Regeling houdende nadere regels ten aanzien van de invoer en uitvoer van elektriciteit

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 21-11-2003 t/m heden

Regeling houdende nadere regels ten aanzien van de invoer en uitvoer van elektriciteit

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op richtlijn nr. 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PbEG 1997, L 27) en op de artikelen 28, tweede lid, en 29, eerste en vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1. Definities

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. wet:

    Elektriciteitswet 1998;

    b. invoeren:

    transporteren van elektriciteit vanuit een ander land, waar de elektriciteit is opgewekt dan wel in het verkeer is gebracht, naar Nederland;

    c. uitvoeren:

    transporteren van elektriciteit vanuit Nederland naar een ander land.

Artikel 2. Melding verzoeken om elektriciteit in te voeren of uit te voeren

  • 1 Ter uitvoering van artikel 44, eerste lid, van de wet geeft de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet aan de Minister van Economische Zaken met betrekking tot de periode van drie maanden voorafgaand aan de melding een overzicht van:

    • a. de landen waaruit elektriciteit ingevoerd zou worden, onderscheidenlijk waarnaar elektriciteit uitgevoerd zou worden, indien de verzoeken die in die periode zijn ingediend, alle ingewilligd zouden zijn;

    • b. voor ieder land:

      • 1º. het aantal verzoeken om elektriciteit in te voeren, onderscheidenlijk uit te voeren, dat in die periode is ingediend,

      • 2º. het aantal verzoeken dat is ingewilligd, onderscheidenlijk afgewezen, alsmede de redenen voor de afwijzing van de desbetreffende verzoeken,

      • 3º. de totale hoeveelheid elektriciteit die zal worden ingevoerd, onderscheidenlijk uitgevoerd, om te voldoen aan de ingewilligde verzoeken;

    • c. voor ieder land de totale hoeveelheid elektriciteit die in die periode daadwerkelijk uit dat land of naar dat land is getransporteerd.

  • 2 Indien de gegevens, verkregen ter uitvoering van het eerste lid, hem daartoe aanleiding geven, kan de Minister van Economische Zaken de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verzoeken aan hem de naam en het adres te verstrekken van degenen die verzoeken hebben ingediend om elektriciteit in te voeren, onderscheidenlijk uit te voeren, of van in Nederland gevestigde afnemers, leveranciers of handelaren ten behoeve van wie dergelijke verzoeken zijn gedaan. Tevens kan hij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verzoeken aan hem te melden uit welke landen de in te voeren elektriciteit afkomstig zal zijn, onderscheidenlijk naar welke landen de uit te voeren elektriciteit getransporteerd zal worden.

Artikel 3. Eerste melding

De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geeft de Minister van Economische Zaken binnen vier weken na inwerkingtreding van deze regeling een overzicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dat betrekking heeft op de periode van zes maanden voorafgaand aan de melding.

Artikel 4. Aanwijzing afnemers, leveranciers, overeenkomsten en landen

  • 1 Een afnemer die verzoekt om elektriciteit in te voeren uit Duitsland, Denemarken, Finland, Noorwegen, Oostenrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk of Zweden geldt als een afnemer die voldoet aan de vereisten van artikel 45, eerste lid, van de wet.

  • 2 Een afnemer die verzoekt om elektriciteit in te voeren uit een van de hierna te noemen landen, geldt als een afnemer die voldoet aan de vereisten van artikel 45, eerste lid, van de wet, indien hij aantoont dat hij in het jaar voorafgaand aan het verzoek een hierna aan te geven hoeveelheid elektriciteit heeft verbruikt:

    • a. België: 20 GWh;

    • b. [Red: vervallen;]

    • c. Frankrijk: 7 GWh;

    • d. Griekenland: 100 GWh;

    • e. Ierland: 1 GWh;

    • f. Italië: 20 GWh;

    • g. Luxemburg: 9 GWh;

    • h. [Red: vervallen;]

    • i. Portugal: 9 GWh;

    • j. [Red: vervallen;]

    • k. Zwitserland: 100 GWh.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 november 1998

De

Minister

van Economische Zaken,

A. Jorritsma

Naar boven