Besluit vervuilingswaarde ingenomen water

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2001 t/m 31-12-2008

Besluit van 30 november 2000, houdende regels voor de toepassing van artikel 22 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Besluit vervuilingswaarde ingenomen water)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 18 juli 2000, nr. CDJZ/WVW/891, Centrale Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 22, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

De Raad van State gehoord (advies van 16 augustus 2000, nr. W09.00 0317/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 28 november 2000, nr. CDJZ/WVW/1315, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Wet: de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

  • b. het zuurstofverbruik: het zuurstofverbruik bepaald op basis van de som van het chemisch zuurstofverbruik en het zuurstofverbruik door omzetting van stikstofverbindingen, uitgedrukt in kilogrammen;

  • c. de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water: de vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Wet;

  • d. inspecteur: het hoofd, onderscheidenlijk de in artikel 123, derde lid, onder b, van de Waterschapswet, bedoelde ambtenaar van het waterschap;

  • e. analyse: de analyse op het chemisch zuurstofverbruik en het zuurstofverbruik door omzetting van stikstofverbindingen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De vervuilingswaarde per m3 ingenomen water wordt bepaald met behulp van de navolgende tabel.

Indien de bedrijfsruimte of een onderdeel daarvan de volgende bedrijfscategorie betreft:

vervuilingswaarde per m3 ingenomen water:

Werkplaatsen voor motorvoertuigen en motoren

0,031

Bij afwezigheid of onvoldoende functioneren van saneringsmaatregelen

0,091

Inrichtingen uitsluitend bestemd voor het uitwendig reinigen van motorvoertuigen*

0,0066

Aardappelverwerking

0,085

Champignonteeltbedrijven

0,0093

Fruitconservenfabrieken

0,0087

Groenteconservenbedrijven

0,030

Groentewasserijen

0,018

Distilleerderijen/bottelarijen*

0,036

Verf- en drukinktfabrieken

 

producten op basis van organische oplosmiddelen (exclusief de lozing van loogbaden)

0,023

Leerlooierijen

0,017

Limonadefabrieken

0,010

Galvanische bedrijven, galvanische afdelingen binnen metaalverwerkende en overige bedrijven

0,023

Indien proceswater wordt geloosd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemeten

0,0050

Indien proceswater wordt geloosd, waarvan de gebruikte hoeveelheid afzonderlijk wordt gemeten, en geen ontvettingsen/of beitsbaden worden geloosd

0,0030

Grafische bedrijven

0,023

Metaalproducten- en machine-industrie*

0,013

Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd

0,011

Bedrijfsonderdeel bestemd voor het uitwendig reinigen van schepen (na toepassing van een zuiveringstechniek zoals een olieafscheider, bezinkput en zandfiltratie)

0,0040

Elektrotechnische industrie*

0,0070

Indien geen ontvettings- en/of beitsbaden worden geloosd

0,0050

Pelsbereidingsbedrijven

0,017

Pluimveeslachterijen

0,075

Slagerijen

 

Winkel

0,023

Winkel met worstmakerij

0,034

Winkel met worstmakerij en slachterij

0,048

Slachthuizen*

0,087

Textielbedrijven

0,020

Vatenwasserijen*

0,36

Melkveehouderijen*

 

Lozing van voorspoelwater en spoelwater afkomstig van melkinstallaties

0,052

Indien voorspoelwater afkomstig van melkwinningsinstallaties niet wordt geloosd maar separaat wordt afgevoerd

0,0090

Visverwerkende bedrijven:

 

Rokerijen

0,029

Marineerbedrijven bij lozing van voorbaden

0,37

Overige en/of gecombineerde activiteiten

0,070

Viswinkels alsmede bedrijfsruimten ten behoeve van ambulante handel

0,037

Bij het ontbreken van een goed functionerende combinatie van slibvangput en vetafscheider wordt de coëfficiënt van 0,037 verhoogd naar 0,070

 

Vleeswarenbedrijven

0,016

Snackbedrijven

0,061

Wasserijen:

 

Natwasserijen

0,013

Wassalons*

0,015

Zuivelindustrie (jaarlijkse melkaanvoer meer dan 10 miljoen kg)

0,013

Ambachtelijke zuivelverwerking

0,016

IJsbereiding

0,015

Zwem- en badinrichtingen

0,0040

Onderdelen voor suppletie en filterspoeling, voor zover de hoeveelheid water voor suppletie en filterspoeling afzonderlijk wordt vastgesteld.

0,0012

Sauna's

0,011

Onderwijsinstellingen, kazernes, bejaardencentra, woonwagencentra, internaten, recreatiebedrijven, horecabedrijven etc.

0,023

Ziekenhuizen, verpleegtehuizen en psychiatrische inrichtingen

0,020

Vier- en vijfsterrenhotels volgens de Benelux-hotelclassificatie

0,017

Chocolade- en suikerwerkindustrie

0,040

Eierverwerkende industrie

0,075

De niet in deze tabel vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten

0,023

   

* Afvalwater afkomstig van de persoonlijke verzorging van werknemers werkzaam in van bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten die in deze tabel met een * zijn aangeduid

0,023

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Indien in het heffingsjaar voorafgaande aan de toepassing van artikel 22 van de Wet het zuurstofverbruik, voor de betrokken bedrijfsruimte of voor het betrokken onderdeel daarvan, is bepaald met behulp van door meting, bemonstering en analyse verkregen gegevens, wordt in afwijking van artikel 2 de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water bepaald aan de hand van de formule:

C / D x 49,6

waarbij: C = het aantal kilogrammen zuurstofverbruik van de afgevoerde stoffen over de etmalen van het voorafgaande heffingsjaar waarover meting, bemonstering en analyse hebben plaatsgevonden;

D = het aantal m3 ingenomen water over de etmalen van het voorafgaande heffingsjaar waarover meting, bemonstering en analyse hebben plaatsgevonden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 De vervuilingswaarde per m3 ingenomen water kan door de heffingplichtige op zijn kosten op aanvraag, dan wel ambtshalve door de inspecteur op kosten van de betrokken kwaliteitsbeheerder, in afwijking van de artikelen 2 en 3, worden bepaald aan de hand van monsterneming en analyse overeenkomstig het derde lid, onderscheidenlijk aan de hand van meting, bemonstering en analyse overeenkomstig het vierde lid.

  • 2 In dit artikel wordt onder geschatte vervuilingswaarde verstaan: de overeenkomstig artikel 22 van de Wet en artikel 2 van dit besluit aan de hand van de geschatte hoeveelheid in te nemen water berekende vervuilingswaarde met betrekking tot het zuurstofverbruik van de over het heffingsjaar af te voeren stoffen.

  • 3 Bij een geschatte vervuilingswaarde van minder dan 100 vervuilingseenheden:

    • a. wordt over een aantal voor het heffingsjaar representatieve etmalen afzonderlijk een etmaalverzamelmonster van het afgevoerde afvalwater samengesteld dat bestaat uit tenminste 8 deelmonsters die op verschillende voor het etmaal representatieve tijdstippen zijn genomen;

    • b. bedraagt het aantal van de onder a bedoelde etmalen:

      bij een geschatte vervuilingswaarde van:

      minder dan 25 vervuilingseenheden: 4 

      25 tot 50 vervuilingseenheden: 6 

      50 tot 75 vervuilingseenheden: 8 

      75 tot 100 vervuilingseenheden: 10;

    • c. vindt analyse van het onder a bedoelde etmaalverzamelmonster plaats en wordt het resultaat van die analyse uitgedrukt in grammen per m3;

    • d. wordt de som van de onder c bedoelde resultaten van de analyses over de onder a bedoelde etmalen gedeeld door het aantal van die etmalen;

    • e. wordt de uitkomst van de toepassing van het onder d bepaalde gecorrigeerd voor het deel van het ingenomen water dat niet wordt afgevoerd, indien de heffingplichtige aannemelijk maakt dat dat deel 25% of meer bedraagt;

    • f. bedraagt de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water de overeenkomstig d en e gevonden waarde gedeeld door 49.600 grammen.

  • 4 Bij een geschatte vervuilingswaarde van 100 vervuilingseenheden of meer:

    • a. vindt in een aantal voor het heffingsjaar representatieve weken meting, bemonstering en analyse over de daarin gelegen etmalen plaats;

    • b. bedraagt het aantal van de onder a bedoelde weken:

      bij een geschatte vervuilingswaarde van:

      100 tot 250 vervuilingseenheden: 1

      250 tot 500 vervuilingseenheden: 2

      500 tot 750 vervuilingseenheden: 3

      750 tot 1000 vervuilingseenheden: 4

      1000 en meer vervuilingseenheden:

      het door de inspecteur te bepalen aantal dat ten hoogste 12 kan bedragen;

    • c. wordt het zuurstofverbruik in de onder a bedoelde etmalen afgevoerde stoffen gedeeld door de hoeveelheid in die etmalen ingenomen water;

    • d. bedraagt de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water de uitkomst van de toepassing van onderdeel c, gedeeld door 49,6 kilogrammen.

  • 6 De inspecteur beslist op een in het eerste lid bedoelde aanvraag bij voor bezwaar vatbare beschikking en geeft daarin in ieder geval voorschriften met betrekking tot:

    • a. de tijdstippen en de etmalen waarop monsterneming en analyse moeten plaatsvinden, onderscheidenlijk de meetweek dan wel meetweken gedurende welke meting, bemonstering en analyse moeten plaatsvinden;

    • b. de bepaling van de hoeveelheid ingenomen water;

    • c. de correctie bedoeld in het derde lid, onder e;

    • d. de melding van verandering of te verwachten veranderingen die van invloed kunnen zijn op de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water van de betrokken bedrijfsruimte of het betrokken onderdeel van de bedrijfsruimte.

  • 7 Een op basis van dit artikel bepaalde vervuilingswaarde per m3 ingenomen water geldt voor de betrokken bedrijfsruimte of het betrokken onderdeel van de bedrijfsruimte tot het heffingsjaar waarin dit artikel hetzij door de heffingplichtige hetzij door de inspecteur opnieuw wordt toegepast.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

De veranderingen in de bedrijfsomstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een wijziging van de vervuilingswaarde per m3 ingenomen water worden onverwijld aan de inspecteur gemeld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vervuilingswaarde ingenomen water.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 november 2000

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Uitgegeven de veertiende december 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven