Beschikking wind- en stormwaarschuwingsdienst

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2019 t/m heden

Wijzigingsvoorstel op ministeriële beschikking nr. 801, van 14 april 1972

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op het in 1960 in Londen mede door de Nederlandse Regering ondertekende Internationale Verdrag voor de Beveiliging van Mensenlevens op Zee, Hoofdstuk 5 bepaling 4 (meteorologische dienstverlening), en gezien het rapport van overleg dat terzake heeft plaats gehad tussen met name de vertegenwoordigers van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, de Hoofddirectie van Rijkswaterstaat en het Ministerie van Defensie in het Interdepartementaal Directeurenoverleg Noordzee van 13 juni 2001;

Besluiten:

Artikel 1

De wind- en stormwaarschuwingsdienst voor de scheepvaart op de Noordzee, in de Nederlandse kustwateren en aangrenzende ruime binnenwateren heeft tot doel wind- en stormwaarschuwingen voor deze gebieden tijdig aan belanghebbende bekend te maken.

Artikel 2

Het opstellen en uitgeven van wind- en stormwaarschuwingen is opgedragen aan het K.N.M.I. zoals is vastgelegd in de wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

De aard van de waarschuwingen en de indeling van de waarschuwingsgebieden worden in het IDON-overleg vastgesteld.

Artikel 3

De waarschuwingen worden bekend gemaakt door middel van

  • a. radiocommunicatiemiddelen;

  • b. visuele seinen;

  • c. andere daartoe geëigende communicatiemiddelen.

    De redactie van de bekendmakingen die via woord, geschrift of beeld worden verspreid, wordt vastgesteld door het K.N.M.I., zulks in overleg met de betrokken instanties.

Artikel 4

De bekendmaking van de waarschuwingen via radiocommunicatiemiddelen is opgedragen aan de directeur Kustwacht, bedoeld in artikel 14 van de Regeling organisatie Kustwacht Nederland. Daarnaast worden de bekendmakingen van de waarschuwingen door het K.N.M.I. zo breed mogelijk bekend gesteld.

Artikel 5

Voor het tonen van de visuele seinen wordt het internationale systeem gevolgd, aanbevolen door de Wereld Meteorologische Organisatie.

Het in stand houden van stations, waar seingevers zijn belast met het tonen van visuele seinen, is opgedragen aan de beheerders van deze stations. Het K.N.M.I is verantwoordelijk voor een tijdige verzending aan deze stations van berichten noodzakelijk voor het tonen, wijzigen of uitschakelen van visuele seinen.

Ten aanzien van de meteorologische dienstverlening aan zeevarenden:

Artikel 6

Op grond van het door de Nederlandse Staat ondertekende Internationale Verdrag voor de Beveiliging van Mensenlevens op Zee heeft de Nederlandse overheid zich verplicht zorg te dragen voor de dagelijkse uitgifte van weerbulletins gericht op de scheepvaart op de Noordzee en in de Nederlandse kustwateren met de aangrenzende ruime binnenwateren.

Artikel 7

Het opstellen en uitgeven van de weerbulletins genoemd in artikel 6 is opgedragen aan het K.N.M.I. en als zodanig vastgelegd krachtens de wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.

Artikel 8

De berichten worden bekend gemaakt door middel van

  • a. radiocommunicatiemiddelen;

  • b. andere daartoe geëigende communicatiemiddelen.

    De redactie van de weerbulletins die via woord, geschrift of beeld worden verspreid, wordt vastgesteld door het K.N.M.I., zulks in overleg met betrokken instanties.

Artikel 9

De bekendmaking van de weerbulletins via radiocommunicatiemiddelen is opgedragen aan de directeur Kustwacht, bedoeld in artikel 14 van de Regeling organisatie Kustwacht Nederland.

Een zo breed mogelijke bekendmaking van de weerbulletins wordt door het K.N.M.I. nagestreefd.

Artikel 10

In de door de Chef der Hydrografie uitgegeven `The Netherlands Coast Pilots' is een beschrijving opgenomen van:

  • a. de wind- en stormwaarschuwingsdienst waarin de onder artikel 1 en 2 genoemde begrippen en gebieden zijn omschreven;

  • b. de in artikel 3, 4 en 5 genoemde bekendmakingen, alsmede de wijzen waarop deze worden uitgevoerd;

  • c. de in artikel 6 en 7 genoemde weerbulletins waarin de genoemde begrippen en gebieden zijn omschreven;

  • d. de in artikel 8 en 9 genoemde bekendmakingen, alsmede de wijzen waarop deze worden uitgevoerd.

    Wijzigingen in genoemde beschrijvingen kunnen ingevoerd worden na overleg met betrokken instanties binnen het IDON-overleg. De wijzigingen worden bekend gemaakt in de `Berichten aan Zeevarenden' van de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine.

Artikel 11

De directeuren of gelijkwaardige functionarissen van de in de aanhef genoemde diensten en instanties stellen, ieder voor hun dienst, nadere voorschriften vast ter uitvoering van het in het voorgaande artikel bepaalde.

Artikel 12

De beschikking kan worden aangehaald als ‘Beschikking wind- en stormwaarschuwingsdienst’.

Artikel 13

Deze beschikking treedt in de plaats van de beschikking van de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Defensie van 14 april 1972, nr. 801.

Artikel 14

Deze beschikking treedt in werking met ingang van heden en zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat,

J.M. de Vries

De

Staatssecretaris

van Defensie,
Naar boven