Beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de
Staatssecretaris van Financiën van 23 oktober 1998, nrs. FO98/U53054 en fip 98/791
N, tot vaststelling voor elk van de provincies van de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen
en de uitkering in verband met de herziening van het wegenbeheer uit het Provinciefonds
voor het uitkeringsjaar 1995
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van
Financiën,
Gelet op hoofdstuk XVI van de Provinciewet en de daarop gebaseerde regelingen en artikel 13 van de Wet van 6 november 1997 tot
wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband
met een herziening van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds (Stb. 1997, 526);
Gezien de publicatie ’Bevolking der gemeenten van Nederland op 1 januari 1995’ van
het Centraal bureau voor de statistiek (CBS);
Overwegende, dat de verplichting ter zake van de uitkeringen uit het Provinciefonds
voor het jaar 1995 aan de gezamenlijke provincies, bedoeld in artikel 238, artikel 247 en artikel 249 van de Provinciewet, is vastgesteld op respectievelijk f 1.367,7 miljoen, f 224,0 miljoen en f 697,6
miljoen (Wet van 21 november 1996 tot wijziging van de begroting van de uitgaven en
de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1995, Stb. 1997, 2);