Vaststelling selectielijst handelingen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [...] actoren op het beleidsterrein bezitsvorming 1945-1994

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 11-05-2001 t/m heden

Vaststelling selectielijst handelingen Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein bezitsvorming 1945-1994

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 24 oktober 2000, nr. arc-2000.1592/2);

Besluiten:

Artikel 2

De `Lijst van de vernietigen archiefbescheiden van het Directoraat Generaal voor algemene beleidsaangelegenheden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid' (vastgesteld bij beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nr. MMA/Ar 1326 en nr. CA/KAZ 86/149 d.d. 2 juli 1986, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nr. RAD/B&T/98.18/CZ d.d. 2 juni 1998 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 44 d.d. 4 maart 1999)) wordt ingetrokken voorzover deze lijst betrekking heeft op het beleidsterrein bezitsvorming.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 26 maart 2001

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, namens deze, de

Algemene Rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de

plv. secretaris-generaal

,

P.W.A. Veld

Basisselectiedocument Bezitsvorming 1945-1994

Februari 2001

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Rijksarchiefdienst/PIVOT

1. Inleiding

Het PIVOT-rapport Die wat spaart, die wat heeft. Een institutioneel onderzoek op het terrein van de bezitsvorming over de periode 1945-1994, vormt de grondslag: voor dit basisselectiedocument. Het rapport beschrijft alle handelingen van de rijksoverheid op het beleidsterrein bezitsvorming en geeft een overzicht van de actoren die zich op dit beleidsterrein bewegen.

Met het rapport institutioneel onderzoek (RIO) implementeren de Algemene Rijksarchivaris, voor deze de projectleider PIVOT, en de vertegenwoordigers van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de afspraken die bij convenant van 21 januari 1992 tussen de Algemene Rijksarchivaris en de secretaris-generaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn gemaakt. De eerste stap van de implementatie is de waardering van de neerslag van de handelingen, op basis waarvan bepaald kan worden welke neerslag voor permanente bewaring in het Algemeen Rijksarchief in aanmerking komt en welke neerslag op termijn vernietigd kan worden (artikel C van het convenant). Deze eerste stap is in het basisselectiedocument (BSD) vastgelegd.

Het BSD is de verantwoording van het bewaar- en vernietigingsbeleid van archiefbescheiden door de organisatie, alsmede het wettelijk voorgeschreven instrument voor de selectie in de rijks- en provinciale archieven. In het BSD is aan iedere handeling een waardering gegeven voor bewaring of vernietiging van de bescheiden die betrekking hebben op die handeling. Alvorens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het BSD vaststelt, hoort deze de Raad voor Cultuur. Na vaststelling van het BSD kan de procedure voor enerzijds de overbrenging van de bescheiden naar het Algemeen Rijksarchief en anderzijds de vernietiging van de bescheiden worden uitgevoerd.

Het BSD bestaat uit een korte beschrijving van het beleidsterrein en de actoren, een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde selectiecriteria en de lijst van gewaardeerde handelingen, voorafgegaan door een toelichting op de lijst.

2. Het beleidsterrein

2.1. Hoofdlijnen van het handelen op het beleidsterrein bezitsvorming

PIVOT definieert hoofdlijnen van het handelen als: doelstellingen van de overheid binnen de kaders van een beleidsterrein. De taken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid liggen op het terrein van arbeid en inkomen. Een van de beleidsterreinen binnen deze taakgebieden wordt gevormd door het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid. Bezitsvorming maakt onderdeel uit van het inkomensbeleid.

Het bezitsvormingsbeleid werd na de Tweede Wereldoorlog in het kader van de wederopbouw ontwikkeld en richtte zich op het bevorderen van de verspreiding van duurzaam persoonlijk bezit onder brede lagen van de bevolking. Bezitsvorming werd voor iedere burger gezien als belangrijk aspect in het verkrijgen van een grotere onafhankelijkheid en ruimere ontplooiingskansen. Personen met een kleine beurs vormden bij dit beleid de doelgroep. Doel was juist hen door middel van stimulerende maatregelen aan te sporen tot spaarzin en bezitsvorming. Politiek alleen gericht op inkomensverruiming en een zo groot mogelijke waardevastheid van het geld werd als onvoldoende gezien. De verwachting leefde dan ook dat zonder extra stimulans de verruiming van inkomens bij brede lagen van de bevolking niet zou worden bestemd voor de vorming van duurzaam persoonlijk bezit. De regering besloot dan ook dat specifieke maatregelen hieromtrent nodig waren.

Het bezitsvormingsbeleid in Nederland kreeg na 1947 vorm. De minister van Financiën stelde in 1947 de Nationale Spaarraad in. Deze raad zou burgers die moeilijk tot sparen kwamen, aan moeten sporen om tot sparen over te gaan. Daarnaast werd bij de Algemene Beschouwingen in 1947 erop aangedrongen een commissie in het leven te roepen die grondig zou moeten onderzoeken of, en zo ja in hoeverre het wenselijk was wettelijke maatregelen te ontwikkelen om spreiding van bezit over brede lagen van de bevolking te bevorderen. Deze commissie zou zich ook moeten buigen over vraagstukken inzake het bevorderen van spaarzin en winstdeling door arbeiders bij ondernemingen. De Commissie Bezitsspreiding werd op 15 juni 1948 ingesteld. De commissie bestond uit hoogleraren, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en ambtenaren. Het bezitsvormingsbeleid zoals dat in de jaren vijftig/zestig werd ontwikkeld, was in belangrijke mate gebaseerd op het werk van de Commissie Bezitsspreiding en mondde uit in een veelvoud aan wet- en regelgeving zoals de Jeugdspaarwet 1958 (Stb. 453), de Premiespaarregeling Rijksambtenaren (1960, Stb. 48), de Wet houdende voorzieningen met betrekking tot premiespaarregelingen en winstdelingsspaarregelingen voor werknemers (1961, Stb. 459), de Algemene Premiespaarwet (1965, Stb. 448), de Wet Bezitsvormingsfonds (1971, Stb. 418) en de Wet houdende begeleiding van het spaarloon op het terrein van de belasting- en premieheffing (1972, Stb. 697). Daarnaast is het vraagstuk van de Vermogensaanwasdeling veelvuldig ter tafel gekomen, maar nooit tot wet verheven.

In maart 1987 publiceerde de Stichting van de Arbeid een interim rapportage over bedrijfsspaarregelingen. In dat rapport werd melding gemaakt van het afnemende belang van het stimuleren van sparen als object van overheidsbeleid. Ook in de Rijksbegroting voor 1990 werd opgemerkt dat het stimuleren van besparingen aan beleidsrelevantie had ingeboet en dat ten aanzien van het geheel van gefacilieerde spaarregelingen bezinning gewenst was. Het bezitsvormingsbeleid werd gezien als restant van de naoorlogse opbouw filosofie en verloor zijn betekenis als zelfstandig object van specifiek overheidsbeleid. Dit leidde in 1990 tot opheffing van het Bezitsvormingsfonds.

Daarnaast was de overheid tot de conclusie gekomen dat er geen doorslaggevende argumenten meer waren om het subsidiëren van sparen door de jeugd nog langer te continueren. De premiering door de overheid van Jeugdspaarovereenkomsten op grond van de Jeugdspaarwet werd dan ook beëindigd. Na de buitenwerkingstelling van de Jeugdspaarwet en de Wet Bezitsvormingsfonds kwam bezitsvorming als specifiek beleidsterrein binnen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te vervallen.

2.2. Actoren

Het bezitsvormingsbeleid heeft tussen 1945 en 1994 onder verschillende ministers geressorteerd: de minister van Sociale Zaken (1945-1952), de minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (1952-1956), de minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (1956-1959), de minister van Algemene Zaken (1959-1963) waarna het uiteindelijk de verantwoordelijkheid bleef van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (lees: de minister van Sociale Zaken 1971-1981 en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1981-1994).

Als in het rapport gesproken wordt over `de Minister', dan betreft het:

- de minister van Sociale Zaken (1945-1951, 1971-1981);

- de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (1952, 1963-1971);

- de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (1981-1994).

Met de vertegenwoordigers van organen die ook een bijdrage leveren op het beleidsterrein maar niet onder de verantwoordelijkheid van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vallen, zullen nadere afspraken worden gemaakt over de toepassing van dit BSD, aangezien zij niet vallen onder de werking van het hierboven genoemde convenant.

De minister van Sociale Zaken was, tezamen met de minister van Financiën, nauw betrokken bij het aanwijzen van pensioen- en spaarregelingen. Handelingen van de minister van Financiën en minister van Sociale zaken betreffende premie- en winstdelingsspaarregelingen zijn voor een deel al opgenomen in een PIVOT-rapport dat op het ministerie van Financiën is vervaardigd. Derhalve is er voor gekozen om die handelingen niet nogmaals in het PIVOT-rapport inzake bezitsvorming op te nemen, maar bij deze te verwijzen naar het PIVOT-rapport van P. Lamboo, Van belastingen of de geheiligde schuld van iedere burger6, waarin het de volgende handelingen betreft:

? De handelingen van de minister van Financiën met als grondslag: het Besluit premiespaarregeling en winstdelingsspaarregeling 1961 (art. 30, 31, 34, 36), het Besluit premiespaarregeling en winstdelingsspaarregeling 1965 (art. 30, 31, 34, 37) en het Besluit bedrijfsspaarregelingen (art. 30, 31, 40 en 43) zijn terug te vinden onder de nummers 93, 94, 97, 99, 144, 146, 148 en 150. Met dezelfde grondslag: zijn de handelingen van de minister van Sociale Zaken terug te vinden onder de nrs. 95, 96, 98, 100, 145, 147, 149 en 151.

? De handelingen van de minister van Financiën met als grondslag: de Wet op de loonbelasting 1964 (art. 11 en 34a) zijn terug te vinden onder handeling 108.

? De handelingen van de minister van Financiën met als grondslag: de wet van 13 december 1973 (Stb. 697) houdende begeleiding van spaarloon op het terrein van de belasting- en premieheffing (art. V) zijn terug te vinden onder handeling 123.

? De handelingen van de minister van Financiën met als grondslag: het besluit op de Inkomstenbelasting 1941, art. 26b zijn terug te vinden onder handeling 188.

? De handelingen van de minister van Financiën met als grondslag: het Besluit op de Dividendbelasting 1941 en wijzigingswet van 27 juni 1963 (Stb. 374) zijn terug te vinden onder handeling 326.

3. Selectie

3.1. Doelstellingen van de selectie

De selectie richt zich op de (administratieve) neerslag van het handelen van overheidsorganen, die vallen onder de werking van de artikelen 1, 23, 27 en 41 van de Archiefwet 1995 (Stb. 276). Het betreft alle neerslag van de betreffende handelingen, of het nu een machineleesbaar gegevensbestand of papier betreft, en of de gegevens zich nu in een archief, in een bibliotheek, op een afdeling automatisering of bij de beleidsambtenaren of lijn managers zelf bevinden.

De hoofddoelstelling van de selectie is een scheiding aan te brengen tussen:

  • -

    archiefbescheiden die in aanmerking komen voor overbrenging naar het Algemeen Rijksarchief door het overheidsorgaan dat deze gegevens beheert;

  • -

    archiefbescheiden die hiervoor niet in aanmerking komen.

Zoals de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur bij de behandeling van de nieuwe Archiefwet in de Tweede Kamer (13 april 1994) heeft gemeld, is het basisselectiedocument opgesteld tegen de achtergrond van de selectiedoelstelling van de Rijksarchiefdienst/

PIVOT, die luidt: `het mogelijk maken van de reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen'. Door het Convent van rijksarchivarissen is deze doelstelling vertaald als `het selecteren van handelingen van de overheid om bronnen voor kennis van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig te stellen voor blijvende bewaring'.

In dit BSD wordt deze selectie doelstelling geoperationaliseerd binnen het beleidsterrein bezitsvorming. De handelingen van de verschillende organen worden gewaardeerd en geselecteerd op basis van hun bijdrage aan de realisering van de hierboven geformuleerde doelstelling. Bij de selectie is derhalve aan de orde welke bescheiden, behorende bij welke handeling, berustende bij welke actor dienen te worden overgebracht ten einde het handelen van de (rijks)overheid met betrekking tot inkomens- en arbeidsvoorwaarden op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.

3.2. Selectiecriteria

Bij de selectie van handelingen kan een aantal criteria worden onderscheiden dat op elk beleidsterrein of onderdeel van zo'n terrein van toepassing is. Daarnaast zijn er per beleidsterrein een aantal specifieke criteria aan te wijzen.

Teneinde de selectie doelstelling te operationaliseren zijn de in het rapport institutioneel onderzoek geformuleerde handelingen gewogen aan de hand van de door PIVOT opgestelde (positief geformuleerde) selectiecriteria. Positief geformuleerd wil zeggen dat de criteria aangeven van welke handelingen de neerslag dient te worden overgebracht naar het rijksarchief nadat de wettelijke vastgestelde overbrengingstermijn van 20 jaar is verstreken. Hiermee wordt het BSD geen bewaarlijst maar blijft een selectielijst (in de zin van art.5, Archiefwet 1995). In het BSD wordt namelijk aangegeven van welke handelingen de neerslag niet behoeft te worden overgebracht en van welke handelingen dat wel moet. De beslissing hierover wordt echter bepaald door positieve criteria. Hetgeen voldoet aan de selectiecriteria dient te worden overgebracht en is gewaardeerd met een (B)ewaren; de neerslag van handelingen die niet aan de hieronder weergegeven selectiecriteria voldoen, wordt gewaardeerd met een (V)ernietigen. `Vernietigen' betekent: niet overbrengen van de neerslag van het handelen naar de Rijksarchiefdienst. De documentaire neerslag die uit deze handelingen voortvloeit is niet noodzakelijk voor de reconstructie van het overheidsbeleid op hoofdlijnen. Ingeval van `vernietigen' is het orgaan dat verantwoordelijk is voor het gegevensbeheer verantwoordelijk voor de bestemming van de zorg voor de betreffende documentaire neerslag.

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met een B(ewaren)

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen. Hieronder wordt verstaan agenda vorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen. Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren. Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen. Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt. Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten. Bijvoorbeeld in het geval de ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

4. De selectielijst

4.1. Algemeen

De selectielijst is geordend per actor. Hierdoor staan er in het BSD meer handelingen dan in het RIO.

In het RIO werden veelvuldig meerdere actoren aan één handeling gekoppeld aangezien het bezitsvormingsbeleid tussen 1945 en 1994 onder verschillende ministers heeft geressorteerd. In het onderhavige BSD worden deze handelingen per actor uitgesplitst.

De handelingen in het BSD houden hetzelfde nummer als in het RIO.

Achter de als te bewaren (B) aangeduide handelingen is aangegeven welk selectiecriterium is toegepast. De aanduiding `V' staat voor `vernietigen', waarbij tevens is vermeld na afloop van welke termijn de bescheiden die uit de betreffende handeling voortvloeien, kunnen worden vernietigd. De invulling van de termijnen gedurende welke bescheiden worden bewaard is een verantwoordelijkheid van de zorgdrager, in dit geval de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. PIVOT ziet toe op de daadwerkelijke invulling ervan.

4.2. Vaststelling BSD

Op 25 februari 2000 is het ontwerp-BSD door de plv. Secretaris-Generaal van het Ministerie van SZW aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het ontwerp-BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 15 maart 2000 lag het ontwerp-BSD gedurende acht weken ter publieke inzage bij de informatiebalie in de studiezaal van het Algemeen Rijksarchief evenals in de bibliotheken van het Ministerie van SZW, het Ministerie van OC&W en de rijksarchieven in de provincie, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant van 14 maart 2000 (nr. 52).

Tijdens het driehoeksoverleg was, op voordracht van de Archiefcommissie van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, ook een deskundige op het beleidsterrein aanwezig. Van andere (historische) organisaties of individuele burgers is geen commentaar ontvangen.

In de vergadering van de Bijzondere Commissie Archieven van de RvC van 27 juni 2000 is het ontwerp-BSD behandeld, waarbij ook het verslag van het driehoeksoverleg bij de voorbereiding van het advies is meegenomen.

Op 24 oktober 2000 bracht de RvC advies uit (kenmerk arc-2000. 1592/2). Naar aanleiding van het advies is het beginjaar van de lijst gesteld op 1945 (was 1940).

5. Lijst van handelingen 1945-1994

Met de actor `de Minister' wordt bedoeld:

  • -

    de minister van Sociale Zaken: 1945-1951, 1971-1981;

  • -

    de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: 1952, 1963-1971;

  • -

    de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 1981-1994.

5.1. Actor: de Minister

Zorgdrager: minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Beleidsontwikkeling en evaluatie

(1)

handeling: Het voorbereiden, (mede-)

vaststellen, coördineren en evalueren van het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties etc.

waardering: B (1)

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(2)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: o.a:

- Jeugdspaarwet 1958

- Wet houdende voorzieningen m.b.t. premiespaarregelingen en winstdelingsspaarregelingen voor werknemers (1961, Stb. 459)

- Wet houdende fiscale faciliteiten voor bezitsvorming met betrekking tot effecten (1963, Stb. 374)

- Algemene Premiespaarwet (1965, Stb. 448)

- Wet tot instelling van een Bezitsvormingsfonds (1971, Stb. 418)

- Wet houdende begeleiding van spaarloon op het terrein van de belasting- en premieheffing (1972, Stb. 697)

waardering: B (1)

Verantwoording van beleid

(5)

handeling: Het opstellen van periodieke verslagen.

periode: 1945-

product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

waardering: B (3)

(6)

handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: brieven, notities

waardering: B (2,3)

(7)

handeling: Het informeren van Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende bezitsvorming.

periode: 1945-

product: brieven, notities

waardering: B (3)

(8)

handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het voeren van verweer in beroepschrift procedures voor administratief rechterlijke organen.

periode: 1945-

product: beschikkingen, verweerschriften

waardering: B (3)

Internationaal beleid

(9)

handeling: Het (mede-)voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

periode: 1945-

product: internationale regelingen, nota's, notities, rapporten

waardering: B (1,2)

Informatieverstrekking

(10)

handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: brieven, notities

waardering: V (2 jaar)

(11)

handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1945-

product: voorlichtingsmateriaal

waardering: V (2 jaar na vervallen)

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt 1 exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd

Onderzoek

(12)

handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: nota's, notities, onderzoeksrapporten

waardering: B (1,2)

(13)

handeling: Het verstrekken van opdrachten voor extern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van de rapportage.

periode: 1945-

product: opdrachten, rapporten

waardering: B (1)

(14)

handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: nota's, notities

waardering: V (5 jaar na beëindiging onderzoek)

Subsidiëring

(15)

handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1945-

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na vaststelling van de Rijksrekening over het betreffende begrotingsjaar)

Jeugdspaarwet 1958

(26)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur:

- vaststellen van voorwaarden waaronder een spaarpremie over een jeugdspaarovereenkomst wordt uitgekeerd;

- stellen van regels omtrent het aantal jaren dat een tegoed moet uitstaan alvorens aanspraak op spaarpremie bestaat;

- stellen van regels omtrent de jaarlijks verplichte minimum- en maximum inlagen waarover premieaanspraak ontstaat;

- stellen van regels omtrent het tussentijds opnemen van het tegoed;

- stellen van regels omtrent de beëindiging van de jeugdspaarovereenkomst;

- stellen van regels omtrent de bij het sluiten van een jeugdspaarovereenkomst te overleggen bescheiden;

- het stellen van regels omtrent het overschrijven van het tegoed op een jeugd spaarrekening naar een andere instelling.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 2, vierde lid / art. 4, eerste lid, tweede lid a-c

periode: 1963-1994

product: o.a. Jeugdspaarbesluit 1958

waardering: B (1)

(27)

handeling: Het opstellen van voorschriften over de wijze waarop:

- een jeugdspaarovereenkomst wordt aangegaan;

- spaarbanken aan jeugdige spaarders uitbetaalde spaarpremie vergoed kunnen krijgen uit `s Rijks kas.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art 5, tweede lid / art. 7, tweede lid

periode: 1963-1972

product: o.a. Jeugdspaarbeschikking 1958

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur voorschriften)

(28)

handeling: Het beschikken op verzoeken van spaarbanken tot vergoeding van uitbetaalde spaarpremies op jeugdspaarovereenkomsten.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 7, eerste lid / art. 8 eerste en tweede lid / Jeugdspaarwet 1971, art. 12, eerste t/m derde lid / art. 14

periode: 1958-2001

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na toekenning premie)

(29)

handeling: Het beschikken op een beroep, ingesteld door een spaarinstelling tegen de minister om de betreffende spaarinstelling geen vergoeding van door hen uitbetaalde spaarpremie te verlenen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 9

periode: 1963-2001

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na uitspraak)

(30)

handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van jeugdspaarovereenkomsten door spaarbanken en andere instellingen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 14 / Jeugdspaarwet 1971, art. 13

periode: 1963-1994

product: verslagen, rapporten

waardering: B (2)

Jeugdspaarwet 1971

(31)

handeling: Het vaststellen van een modelformulier, dat door partijen ingevuld dient te worden bij het sluiten van een jeugdspaarovereenkomst.

grondslag: Jeugdspaarwet 1971, art. 2, eerste lid / Jeugdspaarbesluit 1971, art. 2, 6, 10 en 11

periode: 1971-2001

product: o.a. Modellen beschikking Jeugdspaarwet van 2 december 1971 (Stcrt. 243)

waardering: V (5 jaar na intrekking modelformulier)

(32)

handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die door het rijk ten onrechte aan een spaarinstelling verleende vergoedingen voor uitbetaalde spaarpremies moeten terugvorderen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1971, art. 12, vierde lid

periode: 1971-2001

product: aanwijzingen

waardering: V (5 jaar na vervallen aanwijzing)

(33)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels omtrent:

- de bij het sluiten van het jeugdspaarovereenkomst te overleggen bescheiden;

- de inhoud van een jeugdspaarovereenkomst;

- de uitbetaling van spaarpremies;

- het overschrijven van tegoed op een jeugdspaarrekening naar een andere instelling.

grondslag: Jeugdspaarwet 1971, art. 16, a-e

periode: 1971-2001

product: o.a. Jeugdspaarbesluit 1971

waardering: B (5)

Wet van 2 juli 1975 (Stb. 413) houdende wijziging van de Jeugdspaarwet 1971

(34)

handeling: Het bij uitzondering beschikken op een verzoek van een deelnemer of rechtverkrijgende om hem alsnog het recht op spaarpremie toe te kennen.

grondslag: Wet van 2 juli 1975

periode: 1975-2001

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar)

Besluit van 18 oktober 1971 (Stb. 639) houdende vaststelling van het Jeugdspaarbesluit

(35)

handeling: Het bepalen dat een declaratie, ingediend door een spaarinstelling ter vergoeding van spaarpremie, vergezeld moet gaan van geleidelijsten.

grondslag: Jeugdspaarbesluit 1971, art. 11

periode: 1972-2001

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar)

Besluit van 5 maart 1969 (Stb. 113) houdende regelen betreffende spaarregelingen sociale werkvoorziening

(52)

handeling: Het stellen van nadere regels inzake de uitvoering van spaarregelingen voor werknemers in de sociale werkvoorziening.

grondslag: Besluit Premiespaarregelingen sociale werkvoorziening, art. 3

periode: 1969-

product: Algemene maatregelen van bestuur

waardering: B (5)

Besluit premiespaarregelingen 1961 (Stb. 460), Besluit premiespaarregelingen 1965 (Stb. 261), Besluit Bedrijfsspaarregelingen 1972 (Stb. 719)

(53)

handeling: Het stellen van nadere regels aan spaarregelingen die tot doel hebben het duurzaam bezit onder werknemers van bedrijven te bevorderen.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb. 459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting 1940 (Verordeningen blad 224) onder art. I vierde lid onder b; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningen blad 105) onder art. II, vierde lid onder b; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, vierde lid onder B

periode: 1961-

product: o.a.:

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 22 december, 1961 (Stb. 460)

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 29 oktober 1963 (Stb. 438)

- Besluit van 18 februari 1964 (Stb. 54) tot vaststelling van een premiespaarregeling voor burgemeesters en tot wijziging van het Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen

waardering: B (5)

(54)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van regelingen als spaarregeling.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb.459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting (Verordeningenblad 224) onder art. I zevende lid onder a; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningenblad 105) onder art. II, zevende lid onder a; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, zevende lid, onder a

periode: 1961-

product: amvb

waardering: B (5)

Besluit van 23 januari 1973 (Stb. 33) ter uitvoering van artikel 1637s, tweede lid onder c en d Burgerlijk Wetboek (Besluit fondsen en spaarregelingen)

(58)

handeling: Het verlenen van ontheffing ten aanzien van het feit dat het vermogen van een fonds voor niet meer dan twintig procent mag bestaan uit schuldvorderingen op aandelen in het vermogen van de werkgever.

grondslag: Besluit fondsen en spaarregelingen, art. 10 / gewijzigd bij Besluit van 25 februari 1976 (Stb. 152), art. 3, derde lid en art. 10n

periode: 1973-

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur beschikking)

(59)

handeling: Het verlenen van ontheffing van het feit dat een regeling tot sparen geen bepaling mag bevatten die deelnemers verplicht de op hun naam geadministreerde gelden op een bepaalde wijze te besteden.

grondslag: Besluit fondsen en spaarregelingen, art. 15

periode: 1973-

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur beschikking)

Besluit van 25 januari 1976 (Stb. 152) betreffende wijziging van het Besluit fondsen en spaarregelingen (Stb. 33)

(60)

handeling: Het aanwijzen van de locatie waar het jaarverslag van een fonds ter inzage voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers moet worden gelegd.

grondslag: Besluit van 25 januari 1976 (Stb. 152, art. 1f, derde lid, onder b

periode: 1973-

product: aanwijzingen

waardering: V (1 jaar na geldigheidsduur aanwijzing)

Wet van 1 oktober 1965 (Stb. 448) houdende vaststelling van de Algemene Premiespaarwet

(61)

handeling: Het in overeenstemming met de minister van Financiën aanwijzen van instellingen waar gespaard kan worden, betalingen kunnen worden verricht ten behoeve van de aankoop van effecten of aflossingen van een hypotheek in het kader van de Algemene Premiespaarwet.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 3

periode: 1966-1974

product: beschikkingen

waardering: V (1 jaar na geldigheidsduur aanwijzing)

(62)

handeling: Het beschikken op verzoeken van instellingen om vergoeding voor door deze instellingen uitgekeerde spaarpremies aan spaarders in het kader van de Algemene Premiespaarwet.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 6

periode: 1966-1974

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur beschikking)

(63)

handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het terugvorderen van ten onrechte uitgekeerde spaarpremies.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 7, eerste lid

periode: 1966-1974

product: aanwijzingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur aanwijzing)

(64)

handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van de Algemene Premiespaarwet door spaarbanken en andere instellingen.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 8

periode: 1966-1974

product: rapportages, verslagen

waardering: B (2)

(65)

handeling: Het bij onvoldoende functioneren van een instelling besluiten dat door deze instelling verrichte stortingen, betalingen en aflossingen geen besparingen zijn in de zin van de Algemene Premiespaarwet.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 9

periode: 1966-1974

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur beschikking)

(66)

handeling: Het besluiten dat vroeger verrichte besparingen geen besparingen zijn, dan wel dat vroeger verrichte besparingen worden overgedragen aan een andere instelling.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 10

periode: 1966-1974

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur beschikking)

(67)

handeling: Het stellen van regels tot uitvoering van de Algemene Premiespaarwet.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art.11

periode: 1966-1974

product: o.a. Algemeen Premiespaarbesluit van 21 april 1966 (Stb. 174)

waardering: B (5)

Besluit van 21 april 1966 (Stb. 174) ter uitvoering van artikel 11 van de Algemene Premiespaarwet (Algemeen Premiespaarbesluit)

(68)

handeling: Het vaststellen van modelformulieren, nodig voor de uitvoering van het in de Algemene Premiespaarwet bepaalde, alsmede het vaststellen van regels voor het gebruik van deze formulieren en het stellen van regels inzake de wijze waarop bij instellingen spaar- en effecten bewijzen te verkrijgen zijn, de afgifte geregeld is en de administratie gevoerd moet worden.

grondslag: Algemeen Premiespaarbesluit, art. 2 en 16

periode: 1966-1974

product: o.a. Beschikking tot uitvoering van het Algemeen Premiespaarbesluit van 27 april 1966 (Stcrt. 81)

waardering: V (5 jaar na intrekking modelformulieren)

Wet van 23 april 1971 (Stb. 418) houdende instelling van een Bezitsvormingsfonds (Wet Bezitsvormingsfonds)

(69)

handeling: Het tezamen met de minister verantwoordelijk voor de Volkshuisvesting voeren van het beheer over het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 2, tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: notulen, nota's

waardering: B (5)

(70)

handeling: Het tezamen met de minister verantwoordelijk voor de Volkshuisvesting jaarlijks bij afzonderlijke begroting vaststellen van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 3, eerste en tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: Begrotingen van inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds

waardering: B (5)

(71)

handeling: Het tezamen met de minister verantwoordelijk voor de Volkshuisvesting afleggen van de rekening van verantwoording over de inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 3, eerste en tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: rekeningen en verantwoording

waardering: B (2,3)

(72)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur wijzigen van de koopprijs van spaareffecten waarover per kalenderjaar de premies worden berekend.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, zoals gewijzigd bij de Wet van 22 december 1976 (Stb. 726) art. 13, zevende lid

periode: 1976-1994 (1997)

product: Algemene Maatregelen van Bestuur

waardering: B (5)

(73)

handeling: Het beschikken op het verzoek van een (spaar)instelling tot vergoeding van de premie die door de instelling is uitbetaald aan personen die spaareffecten hebben gekocht in het kader van de Wet Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 14, derde lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na toekenning premie)

(74)

handeling: Het beschikken op een verzoek tot het alsnog uitkeren van een premie uit het bezitsvormingsfonds aan een koper van spaareffecten in het geval de koper het verzoek tot uitbetaling te laat bij een instelling heeft ingediend.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds zoals gewijzigd bij de Wet van 22 december 1976 (Stb. 726), art. 14a

periode: 1971-1994 (1997)

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na toekenning premie)

(75)

handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast worden met de terugvordering van aan kopers van spaareffecten onterecht uitbetaalde premies in het kader van de Wet Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 15 eerste lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: aanwijzingen

waardering: V (5 jaar na geldigheidsduur aanwijzing)

(76)

handeling: Het in overeenstemming van de minister van Financiën vaststellen van voorschriften waaraan (spaar)instellingen bij de uitgifte van spaareffecten in het kader van de Wet Bezitsvormingsfonds moeten voldoen.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 16, eerste lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: voorschriften

waardering: B (5)

(77)

handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van de Wet Bezitsvormingsfonds door (spaar)instellingen bij de verkoop van spaareffecten.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 16, tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: verslagen

waardering: B (2)

(78)

handeling: Het besluiten dat door een instelling uitgekeerde spaarpremie aan personen, niet langer wordt vergoed door het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 17, eerste lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar)

(79)

handeling: Het buiten werking stellen van de mogelijkheid voor personen om over de spaareffecten een premie van 35% uit het Bezitsvormingsfonds te ontvangen.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 18, eerste lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: Ministeriële regelingen, o.a.:

- Besluit van 12 oktober 1989 nr. 5097 tot beëindiging spaareffectenpremiëring ingevolge de Wet Bezitsvormingsfonds;

- Besluit van 12 februari 1990, nr. 5273 (beëindigingdatum spaareffectenpremiëring)

waardering: B (5)

(80)

handeling: Het bij Algemene Maatregel van Bestuur stellen van nadere regels voor het verstrekken van premies uit het fonds over gekochte spaareffecten.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 20

periode: 1971-1994 (1997)

product: Besluit Bezitsvormingsfonds Spaareffecten van 25 oktober 1971 (Stb. 645)

waardering: B (5)

(81)

handeling: Het vaststellen van modellen van formulieren, te gebruiken door personen die een verzoek tot uitbetaling van premie op spaareffecten indienen.

grondslag: Besluit bezitsvormingsfonds spaareffecten, art. 2, eerste lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: modellen-beschikkingen, o.a.

- Beschikking uitvoering Wet bezitvormingsfonds van 27 januari 1972 / nr. 172

- Beschikking vaststelling gewijzigde modellen van formulieren in het kader van de Wet Bezitsvormingsfonds spaareffecten van 26 september 1973 / nr. 60459

- Beschikking vaststelling gewijzigd modelformulier verzoek tot uitbetaling premie / premie kwitantie Wet Bezitsvormingsfonds van 4 mei 1977 / nr. 126656

waardering: V (5 jaar na intrekking modellen)

Besluit van 20 november 1975 (Stcrt. 234) houdende regelen inzake de registratie van persoonsgegevens ten behoeve van de debiteurenadministratie betreffende terug te betalen (spaar)premies (Regeling bescherming persoonlijke levenssfeer debiteurenadministratie betreffende terug te betalen (spaar)premies

(82)

handeling: Het vaststellen van regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer die waarborgen dat de persoonlijke gegevens van de burgers niet onnodig in computers van het rijk worden opgenomen en dat van die gegevens op zorgvuldige wijze gebruik wordt gemaakt.

grondslag: aanwijzing van de minister -President van 7 maart 1975 (Stcrt. 50) inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer / Wet Persoonsregistraties (Stb. 1988, 665), art. 19, 20 en 21

periode: 1975-

product: o.a.:

  • -

    Regeling bescherming persoonlijke levenssfeer Algemene Premiespaarwet

  • -

    Regeling bescherming persoonlijke levenssfeer debiteurenadministratie betreffende terug te vorderen (spaar)premies

  • -

    Regeling bescherming persoonlijke levenssfeer Jeugdspaarwet

  • -

    Reglement bescherming persoonsregistratie Administratie Bezitsvormingsfonds

  • -

    Privacyreglement Cafas en Jeugdspaarwet

waardering: V (5 jaar na intrekking regels)

opmerking: de waardering van deze handeling zal worden meegenomen in het kader van de selectielijst voor het beleidsterrein Persoonsregistraties

(83)

handeling: Het beschikken op verzoeken van geregistreerden om verbetering, aanvulling of verwijdering van de op de geregistreerde betrekking hebbende gegevens.

grondslag: Besluit van 20 november 1975 (Stcrt. 234), art. 8, derde lid

periode: 1975-

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar)

Besluit van 19 november 1975 (Stcrt. 230), houdende regeling inzake de registratie van persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van de Jeugdspaarwet (Regeling bescherming persoonlijke levenssfeer Jeugdspaarwet)

(84)

handeling: Het beschikken op verzoeken van geregistreerden tot verbetering, aanvulling of verwijdering van op de spaarder betrekking hebbende gegevens.

grondslag: Besluit van 19 november 1975 (Stcrt. 230)

periode: 1975-

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar)

Instellen van Commissies

5.2. Actor: de Minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO)

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Beleidsontwikkeling en evaluatie

(1)

handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het bezitsvormingsbeleid

periode: 1952-1956

product: beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties, etc.

waardering: B (1)

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(2)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1952-1956

product: o.a. Jeugdspaarwet 1958

waardering: B (1)

Verantwoording van beleid

(5)

handeling: Het opstellen van periodieke verslagen

periode: 1952-1956

product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

waardering: B (3)

(6)

handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het bezitsvormingsbeleid

periode: 1952-1956

product: brieven, notities

waardering: B (2,3)

(7)

handeling: Het informeren van Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende bezitsvorming

periode: 1952-1956

product: brieven, notities

waardering: B (3)

(8)

handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het voeren van verweer in beroepschrift procedures voor administratief rechterlijke organen.

periode: 1952-1956

product: beschikkingen, verweerschriften

waardering: B (3)

Internationaal beleid

(9)

handeling: Het (mede-)voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

periode: 1952-1956

product: internationale regelingen, nota's, notities, rapporten

waardering: B (1,2)

Informatieverstrekking

(10)

handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1952-1956

product: brieven, notities

waardering: V (2 jaar)

(11)

handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1952-1956

product: voorlichtingsmateriaal

waardering: V (2 jaar na vervallen)

Van het gedrukte voorlichtingsmateriaal wordt 1 exemplaar bewaard. De voorbereidende stukken worden vernietigd

Onderzoek

(12)

handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1952-1956

product: nota's, notities, onderzoeksrapporten

waardering: B (1,2)

(13)

handeling: Het verstrekken van opdrachten voor extern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van de rapportage.

periode: 1952-1956

product: opdrachten, rapporten

waardering: B 1

(14)

handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1952-1956

product: nota's, notities

waardering: V (5 jaar na beëindiging onderzoek)

Subsidiëring

(15)

handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1952-1956

product: beschikkingen

waardering: V (5 jaar na vaststelling van de Rijksrekening over het betreffende begrotingsjaar)

Instellen van commissies

(87)

handeling: Het (opnieuw) installeren van de Commissie Bezitsspreiding.

periode: 1952-1953

product: instellingsbeschikking

waardering: B (5)

5.3. Actor: de Commissie Bezitsspreiding

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(92)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking ministerie van Sociale Zaken, d.d. 15 juni 1948 No. 6714, Afd. Arbeidsverhoudingen

periode: 1947-1952

product: adviezen

waardering: B (1)

(93)

handeling: Het adviseren aan de minister van Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie over het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1952-1956

product: adviezen

waardering: B (1)

(94)

handeling: Het adviseren aan de minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie over het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: adviezen

waardering: B (1)

(95)

handeling: Het adviseren aan de minister van Algemene Zaken over het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: adviezen

waardering: B (1)

5.4. Actor: de Interdepartementale werkgroep inzake faciliteiten voor sparen in brede kring

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(96)

handeling: Het adviseren aan de minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1958-1959

product: eindrapport

waardering: B (1)

5.5. Actor: de Interdepartementale werkgroep tot bestudering van de mogelijkheden tot verhoging van de spaarquote

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(97)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1966-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.6. Actor: de werkgroep Onderzoek spaarregelingen

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(98)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1967-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.7. Actor: de werkgroep Faciliëring spaarloon

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(99)

handeling: Het adviseren aan de ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Financiën over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1969-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.8. Actor: de Begeleidingscommissie inzake onderzoek spaargedrag en spaarmotieven

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(100)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1971-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.9. Actor: de Interdepartementale werkgroep inkomenspolitiek/subgroep gedifferentieerde winstontwikkeling en bezitsvorming

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(101)

handeling: Het adviseren aan de ministers van Sociale Zaken en Economische Zaken over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1974-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.10. Actor: de werkgroep Wet vermogensaanwasdeling

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(102)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: ca. 1975-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.11. Actor: de werkgroep evaluatie gefacilieerde bedrijfsspaarregelingen

Zorgdrager: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(103)

handeling: Het adviseren aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bezitsvormingsbeleid.

grondslag: instellingsbeschikking

periode: 1984-?

product: adviezen

waardering: B (1)

5.12. Actor: de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en PBO

Beleidsontwikkeling en evaluatie

(1)

handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: beleidsnota's beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties etc.

waardering:

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(2)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: o.a. Jeugdspaarwet 1958

waardering:

Verantwoording van beleid

(5)

handeling: Het opstellen van periodieke verslagen.

periode: 1956-1959

product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

waardering:

(6)

handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: brieven, notities

waardering:

(7)

handeling: Het informeren van Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende bezitsvorming.

periode: 1956-1959

product: brieven, notities

waardering:

(8)

handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het voeren van verweer in beroepschrift procedures voor administratief rechterlijke organen.

grondslag:

periode: 1956-1959

product: beschikkingen, verweerschriften

waardering:

Internationaal beleid

(9)

handeling: Het (mede-)voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

periode: 1956-1959

product: internationale regelingen, nota's, notities, rapporten

waardering:

Informatieverstrekking

(10)

handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: brieven, notities

waardering:

(11)

handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1956-1959

product: voorlichtingsmateriaal

waardering:

Onderzoek

(12)

handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: nota's, notities, onderzoeksrapporten

waardering:

(13)

handeling: Het verstrekken van opdrachten voor extern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van de rapportage.

periode: 1956-1959

product: opdrachten, rapporten

waardering:

(14)

handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1956-1959

product: nota's, notities

waardering:

Subsidiëring

(15)

handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1956-1959

product: beschikkingen

waardering:

Jeugdspaarwet 1958

(26)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur:

  • -

    vaststellen van voorwaarden waaronder een spaarpremie over een jeugd-spaarovereenkomst wordt uitgekeerd;

  • -

    stellen van regels omtrent het aantal jaren dat een tegoed moet uitstaan alvorens aanspraak op spaarpremie bestaat;

  • -

    stellen van regels omtrent de jaarlijks verplichte minimum- en maximum inlagen waarover premieaanspraak ontstaat;

  • -

    stellen van regels omtrent het tussentijds opnemen van het tegoed;

  • -

    stellen van regels omtrent de beëindiging van de jeugdspaarovereenkomst;

  • -

    stellen van regels omtrent de bij het sluiten van een jeugdspaarovereenkomst te overleggen bescheiden;

  • -

    het stellen van regels omtrent het overschrijven van het tegoed op een jeugdspaarrekening naar een andere instelling.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 2, vierde lid / art. 4, eerste lid, tweede lid a-c

periode: 1958-1959

product: o.a. Jeugdspaarbesluit 1958

waardering:

(27)

handeling: Het opstellen van voorschriften over de wijze waarop:

- een jeugdspaarovereenkomst wordt aangegaan;

- spaarbanken aan jeugdige spaarders uitbetaalde spaarpremie vergoed kunnen krijgen uit `s Rijks kas.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art 5, tweede lid / art. 7, tweede lid

periode: 1958-1959

product: o.a. Jeugdspaarbeschikking 1958

waardering:

(28)

handeling: Het beschikken op verzoeken van spaarbanken tot vergoeding van uitbetaalde spaarpremies op jeugdspaarovereenkomsten.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 7, eerste lid / art. 8 eerste en tweede lid / Jeugdspaarwet 1971, art. 12, eerste t/m derde lid / art. 14

periode: 1958-1959

product: beschikkingen

waardering:

(29)

handeling: Het beschikken op een beroep, ingesteld door een spaarinstelling tegen de minister om de betreffende spaarinstelling geen vergoeding van door hen uitbetaalde spaarpremie te verlenen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 9

periode: 1958-1959

product: beschikkingen

waardering:

(30)

handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van jeugdspaarovereenkomsten door spaarbanken en andere instellingen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 14 / Jeugdspaarwet 1971, art. 13

periode: 1958-1959

product: verslagen, rapporten

waardering:

(88)

handeling: Het, in overleg met de ministers die het mede aangaan, instellen van de Interdepartementale Werkgroep inzake faciliteiten voor sparen in brede kring.

periode: 958-1959

product: instellingsbeschikking

waardering:

5.13. Actor: de Minister van Algemene Zaken

Beleidsontwikkeling en evaluatie

(1)

handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: beleidsnota's, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties etc.

waardering:

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(2)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: o.a. Wet houdende voorzieningen m.b.t. premiespaarregelingen en product: voor werknemers (1961, Stb. 459)

waardering:

Verantwoording van beleid

(5)

handeling: Het opstellen van periodieke verslagen.

periode: 1959-1963

product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

waardering:

(6)

handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: brieven, notities

waardering:

(7)

handeling: Het informeren van Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende bezitsvorming.

periode: 1959-1963

product: brieven, notities

waardering:

(8)

handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het voeren van verweer in beroepschrift procedures voor administratief rechterlijke organen.

periode: 1959-1963

product: beschikkingen, verweerschriften

waardering:

Internationaal beleid

(9)

handeling: Het (mede-)voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen betreffende het bezitsvormingsbeleid en het presenteren van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties.

periode: 1959-1963

product: internationale regelingen, nota's, notities, rapporten

waardering:

Informatieverstrekking

(10)

handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: brieven, notities

waardering:

(11)

handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1959-1963

product: voorlichtingsmateriaal

waardering:

Onderzoek

(12)

handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: nota's, notities, onderzoeksrapporten

waardering:

(13)

handeling: Het verstrekken van opdrachten voor extern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van de rapportage.

periode: 1959-1963

product: opdrachten, rapporten

waardering:

(14)

handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1959-1963

product: nota's, notities

waardering:

Subsidiëring

(15)

handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die actief zijn op het terrein van de bezitsvorming.

periode: 1959-1963

product: beschikkingen

waardering:

Jeugdspaarwet 1958

(26)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur:

- vaststellen van voorwaarden waaronder een spaarpremie over een jeugdspaarovereenkomst wordt uitgekeerd;

- stellen van regels omtrent het aantal jaren dat een tegoed moet uitstaan alvorens aanspraak op spaarpremie bestaat;

- stellen van regels omtrent de jaarlijks verplichte minimum- en maximum inlagen waarover premieaanspraak ontstaat;

- stellen van regels omtrent het tussentijds opnemen van het tegoed;

- stellen van regels omtrent de beëindiging van de jeugdspaarovereenkomst;

- stellen van regels omtrent de bij het sluiten van een jeugdspaarovereenkomst te overleggen bescheiden;

- het stellen van regels omtrent het overschrijven van het tegoed op een jeugdspaarrekening naar een andere instelling.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 2, vierde lid / art. 4, eerste lid, tweede lid a-c

periode: 1959-1963

product: o.a. Jeugdspaarbesluit 1958

waardering:

(27)

handeling: Het opstellen van voorschriften over de wijze waarop:

- een jeugdspaarovereenkomst wordt aangegaan;

- spaarbanken aan jeugdige spaarders uitbetaalde spaarpremie vergoed kunnen krijgen uit `s Rijks kas.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art 5, tweede lid / art. 7, tweede lid

periode: 1959-1963

product: Jeugdspaarbeschikking 1958

waardering:

(28)

handeling: Het beschikken op verzoeken van spaarbanken tot vergoeding van uitbetaalde spaarpremies op jeugdspaarovereenkomsten.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 7, eerste lid / art. 8 eerste en tweede lid / Jeugdspaarwet 1971, art. 12, eerste t/m derde lid / art. 14

periode: 1959-1963

product: beschikkingen

waardering:

(29)

handeling: Het beschikken op een beroep, ingesteld door een spaarinstelling tegen de minister om de betreffende spaarinstelling geen vergoeding van door hen uitbetaalde spaarpremie te verlenen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 9

periode: 1959-1963

product: beschikkingen

waardering:

(30)

handeling: Het houden van toezicht op de uitvoering van jeugdspaarovereenkomsten door spaarbanken en andere instellingen.

grondslag: Jeugdspaarwet 1958, art. 14 / Jeugdspaarwet 1971, art. 13

periode: 1959-1963

product: verslagen, rapporten

waardering:

Besluit premiespaarregelingen 1961 (Stb. 460), Besluit premiespaarregelingen 1965 (Stb. 261), Besluit Bedrijfsspaarregelingen 1972 (Stb. 719)

(53)

handeling: Het stellen van nadere regels aan spaarregelingen die tot doel hebben het duurzaam bezit onder werknemers van bedrijven te bevorderen.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb. 459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting 1940 (Verordeningen blad 224) onder art. I vierde lid onder b; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningen blad 105) onder art. II, vierde lid onder b; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, vierde lid onder B

periode: 1961-

product: o.a.

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 22 december 1961 (Stb. 460)

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 29 oktober 1963 (Stb. 438)

- Besluit van 18 februari 1964 (Stb. 54) tot vaststelling van een premiespaarregeling voor burgemeesters en tot wijziging van het Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen

waardering:

(54)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van regelingen als spaarregeling.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb.459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting (Verordeningenblad 224) onder art. I zevende lid onder a; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningenblad 105) onder art. II, zevende lid onder a; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, zevende lid, onder a.

periode: 1961-

product: aanwijzingen

waardering:

(89)

handeling: Het opheffen van de Commissie Bezitsspreiding.

periode: 1963

product: opheffingsbeschikking, ministerie van Algemene Zaken, Afd. B.E.A., nr.U 8788

waardering:

5.14. Actor: de Minister van Binnenlandse Zaken

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(3)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wettelijke regelingen inzake bezitsvormingsmaatregelen ten behoeve van overheidspersoneel.

periode: 1960-

product: o.a. Premiespaarregeling Rijksambtenaren (1960, Stb. 48), Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst (1960, Stb. 212), Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst (1968, Stb. 356)

waardering:

Besluit van 20 februari 1960 (Stb. 48) tot vaststelling van een premiespaarregeling voor het burgerlijk rijkspersoneel, het militair personeel en enkele andere personeelsgroepen (Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960) en het Besluit van 27 mei 1968 (Stb. 263) tot vaststelling van een premiespaarregeling voor het burgerlijk rijkspersoneel, het militair personeel en enkele andere groepen van personeel, welks wedde een bepaald bedrag niet te boven gaat (Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968)

(36)

handeling: Het stellen van voorwaarden aan (spaar)instellingen waar het Rijkspersoneel een bijzondere spaarrekening kan openen.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 4, tweede lid / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 4, vierde lid

periode: 1960-

product: ministeriële regelingen

waardering:

(37)

handelingen: Het bepalen dat geen spaarbedragen meer naar instellingen worden overgemaakt die zich niet aan de gestelde voorwaarden houden.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 4, vierde lid / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 4, zevende lid

periode: 1960-

product: beschikkingen

waardering:

(38)

handeling: Het vaststellen van een premiegrondslag: voor speciale gevallen.

grondslag: Premiespaarregeling 1960, art. 6, zesde lid

periode: 1960-

product: beschikkingen

waardering:

(39)

handeling: Het vaststellen van regels over de wijze waarop ingehouden bezoldiging op een bijzondere spaarrekening moet staan.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 6a, 7a, 8a lid 2e en 3e, art. 10, tweede lid, art. 11

periode: 1968

product: o.a. Beschikking van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 27 mei 1968 (Stcrt. 114)

waardering:

(42)

handeling: Het voorbereiden van de benoeming van leden van de Spaarraad en het aanwijzen van de voorzitter door de Kroon.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 11, derde en vierde lid / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 17, derde en vierde lid

periode: 1960-1987

product: KB

waardering:

(43)

handeling: Het aanwijzen van een secretaris ten behoeve van de Spaarraad.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 11, zevende lid / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 17, zevende lid

periode: 1960-1987

product: aanwijzingen

waardering:

(44)

handeling: Het opstellen van nadere voorschriften betreffende de premiespaarregeling, anders dan de in de Premiespaarregeling Rijksambtenaren genoemde, ten behoeve van een specifieke groep van personen.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 12 / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 18

periode: 1960-

product: voorschriften

waardering:

(45)

handeling: Het bepalen dat de Premiespaarregeling Rijksambtenaren voor bepaalde groepen van personen niet van toepassing is.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 12 / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 18

periode: 1960-

product: ministeriële regelingen

waardering:

(46)

handeling: Het vaststellen van voorschriften ter uitvoering van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren voor zover het burgerlijke ambtenaren en personeel, werkzaam op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht betreft.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 13 / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 19

periode: 1960-

product: uitvoeringsvoorschriften, o.a. Beschikking van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 28 mei 1968 (Stcrt. 114) betreffende de Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968

waardering:

(48)

handeling: Het in individuele gevallen toekennen van een spaarpremie, afwijkend van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 24a

periode: 1968-1971

product: beschikkingen

waardering:

Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1960 (Stb. 211) en Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1968 (Stb. 356)

(50)

handeling: Het stellen van voorwaarden aan instellingen om te voldoen aan voorwaarden voor deelneming aan de uitvoering van de Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst.

grondslag: Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1960 (Stb. 211), art. III / Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1968 (Stb. 356), art. III

periode: 1960-

product: beschikking, voorwaarden

waardering:

(51)

handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften ter uitvoering van het besluit Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst.

grondslag: Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1960 (Stb. 211), art. VII / Premiespaarregeling Binnenlandse Veiligheidsdienst 1968 (Stb. 356), art. VII

periode: 1960-

product: regeling

waardering:

Besluit van 18 februari 1964 (Stb. 54) tot vaststelling van een premieregeling voor burgemeesters en tot wijziging van het Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen

(55)

handeling: Het vaststellen dat bepaalde instellingen geen spaarbedragen voor bijzondere spaarrekeningen van burgemeesters krijgen overgemaakt omdat de spaarinstelling niet aan gestelde eisen voldoet.

grondslag: Besluit van 18 februari 1964, art. 4 derde lid

periode: 1964-

product: beschikkingen

waardering:

(56)

handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften ter uitvoering van deze regeling.

grondslag: Besluit van 18 februari 1964, art. 10

periode: 1964-

product: ministeriële regelingen

waardering:

5.15. Actor: de Minister van Financiën

Totstandkoming van wet- en regelgeving

(4)

handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wettelijke regelingen inzake het bezitsvormingsbeleid.

periode: 1945-

product: o.a. Spaarwet 1947 (1947, Stb. H 250), Wet houdende voorzieningen m.b.t. premiespaarregelingen en winstdelingsspaarregelingen voor werknemers (1961, Stb. 459)

waardering:

Spaarwet 1947

(16)

handeling: Het aanwijzen van een voorzitter van de Nationale Spaarraad.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 2, derde lid

periode: 1947-1953

product: Beschikking

waardering:

(17)

handeling: Het vaststellen van bezoldiging en vergoedingen, te betalen aan personeel en leden van de Nationale Spaarraad.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 3, tweede lid

periode: 1947-1953

product: beschikkingen

waardering:

(20)

handeling: Het vaststellen van voorschriften met betrekking tot de werkzaamheden van de Nationale Spaarraad en de Commissie van Toezicht op de Nationale Spaarraad.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 5

periode: 1947-1953

product: voorschriften

waardering:

(21)

handeling: Het uitgeven van Rijksspaarbrieven ten laste van het Rijk ter bevordering van het sparen.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 6, eerste lid

periode: 1947-1953

product: rijksspaarbrieven

waardering:

(22)

handeling: Het vaststellen van de voorwaarden en de wijze van uitgifte en terugbetaling van Rijksspaarbrieven.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 6, tweede lid

periode: 1947-1953

product: voorwaarden

waardering:

(23)

handeling: Het aanwijzen van kantoren waar Rijksspaarbrieven te verkrijgen zijn.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 6, derde lid

periode: 1947-1953

product: aanwijzingen

waardering:

(24)

handeling: Het toekennen van vergoedingen voor bemiddeling aan kantoren waar Rijksspaarbrieven worden uitgegeven.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 6, derde lid

periode: 1947-1953

product: beschikkingen

waardering:

(25)

handeling: Het bepalen dat ten aanzien van een persoon niet meer dan een bepaald bedrag aan Rijksspaarbrieven beschikbaar kan worden gesteld.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 7

periode: 1947-1953

product: beschikkingen

waardering:

Besluit premiespaarregelingen 1961 (Stb. 460), Besluit premiespaarregelingen 1965 (Stb. 261), Besluit Bedrijfsspaarregelingen 1972 (Stb. 719)

(53)

handeling: Het stellen van nadere regels aan spaarregelingen die tot doel hebben het duurzaam bezit onder werknemers van bedrijven te bevorderen.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb. 459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting 1940 (Verordeningen blad 224) onder art. I vierde lid onder b; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningen blad 105) onder art. II, vierde lid onder b; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, vierde lid onder B

periode: 1961-

product: o.a.

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 22 december 1961 (Stb. 460)

- Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen van 29 oktober 1963 (Stb. 438)

- Besluit van 18 februari 1964 (Stb. 54) tot vaststelling van een premiespaarregeling voor burgemeesters en tot wijziging van het Besluit Premiespaarregelingen en Winstdelingsspaarregelingen

waardering:

(54)

handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van regelingen als spaarregeling.

grondslag: Wet van 26 oktober 1961 (Stb.459) tot wijziging van art. 6 van het Besluit op de Loonbelasting (Verordeningenblad 224) onder art. I zevende lid onder a; tot wijziging van art. 26b van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 (Verordeningenblad 105) onder art. II, zevende lid onder a; tot wijziging van art. 6 van de Coördinatie wet Sociale Verzekering (1953, Stb. 177) onder art. III, zevende lid, onder a.

periode: 1961-

product: aanwijzingen

waardering:

Wet van 1 oktober 1965 (Stb. 448) houdende vaststelling van de Algemene Premiespaarwet

(61)

handeling: Het tezamen met de minister aanwijzen van instellingen waar gespaard kan worden, betalingen kunnen worden verricht ten behoeve van de aankoop van effecten of aflossingen van een hypotheek in het kader van de Algemene Premiespaarwet.

grondslag: Algemene Premiespaarwet, art. 3

periode: 1966-1974

product: beschikkingen

waardering:

(90)

handeling: Het, in overleg met de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, instellen van de Werkgroep faciliëring spaarloon.

periode: 1969-?

product: instellingsbeschikking

waardering:

5.16. Actor: de Nationale Spaarraad

Spaarwet 1947

(5)

handeling: Het opstellen van periodieke verslagen.

periode: 1959-1963

product: series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen

waardering:

(18)

handeling: Het benoemen van een Commissie van Toezicht die toezicht uitoefent op de werkzaamheden van het bureau van de Nationale Spaarraad.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 4

periode: 1947-1953

product: benoemingen

waardering:

5.17. Actor: de Commissie van toezicht op de Nationale Spaarraad

Spaarwet 1947

(19)

handeling: Het houden van toezicht op de werkzaamheden van het bureau van de Nationale Spaarraad.

grondslag: Spaarwet 1947, art. 4

periode: 1947-1953

product: verslagen

waardering:

5.18. Actor: de Spaarraad

Premiespaarregeling Rijksambtenaren

(40)

handeling: Het beschikken op bezwaarschriften van belanghebbenden inzake de toekenning van spaarpremies.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 6, tiende lid / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 16 / Beschikking van 17 mei 1968 van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken betreffende de Premiespaarregeling Rijksambtenaren nr. AB68/U1015, art. 8, vijfde lid

periode: 1960-1987

product: beschikkingen

waardering: V

(41)

handeling: Het uitbrengen van verslag aan de minister van Binnenlandse Zaken over de uitvoering van de Premiespaarregeling 1960 en de Premiespaarregeling 1968.

grondslag: Premiespaarregeling 1960, art. 11 eerste lid, b / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 17, eerste lid, b

periode: 1960-1987

product: verslagen

waardering: B (3)

Beschikking van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 27 mei 1968 (Stcrt. 114) betreffende Premiespaarregeling Rijksambtenaren

(49)

handeling: Het beslissen op bezwaarschriften van Rijksambtenaren ten aanzien van door het bevoegd gezag genomen besluiten over de toekenning van spaarpremies.

grondslag: Beschikking Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968 (Stcrt. 114), art. 8, vijfde lid

periode: 1968-

product: beschikkingen

waardering: V

5.19. Actor: de Minister van Defensie

Premiespaarregeling Rijksambtenaren

(47)

handeling: Het vaststellen van voorschriften ter uitvoering van de Premiespaarregeling Rijksambtenaren voor zover het militaire ambtenaren betreft.

grondslag: Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1960, art. 13 / Premiespaarregeling Rijksambtenaren 1968, art. 19

periode: 1960-

product: uitvoeringsvoorschriften

waardering:

5.20. Actor: de Minister van Justitie

Besluit van 23 januari 1973 (Stb. 33) ter uitvoering van artikel 1637s, tweede lid onder c en d Burgerlijk Wetboek (Besluit fondsen en spaarregelingen)

(57)

handeling: Het stellen van voorwaarden waaraan fondsen en spaarregelingen moeten voldoen.

periode: 1973-

product: o.a. Besluit van 23 januari 1973 (Stb. 33) ter uitvoering van artikel 1637s, tweede lid, onder C en D Burgerlijk Wetboek (Besluit fondsen en spaarregelingen)

waardering:

5.21. Actor: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

(69)

handeling: Het tezamen met de Minister voeren van het beheer over het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 2, tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: notulen, nota's

waardering:

(70)

handeling: Het tezamen met de Minister jaarlijks bij afzonderlijke begroting vaststellen van de begroting van inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 3, eerste en tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: begrotingen van inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds

waardering:

(71)

handeling: Het tezamen met de Minister afleggen van de rekening van verantwoording over de inkomsten en uitgaven van het Bezitsvormingsfonds.

grondslag: Wet Bezitsvormingsfonds, art. 3, eerste en tweede lid

periode: 1971-1994 (1997)

product: rekeningen en verantwoording

waardering:

5.22. Actor: de Minister van Economische Zaken

(91)

handeling: Het, in overeenstemming met de minister van Sociale Zaken, instellen van de Interdepartementale werkgroep inkomenspolitiek/subgroep gedifferentieerde winstontwikkeling en bezitsvorming.

periode: 1974-?

product: instellingsbeschikking

waardering:

Naar boven