Besluit tijdelijke volmacht leden Raad voor de Rechtspraak en Gerechtsbesturen

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-09-2002 t/m 30-06-2004

Besluit tijdelijke volmacht leden Raad voor de Rechtspraak en Gerechtsbesturen

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 27, vierde lid, van de Comptabiliteitswet;

Besluit:

Artikel 1. (Definities)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

In dit besluit wordt verstaan onder:

a) de Minister:

de Minister van Justitie

b) de Raad:

de Raad voor de rechtspraak, bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;

c) de gerechten:

de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel 2. (Reikwijdte volmacht)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

De bevoegdheden verleend bij of krachtens dit besluit kunnen uitsluitend worden aangewend ter uitvoering van de taken van de Raad als genoemd in artikel 91 van de Wet op de rechterlijke organisatie en voor de gerechten als genoemd in artikel 23 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 3. (Volmacht Raad)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

De Minister verleent volmacht aan de leden van de Raad om namens de Staat de privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover die voortvloeien uit het door hem beheerde deel van het ge autoriseerde budget van het Ministerie van Justitie of het budget waarop de zogenaamde 4/12-regeling in de zin van artikel 18 van de Comptabiliteitswet van toepassing is, tenzij bij of krachtens de wet is bepaald dat een andere minister dan Onze Minister de rechtshandeling verricht.

Artikel 4. (Volmacht gerechten)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

De leden van de Raad zijn elk bevoegd tot het verlenen van volmacht aan de leden van het bestuur van een gerecht om namens de Staat de privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover die voortvloeien uit het door hem beheerde deel van het geautoriseerde budget van het Ministerie van Justitie of het budget waarop de zogenaamde 4/12-regeling in de zin van artikel 18 van de Comptabiliteitswet van toepassing is dat door de Raad ter beheer is doorverwezen naar het desbetreffende gerecht, tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald dat een andere minister dan Onze Minister de rechtshandeling verricht.

Artikel 5. (Inwerkingtreding en tijdelijke werking)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2002. Dit besluit zal worden ingetrokken na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in het kader van de Veegwet modernisering rechterlijke organisatie

Artikel 6. (Citeertitel)

[Regeling vervallen per 10-09-2004 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2004]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tijdelijke volmacht leden Raad voor de rechtspraak en gerechtsbesturen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

's-Gravenhage, 20 juni 2002

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals

Naar boven