Vaststelling Subsidieprogramma CO2-reductie goederenvervoer

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 16-05-2002 t/m 31-12-2008

Vaststelling Subsidieprogramma CO2-reductie goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2

Besluit:

Vast te stellen het navolgende Subsidieprogramma CO2-reductie goederenvervoer:

§ 1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het Subsidieprogramma CO2-reductie goederenvervoer, hierna genoemd het programma, is een CO2-programma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer (Staatscourant 2 november 2001, nr. 213), hierna genoemd de subsidieregeling. Doel van het programma is invulling geven aan de subsidiemogelijkheden voor CO2-reductieprojecten, die voldoen aan de doelstellingen van de subsidieregeling. Naast de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in het programma zijn de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in de subsidieregeling onverkort van toepassing. Het programma heeft een looptijd van 4 jaar (van 2002 tot en met 2005). De eerste tender wordt in 2002 opengesteld.

§ 2. Subsidiabele activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit subsidieprogramma staat open voor investeringsprojecten en kennisoverdrachtprojecten als bedoeld in artikel 1 van de subsidieregeling.

Ten aanzien van investeringsprojecten komen alle in Nederland gevestigde ondernemingen in de goederenvervoersectoren weg, spoor, binnen- en kustvaart, die investeringen plegen met betrekking tot alle op enig moment in Nederland opererende voertuigen of op enig moment in Nederlandse havens opererende vaartuigen, in aanmerking. Hierbij wordt rekening gehouden met de volgende definitie van kustvaart: de verplaatsing over zee van lading of passagiers tussen in het geografische Europa gelegen havens of tussen die havens en havens in niet-Europese landen waarvan de kustlijn langs de aan Europa grenzende binnenzeeën loopt.

Ten aanzien van kennisoverdrachtprojecten komen alle in Nederland gevestigde ondernemingen en andere organisaties in aanmerking. De kennisoverdrachtprojecten moeten zijn gericht op de goederenvervoersectoren.

Projecten of onderdelen daarvan die in aanmerking kunnen komen voor subsidie op grond van het Subsidieprogramma Het Nieuwe Rijden 2001/2002 zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van dit programma.

§ 3. Criteria voor de subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • a) Een investeringsproject voldoet aan de volgende criteria:

    • het project levert een CO2 -reductie van ten minste 1 kiloton op over de technische levensduur van de voorziening;

    • het project heeft een terugverdientijd van meer dan 3 jaar;

    • het project heeft een doorlooptijd van ten hoogste 2 jaar.

  • b) Een kennisoverdrachtproject voldoet aan de volgende criteria:

    • de gevraagde subsidiebijdrage bedraagt ten minste € 10.000,-;

    • het project heeft een doorlooptijd van ten hoogste 1 jaar.

  • c) Voor een project gelden voorts de volgende criteria:

    • de aanvrager is naar verwachting in staat om te voldoen aan de verplichting, bedoeld in paragraaf 8, van dit programma;

    • het resultaat van het project mag niet significant in strijd zijn met andere doelstellingen van het huidige beleid op het gebied van goederenvervoer en milieu;

    • voor intermodale en multimodale projecten geldt dat een verandering in vervoersmodaliteit moet worden aangetoond waarbij de bestaande en de nieuwe transportketen op voorhand bekend zijn.

§ 4. Verdeling van de gelden

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De beschikbare gelden worden verdeeld naar rangschikking van de subsidieaanvragen. Deze rangschikking geschiedt op grond van de criteria, genoemd in § 5, van dit programma. De rangschikking van investeringsprojecten en kennisoverdrachtprojecten geschiedt separaat.

§ 5. Rangschikking en beoordeling voor subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • a) De rangschikking van investeringsprojecten wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

    • de subsidie-effectiviteit, waarbij een project hoger gewaardeerd wordt naarmate het subsidie-effectiever is;

    • de innovativiteit, in die zin dat voor projecten met een innovatief karakter waarbij sprake is van een groot herhalingspotentieel een voordeel van maximaal 10% op de subsidie-effectiviteit kan worden toegekend.

  • b) De rangschikking van kennisoverdrachtprojecten wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:

    • de mate waarin een effect op de CO2-emissiereductie kan worden verwacht;

    • de mate waarin de doelgroep wordt bereikt;

    • de mate waarin de projectresultaten elders in de markt kunnen worden toegepast of door hun voorbeeldwerking kunnen bijdragen aan kennisverspreiding in de markt;

    • de technische haalbaarheid, in die zin dat voorzover er sprake is van een project met een zeker technisch gehalte het moet gaan om activiteiten op basis van een bewezen technologie;

    • de slaagkans van het project, dat wil zeggen de mate waarin de aanvrager in staat wordt geacht het projectvoorstel zowel organisatorisch als financieel uit te voeren.

  • c) Voor een investerings- of kennisoverdrachtsproject geldt voorts het volgende beoordelingscriterium:

    • het project mag niet leiden tot een significant verhoogde emissie van NOx, CO, VOS, PM of SOx noch tot een significant hoger geluidsniveau.

      De hiervoor genoemde criteria gelden als onderling gelijkwaardig.

§ 6. Indiening en beoordeling van een subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Aanvragen voor investeringsprojecten worden ingediend in de periode 15 mei 2002 tot en met 16 september 2002. Na afloop van de periode van indiening brengt een adviescommissie, als bedoeld in artikel 6 van de subsidieregeling, advies uit over de beoordeling en de rangschikking van de aanvragen. Binnen maximaal 16 weken na sluiting van de aanvraagperiode zal de minister op een aanvraag beschikken.

Aanvragen voor kennisoverdrachtprojecten worden ingediend in de periode 15 mei 2002 tot en met 16 september 2002. Na afloop van de periode van indiening brengt een adviescommissie als bedoeld in artikel 6 van de subsidieregeling, advies uit over beoordeling en rangschikking van de aanvragen. Binnen maximaal 16 weken na sluiting van de aanvraagperiode zal de minister op een aanvraag beschikken.

Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij het Projectbureau CO2-reductieplan door middel van een daar te verkrijgen aanvraagformulier.

Het postadres is:

Projectbureau CO2-reductieplan

Postbus 10073

8000 GB Zwolle

Het bezoekadres is:

Projectbureau CO2-reductieplan

Dokter van Deenweg 108

Zwolle

Telefoon: (038) 4553422/4553401

Fax: (038) 4540225

E-mail: pbco2@senter.nl

Website: http://www.co2-reductie.nl

§ 7. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Het subsidieplafond bedraagt € 2.700.000,- voor investeringsprojecten, en € 300.000,- voor kennisoverdrachtprojecten. Indien na rangschikking blijkt dat een van de hiervoor genoemde budgetten niet is uitgeput, dan zal het resterende bedrag worden toegevoegd aan het andere budget.

§ 8. Verplichtingen subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De subsidieontvanger zal gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar, ingaand na goedkeuring van het eindverslag als bedoeld in artikel 17 van de subsidieregeling informatie verstrekken met betrekking tot het resultaat van het project voor zover het de CO2-emissie betreft. Voor de wijze waarop dit zal gebeuren wordt door het Projectbureau CO2-reductieplan een opzet verstrekt.

§ 9. Uitgangspunten voor berekening

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Bij de berekening van de CO2-reductie, de subsidie-effectiviteit en de subsidiabele projectkosten gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij de berekening van de beperking van de CO2-emissie geldt als referentie de gangbare praktijk in de branche;

  • bij de berekening van de subsidie-effectiviteit wordt de annuïteitfactor gebaseerd op een disconto van 6% en is de technische levensduur van een voorziening ten hoogste 25 jaar;

  • bij de berekening van het subsidiabele deel van de projectkosten bij investeringsprojecten dient het voordeel van besparingen over de eerste drie jaar te worden verrekend. Deze besparingen moeten tegen een disconto van 6% contant zijn gemaakt.

§ 10. Forfaitaire kentallen

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Waar van toepassing gelden bij berekeningen voor diverse energiebronnen de volgende forfaitaire waarden voor energie-inhoud en CO2-emissiefactoren:

 

Energie-inhoud in MJ per eenheid (stookwaarde)

CO2-emissiefactor in kg per eenheid

Aardgas

32 per nm³

1,8 per nm³

LPG

24 per liter

1,6 per liter

Benzine

33 per liter

2,4 per liter

Dieselolie

36 per liter

2,6 per liter

Gasolie

43 per kg

3,1 per kg

Stookolie, alle gradaties

42 per kg

3,1 per kg

Elektriciteit

3,6 per kWh

0,37 per kWh

§ 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven