Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 15-07-2001 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Justitie houdende voorschriften betreffende de berekening en uitkering van de rente, toegevoegd aan de bijzondere rekeningen van gerechtsdeurwaarders

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 19, zevende lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet,

Besluit:

Artikel 1

Tenzij de gerechtsdeurwaarder en de rechthebbende schriftelijk anders zijn overeengekomen, wordt de aan het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen toegevoegde rente zo snel mogelijk, doch uiterlijk gelijk met het aandeel aan de rechthebbende uitgekeerd.

Artikel 2

De rente wordt berekend aan de hand van het rentepercentage dat in het normale economische verkeer, mede gelet op het gemiddelde bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen, gebruikelijk is.

Artikel 3

  • 1 Indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen bij aanvang van iedere eerste dag van twee opeenvolgende maanden hoger is dan € 500, wordt de rente per maand berekend over de helft van de som van het aandeel bij aanvang van genoemde dagen.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, wordt bij de vaststelling van de hoogte van het aandeel niet betrokken het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen, voor zover dat aandeel aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen is ontvangen.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid, wordt de rente die gedurende enige maand over het aandeel van de rechthebbende is gekweekt, geacht aan dat aandeel te zijn toegevoegd op de tweede dag van de dag van de daarop volgende maand.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing op het aandeel van de rechthebbende in ontvangen bedragen groter dan € 10.000, dat niet aan de rechthebbende is uitgekeerd binnen vijf dagen nadat het bedrag op de bijzondere rekening of rekeningen is ontvangen. In dat geval wordt de rente berekend over de periode waarin het aandeel van de rechthebbende blijkens de valuta-data op de bijzondere rekening of rekeningen heeft gestaan.

  • 5 Onverminderd het vierde lid behoeft over de voorafgaande maand geen rente te worden berekend, indien het aandeel van de rechthebbende op de bijzondere rekening of rekeningen bij aanvang van de eerste dag van de maand lager is dan of gelijk is aan € 500.

Artikel 4

Zodra de hoogte daarvan vaststaat, wordt de gerechtsdeurwaarder rechthebbende op rentegelden die:

  • a. op grond van artikel 3 niet worden uitgekeerd, of

  • b. zijn gekweekt over saldi die hij op grond van de opdrachtverlening kan verrekenen en heeft verrekend.

Artikel 5

Artikel 3 blijft buiten toepassing op het aandeel van de rechthebbende dat is ontvangen op een afzonderlijke bijzondere rekening die uitsluitend bestemd is voor gelden die de gerechtsdeurwaarder in verband met zijn werkzaamheden ten behoeve van een individuele rechthebbende onder zich neemt.

Artikel 6

De bedragen van € 500 in artikel 3, eerste en vijfde lid, en van € 10.000 in artikel 3, vierde lid, gelden met ingang van 1 januari 2002. Tot 1 januari 2002 gelden bedragen van f 1101,86 onderscheidenlijk f 22.037,10.

's-Gravenhage, 9 juli 2001

De

Staatssecretaris

van Justitie,

N.A. Kalsbeek

Naar boven