Wijzigingsbesluit Rechtspositiebesluit voorzitters waterschappen (2001)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Besluit van 9 mei 2001, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit voorzitters waterschappen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 21 december 2000, nr. CDJZ/WVW/2000–1549, Centrale Directie Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 44 en 49 van de Waterschapswet;

De Raad van State gehoord (advies van 20 februari 2001, nr. W09.01.0011/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 1 mei 2001, nr. CDJZ/WVW/2001–544, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

1. Ten aanzien van de zittende voorzitter die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit recht heeft op een bezoldiging welke meer bedraagt dan waar hij op grond van de artikelen 8a juncto 8c van dit besluit recht op zou hebben, blijven de regels gelden zoals deze luiden vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

2. Ten aanzien van een waterschap waarvoor op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit ten aanzien van de functie van de voorzitter een tijdsbestedingsnorm is vastgesteld die lager ligt dan 100%, blijft deze van toepassing.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 mei 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Uitgegeven de negenentwintigste mei 2001

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven