Vaststellingsregeling wijze van verlenging geldigheidsduur van vliegbewijzen en bewijzen van bevoegdheid

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 09-07-2006 t/m heden

Vaststellingsregeling wijze van verlenging geldigheidsduur van vliegbewijzen en bewijzen van bevoegdheid

Artikel 1

Voor de verlenging van de termijn van geldigheid van bewijzen van bevoegdheid en de daarin gestelde bevoegdverklaringen moet de houder, op de wijze als aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage 1, aantonen dat hij zijn bekwaamheid heeft behouden. Van deze verplichting kan door de Minister van Verkeer en Waterstaat ontheffing worden verleend.

Artikel 2

  • 1 Proeven van bekwaamheid moeten steeds worden afgelegd binnen een termijn van twee maanden voorafgaande aan de datum, waarop de termijn van geldigheid van het bewijs van bevoegdheid eindigt.

  • 2 De proeven van bekwaamheid moeten volgens een door de Minister van Verkeer en Waterstaat vast te stellen programma worden afgelegd ten overstaan van een door hem daartoe aangewezen persoon of instelling.

  • 3 De proeven van bekwaamheid moeten worden afgelegd op een type vliegtuig, aangegeven op het bewijs van bevoegdheid. Zijn meer dan één type vermeld, dan moeten de proeven worden afgelegd op het type met de grootste startmassa.

  • 4 Vlieguren worden slechts in beschouwing genomen, voorzover deze uren zijn gevlogen als eerste bestuurder of als tweede bestuurder in de functie van eerste bestuurder.

Artikel 3

Als personen zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2 van deze regeling worden aangewezen:

  • 1 voor de proeven van bekwaamheid voor verlenging van het beperkt vliegbewijs A en het vliegbewijs A:

    • a. de chef-instructeur van vliegopleidingen, die zijn erkend in de zin van artikel 39 van de Regeling Toezicht Luchtvaart;

    • b. leden van de examencommissie voor privé-vlieger voor zover zij zijn aangewezen voor het afnemen van praktische examens;

    • c. nader door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen personen.

  • 2 Voor de proeven van bekwaamheid in het blindvliegen:

    • a. de inspecteurs-vlieger van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

    • b. de door het hoofd Vliegdienst van de Directie Rijksluchtvaartschool te Eelde aangewezen vlieginstructeurs;

    • c. de door het hoofd Vliegdienst van luchtvaartmaatschappijen, in het bezit van een geldige Vergunning tot Vluchtuitoefening, aangewezen vliegers;

    • d. de door het hoofd Vliegdienst van Fokker B.V. te Schiphol-Oost aangewezen vliegers;

    • e. de door het hoofd Vliegbedrijf van Philips Gloeilampenfabriek te Eindhoven aangewezen vliegers;

    • f. de door het hoofd Vliegdienst van de Nationale Luchtvaartschool te Beek aangewezen vlieginstructeurs;

    • g. leden van de examencommissie voor beroepsvlieger voor zover zij zijn aangewezen voor het afnemen van praktische examens;

    • h. nader door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen personen.

  • 3 Met uitzondering van de in het tweede lid onder a genoemde personen mogen de in dit artikel genoemde personen de proeven van bekwaamheid slechts afnemen op vliegtuigtypen, die zij als eerste bestuurder mogen bedienen, dan wel op daartoe gekwalificeerde vluchtnabootsers van overeenkomstige klasse en type.

  • 4 Van de in het tweede lid onder b tot en met f genoemde aanwijzing moet binnen één maand na datum van deze regeling en daarna jaarlijks in de maand januari aan de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat een schriftelijke opgave worden verstrekt.

  • 5 Voor de proeven van bekwaamheid in het wolkenvliegen:

    • a. leden van de examencommissie voor Zweefvlieginstructeur en Wolkenvliegen, voor zover zij zijn aangewezen voor het examen voor de bevoegdverklaring Wolkenvliegen;

    • b. nader door de Minister van Verkeer en Waterstaat aan te wijzen personen.

  • 6 In daartoe aanleiding gevende gevallen kan door de Minister van Verkeer en Waterstaat worden bepaald wie van de bij deze regeling aangewezen personen een proeve van bekwaamheid afneemt.

Artikel 4

Indien de houder van een bewijs van bevoegdheid niet voldoet aan de middels deze regeling gestelde voorwaarden voor de verlenging van het bewijs van bevoegdheid of daarin gestelde bevoegdverklaringen, kan eerst tot wederuitreiking worden overgegaan nadat hij door middel van een hem door de Minister van Verkeer en Waterstaat opgedragen examen, heeft aangetoond over de noodzakelijke kennis en bedrevenheid te beschikken.

Artikel 5

De houder van een verlopen Nederlands bewijs van bevoegdheid, uitgezonderd die als grondwerktuigkundige en als zweefvliegtechnicus, kan voor wederuitreiking in aanmerking komen indien hij:

  • a. gedurende de periode dat het Nederlands bewijs van bevoegdheid niet meer geldig is een gelijkwaardig buitenlands bewijs van bevoegdheid heeft geldig gehouden;

  • b. met goed gevolg een praktisch examen aflegt ten overstaan van de betreffende Nederlandse examencommissie zoals aangegeven in de examenreglementen gebaseerd op art. 45 en 54 van de Regeling Toezicht Luchtvaart;

  • c. met goed gevolg een examen aflegt over hoofdstuk 2 ‘Nationale Wetgeving’ van het vak Voorschriften ten overstaan van de betreffende Nederlandse examencommissie;

  • d. een medische keuring ondergaat zoals vereist voor het betreffende bewijs van bevoegdheid of een schriftelijke geldigverklaring overlegt van de Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig Centrum (hierna afgekort NLRGC) op grond van het voor bedoelde keuring aan het NLRGC te verstrekken keuringsrapport, waaruit blijkt, dat de keuringseisen waaraan is voldaan, tenminste gelijk zijn aan de voor het betreffende Nederlandse bewijs van bevoegdheid of voor de Nederlandse bevoegdverklaring ‘Blindvliegen’ vastgestelde eisen inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid.

Artikel 6

De regeling van de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 22 mei 1978, nr. LI/11521, wordt ingetrokken evenals de op grond van die regeling afgegeven beschikkingen.

Bijlage 1

Tabel 1 Vliegbewijzen

Bevoegdverklaringen

A en beperkt B

B3 B2 B1

Uitsluitend éénmotorige

10 vlieguren per jaar;

20 vlieguren per jaar;

vliegtuigen (klasse I)

   
 

1 uur per jaar per type

2 uur per jaar per type

 

zwaarder dan 2000 kg;

zwaarder dan 2000 kg;

 

Houders van geldige

10 landingen per jaar;

 

zweefvliegbewijzen kunnen

 
 

volstaan met 7 vlieguren

 
 

per jaar.

 
 

Wanneer zij tevens in het

 
 

bezit zijn van een

 
 

geldige bevoegdverklaring

 
 

Motorzweefvliegen kan met

 
 

5 vlieguren worden

 
 

volstaan.

 
 

5 landingen per jaar;

 
 

proeve van bekwaamheid

 

Uitsluitend meermotorige

10 vlieguren per jaar;

20 vlieguren per jaar;

vliegtuigen (klasse II)

   
 

1 uur per jaar per type

2 uur per jaar per type

 

zwaarder dan 2000 kg;

zwaarder dan 2000 kg;

 

Houders van geldige

 
 

zweefvliegbewijzen kunnen

 
 

volstaan met 7 vlieguren

 
 

per jaar.

 
 

Wanneer zij tevens in het

10 landingen per jaar;

 

bezit zijn van een

 
 

geldige bevoegdverklaring

 
 

Motorzweefvliegen kan met

 
 

5 vlieguren worden

 
 

volstaan.

 
 

5 landingen per jaar;

 
 

proeve van bekwaamheid

 

Uitsluitend

10 vlieguren per jaar;

 

motorzweefvliegtuigen

   

(klasse V) Eénmotorige

   

vliegtuigen (klasse I) en

   

meermotorige vliegtuigen

   

(klasse II)

   
 

5 landingen per jaar;

 
 

proeve van bekwaamheid 5

10 vlieguren per jaar op

 

vlieguren per jaar op

éénmotorige vliegtuigen en

 

éénmotorige vliegtuigen

20 vlieguren per jaar op

 

en 10 vlieguren per jaar

meermotorige vliegtuigen;

 

op meermotorige

 
 

vliegtuigen;

 
 

1 uur per jaar per type

 
 

zwaarder dan 2000 kg;

 
 

5 landingen per jaar;

 
 

proeve van bekwaamheid op

2 uur per jaar per type

 

een meermotorig vliegtuig

zwaarder dan 2000 kg;

   

10 landingen per jaar;

Eénmotorige vliegtuigen

10 vlieguren per jaar op

20 vlieguren per jaar op

(klasse I) en

éénmotorige vliegtuigen

éénmotorige vliegtuigen en

motorzweefvliegtuigen

en 3 vlieguren per jaar

3 vlieguren per jaar op

(klasse V)

op motorzweefvliegtuigen;

motorzweefvliegtuigen;

 

1 uur per jaar per type

2 uur per jaar per type

 

zwaarder dan 2000 kg;

zwaarder dan 2000 kg;

 

5 landingen per jaar;

10 landingen per jaar;

 

proeve van bekwaamheid

Meermotorige vliegtuigen

10 vlieguren per jaar op

20 vlieguren per jaar op

(klasse II) en

meermotorige vliegtuigen

meermotorige vliegtuigen

motorzweefvliegtuigen

en 3 vlieguren per jaar

en 3 vlieguren per jaar op

 

op motorzweefvliegtuigen;

motorzweefvliegtuigen;

 

1 uur per jaar per type

2 uur per jaar per type

 

zwaarder dan 2000 kg;

zwaarder dan 2000 kg;

 

5 landingen per jaar;

10 landingen per jaar;

 

proeve van bekwaamheid op

 
 

een meermotorig vliegtuig

 

Eénmotorige vliegtuigen

5 vlieguren per jaar op

10 vlieguren per jaar op

(klasse I) en

éénmotorige vliegtuigen;

éénmotorige vliegtuigen;

meermotorige vliegtuigen

   

(klasse II) en

   

motorzweefvliegtuigen

   

(klasse V)

   
 

10 vlieguren per jaar op

20 vlieguren per jaar op

 

meermotorige vliegtuigen

meermotorige vliegtuigen

 

en 3 vlieguren per jaar

en 3 vlieguren per jaar op

 

op motorzweefvliegtuigen;

motorzweefvliegen;

 

1 uur per jaar per type

2 uur per jaar per type

 

zwaarder dan 2000 kg;

zwaarder dan 2000 kg;

 

5 landingen per jaar;

10 landingen per jaar;

 

proeve van bekwaamheid op

 
 

een meermotorig vliegtuig

 

Blindvliegen

Proeve van bekwaamheid op

 
 

een vliegtuig behorende

tot de klasse waarvoor de

houder van het vliegbewijs

 
 

is bevoegd verklaard, met

dien verstande dat de

 
 

houder van een vliegbewijs

met zowel de klasse

 
 

éénmotorige als

meermotorige vliegtuigen, de proeven

 
 

van bekwaamheid aflegt op

een meermotorig vliegtuig.

 
 

Voor vliegtuigen met een

maximale startmassa van

 
 

meer dan 5700 kg kan de

proeve van bekwaamheid

 
 

worden afgelegd op een

daartoe door de Directeur-

 
 

Generaal goedgekeurde

vluchtnabootser

 

Spuitvliegen

 

5 uur per jaar

   

spuitvliegervaring

Sleepvliegen

3 sleepvluchten per jaar

3 sleepvluchten per jaar

Vliegonderricht

5 uur per jaar ervaring

5 uur per jaar ervaring

 

als instructeur

als instructeur

Radiotelefonie

10 uur per jaar ervaring

10 uur per jaar ervaring

 

als boordtelefonist

als boordtelefonist

Tabel 2 Zweefvliegbewijs

Bevoegdverklaring

"lieren"

20 starts per jaar of 3 zweefvlieguren per jaar, doch niet minder dan 3 lierstarts per jaar. Houders van geldige vliegbewijzen en houders van een geldige bevoegdverklaring "motorzweefvliegen" kunnen volstaan met 10 starts per jaar of 1½ uur per jaar, doch niet minder dat 3 lierstarts per jaar

"slepen"

20 starts per jaar of 3 zweefvlieguren per jaar, doch niet minder dan 3 sleepstarts per jaar. Houders van geldige vliegbewijzen en houders van een geldige bevoegdverklaring "motorzweefvliegen" kunnen volstaan met 10 starts per jaar of 1½ uur per jaar, doch niet minder dan 3 sleepstarts per jaar

"lieren en slepen"

20 starts of 3 uur per jaar, doch niet minder dan 2 lierstarts en 2 sleepstarts per jaar. Houders van geldige vliegbewijzen en houders van een geldige bevoegdverklaring "motorzweefvliegen" kunnen volstaan met 10 starts of 1½ uur, doch niet minder dan 2 lierstarts en twee sleepstarts per jaar.

"motorzweefvliegen"

10 vlieguren per jaar op motorzweefvliegtuigen. Houders van een geldige bevoegdverklaring "lieren" of een geldige bevoegdverklaring "slepen" kunnen volstaan met 3 vlieguren per jaar op motorzweefvliegtuigen

"wolkenvliegen"

Proeve van bekwaamheid, af te leggen op een zweefvliegtuig of motorzweefvliegtuig

"vliegonderricht"

3 dagen per jaar dienst als zweefvlieginstructeur

Tabel 3. Bewijs van bevoegdheid als ballonvoerder

2 vluchten per jaar, ieder van tenminste 1 uur, als gezagvoerder

Tabel 4. Bewijs van bevoegdheid als boordwerktuigkundige

10 uur ervaring per jaar in de funktie van boordwerktuigkundige waarin begrepen 5 uur per jaar per type. Per type een proeve van bekwaamheid op een daartoe goedgekeurde vluchtnabootser

Tabel 5. Bewijs van bevoegdheid als grondwerktuigkundige

In de vierentwintig maanden, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de aanvraag, ten aanzien van elke categorie en elk type vliegtuig, elke categorie en elk type voortstuwingsinrichting, alsmede elke categorie van installaties van het vliegtuig, waarop de aanvraag betrekking heeft, gedurende ten minste zes maanden een funktie hebbende uitgeoefend bij een vliegtuigonderhoudsbedrijf of als zelfstandig grondwerktuigkundige, waarvoor de op deze categorieën of typen betrekking hebbende bevoegdheden zijn vereist

Tabel 6. Bewijs van bevoegdheid als zweefvliegtechnicus

In de vierentwintig maanden, onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de aanvraag, gedurende ten minste zes maanden een funktie hebbende uitgeoefend als zelfstandig zweefvliegtechnicus

Naar boven