Toepassing oudedagsvrijstelling bij WUV-uitkering

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-06-1999 t/m heden

Toepassing oudedagsvrijstelling bij WUV-uitkering

De plv. Directeur-Generaal der Belastingen heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan de hand van vragen is gebleken dat onduidelijkheid bestaat over de behandeling van een uitkering op grond van de Wet uitkering vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (hierna: de WUV-uitkering) bij de bepaling van de oudedagsvrijstelling voor de heffing van de vermogensbelasting.

Rechten op een WUV-uitkering zijn naar mijn oordeel niet aan te merken als rechten die zijn bedoeld in artikel 16b, eerste lid, onder 1° tot en met 4°, van de Wet op de vermogensbelasting 1964 (hierna: een oudedagsvoorziening). Een korting op de oudedagsvrijstelling wegens het recht op een WUV-uitkering dient derhalve achterwege te blijven.

Het komt voor dat de WUV-uitkering te samen met een pensioenuitkering in één bedrag wordt uitgekeerd. In zo’n situatie dient het bedrag te worden gesplitst. De pensioenuitkering wordt uiteraard aangemerkt als een oudedagsvoorziening.

Voormeld standpunt geldt ook voor de met de WUV-uitkering op dit punt vergelijkbare uitkeringen zoals de uitkeringen die zijn genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdelen h, j, m en p, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.

Naar boven