.498,38, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 7. Aanvullende personele bekostiging vanaf 1 augustus 2002

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de WVO wordt verstrekt, zijn op de vaststelling van de bekostiging het tweede tot en met vierde lid van toepassing.

  • 2 Voor de directieformatie geldt de voor de school in artikel 6, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

  • 3 Voor de lerarenformatie bedraagt de gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 55.793,68

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 64.944,12

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 61.678,36

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 57.759,10

  • 4 Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 6, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

Paragraaf V. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2003

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 8. Landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2003

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 67.630,78

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 80.717,89

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 79.856,30

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 77.569,68

  • 2 De landelijke gemiddelde personeelslast voor de leraren wordt per school bepaald volgens de formule: cf x ggl +c.

    Daarbij is:

    cf: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde coëfficiënt.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 1.041,67

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.474,48

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 1.268,73

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 1.103,56

    ggl: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren als bedoeld in de publicatie van 27 februari 1998, VO/FB/1998/7449 (OCenW-Regelingen 1998, 7) en van 10 augustus 1998, VO/FB/1998/30920 (OCenW-Regelingen 1998, 18), en c: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde vaste voet.

    Deze bedraagt voor:

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 10.428,66

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 1.689,64

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 7.624,21

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 9.766,78

  • 3 Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 35.458,43, ongeacht de schoolsoortgroep.

Artikel 9. Aanvullende personele bekostiging vanaf 1 januari 2003

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de WVO wordt verstrekt, zijn op de vaststelling van de bekostiging het tweede tot en met vierde lid van toepassing.

  • 2 Voor de directieformatie geldt de voor de school in artikel 6, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

  • 3 Voor de lerarenformatie bedraagt de gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor

    a. schoolsoortgroep 1:

    € 55.730,89

    b. schoolsoortgroep 2:

    € 64.871,01

    c. schoolsoortgroep 3:

    € 61.608,95

    d. schoolsoortgroep 4:

    € 57.694,10

  • 4 Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 6, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.

Paragraaf VI. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Artikel 10. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling zal met toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van Uitleg Gele katern waarin deze regeling is bekendgemaakt en werkt wat betreft de artikelen 2 en 3 terug tot en met 1 januari 2002, wat betreft de artikelen 4 en 5 tot en met 1 juli 2002 en wat betreft de artikelen 6 en 7 tot met met 1 augustus 2002.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven