Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden

[Regeling vervallen per 03-04-2008.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 29-04-2005 t/m 02-04-2008

Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies,

Besluit:

Artikel 1. begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. de minister:

    de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    b. convenant:

    een convenant arbeidsomstandigheden in het kader van de nota: ’Arboconvenanten nieuwe stijl: beleidsstrategie voor de komende vier jaar (1999-2002)’, (Kamerstukken II 1998/99, 26 375, nr. 1);

    c. arboplusconvenant:

    een convenant als bedoeld in onderdeel b waarbij naast preventieve afspraken, kwantitatieve afspraken zijn gemaakt op het terrein van terugdringing van ziekteverzuim en daling van de WAO-instroom in het kader van de nota: ‘Tweede faseconvenanten’, gepubliceerd op de internetsites: www.arboconvenanten.szw.nl en www.arbo.nl;

    d. intentieverklaring:

    een preconvenant waarin partijen vastleggen bereid te zijn een taakstellend convenant of arboplusconvenant af te sluiten;

    e. BBC:

    een tripartiet ingestelde branchebegeleidingscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van partijen bij een intentieverklaring of een convenant;

    f. plan van aanpak:

    een onderdeel van een convenant waarin het totaal aan voorgenomen activiteiten en een raming van de hiermee samenhangende kosten per activiteit gericht op de verwezenlijking van de doelstelling van een convenant, zijn beschreven;

    g. prioritaire arbeidsrisico’s en hoogrisicobedrijfstakken:

    hetgeen hieronder wordt verstaan in bijlage 1 bij deze regeling;

    h. hoogverzuimbedrijfstakken:

    de bedrijfstakken, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling;

    i. WAO-instroom:

    het beroep op uitkeringen ingevolge de Wet op de arbeids-ongeschiktheidsverzekering en aanverwante arbeidsongeschiktheidsregelingen.

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling wordt onder gezamenlijke partijen verstaan de partijen die een intentieverklaring of convenant hebben ondertekend, niet mede begrepen de minister.

  • 3 Voorzover niet anders is bepaald wordt voor de toepassing van deze regeling onder een convenant mede begrepen een arboplusconvenant.

Artikel 2. Hoogrisicobedrijfstakken

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 De minister kan, met inachtneming van de artikelen 3, 4 en 5, op aanvraag subsidie verstrekken voor de kosten van de voorbereiding, de implementatie en de evaluatie van convenanten die zijn gericht op de terugdringing van het aantal blootgestelde werknemers aan één of meer prioritaire arbeidsrisico’s en de vermindering van de WAO-instroom in de hoogrisicobedrijfstakken of onderdelen hiervan, indien tussen de gezamenlijke partijen bij een intentieverklaring of een convenant over het aanvragen van subsidie overeenstemming bestaat.

  • 2 Het eerste lid is van toepassing, naast één of meer prioritaire arbeidsrisico’s op grond waarvan een hoogrisicobedrijfstak is geselecteerd overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling, ten aanzien van een of meer andere (prioritaire) arbeidsrisico’s en op vroegtijdige reïntegratie van zieke werknemers gerichte maatregelen.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op andere bedrijfstakken of onderdelen hiervan, indien het (beoogde) convenant bijdraagt aan de realisering van beleidsdoelstellingen gericht op de terugdringing van het aantal blootgestelde werknemers aan prioritaire arbeidsrisico’s en op de vermindering van de WAO-instroom.

  • 4 Dit artikel is niet van toepassing op arboplusconvenanten.

Artikel 2a. Hoogverzuimbedrijfstakken

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 De minister kan, met inachtneming van de artikelen 3, 4 en 5, op aanvraag subsidie verstrekken voor de kosten van de voorbereiding, de implementatie en de evaluatie van arboplusconvenanten met hoogverzuimbedrijfstakken of onderdelen hiervan, indien tussen de gezamenlijke partijen bij een intentieverklaring of een arboplusconvenant over het aanvragen van subsidie overeenstemming bestaat.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op andere bedrijfstakken of onderdelen hiervan indien het (beoogde) arboplusconvenant bijdraagt aan de realisering van beleidsdoelstellingen gericht op terugdringing van ziekteverzuim en daling van de WAO-instroom in het kader van de nota: ‘Tweede faseconvenanten’, gepubliceerd op de internetsites: www.arboconvenanten.szw.nl en www.arbo.nl.

Artikel 3. subsidiabele activiteiten

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 Nadat een intentieverklaring is totstandgekomen kan subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten die betrekking hebben op de totstandkoming van een convenant:

    • a. secretariële, organisatorische, deskundige of logistieke ondersteuning;

    • b. het doen van onderzoek, in het bijzonder naar de (toepassing) van de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening;

    • c. het uitvoeren van een nulmeting;

    • d. de ontwikkeling van doelactiviteiten;

    • e. het opstellen van een plan van aanpak.

  • 2 Nadat een convenant is totstandgekomen kan subsidie worden verstrekt voor de volgende activiteiten die betrekking hebben op de implementatie en evaluatie van een convenant:

    • a. secretariële, organisatorische, deskundige of logistieke ondersteuning;

    • b. het uitvoeren van de nulmeting;

    • c. de implementatie en de uitvoering van doelactiviteiten;

    • d. de tussenmeting;

    • e. de eindmeting;

    • f. de opzet en uitvoering van het evaluatieonderzoek naar de uitvoering en de effectiviteit van de in een convenant gemaakte afspraken.

Artikel 4. projectplan

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 Het projectplan, bedoeld in artikel 5 van de Algemene Regeling SZW-subsidies, ter onderbouwing van de subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt voorbereid door de BBC en gebaseerd op de intentieverklaring. In de intentieverklaring zijn afspraken gemaakt over ten minste de volgende aspecten:

    • a. de instelling en de taakomschrijving van de BBC;

    • b. het doen van onderzoek naar de (toepassing van de) stand van de wetenschap en professionele dienstverlening;

    • c. het uitvoeren van een nulmeting.

  • 2 Het projectplan, bedoeld in artikel 5 van de Algemene Regeling SZW-subsidies, ter onderbouwing van de subsidieaanvraag voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt voorbereid door de BBC en gebaseerd op het plan van aanpak. In het plan van aanpak zijn ten minste de volgende gegevens opgenomen:

    • a. een opgave van de te verwachten terugdringing van de blootstelling van werknemers aan (prioritaire) arbeidsrisico’s en de te verwachten vermindering van de WAO-instroom;

    • b. het totaal aan voorgenomen subsidiabele activiteiten;

    • c. een raming van de kosten van het totaal aan voorgenomen subsidiabele activiteiten, voorzien van een postgewijze toelichting;

    • d. de financieringsbijdragen van de bedrijfstak, of onderdelen hiervan;

    • e. afspraken over het (doen) verrichten van monitoring- en evaluatieonderzoek.

  • 3 Indien de subsidieaanvraag betrekking heeft op een arboplusconvenant, worden in aanvulling op het tweede lid in het plan van aanpak de volgende gegevens opgenomen:

    • a. een opgave van de te verwachten daling van het ziekteverzuim;

    • b. voorzover van toepassing, een opgave van de te verwachten reïntegratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten.

Artikel 5. toetsing subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 De minister beoordeelt de subsidieaanvraag in de fase van de voorbereiding van een convenant aan de bijdrage die de voorgenomen activiteiten leveren aan de totstandkoming van een convenant.

  • 2 De minister beoordeelt de subsidieaanvraag in de fase na de totstandkoming van een convenant aan de te verwachten terugdringing van de blootstelling van werknemers aan (prioritaire) arbeidsrisico’s en de te verwachten vermindering van de WAO-instroom.

  • 3 Geen subsidie wordt verstrekt voor zover de aan het (beoogde) convenant verbonden totale kosten niet opwegen tegen de te verwachten resultaten van het (beoogde) convenant.

Artikel 6. hoogte subsidiebedrag

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 Voor een activiteit als bedoeld in artikel 3 bedraagt het subsidiebedrag maximaal 100% van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van 100% van de kosten die voor de desbetreffende activiteit zijn geraamd in de door de minister goedgekeurde begroting, bedoeld in artikel 7 van de Algemene Regeling SZW-subsidies.

  • 2 Voor het totaal van de in het plan van aanpak opgenomen activiteiten, bedraagt de totale subsidie maximaal 50% van de werkelijke kosten tot een maximum van 50% van de kosten die voor deze activiteiten zijn geraamd in het plan van aanpak.

  • 3 Indien gebruik wordt gemaakt van door de minister aanbevolen gestandaardiseerde onderzoeksmethoden, wordt, in aanvulling op het tweede lid, de totale subsidie verhoogd met maximaal 50% van de werkelijke kosten van deze onderzoeksmethoden tot een maximum van € 75.000,–.

  • 4 Indien een arboplusconvenant een aanvulling betreft op een arboconvenant geldt voor de toepassing van het derde lid het maximum van € 75.000,– gezamenlijk voor het arboconvenant en het arboplusconvenant.

  • 5 Indien gebruik wordt gemaakt van door de minister aanbevolen gestandaardiseerde evaluatiemethoden kan, in aanvulling op het tweede en derde lid, de totale subsidie worden verhoogd met maximaal € 25.000,–.

  • 6 Indien een arboplusconvenant een aanvulling betreft op een arboconvenant geldt voor de toepassing van het vijfde lid het maximum van € 25.000,– afzonderlijk voor het arboconvenant en het arboplusconvenant.

  • 7 Voor de toepassing van het tweede, derde lid en vijfde lid worden uitsluitend die activiteiten in aanmerking genomen die tot subsidiëring hebben geleid of naar het oordeel van de minister tot subsidiëring kunnen leiden.

Artikel 7. indiening subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

  • 1 De subsidieaanvraag, waarover overeenstemming bestaat tussen de gezamenlijke partijen bij een intentieverklaring of convenant, wordt namens de gezamenlijke partijen ingediend door:

    • a. een rechtspersoon die partij is bij een intentieverklaring of convenant, of

    • b. een andere rechtspersoon die wordt bestuurd door één of meerdere rechtspersonen die partij is, onderscheidenlijk zijn, bij een intentieverklaring of convenant.

  • 2 De rechtspersoon die de subsidie aanvraagt wordt aangemerkt als de subsidieontvanger.

Artikel 8. aanvullende verplichtingen subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

De subsidieontvanger is, in aanvulling op de verplichtingen, bedoeld in paragraaf 3 van de Algemene Regeling SZW-subsidies, verplicht:

  • a. gedurende de looptijd van de gesubsidieerde activiteiten en na afloop daarvan alle medewerking te verlenen aan monitoring van de activiteiten en het daarmee beoogde doel;

  • b. na afloop van de duur waarvoor een convenant is aangegaan, alle medewerking te verlenen aan een door of vanwege de minister uit te voeren eindevaluatie;

  • c. op verzoek van de minister met hem en met andere ontvangers van een subsidie in het kader van deze regeling overleg te voeren over de gesubsidieerde activiteiten en de onderlinge afstemming daarvan en deze zo nodig bij te stellen.

Artikel 9. subsidieplafond

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

De minister stelt jaarlijks voor de aanvang van een kalenderjaar een subsidieplafond vast voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.

Artikel 10. slotbepaling

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

Deze regeling is niet van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op convenanten die reeds zijn totstandgekomen op de datum van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 11. inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12. citeertitel

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling convenanten arbeidsomstandigheden.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 september 1999

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

Overzicht van de hoogrisicobedrijfstakken en prioritaire arbeidsrisico's

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

De zeven prioritaire arbeidsrisico’s in het kader van de arboconvenanten zijn: tillen, werkdruk, RSI, geluid, OPS, allergene stoffen en kwarts.

Zij zijn als volgt over de hoogrisicobedrijfstakken verdeeld:

Hoogrisicobedrijfstakken

Prioritaire arbeidsrisico’s

1. Landbouw

Tillen

2. Voeding- en genotmiddelenindustrie

Allergene stoffen

2A. Meelverwerkende industrie

Allergene stoffen

3. Leer en lederwarenindustrie

OPS

4. Hout- en meubelindustrie

OPS

5. Houtindustrie

Geluid, tillen

6. Papier- en kartonindustrie

Geluid

7. Uitgeverijen

Werkdruk

8. Drukkerijen

OPS, werkdruk

9. Glas- en bouwmaterialenindustrie

Geluid

10. Metaalindustrie

OPS

10A. Scheepsbouw

OPS

11. Metaalproductenindustrie

Geluid,

12. Bouwnijverheid

Kwarts, OPS

13. Bouwbedrijven

Tillen, werkdruk

14. Afwerking van gebouwen

Tillen

15. Winkels in voeding- en genotmiddelen

Tillen

16. Openbaar vervoer

Werkdruk

17. Luchtvaart

Werkdruk

18. Bankwezen

RSI

19. Verzekeringswezen en pensioenfondsen

RSI

20. Handel in onroerend goed en verhuur

RSI

20A. Woningbouwcorporaties

Werkdruk

21. Computerservice en informatietechnologie

RSI

22. Juridische en economische dienstverlening

Werkdruk

23. Architecten en ingenieursbureaus

Werkdruk

24. Schoonmaakbedrijven

OPS, tillen

25. Openbaar bestuur

Werkdruk

25A. Rijksoverheid

Werkdruk

25B. Gemeenten

Werkdruk

25C. Politie

Werkdruk

25D. Defensie

Werkdruk

26. Gezondheidszorg

Allergene stoffen

27. Ziekenhuizen

Tillen, werkdruk

28. Verpleeg- en bejaardentehuizen

Tillen, werkdruk

29. Overige welzijnszorg

Tillen, werkdruk

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 03-04-2008]

Overzicht van hoogverzuim bedrijfstakken (opgenomen in de nota Tweede faseconvenanten; zie de sites: www.arboconvenanten.szw.nl en www.arbo.nl)

 

Sector

 

Convenanten

1

Sociale werkvoorziening (wiw/wsw)1

2

Gemeenten

3

Hoger Onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

4

Academische ziekenhuizen

5

BVE

6

Onderwijsinstellingen po/vo

7

Ziekenhuizen

8

GGZ

9

Gehandicaptenzorg

10

Kinderdagverblijven/peuterspeelzalen

11

Thuiszorg

12

Papier en Karton

13

Burgerlijke en utiliteitsbouw

14

Rijk

15

Politie

16

Grafische industrie

17

Uitgeverijbedrijf

18

Meubelindustrie

19

Kappers

20

Horeca algemeen

21

Banken

22

Agrarische sectoren

23

Vleessector

24

Schildersbedrijf

   
 

Intentieverklaringen

1

Uitzendbedrijven

2

Verpleeg- en verzorgingshuizen

3

Welzijn- en jeugdhulpverlening

4

Metaal

5

Mobiliteitsbranche (motorvoertuigenbedrijf)

6

Elektrotechnisch installatiebedrijf/isolatiebedrijf

7

Softwareontwikkeling/ICT

   
 

Nieuwe trajecten

1

Contractcatering

2

Vervoer KLM/luchtvaart

3

Vervoer over spoor

4

Verblijfsrecreatie en zweminrichtingen

5

Grootwinkelbedrijf (warenhuizen etc. met loonsom WW > € 4.537.802,–)

6

Detailhandel/supermarkten

Winkelbedrijven

7

Vervoer Posterijen

8

Wegvervoer

9

Justitiële inrichtingen2

i.c.m. Particuliere beveiliging

10

Taxivervoer

11

Schoonmaak- en glazenwassersbranche

  1. Gezien de specifieke doelgroep zal er geen sprake zijn van een arboplusconvenant. ^ [1]
  2. De sector justitiële inrichtingen valt formeel onder de sector Rijk waarmee al een arboconvenant is gesloten. Gezien het feit dat het hier een sector met een specifieke problematiek betreft, is ervoor gekozen met deze sector aparte gesprekken aan te gaan over de mogelijkheid van een arboplusconvenant. ^ [2]
Naar boven