Verordening Verklaringen Vakbekwaamheid Assurantiebemiddelingsbedrijf 2000

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 07-01-2001 t/m heden

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 september 2000 houdende regelen krachtens welke de afgifte plaatsvindt van de in artikel 4, achtste lid, van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf bedoelde verklaringen (Verordening Verklaringen Vakbekwaamheid Assurantiebemiddelingsbedrijf 2000)

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.

de raad:

de Sociaal-Economische Raad;

2.

de wet:

de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf;

3.

verklaring:

de verklaring bedoeld in artikel 4, achtste lid, tweede volzin, van de wet, inhoudende dat degene op wiens naam de verklaring is gesteld, voldoet aan hetzij de vakbekwaamheidseisen bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, hetzij de vakbekwaamheidseisen bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet.

§ 2. Verklaringen

Artikel 2

De raad geeft een verklaring op hun aanvraag af aan degenen die bij de afgifte een onmiddellijk redelijk belang hebben en tevens voldoen aan de in deze verordening omschreven vereisten.

Artikel 3

De raad geeft een verklaring slechts af indien de aanvrager, gezien zijn persoonlijke omstandigheden, in het verleden redelijkerwijs niet in de gelegenheid is geweest een hetzij krachtens artikel 4, achtste lid, eerste volzin, van de wet, hetzij krachtens artikel 5, derde lid, eerste volzin, van de Wet Assurantiebemiddeling 1952 aangewezen examendiploma te verwerven, en voorts van hem in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij zich alsnog onderwerpt aan het examen ter verkrijging van zulk een diploma aangewezen krachtens artikel 4, achtste lid, eerste volzin, van de wet.

Artikel 4

  • 1 De verklaring dat de aanvrager voldoet aan de vakbekwaamheidseisen bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt afgegeven aan degene die

    • a. ten minste 40 jaren oud is;

    • b.

      • ten minste vijftien jaren werkzaam is geweest in het verzekeringsbedrijf of het assurantiebemiddelingsbedrijf,

      • en daarvan ten minste vijf jaren onmiddellijk aan de indiening van het verzoek voorafgaande een vooraanstaande en in vaktechnische zin beleidsbepalende positie in dat bedrijf heeft bekleed voor het vervullen waarvan een gelijkwaardige vakbekwaamheid is vereist als voortvloeit uit het bezit van het diploma assurantiebemiddeling A, afgegeven door of namens de minister van Financiën,

      • en in die positie regelmatig aangelegenheden heeft behandeld betreffende de navolgende onderdelen:

      • levensverzekering, met uitzondering van volksverzekering en uitvaartverzekering in natura,

      • brandverzekering, uitgebreid met dekking tegen andere gevaren dan brand, en verzekering ter zake van bedrijfsschade,

      • transportverzekering, en

      • variaverzekering,

    mits de bemoeiing met twee van genoemde vier onderdelen intensief is geweest.

  • 2 De verklaring bedoeld in het voorgaande lid kan in bijzondere gevallen eveneens worden afgegeven aan degene, die weliswaar niet volledig voldoet aan de vereisten van dat lid onder b. aangaande de duur en de aard der verrichte werkzaamheden maar wiens kennis van het verzekeringsbedrijf of het assurantiebemiddelingsbedrijf, mede gelet op zijn opleiding of vakstudie, desalniettemin is aan te merken als gelijkwaardig aan die, voortvloeiende uit het voldoen aan bedoelde vereisten.

Artikel 5

  • 1 De verklaring dat de aanvrager voldoet aan de vakbekwaamheidseisen bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet wordt afgegeven aan degene die

    • a. ten minste 40 jaren oud is;

    • b.

      • ten minste tien jaren werkzaam is geweest in het verzekeringsbedrijf of het assurantiebemiddelingsbedrijf,

      • en daarvan ten minste vier jaren onmiddellijk aan de indiening van het verzoek voorafgaande een functie in dat bedrijf heeft bekleed voor het vervullen waarvan een gelijkwaardige vakbekwaamheid is vereist als voortvloeit uit het bezit van het diploma assurantiebemiddeling B, afgegeven door of namens de minister van Financiën,

      • en in die functie regelmatig aangelegenheden heeft behandeld betreffende de navolgende onderdelen:

      • levensverzekering, met uitzondering van volksverzekering en uitvaartverzekering in natura,

      • brandverzekering, uitgebreid met dekking tegen andere gevaren dan brand, en verzekering ter zake van bedrijfsschade,

      • transportverzekering, en

      • variaverzekering,

    mits de bemoeiing met een van de genoemde vier onderdelen intensief is geweest.

  • 2 De verklaring bedoeld in het voorgaande lid kan in bijzondere gevallen eveneens worden afgegeven aan degene, die weliswaar niet volledig voldoet aan de vereisten van dat lid onder b. aangaande de duur en de aard der verrichte werkzaamheden maar wiens kennis van het verzekeringsbedrijf of het assurantiebemiddelingsbedrijf, mede gelet op zijn opleiding of vakstudie, desalniettemin is aan te merken als gelijkwaardig aan die, voortvloeiende uit het voldoen aan de bedoelde vereisten.

§ 3. Vakproeven en Commissie Vakproeven

Artikel 6

  • 1 Een aanvrager van een verklaring als bedoeld in artikel 4 en in artikel 5 dient als regel zijn kennis van het verzekeringsbedrijf of het assurantiebemiddelingsbedrijf aan te tonen door het met gunstig gevolg afleggen van een vakproef.

  • 2 Van de vakproef kan slechts worden afgezien indien naar het oordeel van de raad het afleggen van zulk een proef van de aanvrager niet behoeft te worden gevergd.

  • 3 Van de vakproef kan eveneens worden afgezien indien naar het oordeel van de raad het afleggen van zulk een proef gezien de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, in redelijkheid niet kan worden verlangd.

  • 4 De proeven hebben betrekking op alle onderdelen van het verzekeringswezen, waarmede de verzoeker zich ingevolge de vereisten van de artikelen 4 of 5 van deze verordening moet hebben beziggehouden.

  • 5 De in deze verordening voorziene vakbekwaamheidsproeven worden mondeling afgelegd ten overstaan van de Commissie Vakproeven Wet Assurantiebemiddelingsbedrijf met inachtneming van het Reglement vakbekwaamheidsproeven Wet assurantiebemiddelingsbedrijf.

Den Haag, 15 september 2000

H.H.F. Wijffels

voorzitter

N.C.M. van Niekerk

algemeen secretaris

Goedgekeurd door de Minister van Financiën bij besluit van 21 december 2000, nr. FM/2000/1751U.

Naar boven