BTW-heffing ten aanzien van optredens van (aankomende) circusartiesten en onderwijs in circustechnieken

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 26-09-2007

BTW-heffing ten aanzien van optredens van (aankomende) circusartiesten en onderwijs in circustechnieken

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Met ingang van 1 januari 2002 zijn de optredens van uitvoerende kunstenaars onder het verlaagde BTW-tarief gebracht (zie post b 17 van Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968). In verband hiermee is de BTW-tarieftoepassing bij de optredens van circusartiesten aan de orde gesteld. Aangezien optredens van circusartiesten als regel elementen bevatten uit de optredens van uitvoerende kunstenaars die onder tabelpost b 17 zijn gerangschikt (o.a. van toneel, muziek, pantomime, komiek, goochelarij), kan ik mij ermee verenigen dat optredens van circusartiesten onder tabelpost b 17 worden gerangschikt. Ik heb er geen bezwaar tegen dat optredens van aankomende circusartiesten ook onder het verlaagde tarief worden ingedeeld. Het gaat hier om optredens van personen die bij een circusschool worden opgeleid tot circusartiest en die met de optredens praktijkervaring opdoen en studiepunten verzamelen.

Vanaf 1 januari 2002 is het onderwijs in dans, drama en beeldende vorming aan personen jonger dan 21 jaar vrijgesteld van omzetbelasting (zie artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968).

De vraag is gesteld of onderwijs in circustechnieken aan personen jonger dan 21 jaar onder de onderhavige vrijstelling kan worden gerangschikt. Het gaat om lessen in circustechnieken zoals acrobatiek, jongleren, springen, trapeze, draadlopen, eenwielfietsen, clowntechnieken e.d. Naast een technisch gedeelte (circustechnieken) bestaat het onderwijs uit een artistiek gedeelte, waarbij wordt geleerd hoe een podiumact in elkaar wordt gezet en hoe een circusartiest zich presenteert.

In aanmerking nemende dat bij het onderwijs in circustechnieken elementen aan de orde komen die nauw samenhangen met dans, drama en beeldende vorming of daarvan zijn afgeleid, keur ik goed, dat het onderhavige onderwijs onder vorenbedoelde vrijstelling wordt gerangschikt, voorzover het onderwijs wordt verstrekt aan personen jonger dan 21 jaar. Voorzover het onderwijs wordt gegeven aan personen van 21 jaar en ouder, is het algemene BTW-tarief (thans 19%) van toepassing.

Naar boven