Examenreglement voor privé-vliegbewijzen

[Regeling vervallen per 20-01-2010.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-07-2001 t/m 19-01-2010

Examenreglement voor privé-vliegbewijzen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De examencommissie voor privé-vliegbewijzen is belast met het afnemen van examens voor:

    • a. het bewijs van bevoegdheid als privé-vlieger;

    • b. klasse- en typebevoegdverklaringen tenzij:

      • 1º. de kandidaat houder is van een beroeps- of verkeersvliegbewijs van de betreffende categorie, of

      • 2º. de kandidaat houder is van een bevoegdverklaring blindvliegen en het betreffende type of klasse vliegtuig onder IFR wenst te besturen, of

      • 3º. het vliegtuigtype voor besturing door meer dan één vlieger gecertificeerd is;

    • c. het bewijs van bevoegdheid voor ballonvoerder;

    • d. de bevoegdverklaring sleepvliegen;

    • e. de bevoegdverklaring radiotelefonie (voor VFR- en IFR-vluchten).

  • 2 De examencommissie heeft tot taak, middels een theoretisch en/of een praktisch examen, te onderzoeken of de kandidaten voldoen aan de gestelde eisen voor kennis en bedrevenheid voor de in het eerste lid genoemde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen zoals bedoeld in artikel 23, derde lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart en nader zijn omschreven in de desbetreffende bijlagen.

  • 3 Bij ontstentenis van de voorzitter respectievelijk secretaris treden hun plaatsvervangers op.

Artikel 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De voorzitter belast plaatsvervangend voorzitters met de verantwoordelijkheid voor bepaalde deeltaken binnen de commissie. De verantwoordelijkheden met betrekking tot de taken van de examencommissie worden als volgt verdeeld:

    • a. voorzitter: algehele leiding;

    • b. eerste plv. voorzitter: praktijk examens;

    • c. tweede plv. voorzitter: landelijke schriftelijke examens;

    • d. derde plv. voorzitter: standaardisatie examens.

  • 2 Voor het verrichten van de noodzakelijke secretariaatswerkzaamheden is aan de examencommissie binnen de organisatie van de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat een secretariaat ter beschikking gesteld.

  • 3 De werkzaamheden met betrekking tot de voorbereiding, vaststelling en verwerking van de vragen voor de landelijke theoretische examens, alsmede het vaststellen van de examenresultaten van de kandidaten, worden verricht door de leden van de "subcommissie theoretische examens". Deze subcommissie wordt gevormd door de voorzitter, de plv. voorzitters en enkele door de voorzitter aan te wijzen leden van de examencommissie.

  • 4 De voorzitter kan leden aanwijzen als lid van de subcommissie of lid van een werkgroep. Daarnaast kan hij de secretaris of een lid belasten met coördinerende of andere deeltaken binnen de examencommissie.

  • 5 Voor de werkzaamheden in de examencommissie worden leden tijdig door de voorzitter, of namens deze door de secretaris, opgeroepen. Dit voor zover aard en omvang van de werkzaamheden zulks vereisen. In geval van verhindering zullen leden daarvan onverwijld kennis geven aan de secretaris, waarna deze in overleg met de voorzitter voor tijdige vervanging zorgdraagt.

  • 6 Voor ieder schriftelijk af te nemen examen draagt de subcommissie er zorg voor dat de meerkeuze-vragen, per vak en in het gewenste, voor vermenigvuldiging geschikte, formaat, tijdig op het secretariaat aanwezig zijn. Daarnaast draagt de subcommissie zorg voor het aanmaken en beschikbaar hebben van de per kandidaat benodigde antwoordkaarten (z.g. schrapkaarten).

  • 7 Voor ieder schriftelijk af te nemen examen draagt de secretaris, in overleg met de voorzitter, zorg voor de nodige ruimte en materialen. Hij zorgt voor het tijdig ter beschikking van de commissie komen, in het overeengekomen voor automatisering geschikte formaat, van de namen en de indeling van de kandidaten per examenvak. Hij zorgt tevens voor het per examenvak in voldoende aantal beschikbaar hebben van afdrukken van de meerkeuze-vragen en de presentielijsten. Voor de aanvang van het examen controleert hij of de ter beschikking gestelde ruimte in orde is en rapporteert zulks aan de voorzitter.

  • 8 De voorzitter draagt er zorg voor dat tijdens de schriftelijke examens een adequaat aantal leden van de examencommissie (surveillanten) aanwezig is voor het houden van toezicht en het vaststellen van de aanwezigheid en identiteit van de kandidaten. Mondelinge examens, met uitzondering van het examen ‘Sleepvliegen’, worden door ten minste twee leden van de examencommissie afgenomen.

  • 9 Het theoretisch en het praktisch examen "Sleepvliegen" en het praktisch examen "klasse V Motorzweefvliegen" wordt door één lid van de examencommissie afgenomen. Het praktische examen voor een bewijs van bevoegdheid kan door één of zonodig door twee leden van de examencommissie worden afgenomen. Het praktische examen voor een bevoegdverklaring radiotelefonie wordt door ten minste vier leden van de examencommissie afgenomen.

  • 10 De bij het schriftelijk examen ingeleverde schrapkaarten worden na verwerking en beoordeling ten minste twee jaar door de subcommissie bewaard. De resultaten van een schriftelijk examen worden door de subcommissie binnen acht werkdagen, in het overeengekomen voor automatische verwerking geschikte formaat, aan het secretariaat overgedragen.

  • 11 De voorzitter draagt er zorg voor dat, door tussenkomst van het secretariaat, de kandidaat schriftelijk op de hoogte wordt gesteld van de uitslag van het examen.

  • 12 [Red: Vervallen.]

  • 13 Bij ieder examen moeten de kandidaten zich legitimeren door middel van een geldig identiteitsbewijs voorzien van een goed gelijkende pasfoto.

Artikel 3. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

De leden die zijn belast met het voorbereiden of het afnemen van de examens zijn, evenals de ambtenaren van het secretariaat, verplicht tot geheimhouding van de examenvragen tot het moment dat de examens zijn afgenomen.

Hoofdstuk II. Theoretische examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 4. Besluiten

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Alle in de examencommissie en de subcommissie ter vergadering te nemen besluiten, geschieden bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 5. Het afnemen van het theoretische examen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Het theoretisch examen voor het bewijs van bevoegdheid als privévlieger of ballonvoerder en voor de bevoegdverklaring radiotelefonie onder VFR wordt schriftelijk, in de Nederlandse taal en volgens de ‘meerkeuze-vragen-methode’, afgenomen. In bijzondere gevallen kan het examen mondeling in de Nederlandse of Engelse taal worden afgenomen.

  • 2 Het theoretisch examen voor de bevoegdverklaring sleepvliegen wordt mondeling en in combinatie met het praktisch examen afgenomen.

Artikel 6. Door de examencommissie af te nemen theorie-examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De theoretische examens voor de in artikel 1 bedoelde bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen omvatten de vakken, zoals vermeld in de bij dit examenreglement behorende bijlage.

  • 2 In deze bijlage is tevens de duur van het examen per vak vastgesteld.

  • 3 De theoretische examens voor de bewijzen van bevoegdheid kunnen in afzonderlijke vakken worden afgelegd, met dien verstande dat elk vak 18 maanden geldig blijft, zodat de examens voor alle vakken binnen een termijn van 18 maanden met gunstig resultaat moeten zijn afgelegd.

  • 4 Verlenging van de geldigheidstermijn van een vak kan slechts worden toegestaan in geval van overmacht. Met redenen omklede verzoeken hiertoe dienen te worden ingediend bij de directeur-hoofdinspecteur van de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Artikel 7. Inschrijvingstermijn en examendata

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

De inschrijvingstermijn en de examendata worden jaarlijks gepubliceerd in een MAL (Mededelingen Aan Luchtvarenden). De aanvraag voor toelating voor een examen geschiedt door het tijdig indienen bij de divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat van een behoorlijk ingevuld formulier. Exemplaren van dit formulier zijn bij de genoemde dienst verkrijgbaar.

Artikel 8. Het schriftelijke examen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De voorzitter of de plv. voorzitter dan wel namens hen de secretaris, draagt er zorg voor dat de leden van de subcommissie tijdig de examenopgaven voorbereiden.

  • 2 De opgaven worden samengesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de door de exameneisen omvatte leerstof, opdat een zo goed mogelijk beeld verkregen kan worden van de kennis van de kandidaat. De examenopgaven worden in vergadering van de subcommissie vastgesteld.

  • 3 De secretaris is er voor verantwoordelijk dat de examenopgaven, onder geheimhouding en in voldoende aantal, worden vermenigvuldigd en in verzegelde enveloppen worden bewaard om bij aanvang van het examen aan de voorzitter ter hand te worden gesteld.

  • 4 De secretaris maakt in overleg met de voorzitter een chronologisch rooster voor het examen waarin wordt vermeld: het tijdschema per vak, de lokaliteit(en), de tafelindeling in groepen (blokken) en de indeling van de surveillerende leden van de examencommissie.

  • 5 De secretaris richt tijdig tot iedere examenkandidaat een oproep tot deelname aan het examen onder vermelding van plaats, datum, tijdschema (rooster), kandidaatnummer, tafelnummer en mede te nemen bescheiden, benodigdheden dan wel andere materialen.

  • 6 Voor aanvang van een examenvak draagt de secretaris er zorg voor dat de tafels zijn voorzien van tafelnummer, de juiste schrapkaart en gewaarmerkt kladpapier. Daarna kunnen de kandidaten plaats nemen aan de hen toegewezen tafel.

  • 7 Bij aanvang van elk examenvak opent de voorzitter of door hem aangewezen examinatoren de verzegelde enveloppen met de opgaven voor het betreffende examenvak. Daarna reiken de surveillanten de opgaven uit aan de kandidaten.

  • 8 Direct na aanvang controleren de surveillanten de kandidaten, aan de hand van de presentielijst en legitimatie, op aanwezigheid en juiste tafelnummer. Van de niet aanwezige kandidaten (de niet bezette tafels) worden de schrapkaarten ingenomen en bij de secretaris ingeleverd. Deze controleert of de namen op de ingenomen niet ingevulde schrapkaarten overeenstemmen met de volgens de presentielijst afwezige kandidaten en visa versa.

  • 9 De voorzitter bepaalt de termijn waarna geen eventuele laatkomers meer mogen worden toegelaten. Na het verstrijken van deze termijn worden de schrapkaarten van niet aanwezige kandidaten te zamen met een presentielijst en twee exemplaren van de examenopgaven van het betreffende examenvak door de secretaris aan de subcommissie ter hand gesteld.

  • 10 Gedurende het examen zorgt de voorzitter voor regelmatige surveillance. Het is verantwoordelijk voor het handhaven van orde en rust in de examenlokaliteit(en). Kandidaten mogen de examenlokaliteit niet verlaten anders dan met toestemming van de voorzitter, met inachtneming van de door hem gestelde voorwaarden en na inlevering van het kladpapier en de ondertekende schrapkaart.

  • 10A Tijdens het examen geluidsseinen worden de opgenomen lettergroepen op het verstrekte antwoordformulier genoteerd. Dit formulier wordt onmiddellijk na afloop van het examen ingenomen.

  • 11 Zodra de examentijd voor een vak is verstreken draagt de voorzitter er zorg voor dat de kandidaten het werk beëindigen en worden zowel de schrapkaarten als het kladpapier door de surveillanten ingenomen. De examenopgaven mogen door de kandidaat behouden worden.

  • 12 Na controle of het aantal ingenomen schrapkaarten in een blok overeenstemt met het aantal daadwerkelijke deelnemers, worden ze door de secretaris bij de subcommissie ingeleverd. Deze verwerkt de schrapkaarten zo spoedig mogelijk en rapporteert de voorzitter iedere geconstateerde afwijking ten opzichte van de presentielijst en elke andere onregelmatigheid.

  • 13 De voorzitter stelt, met inachtneming van het gestelde in artikel 2, tiende lid, in overleg plaats, datum en tijdstip vast van een vergadering van de subcommissie ter vaststelling van de resultaten van het schriftelijk examen en het nemen van beslissingen over de uitslag.

  • 14 Het resultaat van het examen wordt aan de kandidaten, door tussenkomst van het secretariaat, uitsluitend schriftelijk en getekend door de voorzitter of diens plaatsvervanger, medegedeeld.

  • 15 Indien de kandidaat heeft voldaan aan alle eisen voor het volledige theoretisch examen, wordt dit hem door het secretariaat eveneens schriftelijk medegedeeld.

Artikel 9. Het mondeling examen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De secretaris maakt in overleg met de voorzitter zonodig een chronologisch examenrooster voor de mondelinge examens, waarin opgenomen de plaats, datum en de tijdstippen van aanvang en einde van de examenvakken alsmede de indeling van de examinatoren.

  • 2 De secretaris stuurt tijdig een oproep aan de examinatoren en de kandidaten voor deelneming aan het mondeling examen onder gelijktijdige toezending van het examenrooster, met vermelding van de taal (Nederlands of Engels) waarin het examen zal worden afgenomen en de eventueel benodigde materialen.

  • 3 Gedurende het mondeling examen bedraagt de voorzitter of diens plaatsvervanger zorg voor een orderlijk verloop.

  • 4 Nadat de kandidaat een mondeling examen heeft afgelegd, wordt de uitslag aan de kandidaat door de voorzitter medegedeeld. Een, door de voorzitter of diens plaatsvervanger getekende, schriftelijke bevestiging van de uitslag, wordt door zorg van het secretariaat aan de kandidaat toegezonden.

  • 5 Indien de kandidaat heeft voldaan aan alle eisen voor het volledige theoretisch examen, wordt dit hem door het secretariaat eveneens schriftelijk meegedeeld.

Hoofdstuk III. Praktische examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 10. Het afnemen van praktische examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 De kandidaat kan na indiening van een aanvraag slechts een praktisch examen afleggen, indien hij bij de indiening van een aanvraag kan aantonen het voor het betreffende bewijs van bevoegdheid, onderscheidenlijk de bevoegdverklaring, vereiste theoretische examen met gunstig gevolg te hebben afgelegd en indien een verklaring van een chef-instructeur dan wel instructeur, dat de kandidaat op voldoende niveau getraind is, wordt overgelegd.

  • 2 Voor ieder praktisch radiotelefonie-examen draagt de secretaris, in overleg met de voorzitter, zorg voor de nodige ruimte, apparatuur en materialen. Hij maakt een chronologisch examenrooster waarin vermeld wordt: het tijdschema, de lokaliteit en de indeling van examinatoren per examendag.

  • 3 De secretaris richt tijdig tot de examinatoren en de kandidaten een oproep tot aanwezigheid respectievelijk deelneming aan het praktisch radiotelefonie-examen onder vermelding van plaats, datum en tijdschema.

  • 4 Gedurende de praktische radiotelefonie-examens draagt de voorzitter of de door hem aangewezen plaatsvervanger, zorg voor een orderlijk verloop.

  • 5 De secretaris draagt er namens de voorzitter zorg voor dat de examinator(en) voor een praktisch examen, dat geheel of gedeeltelijk in de lucht wordt afgenomen, tijdig word(en) aangewezen.

  • 6 De examinator neemt binnen 7 dagen na ontvangst van de examenbescheiden contact op met de kandidaat dan wel met zijn vliegopleiding voor het maken van een afspraak. De eis kan worden gesteld, dat het examen geheel of gedeeltelijk op een ander luchtvaartterrein wordt afgelegd.

  • 7 Indien de examinator niet in staat is om het praktisch examen binnen drie weken af te nemen, dient hij daarvan onverwijld kennis geven aan de secretaris, waarna deze voor vervanging zorgdraagt.

  • 8 Indien de kandidaat een praktisch examen in de lucht moet afleggen draagt hij, dan wel zijn vliegopleiding, zorg voor de beschikbaarheid van een luchtwaardig luchtvaartuig dat ten minste gedurende de dag van het examen beschikt over een geldige casco-, inzittenden- en WA-verzekering. De examinator is niet aansprakelijk voor schade aan het luchtvaartuig tenzij er sprake is van opzet of grove schuld aan de kant van de examinator.

  • 9 Zo nodig, ter beoordeling van de examinator, kan de kandidaat worden vergezeld door een voor het betreffende luchtvaartuig bevoegde en daarop ervaren vlieger c.q. ballonvoerder die tijdens de vlucht als verantwoordelijk gezagvoerder optreedt en waarmee voor de aanvang van het examen het examenprogramma wordt besproken.

  • 10 Het praktisch examen omvat één of meer groepen van proeven als omschreven in de betreffende eisen voor kennis, bedrevenheid en ervaring, danwel op het betreffende examenrapportformulier. Indien om redenen van overmacht één of meer examenonderdelen niet kunnen worden afgenomen, kan het examen op een later tijdstip, binnen een termijn van 90 dagen, worden voortgezet.

  • 11 Indien, naar oordeel van de examinator(en), maximaal twee opdrachten per groep van proeven op onvoldoende wijze worden uitgevoerd dan mogen deze opdrachten één maal worden herhaald.

  • 12 Indien naar oordeel van de examinator(en) tijdens een praktisch examen een dusdanig gebrek aan kennis danwel bedrevenheid wordt geconstateerd dat de kans op slagen niet meer aanwezig is, mag het examen voortijdig worden beëindigd. De kandidaat is in dat geval afgewezen.

  • 13 Onmiddellijk na het praktisch examen wordt door de examinator(en) het examenrapport (formulier) volledig ingevuld. Het beoordelingscijfer voor iedere groep van het examen vastgesteld en het resultaat als voorlopige uitslag aan de kandidaat medegedeeld. Hierna wordt het examenrapport onverwijld aan de secretaris gezonden. De definitieve uitslag van het examen wordt, op verzoek van de kandidaat, door de voorzitter door tussenkomst van de secretaris schriftelijk bevestigd.

Artikel 11. Herexamen

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Een gedeeltelijk herexamen voor een bewijs van bevoegdheid en bevoegdverklaringen waarvan het praktisch examen uit meerdere groepen van proeven bestaat, kan worden toegestaan in ten hoogste twee groepen. Voor dit herexamen moet binnen vier weken een aanvraag worden ingediend. Een herexamen moet binnen twaalf weken worden afgelegd.

Hoofdstuk IV. Beoordeling en waardering van de examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 12. Theoretische examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

De uitslag van de theoretische examens wordt gegeven in de vorm: geslaagd of afgewezen.

Artikel 13. Praktische examens

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

  • 1 Het oordeel omtrent de bedrevenheid van de kandidaten wordt uitgedrukt in een cijfer. Aan dit cijfer wordt de volgende betekenis toegekend:

    • 1. Zeer slecht

    • 2. Slecht

    • 3. Gering

    • 4. Onvoldoende

    • 5. Bijna voldoende

    • 6. Voldoende

    • 7. Ruim voldoende

    • 8. Goed

    • 9. Zeer goed

    • 10. Uitmuntend

  • 2 Indien een praktisch examen uit verscheidene groepen bestaat, wordt voor ieder afzonderlijke groep van praktische proeven een cijfer toegekend. Dit cijfer zal steeds lager zijn dan een 6, indien één of meer proeven behorende tot die groep op onbevredigende wijze werd(en) uitgevoerd, met dien verstande dat binnen de mogelijkheden van het betreffend examenrapportformulier proeven éénmaal mogen worden herhaald. De kandidaat wordt geacht te zijn geslaagd voor een groep indien alle proeven in die groep op ten minste voldoende wijze zijn uitgevoerd. De wijze waarop een herhaling van een proef wordt afgelegd wordt daarbij in aanmerking genomen.

Artikel 14. De eindwaardering

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Een examen wordt geacht met gunstige uitslag te zijn afgelegd, wanneer de kandidaat:

  • a. n geval van een theoretisch examen, voor dat examen geslaagd is dan wel, indien dit examen uit meer dan één vak bestaat, voor elk vak geslaagd is binnen de daarvoor gestelde termijn.

  • b. ingeval van een praktisch examen dat uit groepen van proeven bestaat, voor iedere groep afzonderlijk ten minste het cijfer 6 heeft behaald; dan wel voor de overige praktische examens ten minste het eindcijfer 6 heeft behaald.

Hoofdstuk V

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Artikel 15. Beroepsprocedure

[Regeling vervallen per 20-01-2010]

Indien een kandidaat bezwaar heeft tegen de uitslag van een examen kan hij binnen twee weken schriftelijk in beroep gaan door het indienen van een, met redenen omkleed, bezwaarschrift bij de voorzitter van de examencommissie.

Den Haag, 20 maart 1998

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven