Regeling aanvullende vergoeding scholing AOC’s en categoriaal vbo-groen 1999

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 05-12-1999 t/m 23-01-2004

Regeling aanvullende vergoeding scholing AOC’s en categoriaal vbo-groen 1999

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voorgezet onderwijs en artikel 12.3.48, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school:

uit ’s Rijks kas bekostigde school waar voorbereidend beroepsonderwijs wordt gegeven, als bedoeld in artikel 10a van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitsluitend een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, alsmede een Agrarische Opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 10c, onderdeel d, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

b. leerwegondersteunend onderwijs:

onderwijs als bedoeld in artikel 10e van de Wet op het voortgezet onderwijs;

c. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school ontvangt in het schooljaar 1999 - 2000 een aanvullende vergoeding voor de scholing van docenten die op de school het afdelingsvak landbouw en natuurlijke omgeving, als bedoeld in artikel 26h en artikel 26i, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., of het intrasectorale programma landbouwbreed, zoals genoemd in de Regeling vaststelling examenprogramma’s voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), verzorgen of zullen verzorgen.

  • 2 De aanvullende vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bedraagt:

    • a. f 25,- per leerling in de leerjaren 3 en 4, die voorbereidend beroepsonderwijs volgt in de afdeling landbouw en de natuurlijke omgeving;

    • b. f 50,- per leerling in de leerjaren 3 en 4, die leerwegondersteunend onderwijs volgt.

  • 3 De aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat op 1 oktober 1997 is ingeschreven bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde school.

  • 4 De aanvullende vergoeding wordt aangewend voor de scholing van docenten die het afdelingsvak landbouw en natuurlijke omgeving, als bedoeld in artikel 26h en artikel 26i, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., of het intrasectorale programma landbouw-breed, zoals genoemd in de Regeling vaststelling examenprogramma’s voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), verzorgen of zullen verzorgen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De minister zendt het bevoegd gezag van de school in de maand december 1999 een beschikking omtrent de vaststelling van de aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 2. Voor de vaststelling van de vergoeding behoeft het bevoegd gezag van de school geen aanvraag in te dienen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende vergoeding scholing AOC’s en categoriaal vbo-groen 1999.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Naar boven