Mandaatbesluit artikelen 82, 83, 90b en 90c Wet toezicht kredietwezen 1992

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 14-10-2001 t/m 14-09-2004

Mandaatbesluit artikelen 82, 83, 90b en 90c Wet toezicht kredietwezen 1992

De Minister van Financiën;

Gelet op artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht;

Gezien artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht en de schriftelijke instemming van De Nederlandsche Bank NV van 10 september 2001, kenmerk Tz-Bbwc/2001/02932/zij,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

In dit besluit wordt verstaan onder:

de Minister:

de Minister van Financiën;

de Bank:

De Nederlandsche Bank NV.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

De Bank oefent in naam van de Minister de volgende bevoegdheden uit:

  • 1. het verlenen van ontheffingen ingevolge de artikelen 82, derde lid, en 83, derde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;

  • 2. het stellen van beperkingen en het verbinden van voorschriften als bedoeld in artikel 82, vierde lid, respectievelijk artikel 83, vierde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 aan ontheffingen verleend ingevolge artikel 82, derde lid, en artikel 83, derde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;

  • 3. het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 90b, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 ter zake van overtreding van artikel 82, eerste lid en artikel 83, eerste lid, dan wel ter zake van overtreding van de voorschriften, gesteld krachtens artikel 82, vierde lid, en artikel 83, vierde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;

  • 4. het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 90c, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992 ter zake van overtreding van artikel 82, eerste lid en artikel 83, eerste lid, dan wel ter zake van overtreding van de voorschriften, gesteld krachtens artikel 82, vierde lid, en artikel 83, vierde lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;

  • 5. de bevoegdheden, bedoeld in Hoofdstuk XIIIB van de Wet toezicht kredietwezen 1992, die noodzakelijk zijn met betrekking tot het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete ter zake van overtreding van artikel 82, eerste lid, en artikel 83, eerste lid, dan wel ter zake van overtreding van voorschriften, gesteld krachtens artikel 82, vierde lid, en artikel 83, vierde lid, Wet toezicht kredietwezen 1992.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

Aan de Bank wordt mandaat verleend om namens de Minister beleidsregels vast te stellen ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 2 van dit besluit. Beleidsregels worden vastgesteld na overleg met de Minister.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

Een document dat is opgesteld door de Bank en waarin is vastgelegd een besluit of handeling genomen respectievelijk verricht op grond van dit besluit, vermeldt aan het slot:

`De Minister van Financiën,

namens deze,

De Nederlandsche Bank NV'

Artikel 5

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

Een jaar na inwerkingtreding van dit besluit wordt de uitvoering van dit besluit geëvalueerd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 14-01-2005 met terugwerkende kracht tot en met 15-09-2004]

Dit besluit wordt aangehaald als `Mandaatbesluit artikelen 82, 83, 90b en 90c van de Wet toezicht kredietwezen 1992'.

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm

Naar boven