Nederlandse uitvoeringsvoorschriften 2000 belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992

[Regeling vervallen per 04-11-2007.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-07-2000 t/m 03-11-2007

Nederlandse uitvoeringsvoorschriften 2000 belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de op 18 december 1992 te Washington tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 1993, 77 en 158), zoals deze is gewijzigd bij het op 13 oktober 1993 te Washington gesloten Protocol tot wijziging van voornoemde Overeenkomst (Trb. 1993, 184), en gelet op de regeling van 27 maart 2000, nr. IFZ/2000/326 M, die op grond van artikel 29 van de genoemde Overeenkomst is getroffen tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika (Stcrt. 2000, 79);

Besluit:

Algemeen

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Deze regeling verstaat onder:

    a) Verdrag:

    de op 18 december 1992 te Washington tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met briefwisseling en memorandum van overeenstemming, zoals deze Over-eenkomst is gewijzigd bij het op 13 oktober 1993 te Washington gesloten Protocol tot wijziging van voornoemde Overeenkomst, met briefwisseling;

    b) dividend:

    dividend zoals bedoeld in artikel 10, vierde lid, van het Verdrag.

  • 2 Deze regeling neemt verder de begrippen van het Verdrag over.

Amerikaanse bronbelasting

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Indien een in Nederland gevestigd administratiekantoor dividend betaald door een lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika ontvangt en degene die als certificaathouder die opbrengst geniet, geen aanspraak heeft op verlaging van het belastingtarief ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag, of op de vrijstelling ingevolge artikel 35 of artikel 36 van het Verdrag, is de in Nederland wonende of gevestigde bankier of commissionair bij wie het door het administratiekantoor uitgegeven certificaat is gedeponeerd of de in Nederland wonende of gevestigde bankier aan wie het dividendbewijs het eerst ter verzilvering of ten verkoop is aangeboden, verplicht wegens aan de Verenigde Staten van Amerika nog verschuldigde inkomstenbelasting (Federal Income Tax) een aanvullend belastingbedrag in te houden. Dit aanvullende belastingbedrag is gelijk aan het verschil tussen de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die zonder toepassing van het Verdrag zou zijn ingehouden (30 percent bij het in werking treden van deze regeling) en de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die van het dividend reeds is ingehouden.

  • 2 De ingevolge het eerste lid ingehouden bedragen moeten binnen één maand na het einde van het kalenderkwartaal waarin de inhouding heeft plaatsgevonden, worden overgemaakt aan De Nederlandsche Bank (rekening Hoofd van de Belastingdienst/Particu-lieren/Ondernemingen buitenland te Heerlen, Belasting van de Verenigde Staten van Amerika) zonder dat deze bedragen in dollars worden omgezet.

  • 3 De bankier of commissionair die ingehouden bedragen overmaakt, is gehouden tegelijk met de overmaking bij de inspecteur van de Belasting-dienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, een aangifte in tweevoud in te zenden op een formulier volgens het in bijlage 1 opgenomen model (formulier `IB 91 USA')

  • 4 Indien de aanvullende belasting ten onrechte niet of niet tot het juiste be-drag is ingehouden of afgedragen, kan de inspecteur van de Belastingdienst/ Particulieren/Ondernemingen buitenland, de te weinig ingehouden of afgedragen belasting van de bankier of commissionair naheffen met overeenkomstige toepassing van artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 De bankier, commissionair in effecten en ieder ander zoals een bewindvoerder, beheerder van een onverdeelde boedel, executeur-testamentair, curator, voogd, notaris, een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap met meer dan één hoofdelijk aansprakelijke vennoot, die in Nederland woont of gevestigd is of een adres in Nederland heeft, en die als tussenpersoon of als gemachtigde of anderszins dividend ontvangt, betaald door een lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, dat geheel of gedeeltelijk toekomt aan een persoon die geen aanspraak heeft op verlaging van het belastingtarief ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag, of op de vrijstelling ingevolge artikel 35 of artikel 36 van het Verdrag, zijn verplicht wegens aan de Verenigde Staten van Amerika nog verschuldigde inkomstenbelasting (Federal Income Tax) een aanvullend belastingbedrag in te houden op het dividend voorzover het toekomt aan een zodanig persoon. Dit aanvullende belastingbedrag is gelijk aan het verschil tussen de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die zonder toepassing van het Verdrag zou zijn ingehouden (30 percent bij het in werking treden van deze regeling) en de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die van het dividend reeds is ingehouden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Indien dividend, betaald door een lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, toekomt aan een inwoner van Nederland en wordt uitbetaald door of door tussenkomst van een in België, Canada of Frankrijk wonende of gevestigde bankier of andere tussenpersoon, kan de inhouding van een aanvullend belastingbedrag wegens aan de Verenigde Staten van Amerika nog verschuldigde inkomstenbelasting (Federal Income Tax) door de Belgische, Canadese of Franse bankier of andere tussenpersoon achterwege worden gelaten, mits aan die bankier of andere tussenpersoon een verklaring in tweevoud wordt overgelegd volgens het onderscheidenlijk in bijlage 2 opgenomen model (formulier `IB 94 BEL')

  • 2 Indien blijkt dat de in het eerste lid bedoelde verklaring ten onrechte is afgegeven, zijn de in Nederland wonende of gevestigde bankiers of andere tussenpersonen die het dividend doorbetalen, verplicht wegens de aan de Verenigde Staten van Amerika nog verschuldigde inkomstenbelasting (Federal Income Tax) een aanvullend belastingbedrag in te houden op het dividend. Dit aanvullende belastingbedrag is gelijk aan het verschil tussen de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die zonder toepassing van het Verdrag zou zijn ingehouden (30 percent bij het in werking treden van deze regeling) en de belasting van de Verenigde Staten van Amerika, die van het dividend reeds is ingehouden.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 De vennootschap die dividend verschuldigd is, degene bij wie de op-brengst betaalbaar is gesteld, het administratiekantoor dat de opbrengst doorbetaalt aan certificaathouders, en degene tot wiens beroep het kopen of innen van dividendbewijzen gewoonlijk behoort, zijn bevoegd die opbrengst uit te betalen onder aftrek van dividendbelasting naar een tarief van 15 percent, indien de gerechtigde tot de opbrengst (niet zijnde een vrijgesteld pensioenfonds of een vrijgestelde organisatie als bedoeld in artikel 35 respectievelijk artikel 36 van het Verdrag) ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting en bij het dividendbewijs overlegt:

    • a. een door hem ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud op een formulier volgens het in bijlage 5 opgenomen model (formulier `IB 92 USA')3;

    • b. een ingevulde en ondertekende bankiersverklaring, opgenomen op het in onderdeel a bedoelde formulier, afgegeven door degene die daartoe ingevolge het tweede lid van dit artikel bevoegd is.

  • 2 Tot de afgifte van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde bankiersverklaring zijn bevoegd degenen die

    • a. lid zijn van de New York Stock Exchange of van de American Stock Exchange; of

    • b. als bank lid zijn van het Federal Reserve System; of

    • c. lid zijn van een erkende bankiersvereniging in een ander land dan de Verenigde Staten van Amerika, mits de desbetreffende effecten in dat andere land zijn gelegen.

  • 3 Voorzover dividendbelasting die is ingehouden en afgedragen, ingevolge het eerste lid bij de uitbetaling van de opbrengst niet in aftrek is gebracht, wordt deze aan de vennootschap teruggegeven na indiening van een verzoek bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd, onder overlegging van de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde verklaring in tweevoud en de in dat lid, onderdeel b, bedoelde bankiersverklaring. De vorenbedoelde inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 4 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij uit hoofde van zijn eigendomsrechten met betrekking tot de in punt 2 van het formulier `IB 92 USA' vermelde effecten, op de in dat punt vermelde datum(s) van betaalbaarstelling gerechtigd is (was, zal zijn) tot de in dat punt vermelde inkomsten, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten. In dat geval mag het formulier `IB 92 USA' slechts worden gebruikt als verzoek om gedeeltelijke teruggaaf van dividendbelasting.

  • 5 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij de in punt 2 van het formulier `IB 92 USA' vermelde effecten niet heeft verkregen ingevolge enige overeenkomst, optie of regeling, waarbij hij is overeengekomen of kan worden verplicht de effecten weer te verkopen of over te dragen, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten. In dat geval mag het formulier `IB 92 USA' slechts worden gebruikt als verzoek om gedeeltelijke teruggaaf van dividendbelasting.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Een inwoner van de Verenigde Staten van Amerika (niet zijnde een vrijgesteld pensioenfonds of een vrijgestelde organisatie als bedoeld in artikel 35 respectievelijk artikel 36 van het Verdrag) die ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting en zijn aanspraak niet op voet van artikel 5 heeft kunnen geldend maken, heeft recht op teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting te veel is ingehouden.

  • 2 Tot het verkrijgen van teruggaaf levert de belanghebbende een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud op een formulier volgens het in bijlage 5 opgenomen model (formulier `IB 92 USA')

  • 3 Indien de opbrengst niet is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon en de belanghebbende dientengevolge niet in het bezit is van een in het tweede lid bedoelde dividendnota, zendt hij een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud als bedoeld in het tweede lid, tezamen met een ingevulde en ondertekende bankiersverklaring, voorkomende op het formulier, waarop de eerstbedoelde verklaring is gesteld, rechtstreeks toe aan de inspecteur van de Belasting-dienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, onder bijvoeging van een dividendnota of ander bewijsstuk, waaruit blijken:

    a) de desbetreffende opbrengst, en

    b) het feit dat de terug te geven belasting door de belanghebbende is be-taald.

    De inspecteur van de Belastingdienst/ Particulieren/Ondernemingen buitenland beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger van de Belastingdienst/ Particulieren/Ondernemingen buitenland aan de belanghebbende overgemaakt.

  • 4 Indien vorenbedoelde inspecteur gerede twijfel heeft of de gerechtigde tot de opbrengst voldoet aan de voorwaarden van artikel 26 van het Ver-drag, kan hij door tussenkomst van de directie Bestuursondersteuning Belas-tingdienst van het Ministerie van Financiën om inlichtingen verzoeken aan de bevoegde Amerikaanse autoriteit.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Een lichaam dat aan een lichaam (niet zijnde een vrijgesteld pensioenfonds of een vrijgestelde organisatie als bedoeld in artikel 35 respectievelijk artikel 36 van het Verdrag) dat inwoner van de Verenigde Staten van Amerika is en dat onmiddellijk ten minste 10 percent van het totale aantal stemmen in het eerstbedoelde lichaam bezit, dividenden betaalt waarop ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag ten hoogste 5 percent dividendbelasting mag worden ingehouden, kan bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied het is gevestigd, het verzoek indienen ontslagen te worden van de verplichting tot inhouding van die belasting voorzover deze meer dan 5 percent bedraagt.

  • 2 In het verzoek wordt opgaaf ver-strekt van:

    • a) de naam, de plaats van vestiging en het adres van het in het eerste lid bedoelde lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika;

    • b) het totale aantal stemmen in het Nederlandse lichaam;

    • c) het aantal van die stemmen dat het in het eerste lid bedoelde lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, onmiddellijk in het Nederlandse lichaam bezit.

    In het verzoek wordt voorts verklaard dat het bedoelde lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 26 van het Verdrag.

  • 3 Indien de inspecteur gunstig op het verzoek beslist, blijft zijn beslissing van kracht met betrekking tot elk daarin genoemd lichaam dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika zolang

    - het lichaam inwoner van de Verenig-de Staten van Amerika blijft, en

    - het lichaam onmiddellijk ten minste 10 percent van het totale aantal stemmen in het Nederlandse lichaam bezit, en

    - het lichaam blijft voldoen aan de voorwaarden van artikel 26 van het Verdrag.

    De bestuurder van de Nederlandse vennootschap, aan wie blijkt of die redelijkerwijs moet vermoeden dat zulks in enig opzicht niet meer het geval is, is gehouden daarvan aan vorenbedoelde inspecteur schriftelijk mededeling te doen vóór de eerstvolgende vaststelling van dividend.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Indien dividendbelasting is ingehouden van dividenden, betaald door een lichaam aan een lichaam (niet zijnde een vrijgesteld pensioenfonds of een vrijgestelde organisatie als bedoeld in artikel 35 respectievelijk artikel 36 van het Verdrag) dat inwoner van de Verenigde Staten van Amerika is, terwijl ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag de daarop in te houden dividendbelasting 5 percent bedraagt, kan dat Amerikaan-se lichaam een verzoek om teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting te veel is ingehouden, richten tot de inspecteur binnen wiens ambtsgebied het Nederlandse lichaam is gevestigd.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt ingeleverd bij het lichaam dat de dividenden heeft betaald. Dit zendt het verzoek aan de in het eerste lid bedoelde inspecteur, nadat het daaraan de in artikel 7, tweede lid, bedoelde gegevens en de in dat lid bedoelde verklaring heeft toegevoegd. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 3 Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger ten behoeve van het belanghebbende Amerikaanse lichaam aan het Nederlandse lichaam overgemaakt.

  • 4 Indien vorenbedoelde inspecteur gerede twijfel heeft of de gerechtigde tot de opbrengst voldoet aan de voorwaarden van artikel 26 van het Ver-drag, kan hij door tussenkomst van de directie Bestuursondersteuning Belas-tingdienst van het Ministerie van Financiën om inlichtingen verzoeken aan de bevoegde Amerikaanse autoriteit.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden genoten door vrijgestelde pensioenfondsen en vrijgestelde organisaties (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Een inwoner van de Verenigde Staten van Amerika die ingevolge artikel 35 of artikel 36 van het Verdrag aanspraak heeft op vrijstelling van dividendbelasting voor dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag, heeft recht op teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting is ingehouden.

  • 2 Tot het verkrijgen van teruggaaf levert de belanghebbende een ingevulde verklaring, voorzien van dagtekening en ondertekening door belanghebbende van de daarop voorkomende bevestiging omtrent het voldoen aan de voorwaarden van artikel 35, in samenhang met de regeling van 27 maart 2000, nr. IFZ/2000/326 M, die op grond van artikel 29 van het Verdrag is getroffen tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika (Stcrt. 2000, 79), of artikel 36 van het Verdrag in tweevoud op een formulier volgens het in bijlage 6 respectievelijk bijlage 7 opgenomen model (formulier `IB 96 USA' respectievelijk formulier `IB 95 USA')

  • 3 Indien de opbrengst niet is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon en de belanghebbende dientengevolge niet in het bezit is van een in het tweede lid bedoelde dividendnota, zendt hij de in het tweede lid bedoelde verklaring omtrent het voldoen aan de voorwaarden van artikel 35, in samenhang met de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79), of artikel 36 van het Verdrag rechtstreeks toe aan de inspecteur van de Belasting-dienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, onder bijvoeging van een dividendnota of ander bewijsstuk, waaruit blijken:

    • a) de desbetreffende opbrengst, en

    • b) het feit dat de terug te geven belasting door de belanghebbende is betaald.

    De inspecteur van de Belastingdienst/ Particulieren/Ondernemingen buitenland beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger van de Belastingdienst/ Particulieren/Ondernemingen buitenland aan de belanghebbende overgemaakt.

  • 4 Indien vorenbedoelde inspecteur gerede twijfel heeft of de gerechtigde tot de opbrengst voldoet aan de voorwaarden van artikel 26 van het Verdrag, kan hij door tussenkomst van de directie Bestuursondersteuning Belastingdienst van het Ministerie van Financiën om inlichtingen verzoeken aan de bevoegde Amerikaanse autoriteit.

  • 5 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij uit hoofde van zijn eigendomsrechten met betrekking tot de in punt 2 van het formulier `IB 95 USA' of formulier `IB 96 USA' vermelde effecten, op de in dat punt vermelde datum(s) van betaalbaarstelling gerechtigd is (was, zal zijn) tot de in dat punt vermelde inkomsten, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten.

  • 6 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij de in punt 2 van het formulier `IB 95 USA' of formulier `IB 96 USA' vermelde effecten niet heeft verkregen ingevolge enige overeenkomst, optie of regeling, waarbij hij is overeengekomen of kan worden verplicht de effecten weer te verkopen of over te dragen, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden genoten door vrijgestelde pensioenfondsen en vrijgestelde organisaties (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Een inwoner van de Verenigde Staten van Amerika die ingevolge artikel 35 of artikel 36 van het Verdrag aanspraak heeft op vrijstelling van dividendbelasting voor dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag, heeft recht op teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting is ingehouden.

  • 2 Tot het verkrijgen van teruggaaf richt de belanghebbende een verzoek aan de inspecteur binnen wiens ambtsgebied het dividendbetalende Nederlandse lichaam is gevestigd.

    In het verzoek wordt verklaard dat wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 35, in samenhang met de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79), of artikel 36 van het Verdrag.

  • 3 Het in het tweede lid bedoelde verzoek wordt ingeleverd bij het lichaam dat de dividenden heeft betaald. Dit zendt het verzoek aan de in het tweede lid bedoelde inspecteur, nadat het daaraan de in artikel 7, tweede lid, bedoelde gegevens heeft toegevoegd. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 4 Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger ten behoeve van belanghebbende aan het Nederlandse lichaam overgemaakt.

  • 5 Indien vorenbedoelde inspecteur gerede twijfel heeft of de gerechtigde tot de opbrengst voldoet aan de voorwaarden van artikel 26 van het Verdrag, kan hij door tussenkomst van de directie Bestuursondersteuning Belastingdienst van het Ministerie van Financiën om inlichtingen verzoeken aan de bevoegde Amerikaanse autoriteit.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden genoten door vrijgestelde pensioenfondsen en vrijgestelde organisaties (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 In afwijking van artikel 9 zijn de vennootschap die dividend verschuldigd is, degene bij wie de opbrengst betaalbaar is gesteld, het administratiekantoor dat de opbrengst doorbetaalt aan certificaathouders, en degene tot wiens beroep het kopen of innen van dividendbewijzen gewoonlijk behoort, bevoegd die opbrengst uit te betalen zonder inhouding van dividendbelasting, indien de gerechtigde tot de opbrengst een vrijgesteld pensioenfonds als bedoeld in artikel 35 van het Verdrag is, die gerechtigde voor dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag aanspraak heeft op vrijstelling van dividendbelasting en bij het dividendbewijs overlegt:

    • a. een certificaat (Formulier 6166), geldig voor het betrokken belastingjaar en afgegeven door de Amerikaanse Internal Revenue Service overeenkomstig de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79), of een geldige kwalificatiebeschikking, afgegeven door de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland overeenkomstig laatstgenoemde regeling;

    • b. een door de bedoelde gerechtigde ingevulde en ondertekende verklaring, waarin is opgenomen een bevestiging omtrent het voldoen aan de voorwaarden van artikel 26 en artikel 35 van het Verdrag, in samenhang met de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79), in tweevoud op een formulier volgens het in bijlage 6 opgenomen model (formulier `IB 96 USA')6;

    • c. een ingevulde en ondertekende bankiersverklaring, opgenomen op het in onderdeel b bedoelde formulier, afgegeven door degene die daartoe ingevolge artikel 5, tweede lid, bevoegd is.

Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden genoten door vrijgestelde pensioenfondsen en vrijgestelde organisaties (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 In afwijking van artikel 10 kan een lichaam dat aan een vrijgesteld pensioenfonds als bedoeld in artikel 35 van het Verdrag, dat inwoner van de Verenigde Staten van Amerika is, dividenden als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van het Verdrag betaalt waarop ingevolge artikel 35 van het Verdrag geen dividendbelasting mag worden ingehouden, bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied het is gevestigd, het verzoek indienen ontslagen te worden van de verplichting tot inhouding van die belasting.

  • 2 Bij het verzoek wordt overgelegd een geldig certificaat (Formulier 6166), afgegeven door de Amerikaanse Internal Revenue Service overeenkomstig de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79), of een geldige kwalificatiebeschikking, afgegeven door de Belastingdienst/Particulieren/Onderne-mingen buitenland overeenkomstig laatstgenoemde regeling.

    In het verzoek wordt voorts opgaaf verstrekt van:

    • a) de naam, de plaats van vestiging en het adres van het in het eerste lid bedoelde pensioenfonds dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika;

    • b) het totale aantal stemmen in het Nederlandse lichaam;

    • c) het aantal van die stemmen dat het in het eerste lid bedoelde pensioenfonds dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, onmiddellijk in het Nederlandse lichaam bezit.

    In het verzoek wordt bovendien verklaard dat het bedoelde pensioenfonds dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika, voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 26 en artikel 35 van het Verdrag, in samenhang met de regeling van 27 maart 2000 (Stcrt. 2000, 79).

  • 3 Indien de inspecteur gunstig op het verzoek beslist, blijft zijn beslissing van kracht met betrekking tot elk daarin genoemd pensioenfonds dat inwoner is van de Verenigde Staten van Amerika zolang

    - het pensioenfonds inwoner van de Verenigde Staten van Amerika blijft, en

    - het pensioenfonds onmiddellijk ten minste 10 percent van het totale aantal stemmen in het Nederlandse lichaam bezit, en

    - het pensioenfonds blijft voldoen aan de voorwaarden van artikel 26 van het Verdrag en

    - het certificaat van de Amerikaanse Internal Revenue Service of de kwalificatiebeschikking van de Belasting-dienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland geldig is.

    De bestuurder van de Nederlandse vennootschap, aan wie blijkt of die redelijkerwijs moet vermoeden dat zulks in enig opzicht niet meer het geval is, is gehouden daarvan aan vorenbedoelde inspecteur schriftelijk mededeling te doen vóór de eerstvolgende vaststelling van dividend.

Delegatiebepaling

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

In afwijking van deze regeling kunnen ter vereenvoudiging van de uitvoering van deze regeling, onder nadere voorwaarden, bijzondere regelingen worden getroffen.

Formele bepaling

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

De in deze regeling bedoelde aangiften, verklaringen, verzoeken, opgaven, gegevens en mededelingen moeten duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden gedaan of verstrekt.

Verjaringstermijn

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Verzoeken om teruggaaf van belasting, als bedoeld in de artikelen 6, 8, 9 en 10, moeten bij de bevoegde inspecteur zijn ingediend binnen een tijdvak van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

Formulieren

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

De in de artikelen 2, derde lid, 4, eerste lid, 5, eerste lid, onderdeel a, 6, tweede lid, 9, tweede lid, en 11, eerste lid, on-derdeel b, bedoelde formulieren worden van rijkswege verstrekt. De formulieren zijn op aanvraag kosteloos verkrijgbaar bij de Belastingdienst/ Centrum voor facilitaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn.

Intrekking

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

De regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 30 december 1993, nr. IFZ93/1292 (Stcrt. van 30 december 1993, nr. 252, en van 5 januari 1994, nr. 3), zoals laatstelijk gewijzigd bij artikel XXIII van de regeling van 23 december 1996, nr. IFZ96/1630 M (Stcrt. van 30 december 1996, nr. 250), wordt ingetrokken.

Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 04-11-2007]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Nederlandse uitvoeringsvoorschriften 2000 belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992.

  • 2 Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Financiën, directie Internationale Fiscale Zaken.

  • 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

  • 4 Deze regeling vindt toepassing met betrekking tot dividenden die betaald zijn of betaalbaar zijn gesteld op of na 1 juli 2000.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.J. Bos

Naar boven