Wijzigingswet Vreemdelingenwet en enige andere wetten (koppeling aanspraak van vreemdelingen [...] verblijf van de vreemdeling in Nederland)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-08-1998 t/m heden

Wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een wettelijke regeling teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL XVIII

[Red: Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.]

ARTIKEL XIX

[Red: Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.]

ARTIKEL XXIII

  • 1 In afwijking van artikel VII wordt als huurder als bedoeld in artikel 1 van de Wet individuele huursubsidie tevens aangemerkt: de vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt als bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 5, van de Vreemdelingenwet, mits hem een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet individuele huursubsidie is of wordt verstrekt voor het laatste tijdvak, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van die wet voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel VII.

  • 2 Bijstandsverlening krachtens de Algemene bijstandswet, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet plaatsvindt, kan, ten aanzien van een vreemdeling die rechtmatig verblijf houdt, als bedoeld in artikel 1b, aanhef, en onder 5, van de Vreemdelingenwet, worden voortgezet; in zodanig geval kan ten aanzien van deze vreemdeling, voor zover woonachtig in Nederland, eveneens worden afgeweken van artikel 2, tweede lid, van de Ziekenfondswet.

ARTIKEL XXVII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 maart 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

E. M. A. Schmitz

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F. H. G. de Grave

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de veertiende april 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven