Beschikking tot instelling van de Leerling- en Ouderkamer

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 24-11-2001 t/m 31-07-2022

Beschikking tot instelling van de Leerling- en Ouderkamer

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beschikking wordt verstaan onder:

bewindspersoon:

de minister of staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen; ouders: ouders, voogden of verzorgders;

primair onderwijs:

de onderwijssoorten als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra;

voortgezet onderwijs:

de onderwijssoorten als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2. Instelling Leerling- en Ouderkamer

  • 1 Er is een Leerling- en Ouderkamer waarin overleg wordt gevoerd tussen de bewindspersoon en vertegenwoordigers van organisaties voor leerlingen en de ouders van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs.

  • 2 Het overleg wordt gevoerd over de hoofdlijnen van beleid die mede van invloed kunnen zijn op de positie van leerlingen en/of hun ouders in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs.

Artikel 3. Samenstelling Leerling- en Ouderkamer

Het overleg wordt in ieder geval gevoerd met een vaste vertegenwoordiger van de hierna genoemde organisaties:

  • -

    Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS);

  • -

    Landelijke Oudervereniging Bijzonder Onderwijs op algemene grondslag (LOBO);

  • -

    Nederlandse Katholieke Oudervereniging (NKO);

  • -

    Vereniging voor Ouders, Christelijk Onderwijs en Opvoeding (Ouders & COO);

  • -

    Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO).

In beginsel geldt dat van het LAKS twee vertegenwoordigers aan het overleg deelnemen en dat van de ouderorganisaties per instelling één vertegenwoordiger deelneemt. Het is mogelijk een plaatsvervanger aan het overleg te laten deelnemen.

Artikel 4. Voorzitter en secretariaat Leerling- en Ouderkamer

  • 1 De bewindspersoon of een gemandateerde ambtenaar van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is voorzitter van de Leerling- en Ouderkamer.

  • 2 De bewindspersoon draagt zorg voor een ambtelijk secretariaat.

Artikel 5. Werkwijze Leerling- en Ouderkamer

  • 1 De agenda voor het overleg wordt vastgesteld in overleg tussen bewindspersoon en de deelnemers aan de Leerling- en Ouderkamer. Voor het vaststellen van de agenda is de gemeenschappelijke beleidsagenda richtinggevend.

  • 2 Het overleg wordt voorlopig vijf tot zes maal per schooljaar gevoerd, bij voorkeur met een redelijke spreiding over die periode.

Artikel 6. Bekendmaking

Deze beschikking wordt geplaatst in het blad Uitleg van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de derde dag na datum van uitgifte van Uitleg waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot 1 augustus 2001.

Artikel 8. Citeertitel

Deze beschikking wordt aangeduid als: Beschikking tot instelling van de Leerling- en Ouderkamer.

De

staatssecretaris van

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

(drs. K.Y.I.J. Adelmund)

Naar boven