Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 12-12-2014 t/m 19-02-2024

Besluit van 14 januari 1999, houdende regels voor de uitoefening van het burgerluchtverkeer boven de Waddenzee (Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 juli 1998, nr. DGRLD/JBZ/L 98.210489, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Defensie;

Gelet op artikel 5.10, derde lid, van de Wet Luchtverkeer;

De Raad van State gehoord (advies van 14 september 1998, nr. W09.98.0340);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 januari 1999, nr. DGRLD/JBZ/L 98.210749, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Defensie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. kaart: kaart, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage;

  • b. milieubeschermingsgebied Waddenzee: het gedeelte van de Waddenzee dat als zodanig op de kaart is aangegeven;

  • c. corridor: gedeelte van het luchtruim dat als zodanig op de kaart is aangegeven.

  • d. reclamesleepvlucht: een vlucht waarbij een sleepnet wordt gesleept.

Artikel 2

  • 1 De uitoefening van burgerluchtverkeer met gemotoriseerde luchtvaartuigen boven het milieubeschermingsgebied Waddenzee is tot een hoogte van 450 meter (1500 voet) boven de grond of het water verboden.

  • 2 Bij een wolkenbasis lager dan 450 meter (1500 voet) boven de grond of het water dan wel een vliegzicht van minder dan 8 kilometer, is binnen de corridors de uitoefening van burgerluchtverkeer met gemotoriseerde luchtvaartuigen toegestaan boven een hoogte van 300 meter (1000 voet) boven de grond of het water.

Artikel 3

  • 1 Het is verboden een reclamesleepvlucht uit te voeren boven het milieubeschermingsgebied Waddenzee.

  • 2 Onverminderd artikel 2 is het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing op vluchten van reclamesleepvliegbedrijven, gevestigd op de luchthaven Texel, die rechtstreeks van de luchthaven Texel naar het vaste land of vice versa gevlogen worden.

Artikel 4

  • 1 Artikel 2 is niet van toepassing:

    • a. op het deel van de vlucht, noodzakelijk om op te stijgen van of te landen op een luchthaven, alsmede voor het uitvoeren van nadering- en vertrekprocedures en luchtverkeerspatronen;

    • b. indien de omstandigheden dit in het belang van de veiligheid dringend noodzakelijk maken; of

    • c. in het geval van mogelijke ijsafzetting bij hefschroefvliegtuigen.

  • 2 Artikel 2 is evenmin van toepassing op vluchten waarvoor op grond van de artikelen 3 of 19 van het Besluit luchtverkeer 2014 een vrijstelling of ontheffing is verleend ten behoeve van:

    • a. hulpverlening en reddingsacties;

    • b. toezicht en opsporing door daartoe bevoegde instanties;

    • c. controle op de staat van hoogspanningsleidingen en pijpleidingen;

    • d. metingen in het belang van volksgezondheid, beheer of wetenschap; of

    • e. incidentele foto- en filmopnamen in het belang van nieuwsvoorziening of voorlichting.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel E, onder 1, van het voorstel van wet tot wijziging van de Wet Luchtverkeer (luchtvaartuigen en vluchtuitvoering), kamerstukken II 1998/99, 26 336, nr. 2, tot wet is verheven en in werking treedt.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beperkingen burgerluchtverkeer Waddenzee.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting en de bijlage in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 januari 1999

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Uitgegeven de elfde februari 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven