Subsidieregeling energie-efficiency- en milieuadviezen Schoner Produceren

[Regeling vervallen per 07-06-2003.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-11-2002 t/m 06-06-2003

Subsidieregeling energie-efficiency- en milieu-adviezen Schoner Produceren

De Minister van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ondernemer:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een onderneming waarvan de omzet in hoofdzaak wordt verkregen uit de uitoefening van de primaire landbouw of visserij of waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen-schap voor Kolen en Staal van toepassing is;

b. extern adviseur:

een onafhankelijke natuurlijke of rechtspersoon, deskundig en ervaren in het geven van adviezen met betrekking tot de verbetering van de energiehuishouding of de milieu-aspecten van een object;

c. object:
  • 1º. een vaste installatie in de open lucht of een niet voor permanente bewoning bestemd gebouw of gedeelte daarvan, waarvan het energiegebruik afzonderlijk wordt gemeten, of

  • 2º. één of meer woongebouwen waarvan het beheer in handen is van één rechtspersoon;

d. emissie:

uitstoot van stoffen naar bodem, lucht en water, alsmede het ontstaan van afvalstoffen en het voortbrengen van geluid en stank.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een ondernemer, een stichting of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, niet zijnde een ondernemer, een kerkgenootschap, een vereniging van eigenaren als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onder e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wet-boek, of een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, niet zijnde de staat, die in zijn opdracht van een extern adviseur een van de volgende adviezen krijgt:

    • a. een samenhangend energie-effi-ciency- en milieuadvies;

    • b. een energie-efficiencyadvies;

    • c. een milieuadvies.

  • 2 Aan een ondernemer wordt slechts subsidie verstrekt indien hij een kleine of middelgrote onderneming in stand houdt in de zin van verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 januari 2001 (PbEG L 70) betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen.

  • 3 Een energie-efficiencyadvies betreft de mogelijkheden tot verbetering van de energie-efficiency in een door de subsidie-ontvanger beheerd bestaand object en omvat ten minste:

    • a. een overzicht van de bestaande situatie van de energiehuishouding van het object;

    • b. de mogelijkheden tot verbetering van de energie-efficiency in het gehele object;

    • c. een gespecificeerde opgave van het energiebesparingspotentieel dat bij uitvoering van het advies naar verwachting kan worden bereikt;

    • d. de als gevolg van de uitvoering van het advies noodzakelijke organisatorische en administratieve aanpassingen in de bedrijfsvoering;

    • e. een raming van het bedrag van de voor de uitvoering van het advies te maken investeringskosten en overige kosten en de te verwachten baten.

  • 4 Een milieuadvies betreft de mogelijkheden tot vermindering van emissies, veroorzaakt door bestaande en toekomstige activiteiten in een door de subsidie-ontvanger beheerd bestaand object, en de mogelijkheden tot het ontwikkelen en aanpassen van producten die leiden tot een vermindering van de belasting van het milieu, en omvat ten minste:

    • a. een overzicht van grond- en hulpstoffen, producten en emissies, gebruikt in of voortgebracht in het object;

    • b. een gespecificeerde opgave van voor de subsidie-ontvanger nieuwe en economisch toepasbare technieken en methoden om de emissies te verminderen, alsmede van de omvang van de vermindering, en van voor de subsidie-ontvanger nieuwe en economisch toepasbare technieken en methoden om de milieubelasting van producten te verminderen;

    • c. de als gevolg van de uitvoering van het advies noodzakelijke organisatorische en administratieve aanpassingen in de bedrijfsvoering;

    • d. een raming van het bedrag van de voor de uitvoering van het advies te maken investeringskosten en overige kosten en de te verwachten baten.

  • 5 Geen subsidie wordt verstrekt:

    • a. indien de subsidie-ontvanger voor de indiening van de aanvraag ter zake van de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft verplichtingen heeft aangegaan;

    • b. indien het object eigendom is van of in gebruik is bij de staat;

    • c. indien ter zake van de kosten reeds door een bestuursorgaan subsidie is verstrekt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De subsidie bedraagt 50 procent van de kosten, doch niet meer dan € 6 900 per object, indien het betreft een advies, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, dan wel niet meer dan € 3 500 per object, indien het betreft een advies als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b of c.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 Als kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de rechtstreeks aan het advies toe te rekenen, door de subsidie-ontvanger aan de externe adviseur verschuldigde en betaalde kosten.

  • 2 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van de omzetbelasting, indien de subsidie-ontvanger omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 De minister stelt ieder begrotingsjaar bij ministeriële regeling een subsidieplafond vast voor het in dat jaar verlenen van subsidies krachtens deze regeling.

  • 2 Het subsidieplafond voor het ver-lenen van subsidies in 1998 bedraagt f 2.300.000,00.

§ 2. Aanvragen

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van de bescheiden die in het formulier zijn vermeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De minister geeft een beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien hij de kosten op minder dan € 567 raamt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.

§ 3. Subsidieverlening en verplichtingen van de subsidie-ontvanger

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Op de subsidie-ontvanger rusten de in de artikelen 11, 12 en 13 opgenomen verplichtingen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De subsidie-ontvanger dient het advies te laten uitbrengen overeenkomstig hetgeen daarover in de beschikking tot subsidieverlening is bepaald en uiterlijk op het daarin vermelde tijdstip.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 De subsidie-ontvanger dient zijn aanvraag tot subsidievaststelling in binnen zes maanden na het in artikel 11 bedoelde tijdstip.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

  • 1 De subsidie-ontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten kunnen worden afgelezen.

  • 2 De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan de minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surséance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

§ 4. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

De Subsidieregeling energiebesparings- en milieuadviezen 1998 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 07-06-2003]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling energie-efficiency- en milieuadviezen Schoner Produceren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant).

’s-Gravenhage, 10 september 1998

De

Minister

van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven