Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 06-11-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 3 juli 2002, houdende de vaststelling van de aan ondernemers die bloemkwekerijproducten naar Japan exporteren op te leggen heffing voor het jaar 2003 (Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2003)

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

gelet op de artikelen 14, 15 en 19 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998;

gehoord de sectorcommissie Bloemkwekerijproducten, d.d. 22 mei 2002;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen worden overgenomen de begripsbepalingen van de artikelen 2 en 3 van de Instellingsverordening Productschap Tuinbouw 1998.

  • 2 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a.

    productschap

    :

    het Productschap Tuinbouw;

    b.

    bestuur

    :

    het bestuur van het productschap;

    c.

    voorzitter

    :

    de voorzitter van het productschap;

    d.

    bloemkwekerijproducten

    :

    producten als omschreven in artikel 1, tweede lid, sub d, van de Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2003, en

    e.

    heffingsplichtige

    :

    degene die ingevolge deze heffingsverordening heffing is verschuldigd.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De exporteur van bloemkwekerijproducten is over de door hem naar Japan uitgevoerde bloemkwekerij producten aan het productschap een heffing verschuldigd.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, is aan het productschap verschuldigd over het jaar 2003, ten behoeve van de financiering van controles van bloemkwekerijproducten die naar Japan worden uitgevoerd.

  • 3 De heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

Artikel 3

  • 1 Ter uitvoering van artikel 2 doet de exporteur van bloemkwekerijproducten aangifte bij het productschap van de tijd gedurende welke de door hem naar Japan uitgevoerde hoeveelheden bloemkwekerij producten zijn gecontroleerd.

  • 2 De opgave als bedoeld in het vorige lid, wordt gedaan op een door het productschap te verstrekken aangifteformulier, met inachtneming van de daarop gestelde vragen en gegeven aanwijzingen.

  • 3 Wanneer de exporteur de Plantenziektekundige Dienst heeft gemachtigd de in het eerste lid bedoelde gegevens aan het productschap te verstrekken, hoeft de opgave als bedoeld in het tweede lid, niet te geschieden.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 4

  • 1 Het bedrag van de heffing wordt vastgesteld op basis van de tijd gedurende welke de uit te voeren bloemkwekerijproducten onderworpen zijn geweest aan een controle als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 De tijd weke is gemoeid met de controle wordt afgerond op de tijdseenheid van een kwartier. Per kwartier is een heffing van: € 45,= verschuldigd.

  • 3 De exporteur en de keurmeester ondertekenen allebei de verklaring waaruit blijkt gedurende hoeveel tijd de keurmeester één of meerdere partijen bloemkwekerijproducten heeft gekeurd, uitgedrukt in eenheden van een kwartier.

  • 4 Indien een exporteur één of meer verklaringen niet heeft ondertekend, is artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 5

Indien een heffingsplichtige gegevens die hem krachtens deze verordening of de Verordening PT algemene bepalingen, ten behoeve van de onderhavige verordening zijn gevraagd niet, niet tijdig of niet volledig verstrekt, wordt de heffing berekend over de dan te ramen omvang van de grondslag die op de heffingsplichtige ingevolge deze verordening van toepassing is, in welk geval de heffing wordt verhoogd met € 40,= in verband met administratiekosten.

Artikel 6

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het jaar waarover de heffing verschuldigd is en geschiedt door toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige van een heffingsnota.

  • 2 Iedere heffingsnota is gedagtekend en bevat ten minste:

    • a. naam en adres van de heffingsplichtige;

    • b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend, en

    • c. het totaal van de heffing.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan de heffingsplichtige een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 7

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens, of een raming als bedoeld in artikel 5, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 8

  • 1. Betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de heffingsnota.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is de nota terstond invorderbaar zodra:

    • a. het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. de heffingsplichtige het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daartoe blijkt, of

    • c. de heffingsplichtige zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 9

Aan de heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 bedoelde termijn heeft betaald, kunnen:

  • a. de daaruit voortvloeiende extra kosten van: € 22,50 in rekening worden gebracht, alsmede

  • b. de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning als bedoeld in artikel 127, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 10

De invorderingskosten voortvloeiend uit het niet betalen binnen de gestelde termijn als bedoeld in artikel 8 en 9, zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel 11

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 10.

Artikel 12

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap en mogen niet onder vermelding of aanduiding van de onderneming, waarop zij betrekking hebben, aan het bestuur, het dagelijks bestuur, een commissie van het productschap of aan leden of plaatsvervangende leden daarvan of aan derden worden overgelegd, tenzij de betreffende onderneming hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 13

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.

  • 2 Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening en de daarbij behorende toelichting wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2002 treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 14

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2003.

Deze verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie

Zoetermeer, 3 juli 2002

J. van der Veen

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 28 november 2002 en door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 29 juli 2002, nr. TRCJZ/2002/8024.

Naar boven