1 De gemeente registreert gedurende de periode dat het Digitaal Trapveld operationeel
is, jaarlijks de behaalde resultaten op het gebied van de doelstellingen, bedoeld
in artikel 3, en stelt deze gegevens ter beschikking aan de minister voor tussentijdse kennisuitwisseling.
De gemeente gebruikt hiervoor de volgende indicatoren:
-
· Het percentage wijkbewoners dat jaarlijks in het Digitaal Trapveld kennis maakt met
Informatie- en Communicatietechnologie / Internet;
-
· Het percentage wijkbewoners dat jaarlijks gebruik maakt van de faciliteiten van het
Digitaal Trapveld gericht op verbetering van de arbeidsmarktpositie;
De gemeente bepaalt zelf een op de lokale situatie toegesneden indicator voor de versterking
van de sociale cohesie in de wijk. De gemeenten Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda,
Den Haag, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond,
Hengelo, ‘s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam,
Tilburg, Utrecht, Venlo en Zwolle kunnen hiervoor aansluiten bij de meetbare doelstelling
’versterken sociale infrastructuur’, aangegeven in de Meerjaren Ontwikkelings Programma’s
Grotestedenbeleid 1999-2003/2004 en de gemeenten Alkmaar, Amersfoort, Emmen, Lelystad
en Zaanstad kunnen hiervoor aansluiten bij de doelstellingen zoals geformuleerd in
de wijkplannen 2000 - 2003.