Wijzigingsbesluit Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten (formalisering [...] sector Rijk 2001-2002)

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-07-2002 t/m 31-12-2019

Besluit van 25 april 2002, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2001-2002

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 januari 2002, nr. AD2002/U52314, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op:

artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet,

artikel 1, tweede lid, van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen,

artikel 6 van de Wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 1993, 218) en

artikel 1, derde lid, van de Wet bezoldiging Nationale Ombudsman;

De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 2002, nr. W04020064/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 april 2002, nr. AD2002/U66579, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Algemeen Rijksambtenarenreglement.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Ambtenarenreglement Staten-Generaal.]

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.]

Artikel IV

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.]

Artikel V

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.]

Artikel VI

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.]

Artikel VII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.]

Artikel VIII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet bezoldiging Raad van State en Algemene Rekenkamer.]

Artikel IX

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet bezoldiging Nationale ombudsman.]

Artikel X

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.]

Artikel XI

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet bezoldiging Raad van State en Algemene Rekenkamer.]

Artikel XII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet bezoldiging Nationale ombudsman.]

Artikel XIII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.]

Artikel XIV

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet bezoldiging Raad van State en Algemene Rekenkamer.]

Artikel XV

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.]

Artikel XVI

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel.]

Artikel XVII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt de Regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel.]

Artikel XVIII

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

[Red: Wijzigt het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.]

Artikel XIX

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Het Besluit van 22 september 1977 (Stb. 527), houdende regeling van de vergoeding aan ambtenaren van kosten verbonden aan het gebruik van de privé-telefoonaansluiting voor dienstdoeleinden, wordt ingetrokken.

Artikel XX

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • . A

  • . C

    Voor de ambtenaar voor wie, indien de in artikel III, onderdeel I, bedoelde vervanging van de bijlage B niet zou hebben plaatsgevonden, met ingang van 1 oktober 2001 een salaris zou hebben gegolden behorende bij een salarisnummer omvattende de letter J van de voor hem geldende salarisschaal, wordt het salaris met ingang van 1 oktober 2001 vastgesteld op het salaris behorende bij salarisnummer 0 in de voor hem geldende salarisschaal.

  • . D

  • 1 De ambtenaar die op 1 december 2001 in dienst is op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, heeft recht op een eenmalige uitkering, tenzij het feitelijk genot van zijn bezoldiging is teruggebracht tot het bedrag van het op de ambtenaar te verhalen gedeelte van de pensioenpremie dan wel indien er geen aanspraak bestaat op bezoldiging.

  • 2 Voor de ambtenaar met een volledige arbeidsduur bedraagt de eenmalige uitkering f 1 000,00 (€ 453,78).

  • 3 Voor de ambtenaar met een onvolledige arbeidsduur wordt het bedrag van de eenmalige uitkering vastgesteld op een evenredig deel naar rato van de arbeidsduur op 1 december 2001.

  • 4 De eenmalige uitkering wordt gelijktijdig met het salaris over de maand december 2001 uitbetaald.

  • . E

  • . G

  • 1 De ambtenaar die op 1 juli 2002 in dienst is op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en die krachtens werktijdregeling regelmatig of vrij regelmatig arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 8 en 18 uur heeft recht op een eenmalige uitkering.

  • 2 De eenmalige uitkering bedraagt € 450, vermenigvuldigd met de voor de ambtenaar op 1 juli 2002 geldende arbeidsduurfactor.

  • 3 De eenmalige uitkering wordt gelijktijdig met het salaris over de maand juli 2002 uitbetaald.

Artikel XXI

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 april 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de zestiende mei 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven