Besluit houdende intrekking van een aantal wetten op het gebied van militair pensioen

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-06-2001 t/m heden

Besluit van 29 mei 2001, houdende intrekking van een aantal wetten op het gebied van militair pensioen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 28 mei 2001, nr. P/2001003534;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 7 van de Kaderwet militaire pensioenen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel III

De ingevolge artikel I in te trekken wetten en regelingen blijven van kracht voor diegenen:

  • a. ten aanzien van wie op grond van die wetten of regelingen, dan wel met betrekking tot de voorgenomen omzetting van de daaruit voortvloeiende aanspraken in aanspraken op grond van de bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen vast te stellen regelingen, een beschikking is genomen, voor zover die beschikking strekt en voor zolang deze vatbaar is voor bezwaar of enige vorm van beroep of hoger beroep;

  • b. die als gewezen militair op 31 mei 2001 geen pensioengeldige diensttijd opbouwen, mits zij uiterlijk op die datum voor de periode waarin zij pensioengeldige diensttijd bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen hadden kunnen opbouwen, onherroepelijk hebben verklaard op die opbouw geen prijs te stellen.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2001, met dien verstande dat artikel II terugwerkt tot en met 31 januari 2001.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 mei 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

H. A. L. van Hoof

Uitgegeven de twaalfde juni 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven