Tijdelijke regeling bestrijding ziekteverzuim en beperken instroom WAO sector Politie

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 14-10-2001 t/m 30-12-2004

Tijdelijke regeling houdende de vaststelling van een subsidieregeling ter intensivering van de bestrijding van het ziekteverzuim en de beperking van de instroom in de WAO bij de regionale politiekorpsen, het Korps landelijke politiediensten, het LSOP en ITO

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 7, tweede en derde lid, van de Wet overige BiZa-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. Begeleidingscommissie Brink:

de begeleidingscommissie, bedoeld in artikel 4;

c. uitvoeringsorganisatie:

het secretariaat van de Begeleidingscommissie Brink.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De minister kan voor de periode tot en met 2003 aan een regionaal politiekorps, het Korps landelijke politiediensten, het LSOP of ITO subsidie verstrekken voor projecten gericht op preventie van ziekteverzuim, verzuimbeheer en reïntegratie van arbeidsongeschikten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De subsidieaanvraag wordt door of namens de korpsbeheerder van een regionaal politiekorps, de korpsbeheerder van het Korps landelijke politiediensten, de voorzitter van het college van bestuur van het LSOP onderscheidenlijk de directeur van ITO ingediend. De aanvraag wordt uiterlijk op 17 september 2001 schriftelijk ingediend bij de minister.

  • 2 De aanvraag bestaat uit een projectvoorstel met een begroting en een plan van aanpak.

  • 3 Het projectvoorstel bevat in ieder geval:

    • a. het doel van het project;

    • b. een analyse van het verzuim;

    • c. de startdatum, de duur en de einddatum van het project;

    • d. de in te zetten personele, materiële en financiële middelen;

    • e. de eventuele samenwerking met andere politiekorpsen en derden;

    • f. de te verwachten resultaten van een deelnemend politiekorps of deelnemende politiekorpsen en derden;

    • g. een kostenraming waarin co-financieringspercentages van de aanvrager zelf en van alle andere deelnemende politiekorpsen danwel derden zijn opgenomen;

    • h. de momenten waarop wordt geëvalueerd;

    • i. de wijze waarop de ontvangen bijdrage jaarlijks wordt ingezet ten behoeve van het project;

    • j. de gevraagde financiële bijdrage per jaar van de minister en de motivering ervan.

  • 4 Het plan van aanpak bevat in ieder geval:

    • a. de wijze waarop het doel wordt gerealiseerd;

    • b. de te verwachten concrete en meetbare resultaten;

    • c. de organisatorische ophanging van het project tijdens de looptijd en de structurele inbedding in de organisatie na beëindiging van het project;

    • d. de wijze van communiceren over de voortgang en de resultaten van het project met anderen;

    • e. de wijze waarop het project wordt geëvalueerd;

    • f. een gespecificeerde kostenraming, gebaseerd op de voorgenomen activiteiten en de inzet van eigen en andere middelen;

    • g. de inspanningen van de aanvrager en, indien daarvan gebruik wordt gemaakt, de relatie met de inspanningen van andere politiekorpsen en mogelijke derden in het project.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Er is een begeleidingscommissie die tot taak heeft de minister ten behoeve van de beslissing op de aanvragen te adviseren.

  • 2 De begeleidingscommissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en ten hoogste zes andere leden.

  • 3 Het secretariaat van de begeleidingscommissie wordt verzorgd door de uitvoeringsorganisatie van de begeleidingscommissie.

  • 4 De begeleidingscommissie stelt haar eigen werkwijze en de werkwijze van haar secretariaat vast.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De minister beslist op alle aanvragen die voor 18 september 2001 zijn ingediend, binnen tien weken na deze datum.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Voor de uitvoering van deze regeling geldt een subsidieplafond van f 6.900.000,-, (€ 3.131.083,49).

  • 2 De minister kent de subsidie toe aan de hand van de rangschikking van de aanvragen en bepaling van de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag door de Begeleidingscommissie Brink.

  • 3 Bij de rangschikking en de bepaling van de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag, bedoeld in het tweede lid, neemt de Begeleidingscommissie Brink in ieder geval in aanmerking:

    • a. de vervulling van de doelstelling van de regeling, genoemd in artikel 2;

    • b. de mate waarin het projectvoorstel toepasbaar is bij de Nederlandse politie als geheel;

    • c. de mogelijkheid het project ook op lange termijn structureel in te bedden in het normale bedrijfsproces;

    • d. de verhouding tussen de kosten en de te verwachten financiële opbrengst van het project.

  • 4 In het geval van gelijke rangschikking is de volgorde van ontvangst van de aanvraag beslissend.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De subsidie wordt toegekend onder de volgende voorwaarden:

  • a. de minister, de uitvoeringsorganisatie en de andere instanties, bedoeld in artikel 3, eerste lid, dan de ontvanger krijgen de beschikking over de kennis en ervaring die in het desbetreffende project zijn opgedaan, alsmede van de mogelijke concrete resultaten uit het project;

  • b. zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de minister zal geen commercieel gebruik gemaakt worden van de met behulp van een subsidie ontwikkelde resultaten;

  • c. op mogelijke producten wordt vermeld dat realisatie mogelijk of gedeeltelijk mogelijk gemaakt is door middel van een subsidie van de directie Politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • e. de kennis, de ervaringen en de resultaten van het desbetreffende project zijn openbaar en worden zo mogelijk gepubliceerd in het Algemeen Politieblad, danwel andere media.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De ontvangst en besteding van de subsidie worden op zichtbare wijze in de jaarrekening van de desbetreffende ontvanger opgenomen. Hierbij zullen de projectactiviteiten worden gespecificeerd naar hoofdkostensoorten op basis van het geaccordeerde projectvoorstel. Het Besluit financiën regionale politiekorpsen is op deze verantwoording van overeenkomstige toepassing.

  • 2 In het jaarverslag van de ontvanger wordt jaarlijks de beleidsinhoudelijke verantwoording opgenomen. Deze rapportage bevat in ieder geval de voortgang van het project met betrekking tot de beoogde doelstellingen, de bereikte resultaten en de planning getoetst aan het geaccordeerde projectvoorstel en het plan van aanpak.

  • 3 Na instemming met de jaarrekening en beoordeling van het jaarverslag vindt jaarlijks vaststelling van de op dat jaar betrekking hebbende subsidie door de minister plaats. Deze vaststelling vindt niet plaats dan nadat de Begeleidingscommissie Brink in de gelegenheid is gesteld haar zienswijze hierover kenbaar te maken.

  • 4 Onverminderd het eerste lid, vindt daarnaast per kwartaal verantwoording van het project aan de uitvoeringsorganisatie plaats.

  • 5 In de kwartaalverantwoording aan de uitvoeringsorganisatie wordt opgenomen de algemene stand van zaken waaronder de beoogde doelstellingen, de bereikte resultaten, de mogelijke knelpunten en de te ondernemen vervolgstappen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2004.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling bestrijding ziekteverzuim en beperken instroom in WAO sector Politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i.,

W. Kok

Naar boven